Brief aan een Astrid Roemer Imposter
Door Astrid H. Roemer, op Thu May 08 2025 14:32:00 GMT+0000Astrid Roemer schrijft een brief aan … Astrid Roemer. Of toch aan iemand die zich voor haar uitgeeft. Want de winnares van de P.C. Hooft-prijs heeft al dertig jaar te maken met een oplichtster. De imposter schuimt in haar plaats literaire evenementen af, koopt onder haar naam luxeproducten en dringt zelfs binnen in haar huis. Na drie decennia van stalking, diefstal en hacking is Roemer vastbesloten haar eindelijk klem te zetten.
Brief aan een ASTRID ROEMER IMPOSTER
Ik ken je niet. Weet niet wie je bent en ik bedoel ook niet te weten of je vrouw bent, man, transgender misschien, of dat je zelfs beide geslachten claimt. In deze tijd van overweldigende mogelijkheden die digitaal worden gecommuniceerd, ben ik geneigd wat komt serieus te nemen. Vijftig jaar geleden kon ik nog lachen om een vent in dameskleding en de spot drijven met een lesbopaar, maar tegenwoordig neem ik niets met een korreltje zout. Toch heeft het ruim een halve eeuw gekost van rondkijken in Europa en alsmaar luisteren en lezen om mijn brein te doen groeien naar wat het nu kan verdragen en enigszins begrijpen. Maar van jou, tot wie ik mij uiterst verontwaardigd richt, van jou begrijp ik niets!
Een IMPOSTER is, om bij het Engels te blijven: ‘a person who pretends to be someone else in order to deceive others, especially for fraudulent gain.’ Op zijn Vlaams en Nederlands gezegd ben je doodgewoon een OPLICHTER. En ik haat je. Ik vind je weerzinwekkend maar ik schrijf je deze brief omdat je in mijn gedachten blijft zitten en mijn dagelijkse leven vreselijk ontspoort. Haat is het afvoerputje van mijn ervaringen. En, in mijn omstandigheden, een erg zinvol gevoel. Nooit geweten dat er zoiets bestond als een persoon die verslaafd is aan het in scherven gooien van iemands geluk! En het heeft dan ook meer dan 25 jaar geduurd om jou te kunnen identificeren.
Ik vind je weerzinwekkend maar ik schrijf je deze brief omdat je in mijn gedachten blijft zitten en mijn dagelijkse leven vreselijk ontspoort.
In Iowa, waar ik gastschrijver was in het najaar van 1994, stal iemand mijn paspoort. En toen ik na drie maanden via Michigan terug naar Nederland wou vliegen, legde een bevallige KLM-grondstewardess mijn Amerikaanse begeleider uit dat mijn retourticket door iemand anders was gebruikt met mijn ID-gegevens om naar Schiphol te vliegen. Jij had je eerste 'harde actie' uitgevoerd. Terug in Den Haag, waar ik toen een partner-huisgenoot had, werden zij en ik onophoudelijk opgeschrikt door 'onverklaarbare voorvallen'. Onze verse boodschappen werden gestolen en van mij verdwenen luxe-dingetjes als polshorloges, herdenkingsmunten, hoofddeksels en zelfs een paar schoenen. Na wat onderzoekende blikken over en weer, slikte ik mijn wrevel in en verzocht mijn huisgenoot om onze huissleutels niet aan anderen te geven voor wat dan ook. Maar het werd erger. Iemand drong onze woonruimte binnen en nam vastberaden van alles en nog wat mee. En de verse groente- en vruchtensappen die ik zelf maakte, troffen wij aan in bedorven staat.
Jij werd gevaarlijker. Brutaler. En er ontstond een hooglopend conflict tussen mijn partner en mij omdat van haar niets verdween en werd beschadigd maar de INTRUDER het altijd op mij gemunt had. Het liep de spuigaten uit. Mijn kleerkast werd overhoop gehaald. Mijn ondergoed werd meegenomen. En mijn postbus werd leeggehaald. De dame van het wijkpostkantoortje zei medelijdend: Zij komt uw post ophalen en gebruikt uw naam en paspoort! Zij? IMPOSTER?! De OPLICHTER die enigszins leek op mij? Jij werd uiterst actief in jouw rol van 'schrijf-ster Astrid Roemer' en omdat niemand iets deed met mijn klachten, werd je ook nog overmoedig. Jij liet een borstpunctie doen in het Leyenburg Ziekenhuis te Den Haag, haalde regelmatig medicamenten bij een Haagse apotheek, liet je gebit renoveren bij een dure tandarts, ging naar mijn huisdokter, schafte een creditcard aan en begon mij genadeloos leeg te vreten. Hompen geld nam je op bij bankkantoren voor luxe-inkopen bij de winkels waar ik al jaren mijn merkartikelen kocht. Schaamteloos wist je weg te komen wanneer een oplettende verkoopster bitste dat jij niet de schrijfster Astrid Roemer was, maar heel iemand anders! En dat ben je! Zelfs al geloof je het intussen misschien zelf niet!
