Claire Denis laat je alle hoeken van het (film)universum zien

Door Ruben Aerts, op Thu Apr 04 2019 22:00:00 GMT+0000

In de scifi-trip High Life aast Juliette Binoche op het zaad van Robert Pattinson. Zo bizar kan alleen Claire Denis het bedenken, de Franse cineaste die al 30 jaar compromisloze films maakt.

Auteurs als Lars von Trier en Michael Haneke zijn populaire namedrops op wufte recepties. Maar wie kent de minstens even eigenzinnige Claire Denis? De 72-jarige Parisienne blijft een van de beter bewaarde geheimen van de Europese arthouse. Een avontuurlijk oeuvre van twaalf speelfilms, drie documentaires en meer dan een handvol kortfilms kon daar tot nog toe weinig aan veranderen.

Met High Life heeft ze nu haar Engelstalige debuut klaar. Robert Pattinson laat zich gewillig de kosmos inschieten, net als Juliette Binoche. Haar kransje fans weet wel beter dan te vrezen voor een duffe publieksfilm. In het verleden zette Denis overigens al vaker een genre helemaal naar haar hand.

Zwart gat

Een ruimtemissie onderzoekt hier of het mogelijk is om uit een zwart gat energie te tanken. Aan boord van de kloeke vloot – een ontwerp van de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson – een stel gedetineerden, die met hun deelname van een jarenlange gevangenisstraf wordt verlost. Niet eens zo gek dat sommigen dan vrezen voor een reis zonder retour.

Het is een akelige Juliette Binoche die de boel in handen heeft. ‘Dokter Dibs’, zegt het op haar kaartje. Het zegt ook: ‘sjamaan van het sperma’. Dat is meer dan een ijsbreker op netwerkevents. Nieuw leven scheppen is voor haar een missie. Of juister: een ziekelijke obsessie. De moraal die ze erop nahoudt, kan je met reden bedenkelijk vinden. In ruil voor hun zaad speelt zij voor sinterklaas met verdovende middelen. Maar Monte (de rol van Pattinson) uit zich als geheelonthouder. Een potje zelfseks zou hem alleen maar afleiden van zijn zoektocht naar innerlijke rust. Dibs is echter een doordouwer.

Dat Pattinson opduikt in een auteursfilm hoeft niemand nog verrassend te vinden.

Dat Pattinson opduikt in een auteursfilm hoeft niemand nog verrassend te vinden. Het juk van zijn Twilight-verleden gooide hij af met rollen in David Cronenbergs Maps to the Stars en Cosmopolis, de schandelijk onderschatte post-apocalyptische roadmovie The Rover van Australiër David Michôd en Good Time, de grauwe heistthriller waarin de Safdie-broertjes hun meest illusieloze kant tonen.

Denis had eerst nog haar twijfels bij de casting van de posterboy – ‘een overbekende kop, en zo jong’ – maar recent biechtte ze op dat ze popelt om opnieuw met hem op de set te staan.

Onderdrukking

High Life is geen flets entertainment. De film hangt een grimmig plaatje op van onderdrukking, geweld en (machtswel)lust in hogere sferen. Indringende beelden in afgemeten kleuren dompelen de kijker onder in mysterie. Niet haar vaste cameravrouw Agnès Godard blikte het allemaal in, maar Yorick Le Saux (en in beperkte mate Tomasz Naumiuk). Hij gaf eerder al visuele flair aan Luca Guadagnino’s Io sono l’amore en de recente films van Olivier Assayas.

Voor Godard volgde het project te snel op Un beau soleil intérieur, haar vorige samenwerking met de cineaste. Anderhalf jaar geleden was die film bij ons nog in de zalen te zien. Ook toen had Denis een populair genre – de romantische komedie – een eigen weg opgestuurd. Binoche was heerlijk als Isabelle, die besluiteloos en koortsig naar ware liefde hunkerde. Denis is anders niet zo kwistig met dialogen, maar wat een tater was deze warrige vrouw. Over rode rozen ging haar zoektocht echter niet. Leerde ze al eens een lieve man kennen, dan lukte het haar niet om klaar te komen. Terwijl het bij een rabiaat klootzakje allemaal vanzelf ging.

High Life hangt een grimmig plaatje op van onderdrukking, geweld en (machtswel)lust in hogere sferen.

Un beau soleil intérieur baseerde de cineaste losjes op Fragments d’un discours amoureux, een essay van Roland Barthes – een romcom is bij haar evenmin een holle onderneming. Zo paste ook deze film, net als High Life, helemaal binnen een oeuvre dat van meet af aan geen seconde vrijblijvend is geweest.

Dat begon in 1988 met Chocolat, een semi-autobiografische kijk op het Afrika van de jaren vijftig. Als dochter van een Franse ambtenaar is Denis daar tot haar tienerjaren opgegroeid. Het aloude kolonialisme naderde toen stilaan zijn einde.

