Black to the future

Door Mathieu Charles, op Wed Mar 28 2018 22:00:00 GMT+0000

Als antwoord op eeuwenlange onderdrukking en misrepresentatie ontwikkelden zwarte artiesten een eigen taal en visie om de toekomst (en het verleden) te herschrijven: Afrofuturisme. Al kent deze stroming sinds de jaren 1970 een creatieve boost, pas nu dringt ze met grote Hollywoodproducties als Black Panther (2018) en A Wrinkle in Time (2018) tot de mainstream door. Ook in Europa is de opmars begonnen.

Als het over Afrofuturisme gaat, wordt vaak verwezen naar jazzlegende Sun Ra en Space Is the Place (1974). Niet alleen vertolkt de eclectische jazzartiest de hoofdrol in deze scififilm als een tijdreizende versie van zichzelf, ook pende hij het scenario van deze uitzonderlijke prent neer. ‘De muziek klinkt hier anders en de trillingen verschillen met die op planeet Aarde’, merkt Sun Ra gelaten op, terwijl de geluidsband toeterende auto’s, jammerende saxofoons en razende percussie laat horen. ‘Planeet Aarde klinkt als geweerschoten, woede en frustratie.’

Zo mijmert hij verder over de buitenaardse plek. ‘We hebben hier een “kolonie” voor zwarten opgericht. Om te kijken wat zij kunnen doen met een planeet voor zichzelf, zonder witte mensen. (...) De volledige planeet geteleporteerd door muziek.’ Al vanaf deze beginscènes introduceert Sun Ra een creatieve taal, een toekomstvisie zelfs, die tot een mondiale beweging uitgroeide: het Afrofuturisme. Plots kregen zij die voorheen enkel figuranten waren een taal aangereikt die vertrekt vanuit hun eigen realiteits- en identiteitsbeleving.

Sinds Sun Ra’s Space Is the Place die taal introduceerde, ontpopte het Afrofuturisme zich tot een kunststroming met een lange, goed gedocumenteerde traditie van creatieve uitingen die lichamen van kleur niet langer exotiseren, koloniseren en seksualiseren, maar opkomen voor hun belangen en positie. Het haalde zwarten uit de onzichtbaarheid en oppervlakkigheid en probeerde, door zijn verhalen in de toekomst te zetten, het verleden te plaatsen en zelfs te herdefiniëren.

Voor veel makers, lezers en kijkers werd het Afrofuturisme dan ook een verwerkingsproces, een reactie op eeuwenlange bezetting, verkrachting, foltering, moord en ontmenselijking. In hun mogelijkheid om aan het roer van ruimteschepen te staan en de sterren aan te raken, of door de tijd te reizen en te overleven in postapocalyptische woestenijen, bieden Afrofuturistische verhaalwerelden een alternatief op de witte suprematie.

Verander of verdwijn

Toch duurde het na Space Is the Place nog jaren voor het woord ‘Afrofuturisme’ gemunt werd. Door een witte Amerikaan, nota bene. In zijn essay ‘Black to the Future’ (1993) gebruikte Mark Dery de term om iets te beschrijven wat al decennia in de marge van de Amerikaanse popcultuur bloeide: sciencefiction en fantasy geschreven door Afro-Amerikanen en met protagonisten die zich als ‘Afro’ identificeren. Hun verhalen onderscheiden zich van andere scifi en fantasy door zwarten te schetsen als driedimensionale personages. Niet langer worden die naar de anonieme achtergrond verbannen, niet langer worden ze ingeschakeld als verwaarloosbare sidekicks van de witte uitverkorenen, dan wel als kanonnenvlees van de geslepen witte antagonist. Ten slotte behandelen de verhaallijnen vaak (de gevolgen van) kolonisatie, slavernij, onderdrukking en extreem geweld tegen de ‘ander’.

Het prefix ‘Afro’ is een noodzakelijk kwaad. In een ideale wereld hebben we het over futurisme

Sinds de publicatie van Mark Dery’s essay, zo’n vijfentwintig jaar geleden, wordt de term Afrofuturisme gebruikt voor een brede waaier aan kunstdisciplines die doorheen tijd en ruimte handelen over Afrika en haar diaspora. Het prefix ‘Afro’ is daarbij een noodzakelijk kwaad. In een ideale wereld hebben we het over futurisme, maar wanneer de overgrote meerderheid van culturele (re-)productie afgestemd is op wit, westers, hetero en man, wordt alles en iedereen die van die norm afwijkt gewist. Bij house zie je overigens iets gelijksoortigs: daar wordt de term ‘Afrohouse’ gebezigd als de muziek niet door witte mensen is gemaakt. Afrofuturisme heeft die zogenaamde ‘afwijking’ nu omgezet in een uniek, empowerend en mondiaal narratief.

