Zuid-Europa na de besparingen

Door Lien Craps, op Sat Mar 09 2013 19:42:43 GMT+0000

De klok springt op 0.00 uur en gejoel stijgt op uit de straten van Madrid. Geen feestgedruis, maar sluitende bars en hevig oproer. Het is 14 november en Europa staakt. Vooral in de zuidelijke crisislanden wordt het werk resoluut neergelegd. De bevolking is de aanhoudende bezuinigingen en de slepende werkloosheid beu. Een problematiek die ook de kunstensector niet koud laat, al blijft die niet bij de pakken zitten.

Europa verkeert in crisis, dat is niets nieuws onder de zon. Met name in Spanje, Portugal, Italië en Griekenland, maar ook in Ierland vormen de forse besparingen een regelrechte aanslag op de levensstandaard van de gewone burger. In Portugal vindt in 2013 de grootste belastingstijging ooit plaats. In Spanje is de jongerenwerkloosheid in een jaar tijd gestegen met maar liefst 10%.

Ook de kunstensector blijft niet gespaard, wel integendeel. In Spanje is in 2012 voor cultuur 37,7% minder budget vrijgemaakt dan in 2008. Voor het eerst is geraakt aan autonome publieke instellingen zoals de musea Reina Sofia en het Prado. Portugal heeft zijn ministerie van Cultuur afgeschaft en zowel Italië als Griekenland worstelen met het onderhoud van hun cultureel erfgoed. Amper 0,2% van de Italiaanse begroting gaat naar cultuur, met als resultaat dat er weinig of geen subsidies overblijven voor de hedendaagse beeldende kunsten. Wat betekent dat concreet voor de praktijk? Zowel artiesten, ontwerpers, architecten als galeriehouders spreken klare taal. Hun regering is niet goed bezig. Maar wanneer hulp van bovenaf opdroogt, is het elders zoeken naar oplossingen.

ARTISTIEKE BRAINDRAIN

Het ziet ernaar uit dat de grootste slachtoffers van de eurocrisis de jongeren zijn. Spiegel Online International schreef reeds dat vele Italiaanse jongeren op zoek naar werk gedwongen worden te verhuizen. Ook de Portugese kunstenscene worstelt om boven water te blijven. Velen gaan hun geluk elders beproeven en verhuizen naar meer noordelijke landen, waar de impact van de economische recessie minder groot is. ‘Het is best eng te zien dat het Portugal van vandaag niet zo verschilt van het Portugal in de jaren 1960, toen er ook al een grote migratiestroom plaatsvond.’ Fábio Silva, een jonge ontwerper uit Portugal, verhuisde naar België. ‘Mogelijk was ik nog wat langer in mijn geboorteland gebleven, maar de huidige situatie leert me dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik ben erg blij met de kansen die ik hier krijg.’ Ook Ernesto Diez, 26 jaar en afgestudeerd als architect in Spanje, volgt stage in België. ‘In Spanje is er absoluut geen werk. Ik was gelukkig in Madrid en had er gerust kunnen blijven, als die mogelijkheid er was geweest. Maar ondertussen voelt België als mijn tweede thuis. Veel bureaus geloven ook dat een internationaal team interessant is voor zowel architectuur als kunst in het algemeen.’

56_Craps380.jpgBlijkbaar maken vele jongeren al tijdens hun studies de keuze om hun stage of master in het buitenland te voltooien. Wat daartoe bijdraagt, is de precaire situatie van het hogere onderwijs in Zuid-Europa. ‘Mijn ouders betalen een pak meer studietoelage dan voordien’, vertelt Maria Soares, laatstejaarsstudente productdesign in Lissabon. ‘Bovendien is de studentenkorting op de metro afgeschaft: een zware hap uit het budget, die voor flink wat frustraties zorgt.’ Ook in Italië is het publieke onderwijs onderhevig aan besparingen. ‘Die zijn zeer gevaarlijk en schadelijk. Onze scholen lijden hier heel erg onder’, zegt Ruggero Pini, freelancefilmmaker en video-editor. Hij voltooide zijn studies in Italië, maar begon dit jaar zijn master aan het KASK in Gent. ‘Een rechtstreeks gevolg is dat de meest getalenteerde studenten en professionelen andere landen gaan opzoeken en daarbij hun rijkdom vermeerderen.’

Voor velen is het duidelijk: was het mogelijk om in eigen land werk te vinden, dan bleven ze. Maar de slechte arbeidsomstandigheden dwingen hen om hun vertrouwde omgeving achter te laten. Tegelijk zijn allen het erover eens dat een buitenlandse studie-ervaring alleen maar kan bijdragen aan hun verdere carrière. De Italiaanse Nicole Nitz, afgestudeerd als productdesigner, liep stage in Denemarken en verhuisde in januari naar Nederland. ‘Voor mij voelt werk zoeken in een ander land niet noodzakelijk treurig of fout. Het is net heel belangrijk dat creatieve mensen niet steeds op dezelfde plek werken, maar groeien in hun denken door zich te laten inspireren door andere culturen. Een internationale ervaring draagt daartoe bij.’

