Blijven gaan. Vijf getuigenissen

Door Arne De Winde, Hannelore Roth, op Wed May 31 2023 22:00:00 GMT+0000

Een auteur, een actrice, een zangeres, een danseres en een beeldend kunstenaar. Zo uiteenlopend hun werk is, zo divers zijn ook hun ervaringen met ouder worden. Vijf kunstenaars uit verschillende kunstdisciplines vertellen over de impact die ouder worden heeft op hun artistieke praktijk.

‘De tegenstelling tussen jong en oud is contraproductief.’

Monika van Paemel

Werd u als oudere kunstenaar al geconfronteerd met leeftijdsdiscriminatie of bepaalde vooroordelen?

Literatuur is niet tijdgebonden en op schrijvers staat geen vervaldatum, maar voor het podium en de pers moet je jong en up-to-date zijn, en ook de literaire auteur moet een publiek aantrekken om een boek te slijten. Een oudere schrijver komt enkel nog voor het voetlicht als mandarijn of overjarige hippie. Het boek moet een verkoopsucces zijn en de performance vermakelijk, wat ook de stijl of het thema van het werk is. Voor de schrijfster geldt hetzelfde, maar nadrukkelijker, het imago van het vrouwelijke is niet los te denken van leeftijd en uiterlijk. De clichés en vooroordelen, te oud en niet sexy, zijn in de kunstensector niet anders dan voor het overige bestel. Mijn antwoord op deze vraag is geen uiting van een persoonlijke frustratie, het is een algemene vaststelling.

In open calls, wedstrijden, beleidsnota’s en het kunstkritische discours ligt de focus vaak op ‘jong talent’. Legt het kunstenveld te veel de nadruk op jeugdigheid?

Jong talent moet alle kansen krijgen om zich te ontwikkelen, maar jeugdigheid is geen garantie voor kwaliteit en de druk die er op jong talent wordt uitgeoefend om te produceren en te performen is hinderlijk voor de ontwikkeling. Bovendien wordt het werk van oudere schrijvers tekortgedaan. Zij krijgen niet de kansen en middelen waar ze recht op hebben en worden beperkt in hun verdere ontwikkeling of de voltooiing van hun oeuvre. De biologische tegenstelling jong versus oud is contraproductief voor zowel de schrijver als het boek. Wees dus niet zo benepen, beleidsmakers en kunstexperts, en geef jongeren kansen en ouderen wat hun toekomt!

Welke invloed heeft (fysiek) ouder worden op uw artistieke praktijk?

Schrijven is een levenswijze. Het is onder andere een training voor de concentratie, maar een zeurende rug is ook lastig voor het hoofd. Als je met een werk bezig bent dat jaren in beslag gaat nemen, begin je meer rekening te houden met je fysieke conditie. Je gaat je afvragen hoe je vroeger meer kon doen met dezelfde tijd. Tegelijk ben je minder bezorgd om de dagen die niets lijken voort te brengen; de ervaring leert dat wat Flaubert ‘het marineren’ noemde ook creatief is.

Denkt u ooit aan stoppen?

Misschien na mijn dood, maar dat blijft gissen.

Vindt u het belangrijk om uw ervaring en expertise door te geven aan jongere generaties? Hoe doet u dat?

Door het debat te voeren over literatuur, over het eigen werk, over engagement, over de condition humaine in een bedreigde wereld, en door de tegenstelling oud versus jong te overbruggen met creatief plezier.

Monika van Paemel (1945) is auteur van essays en romans (onder andere De vermaledijde vaders en Weduwenspek). Haar werk is bekroond met de Staatsprijs voor Proza en vertaald in het Duits, Frans, Zweeds en Sloveens. In 1993 verleende koning Boudewijn haar de titel van barones.


‘Elke generatie bouwt voort op de verwezenlijkingen van de vorige.’

Viviane De Muynck

Werd u als oudere kunstenaar al geconfronteerd met leeftijdsdiscriminatie of bepaalde vooroordelen?

Leeftijdsdiscriminatie heb ik nooit ondervonden in mijn theater- en filmwerk, integendeel. De rollen hebben zich op een organische manier aangepast aan mijn ervaring en mij de kans gegeven om in de tijd te reizen. Ouder worden boezemt mij geen angst in als kunstenaar.

In open calls, wedstrijden, beleidsnota's en het kunstkritische discours ligt de focus vaak op 'jong talent'. Legt het kunstenveld te veel nadruk op jeugdigheid?

