Blauwdruk voor de toekomst?

Door Dagmar Dirkx, op Thu Apr 25 2019 22:00:00 GMT+0000

Concepten als ‘Antropoceen’ en ‘dekolonialisering’ zijn niet weg te slaan uit actuele tentoonstellingsbrochures. Dat is niet anders in de expositie Liquid Intelligence. In WIELS lijmen Ellen Gallagher & Edgar Cleijne die twee concepten verrassend slim aan elkaar, stevig bij elkaar gehouden door een fascinerend blauw.

Concepten als ‘Antropoceen’ en ‘dekolonialisering’ zijn niet weg te slaan uit actuele tentoonstellingsbrochures. Dat is niet anders in de expositie Liquid Intelligence. In WIELS lijmen Ellen Gallagher & Edgar Cleijne die twee concepten verrassend slim aan elkaar, stevig bij elkaar gehouden door een fascinerend blauw.

Al sinds het begin van de jaren 1990 werkt Ellen Gallagher (°1965, Rhode Island) gestaag aan een beeldend oeuvre dat feministische theorieën en visualiseringen van het (andere) lichaam in popcultuur met een kleurrijk vormenspel weet te rijmen, deels onder invloed van onder meer kunstenaar Agnes Martin en schrijver Gertrude Stein. Een voorbeeld in de expositie is meteen de muur waar je als toeschouwer tegen aanloopt, bekleed met een vijftigtal fotogravures op A4-formaat. De reeks, getiteld DeLuxe (2004-2005), bestaat uit stereotype reclamebeelden van de jaren 1950, waarop Gallagher door middel van kleurrijke, uitgeknipte plasticinevormen kapsels, ogen of andere vormen accentueert. Die ‘highlights’ werken als een vergrootglas op een racistische beeldvorming, diepgeworteld in onze beeldcultuur.

Eenzelfde inhoudelijke én materiële gelaagdheid is terug te vinden in het provocerende Negroes Battling in a Cave (2016). De vier werken vormen een onderdeel van de Black Paintings, een impressionante reeks van zwarte monochrome schilderijen van enamel, inkt, rubber en papier op linnen. Antropomorfe vormen krioelen over, door en achter elkaar over de monumentale doeken, en verlenen zo een diepgang aan zwartheid waarvan Kazimir Malevitsj – tijdens de restauratie van diens Zwart vierkant uit 1913 werd de racistische, handgeschreven kanttekening ‘Negroes Battling in a Cave’ ontdekt – alleen maar kon dromen. Als een nieuwsgierige archeoloog onthult Gallagher de lagen der geschiedenis én staat de toeschouwer toe om zélf interpretaties te geven aan een veel complexer verhaal dan zwart versus wit.

Quasi controle

De reeks Morphia (2008-2012) manifesteert zich eveneens als een palimpsest van materialen. Gepresenteerd tussen grote glazen kaders verheft Gallagher in de tekeningen moeiteloos inkt, waterverf, olieverf, houtskool, eitempera en vernis tot een spannende symbiose. Dat resulteert in broeierige, oceanische vormen, soms herkenbaar als Afro-Amerikaanse figuren, dan weer als aquatische organismen uit de krochten van de oceaanbodem, die zich aan het fragiele papyrus vastzuigen. Gallaghers werkproces laat vooral loslaten van controle toe: de materialen transformeren, muteren, leven samen volgens een geheel eigen logica, waarin de kunstenaar door het verstrijken van de tijd geen zeggenschap meer heeft.

Gallaghers werkproces laat loslaten van controle toe: de materialen transformeren, muteren, leven samen volgens een geheel eigen logica

De tentoonstellingstitel ‘Liquid Intelligence’ ontleende curator Dirk Snauwaert dan ook aan een tekst van conceptueel fotograaf Jeff Wall, voor wie het fotografische proces altijd ‘vloeibaar’, en dus slechts quasi-gecontroleerd is. Zo doet het concept ‘Antropoceen’ voorzichtig haar intrede in de expositie: het tijdperk dat wordt gedefinieerd door de beslissende stempel van de mens op de omgeving.

De rollen omgekeerd

Een absoluut hoogtepunt in de tentoonstelling is Highway Gothic (2017), een installatie die Gallagher al eerder ontwikkelde in samenwerking met de kunstenaar Edgar Cleijne (°1963, Eindhoven) en verder verfijnde voor WIELS. Centraal in de grote ruimte duikt op twee projectievlakken een 16mm-film op. De opnames starten in Claiborne Corridor, een buurt in New Orleans waarin wijken van zwarte, rijke gemeenschappen in de jaren 1950 plaats moesten ruimen voor het ‘Interstate Highway System’: autosnelwegen die de neoliberale, Amerikaanse droom illustreren. De camera in Highway Gothic draait vanaf die autosnelweg in één ruk door tot aan de Atchafalaya-stroom vlakbij Lafayette in Louisiana, als het ware een terugwerkende kracht van ‘beschaving’ tot ‘primitiviteit’.