CREATIEVE BOOM

Voor de achterblijvers is het in een klimaat van snijdende subsidiebesparingen, afwachtende kopers en hoge werkloosheid niet altijd makkelijk het hoofd boven water te houden. Toch zorgt de economische recessie niet alleen voor kommer en kwel. Zij die besluiten het in eigen land ‘te maken’, zoeken naar alternatieve oplossingen en boren allerhande nieuwe dynamieken aan.

Er is één positieve kant aan deze crisis: het bruist van de alternatieven

‘Er is één positieve kant aan deze crisis: het bruist van de alternatieven’, vertelt Andrés Rubio, een van de eigenaren van Mad is Mad, een kunstgalerie in hartje Madrid. ‘Mensen denken creatiever en zijn origineel!’ Enthousiast toont hij fanzines (fanmagazines) die hij verkoopt. Het zijn kleine verhalende werken in verschillende vormen, gemaakt door de kunstenaars, gaande van een schrift in karton met potlood en witte verf tot een map met tekeningen en foto’s. Sommige hebben een thema, andere een verhaal. Ze zijn stuk voor stuk erg persoonlijk, origineel en goedkoop om te produceren. ‘Fanzines zijn een van de vele voorbeelden van een tendens die al langer bestond, maar die door de crisis echt een boost krijgt.’

Ook de theaterwereld in Madrid gaat op zoek naar oplossingen voor de dalende lonen en de beduidend lagere subsidies. ‘Het is hartverwarmend om te zien hoe alternatieve theaters als paddenstoelen uit de grond schieten. Er moet nú iets gebeuren’, vertelt Alicia, een 32-jarige theateractrice. Ook de invulling van theater wordt anders. Waar men vroeger schreef voor vijf acteurs, zal men nu drie acteurs gebruiken. Zalen worden low budget gehouden. Vaak worden de toeschouwers mee op het podium gezet, of is er simpelweg geen podium. Artiesten willen hun werk naar buiten brengen en kleine producties maken dat makkelijker. Microteatro por dinero en Casa de la portera zijn slechts twee van de tientallen alternatieve theaters in Madrid. Van het Microteatro duidt de naam meteen ook het concept aan: microstukken van vijftien minuten in kleine ruimtes waar de acteurs zich slechts op een armlengte van de toeschouwer bevinden. De voorstellingen vinden plaats in de kelderverdieping van een bar. Bij het bestellen van een frisse pint beslis je of je tegelijk zin hebt in een voorstelling.

Uiteraard is de frustratie soms groot. Vooral vanwege de lage lonen, vertelt Francisco Marín Fuentes, lid van de Spaanse theatergroep M2H. ‘Overdag acteer ik, maar voor brood op de plank moet ik in een nachtclub werken. Dat is erg vermoeiend.’ Wel ziet Fuentes zo flink wat creativiteit ontstaan. ‘Met mijn theatergroep schreven we op een gezellige drinkavond Malas purgas, een actuele maatschappijkritische komedie over wat we vinden van de hele toestand. Het theaterstuk is tot stand gekomen zonder hulp en zonder geld, maar intussen werd het toch al in verschillende zalen vertoond: een perfecte spiegel van de huidige situatie.’

NIEUWE VERDIENMODELLEN

Ook financieel worden verschillende alternatieve opties geëxploreerd. ‘De kortfilm waarin ik meespeel, is volledig gefinancierd met crowdfunding’, vervolgt Fuentes. ‘Dat gebeurde via een platform op internet waar mensen kunnen doneren aan projecten naar keuze. Zo kregen we voor onze film zelfs een groter budget bijeen dan gepland.’ Verder wordt onnoemelijk veel gerekend op de steun van vrijwilligers. Ook in Ierland, waar de Dublin Youth Dance Company zijn subsidies in rook zag opgaan. ‘Toch reizen we in de laatste vijf jaar meer dan ooit’, vertelt de Ierse Róisín Barron. ‘Verschillende administratieve medewerkers worden niet uitbetaald, maar zetten zich naast hun werkuren in als vrijwilligers, mijn leraar inclusief. Ik durf zelfs te zeggen dat er een creatieve boom is in Ierland. Op meerdere universiteiten zien heel wat kleine theatergroepjes het levenslicht. Vele organisaties zijn bereid om als platform te fungeren en producties worden getoond op festivals als 10 Days in Dublin. In het opzetten van die nieuwe creatieve platforms spelen de universiteiten een fundamentele rol.’ Het gebeurt ook steeds vaker dat enthousiaste studenten zich groeperen in miniondernemingen. Zo zag in Lissabon de website Stand’Art Wall het levenslicht. Hij werd door een groep studenten van de Faculdade de Belas Artes Cidade Lisboa opgericht als platform voor jonge kunstenaars en ontwerpers.