Het liep de spuigaten uit. Mijn kleerkast werd overhoop gehaald. Mijn ondergoed werd meegenomen. En mijn postbus werd leeggehaald.
Toen de rekeningen kwamen, die intussen door mij waren betaald en de bankafschriften die jij had achtergehouden en ongeopend had verstopt met buitenlandse uitnodigingen gericht aan mij, ja ja, toen was de maat vol. Geen excuus hielp nog. Ik brak met mijn huisgenoot-partner, verhuisde naar een gerenoveerde bovenwoning, liet alles beveiligen en gaf geen reservesleutels weg! Ik was zo moe! Ik dacht mijzelf los te hebben gemaakt van al dat sluipende geweld. Ik nam zelfs twee katten. Binnen de kortste keren wist je echter opnieuw binnen te dringen. Ik nam een parttime job aan buitenshuis en daar werd mij aangeraden om vooral thuis te blijven werken. Er werd ingebroken op ons kantoor, luxe-dingetjes verdwenen en mijn laptop werd daarbij onklaar gemaakt. Elke keer weer. Ook thuis op mijn nieuwe adres. Ik was radeloos.
De directeur bij de job verzuchtte wel eens: Er is iets wat ik je moet vertellen, Astrid, maar ik ben zo bang! Ik vroeg niet om uitleg want zij had kanker en ik dacht te begrijpen waarvoor zij bang was. Toch vond ze de moed om mij een keer in te fluisteren: Ga weg uit Den Haag want je wordt gruwelijk achtervolgd! Zij had gelijk. Ik moest mijzelf wegmaken voor een gigant van een crimineel die niets en niemand ontziend was. Jij, de 'ASTRID ROEMER IMPOSTER' had zelfs een persoonlijke lening afgesloten en ik werd door mijn eigen vertrouwde bank gesommeerd om die lening af te betalen. Drie advocaten en zes rechtzaken hebben niet geholpen. De rechters luisterden niet naar mij. De advocaten vonden de zaak 'wat vreemd'. Maar jij had intussen de septictank van je eigen persoonlijk bestaan geopend en over mij heen gegoten en om het racistisch te zeggen: OVERAL LIEP JIJ MIJ ZWART TE MAKEN. JIJ HAD MIJN LEVEN GESTOLEN EN JOUW ROTZOOI OP MIJ GELADEN. Ben je psychisch in de war of ben je gewoon een slimme crimineel?
Ik sloeg op de vlucht. Maastricht. Groningen. Het Verenigd Koninkrijk. Paramaribo. Tijdens de vlucht naar Suriname kwam een stewardess naar mij toe om te vragen of ik de schrijfster Astrid Roemer was. Ja, dat ben ik. Ja, dat is ze, zei een Chinese medepassagier en zij heeft de P.C. Hooft-literatuurprijs gekregen. Waarom vraagt u dat, vroeg ik bezorgd. Omdat er nog een schrijfster in het vliegtuig zit die Astrid Roemer heet, mevrouw! Deze brief schrijven aan jou, doet pijn. En ik haat je werkelijk. Maar ik wil je laten weten wat jij mij aandoet en ook wil ik personen die jouw misdaad camoufleren confronteren met hun eigen karakterloosheid!
Een beest ben je maar dan meer door menselijke kwaadaardigheidheid gevoed en gestuurd dan door dierlijke instincten gedreven.
Moeder wacht op mij. Ik maak mij al maanden op om haar te vertellen dat de persoon die haar weleens 's nachts uit haar slaap belt en blijft beweren haar dochter Astrid te zijn, gewoon een OPLICHTER is en nog erger! Alles wil ik haar toevertrouwen. Ik had willen uithuilen bij haar. Hoe jij mij zelfs buiten Nederland hebt getergd. Hoe je mijn kat Steffi stal en dagenlang weghield bij me. Hoe je snoeren en stekkers van mijn laptop weghaalde zodat ik niet kon werken op het eiland Skye. Hoe jij je opdrong aan werkelijk iedereen met wie ik omging. Een beest ben je maar dan meer door menselijke kwaadaardigheidheid gevoed en gestuurd dan door dierlijke instincten gedreven. Moeder vond het verschrikkelijk dat jij je uitgaf voor een dochter die zij zelf gebaard heeft en zo goed kent. Zo misdadig ben je. Je probeerde haar liefde voor mij naar jezelf te zuigen. Hebzucht drijft je! Mijn moeder heeft zo gewalgd van de gesprekken die je met haar trachtte te voeren alsof je haar oudste dochter was. Ik had mijn moeder zoveel over jou te vertellen. Ook dingen die ik nooit onder woorden zal brengen.
