Zal Pokemon Go de publieke ruimte redden?

Door Robbert van Heuven, op Sun Sep 25 2016 07:51:51 GMT+0000

Het succes van Pokémon Go heeft iets magisch. Overal verzamelen mensen om de publieke ruimte om te toveren tot fantastische arena's waar fantasiedieren welig tieren. Maar wat betekent het eigenlijk als een commercieel bedrijf de publieke ruimte voor zijn activiteiten claimt en de hertovering van de publieke ruimte slechts voor een exclusief clubje spelers geldt?

72_vanheuven_pokemon-go-pak-jij-pickachu.jpgHij staat wat onwennig bij de monumentale Leidse Burcht, zijn mobieltje met twee handen omvat, als een houvast. Hij is wat dikkig en gekleed in het zwart. Zijn bleke gezicht verraadt dat de buitenlucht niet zijn natuurlijke habitat is. Wellicht had hij ook liever in het donker van zijn puberkamer achter zijn spelcomputer gezeten. Maar op de Burcht bevindt zich een Pokégym. Daar kan hij zijn Pokémon, zijn virtuele monstertjes, laten vechten met die van anderen. Die anderen staan ook op de Burcht: lijzige meisjes, andere gamenerds, een of twee studenten en wat basisschoolkinderen.

Voor wie weet waar hij op moet letten, is de populaire game Pokémon Go in de openbare ruimte van de stad onontkoombaar. Staat een aantal mensen op een bepaalde plek naar hun mobieltje testaren, dan is duidelijk dat zich daar een zeldzaam beestje, een Pokéstop of een Pokégym bevindt. Het spel van ontwikkelaar Niantic en Pokémon-eigenaar Nintendo werd tientallen miljoenen keren gedownload en is een van de meest succesvolle apps ooit. Al lijkt de rage, een aantal maanden nadien, alweer een beetje geluwd...

Hertovering van de wereld

Waar het spelletje om draait, is intussen bekend: om het vangen en trainen van Pokémon, schattige tekenfilmwezentjes uit de gelijknamige anime- en computerspelserie uit de jaren negentig. Die wezentjes vindt de speler buiten op straat. Op een kaart op de Pokémon Go-app kan hij ze lokaliseren en vervolgens kan hij ze door zijn telefooncamera spotten in het straatbeeld en vangen. Daarbij houdt het spel rekening met de omgeving. Zo bevinden waterwezens zich aan waterkanten en boswezens in het bos. Hoe verder de speler in het spel komt, hoe moeilijker de beestjes te vangen zijn en hoe sterker ze worden. Dat is nuttig, want bij zogenaamde Pokégyms kan de speler zijn Pokémon laten vechten met de beestjes van anderen. Die Pokégyms bevinden zich meestal in de buurt van monumenten of kunstwerken in de openbare ruimte. Datzelfde geldt voor Pokéstops: plekken waar spelers upgrades en handige gebruiksvoorwerpen kunnen vinden. Op die manier combineert het spel de echte en virtuele wereld, met de telefoon en diens gps-systeem en camera als mediator.

Je zou die vermenging van de echte en van een fictieve wereld – ook wel augmented reality genoemd – misschien wel als een soort ‘hertovering' van de wereld kunnen zien. De Duitse socioloog Karl Weber muntte begin 20e eeuw het idee van de ‘onttovering van de wereld’ om het proces te beschrijven waarin de techniek en de ratio alle mysterieuze machten die een mensenleven kunnen bepalen, de wereld uit hebben geholpen. Alles is uiteindelijk te verklaren of te verhelpen. Je verlaten op religie, magie of anderszins is niet meer nodig om de wereld te begrijpen. Daarmee gaat echter ook iets verloren: het idee dat de wereld meer zou kunnen zijn dan technisch te herscheppen materie. Of dat er zich achter die wereld misschien wel iets anders op zou kunnen houden dan je in eerste instantie kunt zien.

Met de populariteit van _Pokémon Go _komen onvermijdelijk ook de utopische gedachten over de meerwaarde van het spel opzetten

In het geval van Pokémon Go is het de techniek van augmented reality die weer voor een zekere hertovering van de wereld zorgt. Via de gps laat het spel zien waar zich een andere werkelijkheid bevindt en via de camera hoe die werkelijkheid eruit ziet. Een monument wordt zo een fantasie-vechtarena en een doodgewoon grasveld een nest Weedles, een soort rupsachtige Pokémon.

