Beste Kiyoshi Miyasaka

Door Nadia Sels, op Wed Feb 26 2020 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. Deze week richt Nadia Sels zich tot Kiyoshi Mayasaka om het over het winterweer, rituelen en metaforen te hebben. Deze Japanse shinto-priester beheert ‘s werelds oudste weerarchief en wacht steeds langer op sneeuw. ‘De gekende wereld sluit zich bij een plotse winterprik om een nieuwe, tragere werkelijkheid te tonen.’

Deze ochtend gebeurde waar ik al weken tevergeefs op wacht. Of, toch bijna. Het eerste en enige wat ik zag toen ik door mijn slaapkamerraam naar buiten keek was een grijze lucht waarin grote en kleine witgele vlokken tegen variabele snelheden rondwervelden. Een fijn wit deken legde zich over de werkelijkheid… om daarna bijna onmiddellijk weer weg te smelten in de natte, donkere februarigrond.

Ik weet dat u mijn teleurstelling zult begrijpen. Shinto-priesters zoals u wachten op de vrieskou, want die brengt de omiwatari op gang, of ‘het oversteken van de goden’. Wanneer het vriest, ontstaat er op het Japanse Suwa-meer een grillige richel van ijs. Dat is volgens jullie mythologie een goed voorteken: de ijsrand is immers het spoor dat wordt achtergelaten door de god Takeminakata wanneer die het water overwandelt om zijn geliefde te bezoeken, de godin Yasakatome.

Het al dan niet verschijnen van de omiwatari wordt door jullie al 577 jaar bijgehouden in het oudste weerarchief ter wereld, samen met nog andere natuurfenomenen zoals droogtes, overstromingen en vulkaanuitbarstingen. Omdat de laatste jaren het ijs steeds vaker wegblijft verscheen het omiwatari-archief onlangs ook in onze kranten: jullie heilige registers, die heden ten dagen op jouw laptop worden bijgehouden in Excel-tabellen, tonen onomstootbaar de opwarming van de aarde aan.

Wat me het allermeeste trof aan dat verontrustende maar ook zeldzaam mooie krantenartikel, beste meneer Miyasaka, was de vanzelfsprekendheid en de onmiddellijkheid waarmee jullie ritueel bij mij binnenkwam. De goden mogen de oversteek dan niet meer maken, de beeldende kracht van de mythe en het ritueel zelf overbrugt de kloof in tijd, cultuur en ruimte schijnbaar moeiteloos.

Iedereen die in een gematigd koud klimaat woont, weet wat een plotse winterdag betekent: de gekende wereld sluit zich zodat een nieuwe, tragere werkelijkheid zich kan tonen.

Van kinds af aan weet iedereen die in een gematigd koud klimaat woont wat een plotse felle winterdag met sneeuw en ijs betekent: de gekende wereld sluit zich zodat een nieuwe, tragere werkelijkheid zich kan tonen. De stroom van het alledaagse bevriest. En al zijn de dingen onder die sneeuwlaag misschien nog precies zijn zoals ze waren, onze ervaring van de wereld is dat niet. Kijken, bewegen, zelfs ademen gaat anders dan voorheen.

We worden gedwongen omzichtiger te kijken en te stappen – alles is terug nieuw en we verliezen onze arrogantie. We stappen uit onze gewoontes: misschien sluit de school vandaag of raken we niet op ons werk. Wat een bevrijding! We stappen de sneeuw inderdaad in zoals een geliefde de onzekere tocht maakt naar een geliefde: wat angstig, omzichtig, kwetsbaar, roekeloos, vol verwachting. Deze dag werpt een richel op in de tijd.

Stappen in de sneeuw is zoals een geliefde de onzekere tocht maakt naar een geliefde: wat angstig, omzichtig, kwetsbaar, roekeloos, vol verwachting.

Natuurlijk weet ik maar al te goed, beste Kiyoshi Miyasaka, dat de goden even onbetrouwbaar en gewelddadig zijn als ijsschotsen. Net zoals een sneeuwvlaag hoeft hun bezoek voor mij dan ook niet al te lang te duren. Zo mooi als de metaforische lading van jullie ritueel is, zo onverteerbaar is voor een moderne Westerse gevoeligheid bijvoorbeeld de gefossiliseerde feodaliteit die ook onmiskenbaar een deel is van het Shintoïsme.

Evengoed sta ik wantrouwig tegenover elke te gemakkelijke, animistische recuperatie van het oude religieuze respect voor de natuur. Geen harmonische ‘balans’ tussen mens en Moeder Aarde zal iets veranderen aan het feit dat zij – net als alle andere goden – een onverschillige, moordzuchtige bitch is die even gemakkelijk pandemieën als pimpelmezen en lentekrokusjes uit haar mouw tovert. Je kan ook door het ijs van een mythisch wereldbeeld zakken.

Je kan ook door het ijs van een mythisch wereldbeeld zakken.

Maar wat een heilzaam tegengif zijn brokstukken van een dergelijk poëtisch geladen wereldbeeld om de valse vanzelfsprekendheid van een modern Westers wereldbeeld in vraag te stellen. Want ook de impliciete Westerse veronderstelling dat we in onze onttoverde, godenvrije wereld de meesters zijn geworden van ons eigen lot – en dat we onze levens nu autonoom en logisch vormgeven – is een mythe. Een mythe die op dit moment genadeloos aan diggelen wordt geslagen, niet alleen door de klimaatopwarming maar meer nog door ons hallucinant onvermogen om de hoog noodzakelijke veranderingen teweeg te brengen waar die klimaatopwarming om vraagt.

Goden, vooral dan het soort dat zich voor de Ene Ware houdt, zijn doorheen de geschiedenis natuurlijk misbruikt om absolute waarheden op te solferen. Eenig wantrouwen is dus op zijn plaats. Maar jullie ritueel, Kiyoshi Miyasaka, lijkt me eerder het omgekeerde. Omdat ‘god’ of ‘goddelijk’ in mythische geschriften evengoed wordt gebruikt om het omgekeerde te communiceren: te omcirkelen waar de praktische, dagdagelijkse kennis van de wereld op een grens stoot, die uitnodigt tot een radicale verwondering, ommekeer, een hernieuwd pact met de wereld.

In die zin werken goden precies als metaforen – een woord dat etymologisch overigens iets als ‘overdracht, oversteek’ betekent: een metafoor is een vreemd element dat het letterlijke verloop van een zin of een verhaal doet stokken. Iets dat we nog niet kennen dient zich aan, een nieuwe ervaring of wijze om de werkelijkheid te ordenen. Een metaforisch beeld – in kunst, poëzie, mythe – is dan de brug die we proberen te slaan tussen het gekende en het nieuwe dat zich aandient. Vinden we het juiste beeld, het juiste verhaal, dan is de werkelijkheid als op een eerste sneeuwdag: verhuld, en toch lijkt het alsof ze zich voor het eerst aan ons toont.

Ik dank jou en de andere Shinto-monniken dan ook zeer, beste Kiyoshi Miyasaka, voor dat Fremdkörper in onze kranten, een berichtgeving over uitgeleende goden. Even deed het de kabbelende vanzelfsprekendheid van onze manier van denken en leven stokken. En laat dat nu precies zijn wat we nodig hebben.

Hartelijke groet,
Nadia