Beste Pitcho Womba Konga,

Door Joachim Ben Yakoub, op Thu Sep 21 2017 22:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week brengt Joachim Ben Yakoub een ode aan de zwarte engelfiguur van de Brusselse rapper en performer Pitcho: 'een aardse contradictie in ons collectieve onderbewustzijn, want er is toch niets witter dan de verschijning van een engel?'

Ik was verblind toen ik je voor het eerst zag in je engelenpak. Dat was vorige week tijdens MAPping Brussels, de parcours-performance van KVS waarin zeven Brusselse artiesten een persoonlijke artistieke blik bieden op hun stad. Zo leidde ook jij een groep mensen door de duisternis van de Brusselse nacht, door de onderbuik van onze steeds sneller kloppende hoofdstad. Met jouw doorleefde verhalen gaf je bij Brussel-Noord, getooid als engel, de richting aan op een kruispunt waar velen ‘s avonds niet meer durven komen.

Ik was verblind, niet zozeer door je sacrale uitstraling, wel door de heel profane contradictie die jouw personage bij zoveel mensen oproept. Even heeft je engelachtige verschijning ons doen inzien dat het zijden draadje waaraan het leven hangt, nog dunner is voor mensen van kleur.

Het verhaal dat jullie tijdens MAPping samen met de stad schreven, was eerder al begonnen op het dak van de Vlaamse schouwburg in de Chicagowijk. In een haast cinematografische openingsscène kwam de gewonde engel uit het gelijknamige schilderij van Hugo Simberg voor onze ogen tot leven: geblinddoekt schreed hij door het lege geraamte van het hoge gebouw dat tegenover het dakterras van KVS in de stellingen staat.

Wounded Angel, Hugo Simberg, 1903

En nadat we als toeschouwers zelf geblinddoekt neergedaald waren via de beveiligde diensttrap van KVS en op straat waren terechtgekomen, stelde alweer een andere hemelse verschijning ons gerust: het zou allemaal wel goed komen. Treffend geënsceneerd, toch waren het niet deze twee engelen die me mijn zicht voor even hebben ontnomen.

Dat deed jij bijna drie uur later, zoals je daar stond, in het midden van het kruispunt van de Brabant- en de Aarschotstraat, vlak onder het verlichte standbeeld van een engel op een wereldbol op het dak van een oud herenhuis. Dat standbeeld moet de gevleugelde Romeinse godin Victoria voorstellen, of was het de Griekse godin Niké?

Volgens Frantz Fanon is het collectieve onbewuste veeleer een culturele constructie.

Waar zij voor staan, is voor de meesten duidelijk. In de Europese mythologie zijn zij het symbool van de overwinning van het lichtende leven op de duisternis van de dood. Met haar vleugels, haar lauwerkrans en haar schild moest deze gevleugelde Nikè tot voor kort het kapitaal van de verzekeringsmaatschappij ‘Noord-Braband’ beschermen. Vandaag beschermt ze enkel nog het kapitaal van peepshow-etablissement ‘Paradise’.

Maar wat moest jij daar voorstellen, zittend op je stoel onder dat standbeeld? Een zwarte man met een gettoblaster, in een witte djellaba en kufi met engelenvleugels? Ik heb zelden iemand zo overtuigend een rol weten spelen. Je vertelde ons dat je hier, op dit kruispunt van onze alternatieve winkelwandelstraat en ons befaamde maar raciaal gesegregeerde Red Light District, verkeersongevallen wilde vermijden.

Mochten ze er statistieken over bijhouden, zou ik kunnen bewijzen dat jouw aanwezigheid de frequentie van accidenten minstens gedecimeerd heeft. Jou daar zien zitten, starend op een stoel op dat symbolische kruispunt, voelde voor veel lokale passanten immers aan als een oprechte geruststelling.

Blijkbaar is het trouwens niet zo ongewoon om verblind te worden door de verschijning van een engel. Zo bleek althans uit de anonieme getuigenis van een vrouw die we even daarvoor tijdens de nachtelijke stadswandeling in onze oren gefluisterd hadden gekregen. Zij vertelde ons in geuren en kleuren hoe zij ooit, toen ze diep aan het rouwen was om het verlies van haar zielsverwant, een van haar beschermengelen had ontmoet. Overweldigd door een intense musk-geur en een ongewoon hoge elektriciteitsspanning in de lucht, had zij haar beschermengelen kunnen voelen, maar niet kunnen zien. Zij kon hen horen, maar niet aanspreken. Engelen zijn volgens haar ook niets ongewoons.

Niet iedereen is zich daarvan bewust, zo vervolgde de vrouwenstem, maar iedereen heeft altijd en overal, waar men ook gaat, minstens twee beschermengelen, aan elke zijde één. Zij zijn er niet alleen om ons te beschermen tegen alles wat ons van ons lot kan doen afwijken, maar zorgen tegelijk voor een verbinding tussen hemel en aarde. Via haar beschermengelen kon haar zielsverwant haar stem voor even terug horen. Sinds deze openbaring is deze anonieme vrouw dus gerust dat er daarboven iemand is die van haar houdt, voor haar verdriet weent en op haar wacht.

In ons collectieve onderbewustzijn is zwart zondig en slecht, terwijl wit zuiver, zalvend en goed is.