Het is logisch dat men uitkijkt naar de evolutie van het jonge talent dat alle facetten van het leven in deze tijd kan belichamen. Er is geen concurrentie, enkel een waaier aan mogelijkheden om alle levensfasen artistiek in te vullen. De roep om jeugdigheid is sterk in onze wereld, maar het zal mij niet beletten om nieuwe dingen te ontdekken en het avontuur op te zoeken. Alles heeft zijn tijd en elke generatie bouwt voort op de verwezenlijkingen van de vorige.

Welke invloed heeft (fysiek) ouder worden op uw artistieke praktijk?

De energiestroom is anders en moet behoedzaam aangepakt worden. Je kan niet constant aan hoge snelheid leven en wordt kieskeurig in hoe je je tijd verdeelt en welke uitdagingen echt de moeite lonen.

Denkt u ooit aan stoppen?

Ik adem en leef theater en film. Mijn leeftijd zal me niet tegenhouden om verder te reizen op het pad van artistieke ontplooiing.

Vindt u het belangrijk om uw ervaring en expertise door te geven aan jongere generaties? Hoe doet u dat?

We hebben onze mentoren nodig en dienen ze te koesteren. Wijsheid versus snelheid en ongeduld. In zekere zin ben ik een stille getuige van de evoluties in mijn vakgebied. Als dat geen kunst is! En ja, ik wil mijn kennis graag blijven delen met jongeren, zoals ik dat al jaren heb gedaan.

Viviane De Muynck (1946) is een van de centrale actrices van het Brusselse theatercollectief Needcompany. In 2006 kreeg zij de Vlaamse Cultuurprijs voor Podiumkunsten en in 2018 de Ultima voor Algemene Culturele Verdienste van de Vlaamse overheid. Naast haar toneelwerk is De Muynck te zien in film- en televisieproducties, onder meer in Sprakeloos (Hilde Van Mieghem), en in de reeksen Het goddelijke monster, Met man en macht en Tabula rasa. In 2017 mocht ze op het Filmfestival Oostende de Lifetime Achievement Award in ontvangst nemen.


‘Maturiteit krijg je maar als je ouder wordt.’

Lisa del Bo

Werd u als oudere kunstenaar al geconfronteerd met leeftijdsdiscriminatie of bepaalde vooroordelen?

Persoonlijk werd ik nog niet met vooroordelen geconfronteerd. Veel van mijn albums sinds 2000 bevatten muziek uit de jaren 1940, 1950 en 1960. Het publiek dat van die muziek houdt, is dus ook wat ouder. Daarom is jeugdigheid een minder belangrijk criterium. De kerkconcerten naar aanleiding van mijn laatste album Niet alleen worden geboekt voor de liedjes zelf, daar heeft mijn leeftijd niets mee te maken.

In open calls, wedstrijden, beleidsnota's en het kunstkritische discours ligt de focus vaak op 'jong talent'. Legt het kunstenveld te veel nadruk op jeugdigheid?

Tja, alles wat op televisie verschijnt moet mooi en jong zijn. Daarom vind ik het heerlijk dat leeftijdsgenoten als Annemie Struyf programma's met inhoud en klasse blijven maken, zonder toe te geven aan een schoonheidsideaal dat een bijgewerkt gezicht vereist. De maturiteit die Annemie uitstraalt, krijg je net doordat je een beetje ouder bent.

Welke invloed heeft (fysiek) ouder worden op uw artistieke praktijk?

Ons vak is een harde stiel. Ik moet de laatste jaren toch uitkijken wanneer ik nieuwe opdrachten aanneem. Optreden tot in de late uurtjes doe ik niet meer, want ik recupereer niet meer zo snel als vroeger. Ik leef gezond en neem voldoende rust. Ik zie er graag fris en verzorgd uit; botox of plastische ingrepen zijn bij mij nog niet gebeurd. Voor de rest hou ik ontzettend veel van mijn job. Door die passie kan ik toch altijd meer aan dan ik denk.

Denkt u ooit aan stoppen?

Ik heb daar nog niet echt over nagedacht. Dat komt omdat mijn job niet aanvoelt als werk. Ik moet natuurlijk ook nog een aantal jaren doorgaan, hé. Maar ik heb mezelf en mijn man beloofd dat ik wel op tijd zal stoppen. Alles heeft zijn tijd en plaats, ook dit werk.