Met de populariteit van Pokémon Go komen onvermijdelijk ook de utopische gedachten over de meerwaarde van het spel opzetten, waarvan het idee van de hertovering er een kan zijn. Maar ook: jongeren komen eindelijk eens achter die spelcomputer vandaan, zien degene(n) met wie ze spelen fysiek en wandelen en passant ook nog eens langs kunst en monumenten. Ook wordt druk gespeculeerd over wat het spel en de augmented reality waar het gebruik van maakt kan betekenen voor de toekomst van het onderwijs en de samenleving.

De spannende mogelijkheden van augmented reality om de werkelijkheid op verschillende manieren te ‘hertoveren’ zijn inderdaad legio. Op dit moment wordt gewerkt aan een virtuele atlas van het menselijk lichaam die de medicijnenstudent altijd en overal kan oproepen en die hem in staat stelt lichaamsdelen te ontleden en omheen te lopen. En hoe interessant is het bijvoorbeeld voor het onderwijs om bij het vak geschiedenis via de telefooncamera door een stad te lopen zoals hij vroeger was. Zulke mogelijkheden bestaan al.

73_vanheuven_pokemon-go-Ireland-.jpg

Privatisering van publieke ruimte

_Pokémon Go _biedt dus een mooie aanleiding voor ontmoetingen in de buitenlucht en zet absoluut aan tot meer bewegen; de speler kan zeldzamere Pokémon krijgen door eieren uit te broeden in broedkamertjes die beweging nodig hebben om te functioneren. Hoe verder de speler loopt, hoe sneller de eitjes worden uitgebroed. Wat betreft de openbare kunst en de monumenten is het echter de vraag wat de spelers hiervan meekrijgen. Ze zien immers niet de monumenten zelf, die zijn slechts het canvas voor de hertoverde locatie.

Een belangrijker punt is dat de hertovering die Pokémon Go oproept, exclusief is: ze is uitsluitend te zien voor hen die deel uitmaken van de Pokémon-clan. De techniek scheidt diegenen die de hertovering wél en diegenen die de hertovering niet kunnen zien. Je zou ook kunnen zeggen dat het spel zich de publieke ruimte wel op een zeer agressieve wijze toe-eigent voor zijn spelers.

De nog overgebleven neutrale publieke ruimte verliest zijn open functie en krijgt daar een nieuwe, meer commerciële voor terug.

in het boekje ‘Stadslucht: beloften en paradoxen van de stad’ belicht universitair docent mediastudies Martijn de Waal de invloed van digitale technologie op het samenleven in de stad. Hij beschrijft hoe de publieke ruimte steeds minder publiek, en steeds meer commercieel en geprivatiseerd wordt. Openbare ruimtes zijn geen plekken meer om elkaar te ontmoeten, maar om commerciële activiteiten te ontplooien, zoals winkelen of terras-zitten. Alles wat buiten het ‘normale’ valt, wordt uit die ruimte geweerd, omdat het de commerciële waarde aantast. Denk aan de landelijke winkeliersvereniging die recent pleitte voor een bedelverbod in de Nederlandse winkelstraten. Of aan de moeilijkheid om in Brussel nog toelating te krijgen voor protestacties op de iconische trappen van de Beurs, nu de nieuwe voetgangerszone vooral toeristen moet aantrekken. Daarmee wordt de burger de mogelijkheid ontnomen kennis te nemen van dat wat normaal gesproken hem verborgen blijft. De publieke ruimte is dus niet langer een mogelijk podium voor ‘het verschil’ dat de kern is – of kan zijn - van een pluriforme, liberale samenleving.

De plekken die in de vercommercialisering nog enigszins neutraal konden blijven, zijn nu juist de parken, kunst in de openbare ruimte en tot op zekere hoogte monumenten. Pokémon Go gebruikt deze ruimtes als basis voor het creëren van een her(t)overd, exclusief domein voor zijn spelers, waarin de ruimtes een nieuwe functie krijgen als toegangsplek tot een andere werkelijkheid. De nog overgebleven neutrale publieke ruimte verliest daarmee zijn open functie en krijgt daar een nieuwe, meer commerciële voor terug. Om een extreem voorbeeld te noemen: de Nederlandse badplaats Kijkduin wordt overspoeld met Pokémon-zoekers, waardoor andere bezoekers lastig van hun strandbezoek kunnen genieten en zelfs het duinenlandschap wordt aangetast. Het spel claimt overigens niet alleen de publieke ruimte, maar soms ook de private ruimte, waarbij spelers door voortuinen van bewoners ploegen om Pokémon te vangen. Er is al sprake van rechtszaken waarin bewoners ontwikkelaar Niantic dwingen om locaties van Stops en Gyms te verwijderen, omdat ze de overlast zat zijn.