56_Craps_4_Reina Sofia, Madrid.jpgTen slotte wint ook het fenomeen recyclage aan populariteit. In Italië zie je in grote steden een nieuw proces van hergebruik via kunst. Associaties als Temporiuso in Milaan promoten het exploreren van verlaten gebouwen en sites als alternatieve plekken voor evenementen. Hun doel? Onbenutte eigendommen van publieke of privébezitters opsporen en ze ‘reactiveren’ met culturele en aanverwante projecten, zoals kleine ondernemingen voor artisanaal werk, tijdelijke verblijfplaatsen voor studenten en lowbudgettoerisme. Dat coöperatieve model werkt publieke kunst sterk in de hand en sloopt de muren rond het klassieke tentoonstellingswezen.

GROTE SPELERS OP ZOEK

Al die artistieke initiatieven zijn pril en ontstaan voornamelijk in het inofficiële deel van het Zuid-Europese kunstenveld. Maar ook de grote instellingen, zoals het Reina Sofia-museum in Madrid, worden verplicht het roer om te gooien. ‘De jongste vijf jaar kenden we, net als vele andere instellingen, een subsidiedaling van maar liefst 40%’, vertelt de persverantwoordelijke van Reina Sofia. ‘We gaan dus op zoek naar nieuwe strategieën. Zo was er de goedkeuring van de Ley propia, een wet die meer zelfbestuur geeft. Parallel richtten we de Fundación del Museo op, die bijvoorbeeld voor een sterkere band met Zuid-Amerika zorgt. De toekomst van musea steunt op concepten van samenwerking en uitwisseling met andere kunstencentra. Er wordt een netwerk gecreëerd met coproducties, uitwisseling van exposities, enzovoort.’

In Italië zie je in grote steden een nieuw proces van hergebruik via kunst

Het is duidelijk dat er een nieuwe wind van coöperatie en collectiviteit door het Europese kunstlandschap waait. Toch blijft het dagelijks vechten tegen de effecten van de besparingen. Zo lopen niet alle samenwerkingen van een leien dakje. Ook wordt het voor vele organisaties in zuidelijk Europa moeilijk om nog internationaal mee te spelen. ‘Er ontstaat een gap in de Europese netwerken’, vertelt Thomas Walgrave, Vlaams artistiek directeur van Alkantara, een Portugese organisatie met een tweejaarlijks internationaal podiumkunstenfestival. ‘Alkantara is een van de enige overblijvende spelers uit Zuid-Europa. Ook wij voelen de crisis loeihard. Financieel hebben we ongeveer 50% moeten inleveren en dat hakt onvermijdelijk in op het festivalprogramma. De editie van 2012 is ingericht met beduidend minder geld dan die van 2010. Dat ze toch een succes werd, danken we vooral aan de ongelofelijke solidariteit van de artiesten. Alleen is die generositeit geen goede basis om een festival op te onderhouden. Het is de wereld op zijn kop: eigenlijk zouden wij de artiesten moeten financieren, niet omgekeerd.’

Over een mogelijke creatieve boom in Zuid-Europa klinkt Walgrave opvallend nuchter. ‘Het is nog te vroeg om nieuwe undergrounddynamieken te zien. We mogen dat idee ook niet te veel romantiseren. Ik merk vooral dat de wezenlijke rol van cultuur voor een maatschappij maar al te vaak onbenut blijft, wanneer men in Zuid-Europa nadenkt over nieuwe sociale, politieke en economische dynamieken en modellen.’

RENDABEL OF MISERABEL?

Dat het rommelt in het Europese kunstlandschap, staat als een paal boven water. Valt er ook al wat te concluderen, vanuit de ontwikkelingen in Zuid-Europa? Dat schaarste best rendabel kan zijn, klinkt even hoopgevend als schrikbarend. Jonge acteurs, kunstenaars en ontwerpers klinken eerder positief. Zij geven energie aan alternatieve benaderingen en coöperatieve modellen die op zijn minst een duurzamere kunstproductie kunnen bewerkstelligen. Maar of dat een logische oorzaak-gevolgrelatie is, valt af te wachten. Het besnoeide cultuurbudget heeft ook heel wat negatieve bijwerkingen. Kleinere ondernemingen die overkop gaan, worden meer regel dan uitzondering. Herstructureringen bij grotere culturele spelers impliceren zeker niet altijd een verbetering. Toch is het best inspirerend te zien dat, hoewel vele dynamieken vooral ontspruiten in het inofficiële circuit, velen niet bij de pakken blijven zitten. Wat dat zal betekenen voor de kwaliteit van de Zuid-Europese kunsten, kan alleen de toekomst uitwijzen.

Lien Craps volgt de Master of Arts in Cultural Studies (KULeuven). Ze realiseerde dit artikel vanuit Madrid, in het kader van een vrijwillige stage bij rekto:verso.