Aan de anti-polariseerders

Door Anissa Boujdaini, op Fri Nov 02 2018 08:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week steekt Anissa Boujdaini haar elegante middelvinger op tegen al wie zich schijnt te verzetten tegen 'polarisering', terwijl ze blind blijven voor wat er echt aan de hand is.

Aan de anti-polariseerders,

die zo berekend en rustig kunnen blijven te midden van alle heethoofden, applaus!

die altijd het positieve kunnen zien, nog meer applaus!

die in bovenstaande zinnen een compliment boven sarcasme herkennen;

die eeuwig blijven wijzen naar ‘het wij-zij denken’ als de grote schuldige, alsof dat denken niet draait om de verschillende posities die daar net achter liggen, alsof dat denken niet de vrucht is van uitsluiting, alsof dat denken niet slechts een symptoom is – én een makkelijk alibi om de luider klinkende eisen van gemarginaliseerde gemeenschappen niet te horen en in te lossen;

die de positie innemen van een verheven midden dat schijnbaar alle ruzies en conflicten overstijgt en dé oplossing heeft: dialoog (‘kom, laten we erover praten’ – oneindig praten, alsof dialoog niet wordt misbruikt als een afleidingsmanoeuvre, een borstel die de illusie van verandering moet opwekken, zonder ooit werkelijk iets te moeten veranderen, want laten we liever een volgende meeting plannen om het erover te hebben);

die alle kanten kapot nuanceren en in de roepers van radicale gelijkheid veeleer extremisten zien, alsof die ‘extremisten’ niet genoeg nuances zouden leggen in hun theorieën, alsof diezelfde theorieën niet net door ‘de genuanceerden’ over het hoofd worden gezien om dan verder te kunnen claimen dat die linkse extremisten ‘niets doen en alleen maar ongenuanceerd roepen’;

die hun mond pas opentrekken om over de grote misdaad van polarisering te spreken wanneer onderdrukte leden van de samenleving steeds duidelijker beginnen te reageren, steeds harder roepen dat het genoeg is geweest (waar was je met je vingertje bij de geboorte van het Vlaams Belang, bij de geboorte van N-VA, bij racistisch taalgebruik van politici, in de stemhokjes bij verkiezingen, bij aangespoelde lichamen aan Griekse kusten? – ik heb je nog nooit zo hard 'POLARISERING' horen roepen als bij de emancipatie- en bevrijdingsstrijd van kwetsbare mensen);

die menen dat je je voor ‘meedoen aan polarisering’ moet schamen, net zoals voor ‘jezelf wentelen in een slachtofferrol’, waardoor daadwerkelijke slachtoffers van structurele uitsluiting minder durfden spreken omdat ze niet in dat hokje wilden geduwd worden, omdat ze van zichzelf gingen geloven dat zij inderdaad maar in die slachtofferrol kropen en te weinig ‘kansen grepen’ (silencing heet dat);

die cultuurmarxisme ontdekt hebben;

die een Tom Lanoye volgen in zijn idee om de uitgestoken hand van N-VA aan te nemen, omdat je ‘minstens de oorlog moet proberen te overstijgen’, alsof de oorlog in de eerste plaats door hen gevochten wordt (ik dacht eerst dat het om een redactionele fout ging en dat de uitspraak van Tom Naegels kwam, maar bon, dat weten we dan ook alweer);

die toegang vinden naar mainstreamplatforms op de rug van activisten, omdat ze een afgezwakte en ongekruide versie verkopen van wat diezelfde activisten hen hebben geleerd, een versie die mainstreamplatforms wél veilig genoeg vinden omdat ze niets wezenlijks veranderen of uitdagen;

die menen na een editie over ‘dekolonisering’ een editie over ‘polarisering’ te moeten maken;

die vallen onder de ‘destroyers that call themselves builders, and accuse the true builders of being destructive’, of nog: ‘tempted’ zijn door een ‘quick return to power’ en zo de noodzaak vergeten van ‘joining with the oppressed to forge an organization, and strays into an impossible “dialogue” with the dominant elites, and not infrequently itself falls into an elitist game, which it calls “realism”’ (met de groeten van Paulo Freire);

die van spreken over polarisatie big business maken;

die de eeuwige bruggenbouwers zijn tussen extreme kanten, alsof gemarginaliseerde groepen ook maar iets te zoeken moeten hebben aan die andere kant, daar waar het summum van oppressie, negatie van pijn, relativering van strijd… zich situeert. (waar wil je me precies naartoe brengen, waarover wil je precies een brug bouwen?);

die altijd objectief zijn, altijd rationeel – alsof die termen niet doordrenkt zijn met eurocentrisme

en die – zittend op een zelfverklaarde neutrale, maar in werkelijkheid apathische positie – een moordende status quo in stand blijven houden:

fuck jullie middenweg.