Burgerzin en dubbele moraal in tijden van corona

Door Vincent Focquet, op Mon Mar 23 2020 00:00:00 GMT+0000

Onlangs schreef professor Wim Derave een brief aan de jonge medemens. Hierin roept Derave op tot burgerzin en solidariteit om de impact van de coronapandemie te beperken. Bij Vincent Focquet (22) schoot deze in het verkeerde keelgat. Daarom schreef hij een antwoord, vooral als voorstel tot onderhandeling. ‘Klimaatneutraal voor 2050 of een coronapiek? Gelijk oversteken.’

Beste oudere medemens

Laat mij beginnen met een dreigend beeld: mijn generatie staat massaal aan de voordeur van haar huis, de deurklink in de hand. Ieder van ons is klaar om op te gaan in een gigantische obscene lockdownparty. We laten het virus gulzig rondgaan, wij zullen niet sterven. Dit is geen onverantwoordelijk je-m’en-foutisme, maar een strategie. We zijn nog te stoppen. Onze eis is even helder als onze dreiging: indien er per direct radicale klimaatmaatregelen worden genomen, houden we de deur gesloten. Klimaatneutraal voor 2050 of een coronapiek? Gelijk oversteken.

Klimaatneutraal voor 2050 of een coronapiek? Gelijk oversteken.

In haar recente lezing in het Kaaitheater stelde de Brits-Australische intersectioneel feministische denker Sara Ahmed ‘de deur’ voor als een instrument dat de toegang tot macht, en specifieker tot instituten, reguleert. De deur als discriminerende tool schermt machtsposities af en laat bepaalde mensen makkelijker toe dan anderen. Ahmeds beeldtaal indachtig kunnen we ons afvragen: wie houdt in deze situatie welke deurklinken in de hand? Wie beslist of deuren openen of gesloten blijven?

Die vraag stelt zich maar al te duidelijk nu wij, als jongere generatie, door een onverwachte tuimeling van het lot plots weer iets in de pap te brokken hebben. De klinken waarop onze jeugdige handen momenteel rusten, brengen ons in een buitengewone onderhandelingspositie. Laat ons het dus hebben over burgerzin.

Het probleem zit ‘m in de grove inconsistenties van het discours dat politici en professoren in deze bange tijden hanteren.

Laat me duidelijk zijn: ook ik vind de coronaproblematiek extreem ernstig en de huidige maatregelen broodnodig. Het probleem zit ‘m echter in de grove inconsistenties van het discours dat politici en professoren in deze bange tijden hanteren. Tom Hannes verbaasde zich in De Standaard reeds over hoe onze overheid plots langvergeten woorden als ‘burgerzin’ en ‘solidariteit’ vrolijk opvist alsof deze nooit zijn weggeweest. Twee weken geleden werden zorgwerkers nog kapot bespaard, vandaag zijn het helden. Wat betekenen die grote woorden dus echt?

Het is de fascinerende inversie van het coronavirus die ons in deze onverwachte onderhandeling deed samenkomen. Het virus keerde de positie van afhankelijkheid van jongere generaties radicaal om. Van afhankelijkheid van de solidariteit van oudere generaties op lange termijn, naar zeggenschap over de korte termijn-gezondheid van diezelfde generaties. Van strijden voor verantwoordelijkheid van oudere generaties in de klimaatcatastrofe, naar zelf verantwoordelijk zijn voor diezelfde generaties in de coronacrisis. Kort gezegd: de gezondheid van de generaties die historisch faalden en blijven falen om verantwoordelijkheid te nemen voor onze en volgende generaties, is overgeleverd aan onze goodwill.

Het virus keerde de positie van afhankelijkheid van jongere generaties radicaal om.

Akkoord. Het is niet zo dat klimaat louter de verantwoordelijkheid is van zij die ouder zijn dan wij. Zij zijn die verantwoordelijkheid ook niet onverdeeld uit de weg gegaan. Jongeren zijn natuurlijk lang niet allemaal klimaatactivisten en de vorige generaties kenden grote activistische momenten. Waarvoor dank! Maar het punt blijft onveranderd. Op het einde van de rit was de generatie van pleitbezorgers van de burgerzin als Derave en gelijkgestemde politici – net als hun voorgangers – niet in staat een leefbare aarde aan ons over te leveren. Nu de noodzaak aan intergenerationele solidariteit in tijden van crisis ook voor jullie zo acuut voelbaar is, voeren we graag de druk wat op.