In de film zakt een jonge, blanke vrouw af naar Kameroen, waar ze terugblikt op haar kindertijd en de hechte vriendschap met hun huisslaaf. Tussen hem en haar moeder weeft de filmmaakster een erotische spanning, zo complex als een wiskundevraagstuk. Haar genuanceerde benadering van koloniale verhoudingen bleef niet onopgemerkt: in Cannes werd ze dat jaar meteen een van de kanshebbers voor de Gouden Palm.

Orson Welles

In 2009 sneed ze met White Material die beladen thematiek opnieuw aan. Als eigenares van een koffieplantage voelde Isabelle Huppert het gloeiend worden onder haar voeten. Opnieuw wist Denis een broeierige sfeer visueel voelbaar te maken. De pompende soundtrack van Stuart Staples, de frontman van Tindersticks die haar films wel vaker muzikaal omlijst, deed zijn deel.

Bovendien was het ritme van deze film bijzonder dwingend, als een hinderlaag. Orson Welles oreerde destijds dat film daar in zulke mate van afhangt, dat het sterker verwant is met muziek dan met theater. Het moet wel of de cineaste denkt er net zo over.

De Franse filmmaakster bezit het patent op kijkervaringen die zich onder je vel nestelen.

Claire Denis was overigens geen groentje toen ze zich op haar 42ste voor het eerst in de regiestoel had genesteld. Als regie-assistente had ze in de voorgaande jaren naast Wim Wenders gestaan op de set van Paris, Texas en Der Himmel über Berlin. Ze was meer dan eens de rechterhand van de Franse cineast Robert Enrico (Le vieux fusil), en ook met de Servische filmmaker Dušan Makavejev, die begin dit jaar overleed, werkte ze samen. Costa-Gavras en Jim Jarmusch deden eveneens een beroep op haar. Het ijzersterke L’intrus uit 2004, over een kille eenzaat en diens relatie met zijn zoon, was Denis’ eerbetoon aan Jarmusch.

De Franse filmmaakster bezit het patent op kijkervaringen die zich onder je vel nestelen. Neem nu het sublieme Beau travail uit 1999. Denis Lavant is in het koloniale Djibouti de sergeant-majoor van een vreemdelingenlegioen. In deze koortsige studie van machismo in een militaire context komt zijn machtspositie echter onder druk te staan. De film pakt uit met intense shots van afgetrainde torso’s, die even bedwelmend als poëtisch zijn.

Tintelend verlangen

Die fascinatie voor het lichaam duikt geregeld op. Agnès Godard is onnavolgbaar als haar compagnon-de-route. Is het immers Juliette Binoche die in Un beau soleil intérieur zo virtuoos wiegt op de tonen van Etta James’ At Last, of heeft deze wonderlijke scène het allemaal te danken aan de elegante manier waarop Godards camera haar tintelende verlangen vastlegt?

Denis schuwt beslist de schoonheid niet, maar evenmin de controverse. Toen ze met Trouble Every Day in 2001 een soort erotische vampierenfilm op de wereld losliet, kregen vleselijke lusten meteen een heel andere bijklank. Niet vies van wat kannibalistisch geweld leefde de cineaste zich uit. Een sexy horrorfilm oordeelde de ene, ronduit ziekelijk en pervers meende de ander.

Trouble Every Day: een sexy horrorfilm volgens de ene, ronduit ziekelijk en pervers volgens de andere.

Op een oeuvre zo rijk als dat van Claire Denis raak je hoe dan ook nooit uitgekeken. Ook het sterk empathische 35 rhums verdient een vermelding. Uit de manier waarop ze deze weduwnaar en zijn dochter in beeld brengt, spreekt haar diepgewortelde liefde voor dagelijkse rituelen.

Narratologisch legt Denis haar films nooit een dwingende structuur op. Zo zuinig als ze omspringt met wat ze de kijker meegeeft, lijkt het er wel om gedaan. Ook de eerste minuten van High Life beleef je op de tast. Toen ze einde januari te gast was op het filmfestival van Rotterdam sprak ze stellig tegen dat het allemaal doelbewust was: ‘Het is nooit een trucje. Ik heb het niet in me om tricky te zijn, hoewel ik zou willen dat het wel zo was. Het is voor mij veeleer de natuurlijke manier om dingen samen te brengen’, verduidelijkte ze. ‘Het kan ook best zijn dat ik gewoon te chaotisch ben om een verhaal een normale opbouw mee te geven.’

In het brede oeuvre van Claire Denis is daardoor geen film dezelfde. Er is geen formule, geen vaste aanpak. Er is alleen maar de intuïtie en belangstelling van een onbevangen cineaste. Wie brengt dat ter sprake bij het volgende potje namedroppen?