Was jij de vrouw in behandeling bij Gerda Frijda in Den Haag? Toen ik de eerste literatuurprijs kreeg heeft ze me gecontacteerd om mij te feliciteren. Zij heeft tijdens de behandeling van jouw 'verwarde geest' steeds gedacht met de schrijfster Astrid Roemer, dus met mij in therapeutisch gesprek te zijn. Was ik mooi niet. Ben jij geweest, jaja, jij met je kapotgeslagen persoonlijke geschiedenis! Mogelijk ben je ook op het uitreikingsfeest geweest in het Literatuurmuseum en dronk je champagne, waar ik geen druppel van kreeg en at je gulzig de borden met kleine snacks leeg waar ik niet bij kon komen op zo'n drukke avond. Weet je hoe het heeft gevoeld, toen jouw psychotherapeut nog geen dag voor het feest tegen mij zei: Je bent nog steeds in de war als je beweert dat je mij niet kent! Man en macht heb ik moeten bewegen om in haar gezicht te kunnen zeggen: Gerda Frijda, kijk mij eens aan, ik, Astrid Roemer ken je niet en ben nooit in behandeling geweest bij je!
Ik ben een begerenswaardige vrouw, dat weet ik. Veel aanbidders. Ik viel maar op niemand. Kwam emotioneel echt niets te kort. Ik wil daarom wat begrip opbrengen voor jouw verlangen 'zoals schrijfster Astrid Roemer' te willen zijn. Maar dat je mij daarbij eerst met de grond gelijk probeert te maken en mij alles afpakt waarvan ik houd en op een wijze die crimineel is, blijft beangstigend. Je kent geen grenzen in je honger naar aandacht, die eigenlijk voor mij is bestemd. Je gelooft zelfs dat jij, en niet ik, die aandacht verdient. Zo genadeloos drijf je mij in een hoek. Je bent een geraffineerde schurk, een bedrieger, oplichter. Je vrat de delicatessen uit mijn koelkast te Den Haag, in Edenburgh, in Gent en je trapte mijn kater Plato bijna dood omdat hij je besprong toen je mijn kluis in Bilthoven forceerde. Je strooide daar leugens rond over mij met je bezopen kop en belde naar god-mag-weten-wie met het dringende verzoek 'schrijfster Astrid Roemer' te komen ophalen! Kon je het echt niet verdragen dat ik luisterde naar liefdesliederen van Paul de Leeuw?! Maar wat bewoog je in Utrecht om de ambulance naar mijn appartement te sturen? Ik haat je zo vreselijk dat ik moordneigingen krijg. Dood-trappen. Stenigen. Werpen in een put. En dan: zand erover!
Je kent geen grenzen in je honger naar aandacht, die eigenlijk voor mij is bestemd.
Ik heb mij voorgenomen je te vangen. Moeder verzocht mij al jaren om naar Paramaribo te komen om misverstanden op te ruimen. Moeder is dood. Ik ben in Paramaribo. Ik krijg geen kans te vergeten dat je bestaat en wat je mij hebt aangedaan want opnieuw ben ik opgelicht. Tweeduizend Amerikaanse dollars zijn niet niks. Deze keer ben je in de rol gestapt van iemand die ik voor honderd procent vertrouw. En boem, jij bedacht een list en ik trapte erin! En luxe-kleding die ik meenam uit Holland heb jij gestolen met boeken van anderen en mijn eigen gesigneerde auteursexemplaren. Nooit bereikt de post mij op het adres waar ik woon. Soms wordt zelfs een heel postpakket onderschept. Er wordt geklaagd dat je opdringerig bent. Ik kan mijn woonplek niet verlaten of je dringt binnen en steelt wat je maar wilt. Olijfolie. Uierzalf. kniebandages. Wasmiddelen. Mijn telefoon en mijn laptops zijn onveilig. Zoals nu. Mijn accounts met heel mijn digitaal geheugen zijn spoorloos verdwenen. Ik doe maar geen aangifte. In Gent ging je zelf aangifte doen tot in de details van wat je had uitgevreten en uiteraard met mijn handtekening onder de documenten.
Ik zet je klem. In Paramaribo. De voorzitter van de auteursbond heeft in de media gesproken over een contact met mij. Over een workshop die ik gaf op verzoek van haar. Feit is dat ik niet de Astrid Roemer ben waar zij het over heeft. Ismene Krishnadath heeft het mogelijk over jou, de ASTRID ROEMER IMPOSTER. Ik ga je achterhalen en uitleveren aan wie daarvoor in aanmerking komen. En dan kan ik na dertig vreselijke jaren van stalking, diefstal, oplichting, hacking, dus jaren van stress, mogelijk eindelijk eens een lange wandeling maken zonder mijn belangen in een rugzak mee te sjouwen! Ik verlang naar die dag van geluk ...
Astrid H. Roemer, mei 2025, Paramaribo