73_vanheuven_hongkong.jpg

Het parochiale domein

Natuurlijk mogen computerspellen gebruik maken van de werkelijkheid. Daar liggen, zoals gezegd, hele interessante mogelijkheden. En het blijkt een effectieve manier om jongeren tot bewegen te krijgen. Kwalijk is echter dat een commercieel bedrijf agressief de publieke ruimte en de private ruimte claimt voor zijn activiteiten, wat de vraag oproept wie uiteindelijk de verantwoordelijke is voor die publieke ruimte en wat de virtuele overname van de publieke ruimte door een bedrijf ten bate van vermaak betekent.

De Waal omschrijft in zijn artikel naast de publieke en de private ruimte nog een ander domein: het parochiale domein. Dit zijn plekken in de stad waar mensen zich omringd weten met gelijkgestemden. Door de mobiele telefoon en zijn technische mogelijkheden wordt het steeds makkelijker voor mensen om dat parochiale domein met zich mee te nemen in het publieke domein. Je hoeft niet langer naar de kerk of naar een cursusruimte om gelijkgestemden te vinden.  Je staat immers continu in contact met mensen met wie je voorkeuren, ideeën of hobby’s deelt. In het geval van Pokémon Go is het de software van het spel zelf die (tijdelijke) parochiale domeinen creëert in de publieke ruimte: een semi-private ruimte in het publieke domein.

Uit onderzoek blijkt dat de Pokémon Go locaties in Amerika zich vooral in witte buurten bevinden.

De parochiale ruimte die het spel voor zijn activiteiten claimt en die overlapt met de publieke of een private ruimte, is niet neutraal. Je kan beweren dat het een goede zaak is dat spelers op plekken in de stad komen waar ze normaal niet komen en daar anderen ontmoeten die ze anders niet ontmoeten. Maar dat blijkt niet helemaal op te gaan. Pokémon Go is weinig inclusief. Het spel baseert zich op een database van locaties die Niantic eerder aanlegde voor het spel Ingress, waarin de speler ook langs verschillende gps-locaties moest. Die locaties werden aangedragen door de spelers zelf. En wie waren die spelers? Dat waren overwegend blanke mannen tussen de 16 en de dertig die min of meer dezelfde soort locaties aandroegen. Uit onderzoek blijkt dat de Pokémon Go locaties in Amerika zich vooral in witte buurten bevinden. De plekken waar die spelers normaal dus ook al komen. Tegelijkertijd betekent dat, zeker in de Verenigde Staten, het spel ook voor spelers niet inclusief is. Bedenk maar eens wat een zwarte jongeman kan overkomen als hij met zijn mobieltje getrokken heen en weer zou lopen door een gegoede witte buurt.

Slimme vs. private stad

Er zijn onderzoekers.) die maar al te graag gebruik willen maken van de gegevens van Pokémon Go om de bewegingen van mensen door de publieke ruimte in kaart te brengen, om aan de hand daarvan de publieke ruimte opnieuw vorm te geven. Maar als die bewegingen door die publieke ruimte al weinig inclusief zijn, dan geldt dat ook voor de vernieuwde publieke ruimte die daaruit ontstaat.

73_vanheuven_monument.jpgDat leidt tot politieke dilemma’s, schrijft ook Willem Schinkel in zijn artikel ‘Wat is er publiek aan de numerieke stad’, waarin hij ingaat op het verzamelen van datapatronen in de publieke ruimte: het maakt nogal wat uit welke data je gebruikt, wat en vooral ook wie je meet. En die data komen, zegt hij, nogal vaak van private bedrijven, zoals ook Pokémon Go. Over een politiek die beslissingen over de publieke ruimte overlaat aan private bedrijven, schrijft Schinkel: “[Dat] zet ook de deur open voor een verregaande rol van private bedrijven in de inrichting van de publieke ruimte en in de vormgeving van het publiek überhaupt. We moeten daarom oppassen dat ‘de slimme stad’ niet vooral de ‘private stad’ is.”