Vindt u het belangrijk om uw ervaring en expertise door te geven aan jongere generaties? Hoe doet u dat?

Als iemand me om raad vraagt, geef ik die graag. Maar het is goed dat jonge mensen zelf hun dromen najagen en hun weg zoeken in het leven. Zoals in elk vak is het hard knokken om er te geraken. Zonder honderd procent inzet lukt het niet in deze sector, maar is dat niet met alles zo?

Lisa del Bo (1961) is een Vlaamse zangeres. Haar overwinning in de VTM Soundmixshow in 1990 was het begin van haar inmiddels dertigjarige zangcarrière. Hoogtepunten zijn onder meer haar deelname aan het Eurovisiesongfestival van 1996 in Oslo met ‘Liefde is een kaartspel’ en de Will Tura-klassieker ‘Eenzaam zonder jou’, samen met Bart Kaëll. Belangrijke projecten vandaag zijn haar kerst- en Lisa Gelooft-concerten.


‘Er valt veel te ontdekken in de geschiedenis van een lichaam.’

Lisi Estaras

Werd u als oudere kunstenaar al geconfronteerd met leeftijdsdiscriminatie of bepaalde vooroordelen?

Zeker in de danswereld word ik geconfronteerd met het feit dat ik een zogeheten mid-career ben. Heel vaak betekent dat dat een artiest een bepaalde praktijk heeft ontwikkeld met een eigen signatuur. Je fysieke taal, esthetiek en thematiek krijgen een zekere herkenbaarheid. Maar dat wil niet zeggen dat je niet meer kunt verrassen of zelfs een compleet andere weg inslaan. De terminologie verraadt onze neiging om mensen in hokjes te stoppen. Categoriseren maakt ons leven gemakkelijker, geeft ons het gevoel de dingen te kennen zonder er veel moeite voor te moeten doen. Ik krijg vaak de vraag: dans je nog? Het geloof dat de carrière van een danser eindigt met de jeugd is diepgeworteld in onze maatschappij.

In open calls, wedstrijden, beleidsnota’s en het kunstkritische discours ligt de focus vaak op ‘jong talent’. Legt het kunstenveld te veel de nadruk op jeugdigheid?

Ik denk dat de nadruk zo vaak op het nieuwe ligt omdat we degene willen zijn die het ontdekt. In een concurrentiële omgeving vinden we het spannend om de eerste te zijn. We geloven ook dat je dapperder bent en meer risico’s durft te nemen als je jong bent. Dat zal soms wel kloppen, maar als maatschappij leren we op die manier niet herstellen. In die cultus van het nieuwe worden mensen, net als dingen, snel vervangbaar en dus verwaarloosbaar. Ik heb het gevoel dat de danswereld heel erg meegaat in die trend, ook al staat inclusief werk terecht op ieders agenda. Het meest interessante vind ik de intergenerationele dialoog tussen ervaringen en lichamen. Dans is geen uitdrukking van virtuositeit en schoonheid; het is een praktijk met anderen.

Welke invloed heeft (fysiek) ouder worden op uw artistieke praktijk?

Mijn fysicaliteit en lichaamstaal zijn in de loop der jaren zodanig veranderd dat ik me niet meer kan herinneren hoe ze vroeger waren. Ik ervaar ouder worden als een proces en een intern gevecht dat heel opwindend is. Er valt veel te ontdekken in de geschiedenis van een lichaam. Meer nog dan de geest is het lichaam een poëtische opslagplaats, waar herinneringen verborgen zouden kunnen liggen.

Denkt u ooit aan stoppen?

Ja, voortdurend. Op mijn 17de had ik besloten dat ik op mijn 26ste definitief zou stoppen, maar intussen ben ik 52.

Vindt u het belangrijk om uw ervaring en expertise door te geven aan jongere generaties? Hoe doet u dat?

Ik denk dat ik vooral mijn praktische expertise deel, al (samen)werkend, op de vloer. Ik deel er het plezier van bewegen, en hou van de ideeën die uit zo’n ervaring ontstaan. Een echte ontmoeting vindt pas plaats als je dingen vanuit verschillende perspectieven probeert te begrijpen en een persoonlijke visie en stem ontwikkelt in gesprek met anderen. Ik leer dus ook veel van de nieuwe generaties, hun aanpak en interesses. Maar in feite zijn we niet zo verschillend. De kloof is veel kleiner dan we denken.