Maar net dát binaire en lineaire verhaal tackelen Gallagher & Cleijne in Highway Gothic. De installatie wordt omgeven door gigantische textielbanieren en lichtbakken die via 70mm cyanotype foto’s van biologische organismen de toeschouwer onderdompelen in een blauwe gloed. De uitvergrote cyanotypes – ooit gebruikt als fotografische studies van een vroege biologie in de 19de eeuw – blazen het formaat zodanig op dat de superieur onderzoekende blik van de toeschouwer onmogelijk wordt: Gallagher keert de rollen om en laat de grote organismen óns aanstaren.

Vanuit die optiek wordt ‘de mens’ het studieobject. Diens systemen van uitsluiting, binaire categorieën of vormen van gentrificatie zoals die werkzaam zijn in Claiborne Corridor, lijken plots even bizar als de zeewezens op de bodem van de oceaan. De installatie sluit zo verdacht goed aan bij de theorieën van de ecologische filosoof Timothy Morton, die in zijn boek Humankind een pleidooi houdt om de schijntegenstelling tussen menselijke en niet-menselijke objecten op te heffen.

Alles, van de microbacteriën tot de kosmos, is immers onlosmakelijk verbonden. ‘I capitalize Nature to de-nature it’, schrijft Morton. We moeten dus af van de stelling, niet toevallig kracht bijgezet door de wetenschappen van de 19de eeuw die ook in de expo zo aanwezig zijn – dat de mens de beslissende stempel is, degene die als enige zijn sporen nalaat. Humankind vormt de oproep om zich te verbeelden wat het betekent om iets ‘gemeenschappelijk’ te hebben.

Alles stroomt

Maar, zo vraagt ook Morton zich af, hoe verbeeld je iets dat zo evident is, zo ‘in your face’ als de alles-verbondenheid-der-dingen? In Osedax (2010) werken Edgar Cleijne en Ellen Gallagher opnieuw met een 16mm filmprojectie, waarin een recent scheepswrak voor de kust van Rhode Island de hoofdrol opeist. Langzaam raakt het wrak overwoekerd door natuurelementen, vinden aalscholvers een plek op het rottend hout.

Cleijne en Gallagher grijpen toch in: de realtime beelden boven het wateroppervlak worden afgewisseld met analoge en 3D-animatiebeelden van elektrische zeewezens, die afdalen naar de oceaanbodem. Naast de filmprojectie projecteren de kunstenaars gigantische dia’s waarop abstracte beelden vol antropomorfe en cryptische tekens (haast à la Cy Twombly) een tegenwicht bieden voor de film. Dia- en filmprojectie symboliseren zo respectievelijk een micro- en macroniveau in het scheepswrak, die de vreemde vormelijke overeenkomstigheden tussen beide niveaus in de verf zetten.

Het is een les die trouwens ook kapitein Ahab in Herman Melvilles Moby Dick – waarnaar de kunstenaars verwijzen – had kunnen leren. In plaats van diens obsessie voor wraak op de witte walvis Moby Dick, keert ook Melville de blik terug naar Ahab en de mensheid, die altijd al zélf ‘de andere’ was.

In Liquid Intelligence slagen Ellen Gallagher & Edgar Cleijne er wonderwel om datgene wat gemeenschappelijk ‘blijft’ te verbeelden

In Bluets, haar ode aan de kleur blauw, schrijft Maggie Nelson over Heraclitus: ‘On those stepping into rivers staying the same other and other waters flow.’ ‘You cannot step twice into the same river, for other waters and yet others, go flowing on.’ It seems that something is staying the same here, but what?’ In Liquid Intelligence slagen Ellen Gallagher & Edgar Cleijne er wonderwel om datgene wat gemeenschappelijk ‘blijft’ te verbeelden: het zit hem in de mutaties, in de trillingen, in de vloeibaarheid, in de symbiose en antibiose, in de parasieten. We moeten de natuur niet ‘redden’, want wij zijn de natuur. Zo bevat Liquid Intelligence een mogelijke blauwdruk voor de toekomst: ééntje waarin we eindelijk met onszelf leren samenleven.