Beste Sabine Schormann
Door Hicham Khalidi , op Thu Aug 25 2022 22:00:00 GMT+0000Hicham Khalidi schrijft een brief naar Sabine Schormann, die recent na een rel rond antisemitisme moest aftreden als directeur-generaal van de internationale kunsttentoonstelling Documenta. Een brief over wantrouwen en een gebrek aan gesprek, maar ook over de flonkering hoop die op Documenta te vinden is. 'Beste Sabine, wat er is gebeurd bij Documenta is niet anders dan wat er in het algemeen gaande is in de wereld.'
Wij kennen elkaar persoonlijk niet, maar ik voel mij geroepen om een denkbeeldige brief naar jou te schrijven. Dit vanwege de problemen die zijn ontstaan bij de vijftiende editie van Documenta in Kassel. Daar werd het doek People’s Justice aangeklaagd omwille van antisemitische uitingen en uiteindelijk verwijderd. Het kunstenaarscollectief Taring Padi en ruangrupa, de groep curatoren van Documenta 15, hebben hun excuses aangeboden voor de pijn die het aan mensen heeft veroorzaakt.
Ik krijg al een aantal maanden diverse mails uit verschillende hoeken van deelnemers die hun beklag doen over de situatie die is ontstaan bij de grootste kunstmanifestatie in de wereld. Er waren namelijk nog meer aanklachten van antisemitisme in kunstwerken. Het beroep op deze aanklachten is nu een vrijbrief geworden om kunstenaars zoals Hamja Ahsan en After Party Collective te stalken en intimideren. Kunstenaars voelen zich onveilig.
Ik voel mij daarom geroepen om een mail aan jou te schrijven. Ik denk ook dat het komt omdat ik begrip kan opbrengen voor de onmogelijke situatie waarin je terecht bent gekomen als directeur van zo een organisatie. Het geeft mij ook de mogelijkheid om te begrijpen wat er is gebeurd en wat nog gaande is.
Ik kan begrip opbrengen voor de onmogelijke situatie waarin je terecht bent gekomen als directeur van zo een organisatie.
Documenta als organisatie en als fenomeen is slachtoffer geworden van het wantrouwen dat heerst tussen mensen – een onbegrip dat zich beweegt tussen haat, afgunst en struisvogelpolitiek. Het evenement vormt daarmee een duidelijk (voor)beeld van de politieke en sociale toestand in de wereld. Mensen wantrouwen elkaar. En dat komt voornamelijk omdat de politiek van vandaag is toegespitst op het uit elkaar drijven van mensen op basis van hun onderscheid. Ze boekt daarmee dan ook groot succes, haat amplificeert en resoneert goed op de kale muren van de sociale media. Waar haat is, vervliegt de nuance, en wordt de waarheid bedolven onder ruis.
Hoe kun je je dan als directeur bewegen in deze beladen toestand waarin de discussie niet alleen gevoerd zou moeten worden tussen jou en de getroffen kunstenaars of tussen jou en de politiek? Ik vind dat de discussie gevoerd zou moeten worden tussen alle partijen in deze: vertegenwoordigers van verschillende Joodse gemeenschappen, de lokale en regionale politiek, de landelijke politiek, de verantwoordelijke ministers, de burgemeester, het volk, het publiek, de kunstenaars, de organisatie. Zoals dat eigenlijk overal zou moeten gebeuren. Mensen moeten leren praten met elkaar. Zij moeten leren hun gevoelens en zorgen te uiten aan elkaar en gezamenlijk proberen te komen tot de kern. Het is in de kern waar de pijn ligt. Al het andere verwijst er enkel naar.
De pijn die wordt gevoeld, die is er nog steeds. Er is alleen maar meer onbegrip en wantrouwen.
Maar hoe praat je met elkaar als de extremen zo groot zijn? En de druk enorm is – er moeten hoofden vallen, wordt er geroepen. Uiteindelijk is het jouw hoofd dat is gevallen. Je hebt onder druk ontslag genomen nadat de Duitse president Frank-Walter Steinmeier zich ermee ging bemoeien en de minister van Cultuur Claudia Roth dreigde subsidiestromen naar Documenta stop te zetten. Maar de pijn die wordt gevoeld, door mensen van betrokken partijen, die pijn en frustratie zo hevig geventileerd op de sociale en traditionele media, die is er nog steeds. Er is alleen maar meer onbegrip en wantrouwen. Daarom ligt de fout ook niet bij jou, of bij de verschillende partijen die in hun opvattingen zo extreem uit elkaar liggen. Het probleem ligt bij mensen die uit deze situatie een slagje willen slaan. Zij die de pijn van anderen gebruiken om zichzelf te plaatsen in de wereld. Wij mogen daar geen begrip voor hebben, maar moeten degenen prijzen die oprecht willen zijn in het delen van hun zorgen en klachten.
Beste Sabine, wat er is gebeurd bij Documenta is niet anders dan wat er in het algemeen gaande is in de wereld. Alles staat nu onder druk, bijvoorbeeld de voedsel- en energieprijzen wereldwijd staan torenhoog, er zijn weer boekverboden in sommige staten van Amerika, en of het nu de stikstofcrisis in Nederland betreft, of de klimaatcrisis, mensen staan lijnrecht tegenover elkaar. De crises monden uit in oorlogen.
Is dat niet wat we van de kunst mogen verwachten, dat zij ons blijft richten tot de waarheid? Dat deze besloten ligt in relationaliteit?
Wat nu? Misschien moeten we ons wel gelukkig prijzen. Dat te midden van al het tumult mensen elkaar toch (gaan) vinden. Dat wordt op Documenta bevorderd door het genereuze Lumbung-systeem – het traditionele Indonesische systeem van het gezamenlijk onderhouden van de rijstschuur – waarin de uitgenodigde collectieven via programmering zich openstelden voor het publiek. Terug uit Documenta blijft het gevoel mij bij van veel volk op de been, misschien wat verloren ogend, maar samen met hun families en kinderen namen zij plaats aan tafel en op de grond, al tekenend, pratend, etend en luisterend. Zoekend naar kunst, hopelijk open voor wat er gaande is in de wereld. Niet de ogen sluitend, maar in een staat van ontluikende ontvankelijkheid en nederigheid. Is dat niet wat we van de kunst mogen verwachten, dat zij ons blijft richten tot de waarheid? Dat deze niet besloten ligt in het fetisjisme van het object, maar in een positionele relationaliteit. Dat is hoe de mens zich tot zichzelf en daarmee ook tot anderen en het andere verhoudt. Daarmee heeft Documenta zich toch weer relevant gemaakt.
Hicham Khalidi