Lisi Estaras (1971) danste meer dan twintig jaar bij les ballets C de la B (nu LaGeste), terwijl ze ook haar eigen creaties ontwikkelde. In 2018 richtte ze MonkeyMind Company op. Haar choreografisch werk is een voortdurend onderzoek naar haar 'Monkey Mind'-danstaal, waarin ze dans benadert als een continue gedachtestroom die instinctieve bewegingen en tekst rond specifieke thema's integreert.


‘Het lijf wordt oud, maar de geest vergeet dat de hele tijd.’

Koenraad Tinel

Werd u als oudere kunstenaar al geconfronteerd met leeftijdsdiscriminatie of bepaalde vooroordelen?

Kunstenaars hebben altijd met vooroordelen af te rekenen, dat is hun lot. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat dat met leeftijd te maken zou hebben. Daar heb ik zelf toch geen ervaring mee. Integendeel, ik zit in een bloeiperiode. Het moeilijkst had ik het tussen mijn 60ste en mijn 80ste, maar vandaag, op mijn 89ste, kan ik niet anders dan blij zijn met wat komt aanvliegen. Het is gewoon blijven doorgaan, blijven strijden, met je kop tegen de muur lopen, kansen grijpen met beide handen, durven springen, volmondig ja zeggen.

In open calls, wedstrijden, beleidsnota’s en het kunstkritische discours ligt de focus vaak op ‘jong talent’. Legt het kunstenveld te veel nadruk op jeugdigheid?

De hele samenleving is gericht op het nieuwe. Het kunstenveld is dat net zo goed, maar dat is goeddeels met recht zo. Jonge kunstenaars hebben nood aan kansen en middelen aan het begin van hun carrière. Zij zijn de oudere kunstenaars van morgen. En de kansen worden hun niet in de schoot geworpen. Er wordt weinig geïnvesteerd in de kunsten, nochtans een taak van de overheid, dus hoe zou je de nieuwe generatie die middelen kunnen ontzeggen? In die zin zie ik in de beeldende kunsten minder een generatieconflict dan een strijd om middelen, een netwerk enzovoort.

Welke invloed heeft (fysiek) ouder worden op uw artistieke praktijk?

Het lijf wordt oud, maar de geest vergeet dat de hele tijd. Ouder worden heeft een positieve invloed, bij mij toch. Veel beslommeringen vallen weg omdat de urgentie toeneemt, door het groeiende besef van mijn eindigheid. Zo vergroot ook de focus. Niet dat je plots vindt wat je zoekt, maar je weet na jaren wel wat je zoekt en waarom je het zoekt. Je kent je materialen, je weet hoe ze bewegen. Je beseft dat licht en duisternis samengaan. Je bent, met de afstand van jaren, in staat om pijnlijke momenten in de ogen te staren.

Denkt u ooit aan stoppen?

Stoppen met ademen? Nee. Zolang het verweerde vel dat rond mijn jonge geest gedrapeerd is nog wil en kan, blijf ik tekenen en beeldhouwen.

Vindt u het belangrijk om uw ervaring en expertise door te geven aan jongere generaties? Hoe doet u dat?

Ontzettend belangrijk. Vroeger deed ik dat via het lesgeven; nu door kansen te grijpen om met jonge kunstenaars in dialoog te treden. Zo heb ik onlangs mogen samenwerken met een prachtig jong team voor de film Parade. Dat zijn vreugdevolle momenten, waarbij het misschien minder gaat om de dialoog tussen jong en oud dan om het gesprek tussen verwante zielen, die eenzelfde soort lichtheid en zwaarte, poëzie en aarding, traagheid en diepgang najagen. ‘Ik kan van jullie geen kunstenaars maken’, zei ik vroeger al tegen mijn studenten. ‘Wij zijn allemaal met hetzelfde bezig, ik alleen wat langer.’

Koenraad Tinel (1934) werd geboren in Gent. Na de landing in Normandië vluchtte zijn nazigezinde familie naar Duitsland. De rauwe ervaring daarvan tekende hij meer dan zestig jaar later in zijn graphic novel Scheisseimer (Oogachtend, najaar 2023). Tinel studeerde beeldhouwen aan La Cambre in Brussel. Van 1972 tot 1999 was hij titularis van de beeldhouwafdeling van LUCA School of Arts in Brussel. Hij stelt tentoon in binnen- en buitenland. Daarnaast werkt hij vaak samen met bevriende muzikanten en theatermakers, als scenograaf en live kunstenaar.