Er zijn fantastische digitale mogelijkheden om de publieke ruimte te verrijken of zelfs de alternatieven van die ruimte te kunnen laten zien. De alternatieve werkelijkheid die Pokémon de bewoners van zijn parochiale domein biedt, is misschien niet per se heel spectaculair, radicaal of interessant. Maar dat maakt de vragen over wie er verantwoordelijk is voor de publieke ruimte en de eventuele hertovering daarvan niet minder wezenlijk. Hertovering, opgevat als een manier om alternatieve werkelijkheden achter de huidige te tonen, kan immers ook een utopisch project zijn. Zoals recent een aantal keer werd aangetoond, is de hertovering van de publieke ruimte in potentie een zeer krachtig iets. Denk aan de Arabische Lente of Nuit Debout waarin de publieke ruimte werd geclaimd om die te hertoveren met alternatieve mogelijkheden voor de werkelijkheid.

Filter bubble

Met de groeiende digitale mogelijkheden wordt de mogelijkheid tot hertovering alleen maar groter, maar daarmee ook het gevaar van parochialisering en privatisering van diezelfde ruimte. Daarbij is het van belang dat die hertovering niet alleen een activiteit is van private bedrijven of dat die publieke ruimte niet alleen de plek is waarop verschillende parochiale ruimtes langs elkaar heen bewegen. De Waal spreekt in dit verband van ‘heterotopische plaatsen’; plekken die door verschillende groepen anders worden gebruikt. Verschillende parochiale domeinen overlappen elkaar op die plekken en een softwarelaag of een mobiele telefoon wordt dan gebruikt om de leden van de eigen groep te lokaliseren en daarmee de anderen te negeren. Het digitale kan iets toevoegen aan het publieke domein. Maar de vraag is of we kunnen voorkomen dat het publieke zich volledig in het digitale, in zijn eigen ‘filter bubble’ opsluit, omdat we dan juist die mogelijke ontmoeting, dat andere idee of die andere mogelijke werkelijkheid in een digitale dode hoek verdwijnt.

73_vanheuven_ottawa.jpgIn de inmiddels al wat oudere voorstelling Pleinvrees (2013) van Lotte van den Berg vormen de bezoekers ook een clan en is het podium een parochiale ruimte. De bezoeker heeft een telefoonnummer gekregen. Hij belt het nummer op een specifiek plein en kan daarop de monoloog van een man horen. Marien Jongewaard speelt die man op het plein en alleen wij – de bezoeker-bellers die elkaar onderling herkennen aan hun telefoon en aan hun op Jongewaard gerichte blik – weten dat hij een acteur is die een rol speelt van een eenzame man die op het plein zoekt naar een nieuwe gemeenschap. Maar die door de argeloze voorbijgangers toch vooral als eng of raar wordt gezien.

Ook in _Pleinvrees _vindt een hertovering van de publieke ruimte plaats met behulp van een technisch gecreëerde parochiale ruimte. Anders dan bij Pokémon Go is die hertovering niet enkel voor de parochie beschikbaar. Marien Jongewaard is ook te zien en te horen voor de toevallige voorbijgangers. De ‘andere’ stem in de publieke ruimte ontwent, negeren die hem vooral. Er gebeurde met ‘Pleinvrees’ dus iets dubbels. Niet alleen werd de publieke ruimte geclaimd voor een stem die we er niet meer horen, via het parochiale domein kreeg die gebeurtenis voor de theaterbezoeker extra betekenis. Hij zag met eigen ogen hoe zwaar afwijkende stemmen het in de publieke ruimte hebben, maar kon dat alleen doen, juist omdat hij bij een verborgen clan van toeschouwers hoorde.

Wat kunnen de digitale mogelijkheden voor een hernieuwde publieke ruimte dan wel niet zijn als kunstenaars er zich tegenaan zouden bemoeien?

_Pleinvrees _was een veelgevraagde voorstelling, maar was uiteraard bij lange na niet zo’n succes als Pokémon Go. Toch geeft de voorstelling aan – en er zijn nog veel meer interactieve interventies in de openbare ruimte te bedenken, zoals bij Dries Verhoeven, Benjamin Verdonck en anderen – dat een enorme kracht ligt in het claimen van de publieke ruimte om de grenzen tussen privaat, parochiaal en publiek te bevragen en ze wellicht terug te claimen op het private.

De techniek kan daar, als gezegd, een belangrijke rol in spelen. Pokémon Go laat zien hoe een bedrijf met relatief beperkte middelen miljoenen mensen een tijdelijke gemeenschap in de publieke ruimte laat vormen die publieke ruimte tot een utopische speeltuin fantaseert. Wat kunnen de digitale mogelijkheden voor een hernieuwde publieke ruimte dan wel niet zijn als kunstenaars er zich tegenaan zouden bemoeien? De interesse van het publiek in publieke hertovering is er in ieder geval.

Robbert van Heuven is theaterjournalist en dramaturg.