Waanrode

Door Anouk Torbeyns, op Thu Mar 03 2022 19:34:00 GMT+0000

'Te lang in Waanrode zijn geeft me een bore-out, te veel gevoel van veiligheid en te weinig prikkels. Te lang in Antwerpen zijn geeft me een burn-out, te weinig gevoel van veiligheid en te veel prikkels.' Anouk Torbeyns pendelt tussen dorp en grootstad op zoek naar evenwicht.

‘Anouk Torbeyns is geboren in India en getogen in België. Ze groeide op in een echt Vlaams boerengat en woont nu in de diverse stad. Ondertussen zoekt ze nieuwsgierig haar weg tussen al die schijnbare tegenstellingen.’

Zo staat het nog altijd op de website van Charlie Mag, het online magazine dat in 2019 helaas de boeken moest neerleggen. Als columniste en later vaste medewerker van Charlie schreef ik deze korte beschrijving van mezelf, die boven elk artikel van mijn hand zou verschijnen.

Wanneer ik door één van die straten wandelde, keken de mensen hun ogen uit, vanop het terras van een café waar ze hun dagen sleten of stiekem van achter hun raam.

Het echt Vlaams boerengat waarvan sprake is, draagt de naam Waanrode. Het is een pittoresk dorpje in het Brabantse Hageland, verscholen tussen bekendere knooppunten als Diest, Tienen en Leuven. Van de miljoenenstad Calcutta in India kwam ik op driejarige leeftijd terecht in het kleine Waanrode.

Een paar weken geleden, op een eindejaarsweekend met mijn jeugdvrienden, ‘die van Waanrode’, haalden we herinneringen op aan het Bloemendorp waar volgens de legende ex-wielrenner Tom Boonen zijn allereerste koers won. De meesten van onze groep bijna-dertigers zijn in de buurt blijven wonen. Blijven plakken in of rond Leuven waar we onze studententijd doorbrachten. Sommigen zijn in Waanrode blijven wonen en één vriendin zou ook niets liever willen. Volgens haar is Waanrode een fantastische plek met rust en natuur, en waar je in alle veiligheid kinderen kunt grootbrengen.

Ik werd gesust met 'jij bent één van de goei', verwijzend naar een in hun ogen geslaagde assimilatie.

En in alle saaiheid en bekrompenheid, vul ik in gedachten aan. Wij hebben duidelijk een andere ervaring van hetzelfde dorp gehad. Als een van de twee mensen met een donkere huidskleur in een dorp dat hoop en al vier grote straten kent, was ik al snel een bezienswaardigheid. Wanneer ik door één van die straten wandelde, keken de mensen hun ogen uit, vanop het terras van een café waar ze hun dagen sleten of stiekem van achter hun raam. De gesprekken aan de feestdis gingen over weinig anders dan het weer, belastingen en de vrijer van de dochter van de bakker.

In het anonieme Antwerpen zal ik mijn Hagelandse roots niet snel vergeten, ook al heeft nog nooit iemand van Waanrode gehoord. Het is een steek door mijn hart wanneer iemand gewag maakt van een streepje Antwerpse tongval en een hele opluchting wanneer iemand anders mijn accent moeilijk kan thuisbrengen, maar wel heel mooi vindt. Toch was de wereld in Waanrode klein. Beklemmend klein.

Met een nieuw impostersyndroom op zak, voelde ik me diep vanbinnen nog steeds dat eenvoudig plattelandsmeisje.

Tijdens mijn studies kon mijn maatschappelijk bewustzijn verder ontluiken. In de Scheldestad vond ik de representatie waar ik zo hard naar snakte. In Waanrode werd het n-woord weliswaar vermeden, maar het r-woord kwam eveneens niet ter sprake. Racisme en gevoelens van ontworteling waren zaken waar ik me niet over kon uitspreken. Er was niemand in de buurt die erover kon meepraten, behalve de mensen die zichzelf schuldig maakten aan venijnig racisme en vooroordelen over mensen die ze nog nooit van dichtbij hadden gezien. Ze beseften niet dat hun racistische uitspraken mij ook raakten; ik werd gesust met “jij bent één van de goei,” verwijzend naar een in hun ogen geslaagde assimilatie.

In eerste instantie keek ook ik mijn ogen uit in Antwerpen. Het plattelandsmeisje dat in de grote centrumstad arriveerde en voor het eerst in haar twintigjarige bestaan een vrouw met een hoofddoek van dichtbij kon zien en aanspreken. Die diversiteit was ook net wat mij naar het centrum dreef. De nieuwsgierigheid naar de ander. ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’, zo gaat de slogan van de KU Leuven, de universiteit waar ik afstudeerde en waar paradoxaal genoeg een prangend gebrek aan kleur is. In Antwerpen, de stad waar zoveel werelden elkaar kruisten en waar ik een sprankeltje herkenbaarheid in vond, kon ik beginnen aan de zoektocht naar mezelf.

Het zweven tussen hier en daar zal een constante zijn in mijn levenservaring.

Toch voelde ik me nog steeds verdwaald in de diverse stad. Ik liet me meeslepen in boeiende ontmoetingen en verhalen, ontdekte wat activisme kon zijn en snoof cultuur op. Soms voelde dit niet authentiek aan, maar als een levensstijl die niet overeenstemde met wie ik écht was. Met een nieuw opgedaan imposter syndrome op zak, voelde ik me diep vanbinnen nog steeds dat eenvoudig plattelandsmeisje. Was ik wel die progressieve kosmopoliete culturo, die zich 24/7 het lot van de wereld moest aantrekken? Was het niet gewoon ‘doen alsof’? Ik ging kijken naar theaterstukken vol pretentie waarvan ik de helft niet eens begreep en snakte plots naar het eenvoudige, rechtlijnige amateurtoneel in mijn eigen dorp.

Op dit moment zoek ik nog altijd naar een goed evenwicht tussen uitdaging en comfort. Te lang in Waanrode zijn geeft me een bore-out, te veel een gevoel van veiligheid en te weinig prikkels. Te lang in Antwerpen zijn geeft me een burn-out, te weinig gevoel van veiligheid en te veel prikkels. Het zweven tussen hier en daar zal een constante zijn in mijn levenservaring. Ik ben overal en nergens thuis. Misschien eens Calcutta proberen?