Ik was dus – zoals vele anderen – ook verblind toen ik jou voor het eerst zag, verkleed als engel in witte djellaba en kufi. Niet door de hemelse metafysica die zo mooi verwoord werd door onze anonieme getuige, wel door een veel aardsere contradictie in ons collectieve onderbewustzijn. Jouw enscenering rakelde die weer op, maar hief ze ook snel weer op. Onze onbewuste associaties bij de kleuren wit en zwart zitten nog altijd diep verankerd in zowel onze taal als in allerlei culturele gebruiken.

Zo kan het geld dat we verdienen met zwartwerk altijd nog witgewassen geworden, tenzij onze reputatie al te zwart gemaakt is. Wij kleden onze bruid nog steeds in het wit en onze doden in het zwart, omdat liefde en hoop zegeviert over de zwartgalligheid van ons kort en eenzaam bestaan.

Gelukkig brachten de Europeanen hun ‘verlichte’ waarden mee toen ze aanmeerden in de ‘duisternis’ van het Afrikaanse continent. Maar zwartgalligheid is hier niet op haar plaats. Want er is licht in de duisternis van onze verbrokkelende samenleving. Een witte duif met een olijftak in haar snuit zal ons vrede brengen... Het mag intussen duidelijk zijn: in ons manicheïstische collectieve onderbewustzijn is zwart zondig en slecht, wit daarentegen is zuiver, zalvend en goed.

Green Pastures, William Keighley en Marc Connelly, 1936

Onze verblinding door jouw verschijning tijdens MAPping Brussels is dan ook eerder ingegeven door een kortsluiting in onze verbeelding. Er is toch niets witter dan de verschijning van een engel? En het onderscheid tussen wit en zwart is toch een universeel gegeven? De nacht is toch zo donker als de dag licht is? Volgens psychoanalist Carl Jung identificeren we het vreemde systematisch met het duistere en dus met de neiging tot het kwade.

Jungs visie is echter trefzeker tegengesproken door de Franse psychiater en filosoof Frantz Fanon. Volgens hem heeft het collectieve onbewuste geen biologische basis, zoals Jung insinueert, maar is het veeleer een culturele constructie. Die analyse hangt Fanon op aan de autobiografisch getinte roman Je suis Martiniquaise (1948) van Mayotte Capécia, waarin zij met de lezer haar meest intieme dromen deelt.

Zo heeft ze het over haar verontwaardiging over Green Pastures, een Amerikaanse film uit 1936 die God en zijn engelen zwart verbeeldt. Hoewel Mayotte Capécia zelf zwart was, was zij geschokt door het scherpe contrast tussen die zwarte engelen in de film en haar eigen beeld van het paradijs, alsook haar dromerige zelfbeeld als witte engel.

Dit kon toch geen theater zijn? Dit moest toch echt zijn?

Dat zelfbeeld is volgens Fanon geen instinctieve constructie, maar iets dat door culturele gewoontes en via verschillende mythes en archetypes vorm heeft gekregen in ons collectieve onderbewustzijn. Dat Mayotte Capécia zichzelf als een witte engel zag, is niet omdat zij als mens intuïtief bang zou zijn voor het donker, maar enkel en alleen omdat zij de mythes en de vooroordelen van de racistische onderbuik van Europa geassimileerd had. Fanons kritiek is haarscherp: hoewel Jungs begrip van het collectieve onderbewustzijn ons wilde terugvoeren naar de kindertijd van de wereld, heeft hij ons teruggeleid naar de kindertijd van Europa.

Die kindertijd van Europa was wellicht ook wat de Brusselse politieagente uit haar combi deed springen om midden op het kruispunt achter het Noord-Station haar mitrailleur op jou te richten. Even haalde de realiteit de fictie in. Meteen dikte de kring van toeschouwers rond jouw personage ruimer aan. Een zwarte moslim in een wit pak met engelenvleugels en een verdacht pakketje in het midden van de straat? De cognitieve dissonantie die jouw verschijning als zwarte engel bij de agente teweegbracht, was sterk genoeg om haar naar haar automatische wapen te doen grijpen.

Verblind door het zwarte gat dat we doorheen onze geschiedenis van slavernij, genocides en kolonisatie in ons collectief onderbewuste hebben geslagen, kon zij niet anders dan het op jou te richten. Want dit kon toch geen theater zijn? Dit moest toch echt zijn? Ik kan mij niet voorstellen wat er toen door jouw hoofd gespookt moet hebben.

(c) Bea Borgers

Michael Brown, Trayvon Martin, Eric Garner: het zijn slechts de drie bekendste namen van de honderden zwarte Amerikanen die in een gelijkaardige situatie verzeild zijn geraakt, maar minder geluk hebben gehad.

Het was niet de eerste keer dat je je publiek confronteerde met het klaarblijkelijk onsterfelijke en zinderende beeld van de zwarte engel. Met een krachtige sample van de Amerikaanse zangeres Roberta Flack had je ons al in 2010 weten te overtuigen met je single ‘Anges Noir’.

Jouw komst als ‘gezicht van de KVS’ voor het nieuwe seizoen ging allesbehalve onopgemerkt voorbij. De engelfiguur die je creëerde voor MAPping Brussels staat je als gegoten. Hopelijk mogen we in de toekomst nog gezegend worden met de verschijning van jouw helende personage.

One love,

J.