Beste Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld

Door Hicham Khalidi , op Wed Oct 12 2022 22:00:00 GMT+0000

Hicham Khalidi richt een brief aan de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld. Recent coördineerde hij er een panel over inclusiviteit en dat gesprek galmt nog altijd na. 'Waarom denkt u dat mensen met een bi-culturele achtergrond zich ondervertegenwoordigd voelen?'

Ik heb onlangs voor u en de organisatie De Best Verzorgde Boeken in het Stedelijk Museum in Amsterdam een panel mogen leiden over inclusiviteit in de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld. Ik wil u bekennen dat ik het een uitdaging vond. Eigenlijk vind ik dat het de laatste tijd bij ieder(e) panel of lezing die ik doe over inclusiviteit maar moeizaam gaat. Het praten over inclusiviteit wordt door sceptici zoals sommigen van u steevast naar het domein van intellectueel wokism verwezen. Er lijkt klad in het onderwerp te zitten. Ik vind vooral dat er niet geluisterd wordt, privileges verhinderen dat.

Kunstenaar Jesse Darling zei eens dat we representatie in esthetiek niet los kunnen zien van representatie als ethiek.

Zoals u weet geeft De Best Verzorgde Boeken (DBVB) ieder jaar een prijs aan een dertigtal boeken die uitgegeven, ontworpen of geproduceerd zijn in Nederland. De voorwaarden om de prijs te winnen zijn ruim gegeven, onder andere techniek, concept en materiaalgebruik. Er worden boeken geselecteerd van gerenommeerde tot kleinschalige grassroots uitgevers met een nadruk op de verfijning van ontwerp, inhoud en, zoals de organisatie zelf aangeeft, ‘gedurfde en experimentele benaderingen’. De selectie wordt verzorgd door een vakjury. Daarnaast is er sinds een aantal jaren een studentenjury.

DBVB verzorgt samen met het Wim Crouwel Instituut, een organisatie die zich toelegt op het toegankelijk maken van ontwerp en erfgoed, een prijsceremonie en een tentoonstelling van de winnende boeken. Dit jaar was de ceremonie in het Stedelijk Museum Amsterdam een speciaal moment; niet alleen werd de prijs voor de zestigste keer uitgereikt, het was vanwege de coronacrisis al meer dan twee jaar geleden dat de ceremonie fysiek heeft plaatsgevonden. Reden tot feest.

Volgens velen in de kunst- en ontwerpwereld, waaronder u, valt over kwaliteit niet te twisten, kwaliteit is een universeel iets.

Echter, omdat de juryleden diversiteit misten binnen de ingezonden boeken, is in samenwerking met het Wim Crouwel Instituut een gesprek georganiseerd. In dit gesprek zaten jonge ontwerpers, makers en uitgevers met een diverse achtergrond aan tafel om hun verhaal te delen over inclusiviteit en diversiteit in de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld.

Ik kan u vertellen dat ik voorafgaand aan het gesprek in het Stedelijk Museum met de diverse leden van het panel heb gesproken. Ook heb ik met de directie van DBVB en een van de juryleden gesproken. Ik heb vragen gesteld die als basis konden dienen voor het gesprek. Daarin heb ik getracht een relatie te leggen tussen de idee van kwaliteit en de notie van representatie in de vorm van toegang tot een systeem. Ik heb voorgesteld om representatie te zien als een tweeledig gegeven, geïnspireerd door kunstenaar Jesse Darling die eens zei, en ik parafraseer, dat we representatie in esthetiek niet los kunnen zien van representatie als ethiek.

Wie denkt u dat ik adresseer als ik het heb over de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld?

Het verbeelden of uitbeelden van iets kunnen we niet los zien van de vertegenwoordiging daarin of ervan. En dit is precies waarover het gaat. De jonge ontwerpers, makers en uitgevers met een diverse achtergrond die uitgenodigd zijn aan de paneltafel, voelen zich niet vertegenwoordigd in een systeem dat voornamelijk vertrekt vanuit een genormeerde en dominante esthetiek. Het is een systeem waarin esthetiek en ethiek losgezongen zijn van elkaar, want volgens velen in de kunst- en ontwerpwereld, waaronder u, valt over kwaliteit niet te twisten, kwaliteit is een universeel iets.

Waarom denkt u dat mensen met bijvoorbeeld een bi-culturele achtergrond zich ondervertegenwoordigd voelen in de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld? Waarom wordt kwaliteit onherroepelijk als maatstaf gegeven voor selectiecriteria zoals ontwerp, materiaalgebruik en concept in het maken en uitgeven van boeken in Nederland, maar ook daarbuiten? Wie denkt u dat ik adresseer als ik het heb over de Nederlandse ontwerp- en uitgeverswereld?

Het probleem van normering gaat over wie de norm bepaalt. Normering is een systeem van machtsrelaties.