Een van de schrijvers die dat narratief mee vorm gaf, was Octavia E. Butler (1947-2006). Zij schreef haar boeken als reflecties en kritieken op de Amerikaanse samenleving, haar gruwelijke geschiedenis en complexiteit. Dankzij haar scifireeksen en kortverhalen als Speech Sounds (1983) groeide zij uit tot één van de Afrofuturistische titanen, vaak met het overleven binnen extreme omstandigheden als rode draad. Om die reden zal je in haar boeken nooit een uitgesproken redder tegenkomen die de wereld voor gevaar behoedt.

In Dawn (1987), het eerste boek in Butlers trilogie Xenogenesis, is de aarde bijna volledig verwoest door een mondiale kernoorlog. Eén van de overlevenden, Lilith Lyapo, wordt honderd jaar later wakker in een ruimteschip. Een buitenaards ras, de Oankali, heeft besloten om de laatste mensen van uitsterven te redden en de aarde opnieuw bewoonbaar te maken. De enige voorwaarde is dat de overlevenden hun dna moeten vermengen met dat van de Oankali. Tegelijk hebben ze het de mens onmogelijk gemaakt om zich voort te planten zonder de tussenkomst van een derde gender, de Ooloi. Die kunnen genetisch materiaal manipuleren van zowel man als vrouw, waardoor ze als link tussen de twee fungeren. De ondubbelzinnige boodschap van Butlers boek is dan ook: verander of verdwijn. Er onstaan twee kampen: zij die meegaan in het verhaal van de Oankali en zij die weigeren.

Niet alleen in de wereld van genrefictie zijn er sinds Octavia E. Butler nieuwe stemmen op de voorgrond getreden, het Afrofuturisme reikt ook ver buiten de literaire grenzen. In haar boek The World of Black Sci-Fi and Fantasy Culture (2013) noemt de gelauwerde schrijver-filmmaker Ytasha L. Womack als pijlers van Afrofuturisme ook artiesten als Samuel R. Delaney, George Clinton (Parliament-Funkadelic), Sun Ra en Lee ‘Scratch’ Perry. Elk op hun manier, in film, muziek of literatuur, hebben zij zowel de underground als de mainstream cultuur beïnvloed en het huidige witte discours in vraag gesteld.

Sinds hun pionierswerk ging er een resem artiesten met de vormelijke en inhoudelijke elementen van het Afrofuturisme aan de slag. Denk aan de futuristische nineties muziekvideo’s van Missy Elliot voor ‘The Rain’ (Supa Dupa Fly) en ‘Sock it 2 Me’ of aan de albums ATLiens (1996) en Stankonia (2000) van Outkast, waarin interplanetaire concepten vertaald werden naar hun directe omgeving (Atlanta). De soul- en r&b-artiest Janelle Monáe creëerde in haar muziek dan weer het androïde personage Cindi Mayweather, dat op de vlucht moet slaan voor de mensen omdat ze een bewustzijn kreeg (en dat eigenlijk niet mocht hebben). De experimentele hiphopformatie Clipping werd onlangs als eerste muziekgroep ooit genomineerd voor de prestigieuze HUGO-awards, een literaire prijs voor sci-fi en fantasy, voor het album Splendor & Misery (2016). Het is slechts een kleine greep uit wat er allemaal bestaat, ontstaat en ooit was.

The Last Angel of History (John Akomfrah)

#OscarsSoWhite

Schaarser wordt het wanneer we naar film kijken. Naast Space Is the Place is er natuurlijk de cultfilm The Brother From another Planet (1984). En in Groot-Brittannië ontwikkelde John Akomfrah van Black Audio Film Collective een eigen filmtaal voor zijn docufictie The Last Angel of History (1996), geroemd als één van de meest invloedrijke video-essays van de jaren 1990. Het hoofdpersonage, een nomadische data thief, reist in Akomfrahs film door de tijd, op zoek naar de link tussen black art en de toekomst. Onderweg passeert hij het werk van onder meer Sun Ra, Samuel Delaney, Kodwo Eshun en George Clinton. The Last Angel of History is een visuele zoektocht naar de precieze impact van het Afrofuturisme op de gewiste en verwrongen geschiedenis van Afrika en haar diaspora.