Vandaag worden wij geacht wél verantwoordelijk en solidair te zijn. En dus moet die deur in onze handen gesloten blijven. Dat klopt, natuurlijk. Het zou beter zijn als we binnen bleven, maar die eis is ook minstens ironisch te noemen in een periode waarin de klimaatambitie van onze ‘ecorealistische’ overheid nog nooit zo bedroevend laag lag. Waar was de burgerzin toen het nieuwe klimaatakkoord gestemd werd? Waar was jullie intergenerationele solidariteit? En, belangrijker nog, waar zal die zijn als straks de angst samen met het coronavirus gaan liggen is?

Waar was de burgerzin toen het nieuwe klimaatakkoord gestemd werd?

Noch het verhaal van de klimaatcatastrofe noch dat van het coronavirus gaat natuurlijk over een simplistische tegenstelling van generaties. De gevolgen van de klimaatramp spelen zich niet enkel af in een onheilspellende toekomst voor wie nu jong en westers is. Ze zijn vandaag dodelijk aanwezig in het Globale Zuiden. In het geval van het coronavirus zijn het even vaak 30-plussers die de maatregelen met de voeten treden. Maar het appel van Derave vond nu eenmaal plaats aan een gegeneraliseerde jongere generatie dus volgt dit antwoord eenzelfde logica. Daarenboven: nuance en bikkelharde onderhandelingen hebben bij elkaar niets te zoeken.

De deuren in deze situatie zijn meervoudig. Ze verhinderen verschillende mensen op verschillende manieren op verschillende plekken te komen. Het gaat dus helemaal niet alleen om ons. De incoherentie – noem het gerust hypocrisie – van de huidige vraag naar burgerzin toont zich niet enkel in het contrast tussen de afwezigheid van (intergenerationele) verantwoordelijkheid in relatie tot de klimaatcatastrofe en de stellige vraag daarom in tijden van corona.

Wanneer prominente stemmen over ‘het collectief’ spreken, vergeten ze zich af te vragen wie daar wel en niet toe behoort.

Ze is ook te zien in de onuitgesproken maar cruciale beperkingen aan burgerzin en solidariteit in het discours dat vandaag de kranten vult. Wanneer prominente stemmen over ‘het collectief’ spreken, vergeten ze zich af te vragen wie daar wel en niet toe behoort. Met wie moeten we in tijden van corona precies solidair zijn? Met vluchtelingen die vandaag bij het aanmeldcentrum voor een – en let hier op de bewoording – gesloten deur komen te staan? Met daklozen die überhaupt niet thuis kunnen blijven, voor wie geen structurele oplossing voorzien wordt en die zelfs door de politie worden opgejaagd? Met mensen in gewelddadige gezinssituaties? Voor elk van hen worden ondanks het geroezemoes rond solidariteit, de deur gesloten.

Al deze mensen, die het sterkste geraakt worden door de opkomst van het virus, verdrinken in een oorlogsretoriek waarin gespierde helden zich verenigen versus een gemeenschappelijke vijand. Ik denk ook aan hen als ik mijn hand vandaag in solidariteit op de klink leg. Ook zij hebben minder dan niets aan de plotse gloriedagen van de burgerzin. Wie behoort precies tot het mythische collectief dat corona zal bevechten en wie wordt in dit verhaal vergeten? Wie precies zijn de burgers uit burgerzin? Welke verantwoordelijkheden worden in het publieke debat ondergesneeuwd in het voordeel van andere verantwoordelijkheden met beter geplaatste verdedigers?

Het oorlogsperspectief op de coronacrisis, verbonden met de simplistische vraag om burgerzin, dreigt deze vragen af te doen als details die ons in het heetst van de strijd enkel zouden ophouden. Dat is precies wat schort aan het holle geroep om solidariteit als antwoord op deze crisis. Het gaat totaal voorbij aan de verstrengelde vragen naar wie al dan niet tot het collectief behoort en naar waarover we ons werkelijk zorgen moeten maken. Net nu het virus ons zoveel zorgen baart, is het tijd om ons ook zorgen te gaan maken over andere komende catastrofes en wie daarin verantwoordelijkheid moet opnemen.

Het is niet te laat, lieve oudere medemensen, om die waarden die zo vlot over jullie tongen gaan ook echt ter harte te nemen. We kunnen, geloof ik, iets voor elkaar betekenen. Laat me weten waar we elkaar kunnen vinden. Onze handen zijn aan de ontsmette klink. En als je goed genoeg kijkt, die van jullie ook.

Ready when you are.
Vincent