Zinnelijk zondig

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Een actrice. Op haar kin een rosse snorrebaard. In haar hand een micro. In ware Marilyn Monroe-stijl geeft ze heupwiegend een playback ten beste - op de baard na de ideale vrouw. Dan voltrekt zich een verandering. Soetkin Demey laat haar diva-attitude varen en gooit haar verleiding over een andere boeg. Ze verruilt haar schotse ruitenrokje voor blote billen en haar geaffecteerde maniertjes voor ruwere, bijna dierlijke capriolen. De vrouw van plastic wordt oervrouw, de barbie krijgt een barbaars kantje.

Deze korte scène uit Johnson & Johnson zegt veel over het soort vrouwelijkheid dat theatermaakster Manah Depauw in haar werk naar voren schuift. In Johnson & Johnson toont ze een vrouw met een lijf, met instincten, zo geil dat ze haar leven vergooit aan haar lust naar bevrediging. Letterlijk: de dartele hinde die Demey bij aanvang vertolkt, laat zich al in de tweede scène vangen door de malafide jager Johnson (Depauw zelf). Zijn mannelijke schietgeweer wordt haar 'medicijn', waarvoor ze prompt met hem trouwt en zich gewillig aan zijn gevangenisbewind onderwerpt. Wat wellust met een vrouw kan doen. Er hangt moord in de lucht, bloeddorst naar vergelding.

Vrouwelijke seksualiteit die primitief durft zijn: het is een wind die de laatste tijd nogal vaak door de kunsten waait. Denken we maar aan de hype rond de roman Vochtige streken, van het Duitse obsceniteitenorakel Charlotte Roche. Maar laat hier geen misverstand over bestaan: twee werelden kunnen nauwelijks verder uit elkaar liggen dan het schunnighedenkabinet van Roche en dit sprookjesbos van Depauw, met zijn tiental dreigende bomen van bordkarton op een mals, diepgroen gazonnetje van kunstgras.

Johnson & Johnson is een voorstelling die zindert van de zinnelijkheid, maar dan zonder dat er een aanwijsbaar erotisch moment in voorkomt. Niet dat er geen bloot te zien is of er geen seks aan te pas komt, maar het achteloze aplomb waarmee Manah Depauw en Soetkin Demey die zinnelijkheid integreren in hun komisch burleske vertelstijl, ontdoet die momenten van hun directe seksuele lading. Bovendien zetten beide vrouwen op geen enkel moment een ondubbelzinnig vrouwelijk personage op scène. We zien mannen met borsten, gekostumeerde poppen die vrouwen moeten voorstellen, en vrouwen die behalve baard en snor ook nog kilts dragen. Depauw handelt niet in klassieke vrouwbeelden.

Toch moet Johnson & Johnson, de ostentatieve potsierlijkheid van het gebeuren op scène en de tweeslachtigheid van de personages ten spijt, zowat de meest vrouwelijke en lichamelijke voorstelling zijn die ik ooit zag. De vrouwelijkheid waaraan Depauw gestalte geeft, is tegelijk abstract en heel concreet. Het is de archetypische vrouwelijkheid van de wolfsvrouw, zoals die naar voren komt in aloude sprookjes en volksverhalen uit de meest uiteenlopende culturele tradities: nog onbesmet door de preutse pedagogen en op droomprinsen gefixeerde tekenfilmmakers die grondig alle erotiek en agressie uit de sprookjeswereld wegboenden.

Schone schijn

Wat dat vandaag moet betekenen? Johnson & Johnson toont een onderliggende werkelijkheid die nog eens vuil en ruig mag zijn, in plaats van de vrolijk geruststellende Disneywereld waarin we met z'n allen zo graag willen geloven. De wereld van deze voorstelling, die tussen een 'man' en een 'vrouw', is er een van oog om oog en tand om tand. Een wereld waarin geweld driftig woekert en waarin mensen niet de ondubbelzinnige rechtlijnigheid van Winnie-the-Pooh aan de dag leggen, maar twee gezichten hebben.

Dit sprookje, kortom, betrapt de realiteit van vandaag op haar onwerkelijkheid. Oerbeeld van die illusie is het kleine, statige speelgoedhuis op het gazon, zo weggeplukt uit een nette Amerikaanse buitenwijk. Sinds in 1999 de film American Beauty van dat soort buurten een ontluisterend portret schetste, kregen we wel vaker te horen hoe hol en fake het sprookje van Suburbia is. Ook de serie Desperate Housewives doorprikt die schone schijn: iedereen lijkt gelukkig, maar achter elke deur wordt gebroed op roddels en geheimen.

Precies die sfeer voel je hier, alleen een stuk straffer. Achter de gesloten gordijntjes van dit poppenhuisje brandt stemmig licht, maar de wetenschap dat achter die muren een wrede echtelijke strijd woedt, is voldoende om het bij de loutere aanblik ervan Spaans benauwd te krijgen. Strategisch getimede bliksemschichten, een volle maan als een schotelantenne: het zijn bewuste truken van de foor, humor en horror tegelijk. Maar het werkt. Voortdurend voel je de klamme deken van een onbestemde dreiging om de schouders.

Zo toont Manah Depauw in Johnson & Johnson hoe onwezenlijk de sprookjes van het leven van alledag zijn. Anders dan bij American Beauty of Desperate Housewives grijpt ze daarvoor niet naar hyperrealisme, maar naar een donker, hitsig sprookje. Haar vrouwen zijn Sneeuwwitje en Blauwbaard tegelijk, kolderdebolder als in variété of stomme film en toch thrillerachtig onberekenbaar. Depauw, kortom, overdrijft en parodieert allerlei kunstmatige vormen en seksestereotypen om uiteindelijk — door die overdrijving heen — een werkelijkheid te tonen van vlees en bloed: van seks, van geweld, en bovenal van echte vrouwen. Fake voelde zelden zo oorspronkelijk.