Afrofuturisme krijgt maar moeilijk voet aan de grond in cinema, omdat Afro-Amerikaanse en Afrikaanse regisseurs amper een platform krijgen

Verder krijgt het Afrofuturisme maar moeilijk voet aan de grond in de cinema. Vooral omdat Afro-Amerikaanse en Afrikaanse regisseurs amper een platform krijgen: ze maken slechts een klein deel uit van de mainstream filmindustrie; denk bijvoorbeeld aan de #OscarsSoWhite-beweging in 2015. Daarom wordt af en toe ook breder gekeken naar films waarin personen van kleur prominent aanwezig zijn, zoals in The Matrix (1999) of Star Trek – zowel de reeksen als de films.

Gelukkig komt er traag maar zeker verandering op gang. In 2018 verschijnen met Black Panther en A Wrinkle in Time twee potentiële blijvers. Ryan Cooglers’ verfilming van de Marvelstrip over een zwarte superheld, de eerste in een Amerikaanse mainstream comicreeks, verbrak al een maand voor zijn releasedatum alle voorverkooprecords. Voor A Wrinkle in Time, een intergalactische zoektocht naar een verdwenen wetenschapper, castte Ava Duvernay een Afro-Amerikaans meisje, terwijl het personage in het gelijknamige boek van Madeleine L’Engle wit is.

Afrofuturisme legt zich ook toe op het plaatsen van kleur in ‘witte verhalen’.

Tegelijk gaat het Afrofuturisme natuurlijk niet alleen over de creatie van een nieuw narratief waarin kleur zichtbaar en complex is, het legt zich ook toe op het plaatsen van kleur in ‘witte verhalen’. Zo gaven ze bij Amazon aan dat ze The Lord of the Rings (2001-2003) willen bewerken tot een tv-reeks. Eén van de belangrijkste kritieken op de films van Peter Jackson was dat er geen personen van kleur in te vinden waren (behalve de donkere tinten van de orks en de trollen). Een nieuwe tv-reeks biedt nu de mogelijkheid om Frodo, Gandalf, Legolas en Galadriel door personen van kleur te laten vertolken. Als het Afrofuturisme iets duidelijk maakt, is het wel dat iedereen in een samenleving onvoorwaardelijk recht heeft op representatie en herkenning.

Afrophobia in Europa

Terwijl er in de Verenigde Staten intussen een hele traditie is en er ook op het Afrikaanse continent al heel wat beweegt, is het Afrofuturisme op het Europese vasteland nog niet zo wijdverspreid. Alsof er geen grond voor zou zijn? Ook België en Europa bouwen op een geschiedenis die voor een overgroot deel gebaseerd is op bloed, zweet en tranen van zwarte mensen. Geschiedenisboeken zijn witgewassen en kolonisatie wordt er slechts als een voetnoot in vermeld.

In 2015 publiceerde het European Network Against Racism bovendien een vernietigend schaduwrapport over afrophobia in Europa. Er staat in dat mensen met een Sub-Saharische migratieachtergrond racisme en discriminatie ervaren op alle vlakken, van werk tot huisvesting en onderwijs. Er wordt geschat dat in Europa ongeveer tien miljoen mensen met een Sub-Saharische migratieachtergrond wonen en werken en liefhebben. Maar in de Europese culturele productie valt vooral hun afwezigheid op. Culturele instellingen kleuren vooral wit en hebben daarom geen voeling met de noden en dromen van de steeds groter wordende groep die zichzelf als Afro identificeert.

Hoe zien Afro-Europese jongeren dan hun toekomst in Europa? Met Black speaks Back en Wanlov the Kubulor (pseudoniem van de artiest Emmanuel Owusu Bonsu) is een groep Afro-Europese jongeren uit verschillende Europese landen momenteel bezig aan een Belgische kortfilm die zich door het Afrofuturisme laat inspireren en er antwoorden op probeert te formuleren. Welke positie(s) neemt de Afrikaanse diaspora hier vandaag in en hoe vertaalt zich dat naar een toekomst? In een Europa dat doordrenkt is van xenofobie en opflakkeringen van extreem fysiek en verbaal geweld ten opzichte van zwarte mensen, is het antwoord allerminst evident.

Afrofuturisme is een universele taal en expressievorm voor de wereld van morgen.

Jonge Afrobelgen en Afropeanen moeten dan ook extra hard vechten voor hun toekomst. Verbeelding maakt daar een essentieel onderdeel van uit. Precies op dat vlak biedt het Afrofuturisme de mogelijkheid om zich los te trekken van het culturele imperialisme van de dominante groepen. Om verhalen te creëren en te lezen die een heel nieuwe realiteit blootleggen, waarin witheid en eurocentrisme niet langer het middelpunt van het universum zijn. Dat maakt van Afrofuturisme een universele taal en expressievorm voor de wereld van morgen. Hoe deze stroming in Europa zal evolueren blijft moeilijk te voorspellen, maar de raderen zijn in beweging. De toekomst wordt herschreven.