Ik zal een poging wagen het voor u te beantwoorden, maar het zou fijn zijn als u er ook over nadenkt. Om het vraagstuk van ondervertegenwoordiging aan te kaarten, moet eerst het probleem ‘kwaliteit’ aangekaart worden. Zoals u weet, stelde ik daarom een vraag aan u. Ik vroeg: Wie van u gebruikt de idee van kwaliteit als normering bij het beoordelen van een boek op basis van bijvoorbeeld ontwerp, materiaalgebruik en concept? Eén persoon stak de hand op. Ik voelde verwarring en ik begrijp ze, het is namelijk een verwarrende vraag, want wat wordt hier met kwaliteit bedoeld? En toch, wanneer ik andere collega-professionals de vraag stel, hoe ze een werk, een gemaakt boek of een stuk beoordelen, dan is het antwoord vaak: op basis van de kwaliteit van het ontwerp, concept, materiaal, de druktechniek enzovoort. De vraag die hierna gesteld zou moeten worden en die een van de panelleden stelde is: wie bepaalt kwaliteit? Wie zijn de zogenaamde poortwachters? Het probleem van normering gaat over wie de norm bepaalt. Normering is een systeem van machtsrelaties.

In een eerder gesprek met mij bevestigde de directeur van de Best Verzorgde Boeken dit idee van machtsrelaties. Zij definieerde kwaliteit als de kracht om een boek uit te geven, de mensen en middelen te vinden die het mogelijk maken. Kwaliteit is dat het boek met zorg is gemaakt. Nu viel mijn aandacht op het idee van kracht, in het Engels zou je kunnen zeggen power en power to play. Who gets to play in this play? Norm, macht, spel en regels verhinderen toegang, sterker nog, de regels zijn erop gericht toegang te verhinderen.

U moet plaats maken, zoals Toni Morrison dat noemt.

Ik vind dat het gebrek aan respons op mijn vraag zou kunnen worden opgevat als wat Rolando Vàzquez de politiek van onschuld noemt. Ik ben niet zo. Wij denken er al over na. Er wordt een onschuldige positie ingenomen, om het dominante karakter van de westerse hegemonie op het kwaliteitsoordeel te verhullen en te bewaren. Esthetiek is hier macht.

Een persoon uit het publiek vroeg vervolgens aan mij om duidelijke voorbeelden van oplossingen. Ik kan geen oplossingen noemen, maar wat we naar mijn mening nodig hebben, is inclusie van andere narratieven en verhalen; niet-moderne, archaïsche, indigene en neuro- en genderdiverse geschiedenissen en verhalen die niet vastbesloten zitten in een beeld, geschrift of object van ‘extraverte suprematie’ (Hamja Ahsan), maar pluraal van aard zijn. Die in plaats van het orale en vluchtige te conserveren, het niet bestendige accepteren, en in plaats van de vaste vorm het rituele aanvaarden dat uitmondt in een nieuwe ecologische kosmologie, zoals Bruno Latour dat noemt, moge hij in vrede zijn opgegaan in ons en alles. Wat we nodig hebben is pluriversaliteit, zoals Arturo Escobar dat noemt. En niet alleen in inhoud, maar vooral in structuur en met de handen aan het stuur. U moet plaats maken, zoals Toni Morrison dat noemt.

Het was zo mooi hoe een van de panelleden u inspireerde. Hij spoorde u aan om niet langer na te denken maar vooral te doen.

Terug naar het vraagstuk: waarom voelen jonge professionals met een diverse achtergrond zich niet vertegenwoordigd in de kunst- en ontwerpwereld? Zij worden gediscrimineerd als niet passend, niet goed genoeg, van inferieure kwaliteit en worden daarom uitgesloten van deelname en hebben daardoor geen invloed op de vorming van kwaliteit als een pluraal gegeven. Het is het resultaat van dertig jaar neoliberaal en conservatief politiek beleid in Nederland en daarbuiten en wordt tevens gevoed door noties van universele waarden en normen en daarmee van kwaliteit. Het is de symboliek van de uil van Minerva zullen we maar zeggen, die voornamelijk van racistisch rechts komt, en in directe lijn staat met een vooral wit-superieure notie van kwaliteit en daardoor alles wat anders is uitsluit.

Het was zo mooi hoe een van de panelleden u direct aansprak en inspireerde. Hij spoorde u aan om er niet langer over na te denken maar vooral te doen. Neem die mensen met diverse achtergronden nu aan, zei hij, zonder vooropgezet oordeel, geef ze opdrachten, laat ze boeken uitgeven en laat ze toe verhalen te vertellen binnen uw dominante systeem. Ook al betekent dit dat het systeem zoals u het in stand houdt eerst moet worden ontmanteld alvorens het opnieuw kan worden opgebouwd, maar dan gezamenlijk, binnen een nieuwe esthetiek, binnen verschillende esthetieken.

Ik laat het aan u om uw positie te bepalen, het licht schijnt nu op ons, maar zou op u moeten schijnen.

En ten slotte, wie spreek ik hier nu aan als ik u adresseer? Bent u heterogeen als publiek of toch homogeen? Naast mij in het panel zitten jonge mensen, hyphenated zoals je in het Engels zou zeggen, mensen met een koppelteken, gemarkeerd door verschillende achtergronden, zoals ik Nederlands-Marokkaans ben (of is het andersom)? Ik laat het aan u om uw positie te bepalen, het licht schijnt nu op ons, maar zou op u moeten schijnen. Dan zien we later wel wie er zich aangesproken voelt, want wie zich niet aangesproken voelt, voert hier naar mijn mening een blijvende politiek van onschuld.