Beste Basel Abbas en Ruanne Abou-Rahme

Door Maureen Ghazal, op Wed Sep 30 2020 22:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. In haar brief richt Maureen Ghazal zich tot Basel Abbas en Ruanne Abou-Rahme, het kunstenaarsduo dat op het snijpunt tussen beeld en omgeving werkt, en in Utrecht de expo De ommuurde stad voorstelt. ‘Ik kan alleen maar hopen jullie in de toekomst in een vrij landschap te mogen ontmoeten.’

Ik loop trappen op en af, beweeg me door meterslange gangen, passeer tientallen werken waar ik in rap tempo langsloop. Het gebouw is een doolhof waar ik me doorheen manoeuvreer, tot ik op een doodlopend stuk stuit. Dan ben ik er.

‘If only this mountain between us could be ground to dust’, luidt de video-installatie die jullie als onderdeel voor de expositie De ommuurde stad in het Centraal Museum Utrecht maakten. In de verst gelegen zaal van het museum is de installatie te zien waarbij meerdere panelen voor en achter elkaar zijn geplaatst en waarop verschillende video’s worden geprojecteerd. Door de ruimte klinkt een indringend geluid. Tegenover de installatie staat een stoel waarop ik ga zitten.

Het begint met een muur. Het begint met een muur waar een veertienjarige jongen overheen klimt om ‘Akub’ te plukken, een eetbare plant die maar kort bloeit en in de Palestijnse keuken als delicatesse geldt. Het begint met het idee, ondanks het gebrek aan bewegingsvrijheid, door te gaan met leven, zoals de plant die vruchten blijven geven. Het eindigt met een groep soldaten die de jongen neerschiet. Het eindigt met een brancard die in een bus wordt geladen. Het eindigt met filmopnames die worden vernietigd. Het gaat door met de zon die opkomt en ondergaat. Het gaat door met bruiloftsfeesten. Het gaat door met rituelen.

Expobeeld, getrokken door auteur

Ik ga middenin de installatie staan. Het dreunende geluid dringt door in mijn lichaam. Op de panelen aan de rechter- en linkerkant spelen video’s van bloeiende planten en bloemen. Een hand plukt iets dat op salie lijkt. Het is alsof het landschap langs de zijlijn doorgaat met leven. Toch is dat niet het geval. Grenzen en muren hebben grote gevolgen voor een landschap. Door de afscheiding raken flora en fauna verward, het landschap ontworteld.

In een volgend beeld verschijnt een groep mensen die puin van de straat raapt, gevolgd door een video van een huis dat tegen de vlakte wordt geworpen, daarna wordt de kilometerslange muur getoond. Van steen wordt steen gemaakt, van iets dat herbergt naar iets dat tegenhoudt.

De beelden wordt afgewisseld door video’s van avatars. Eén van hen beweegt onstuimig heen en weer, alsof haar lichaam zich wil doen gelden maar telkens wordt afgeremd. Ik denk aan de reis die ik twee jaar geleden met een Vlaamse vriendin maakte, ons uitstapje naar Hebron. Hoe onze gids een witte verfstreep op het asfalt aanwees en vertelde dat hij daar niet overheen mocht. Als hij dat wel deed zou hij worden beschoten. Mijn vriendin en ik mochten de lijn over. Wij kwamen uit het Westen, hadden een Nederlands en Belgisch paspoort. Bij het overgaan van de witte verfstreep verkrampte mijn lichaam. Een groepje Israëlische soldaten keek toe hoe onze voeten de overkant van de lijn raakten. Nooit eerder was ik mij zo bewust van grenzen.

Het lijkt me vreemd in een ommuurde stad te wonen en daarna naar een stad te gaan waar je je vrij kunt bewegen.

Ik kan mij niet voorstellen hoe dit dagelijks in Ramallah voor jullie moet voelen. Een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever omringd door een metershoge muur. De opgave die muur via checkpoints door te komen. Er continu aan herinnerd worden dat je beperkt wordt in je bewegingsvrijheid.

Julie groeiden op in Ramallah en wonen nu afwisselend in Ramallah en New York. Ik vraag me af hoe dat pendelen tussen die steden voelt. Het lijkt me vreemd in een ommuurde stad te wonen en daarna naar een stad te gaan waar je je vrij kunt bewegen. Merken jullie lichamelijke verschillen wanneer jullie in New York zijn? Wordt je lichaam soepeler of is die betonnen muur er altijd en draag je die overal met je mee?

In een volgende video rijdt een auto door een berglandschap. Het ziet er idyllisch uit – het gebied ademt ruimte. Het doet me denken aan Griekenland, waar ik als kind met mijn ouders en zus jaarlijks naartoe ging op vakantie. Ik zong tijdens die vakanties uit volle borst tussen bergen en in dalen, soms echode het. Ik onderzocht het landschap met mijn lichaam. De plek symboliseerde vrijheid, een reden waarom we er jaarlijks naar terugkeerden. De camera in de video wisselt van perspectief: opnieuw verschijnt de kilometerslange betonnen muur. Het uitzicht raakt belemmerd, de adem afgesneden.

Ik moet denken aan het werk On love and other landscapes van de Palestijnse kunstenaar Yazan Khalili. Kennen jullie het? Het werk bestaat uit een serie landschapsfoto’s met zinnen tekst die achter elkaar zijn geplaatst en samen het verhaal vertellen van een beëindigde liefde. In het verhaal heeft de vrouw de verteller achtergelaten met een serie landschapsfoto’s die ze tijdens een van hun autoritten door de West-Bank maakte. De aanwezigheid van de muur ontbreekt. ‘We drove around that year’, staat er bij een foto van een rotspartij. ‘She wanted to drive away from the wall. She didn’t want to take photos of it anymore. It makes her blind she said.’

Kunnen jullie tijdens uitjes in de stad de muur wegdenken of is het beton een constante factor?

Is het jullie wel eens gelukt de muur niet te zien? Kunnen jullie tijdens uitjes in de stad de muur wegdenken of is het beton een constante factor? Ik kan me voorstellen dat zoiets massiefs er altijd is. Zoals jullie in de expositie tonen, hebben muren en grenzen verregaande gevolgen voor een land, een volk en de individuele psyche. Het zet je buiten spel, ontwortelt je relatie met een gebied en zijn inwoners, het ontneemt je de vrijheid tot bewegen.

Ik sta nog altijd tussen de panelen van de video-installatie. Er klinkt een stem uit de intercom: binnen tien minuten sluit het museum. Ik bedenk me dat ik snel moet lopen om op tijd het museum te verlaten aangezien ik mij aan de rand van het gebouw bevind. Wanneer ik de ruimte uitstap, sta ik in de laatste zaal van de expositie De ommuurde stad: een geschiedenis van de Utrechtse stadsmuur.

Snel scan ik de ruimte: mijn blik valt op de eindtekst. Ik lees dat in 1830 werd begonnen met de afbraak van de Utrechtse stadsmuur en vijftig jaar later vrijwel alles was verdwenen. Ik kijk een laatste keer achterom: naar jullie video-installatie die onafgebroken speelt en de muur die er nog steeds staat. Ik kan alleen maar hopen jullie in de toekomst in een vrij landschap te mogen ontmoeten.