Wat is er zo kak aan muzak?

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Naarmate ons openbare leven zich meer en meer afspeelt in restaurants, winkelcentra, kantoorcomplexen, luchthavens, hotellobby's en pretparken, gaan achtergrondmuziek en easy listening ons sociaal-culturele dieet steeds sterker bepalen. Achtergrondmuziek is overal: brunch-barok verfijnt onze smaakpapillen, losjes georkestreerde popmuziek begeleidt onze shopping sprees, pianorecitals stellen ons gerust in de wachtrij, en kunstmatige natuurgeluiden doen de grenzen tussen onze woonkamer en de buitenwereld vervagen. Waarom heeft iedereen dan zo'n lak aan muzak?

Achtergrondmuziek is muziek die fungeert als decor, waarbij dat decor wel onopvallend genoeg moet blijven om het gebeuren niet zelf uit het middelpunt te verdrijven. Het roept een beeld op, maar je neemt het niet actief waar. Zo luidt ook de technische beschrijving van achtergrondmuziek volgens de Muzak Corporation: 'Factoren die de aandacht afleiden — tempoverandering, luide blazers, vocalen — worden geëlimineerd. Orkesten met violen predomineren. De tonen versmelten met en sluiten aan bij de omgeving, zoals een correct kleurenboeket in een ruimte dat ook doet.'

Achtergrondmuziek of muzak wordt dus zo gearrangeerd dat enkel nog resten van het oorspronkelijke werk overblijven, geschikt voor oppervlakkige, zelfgenoegzame registratie. Het gaat hier niet over een kunstuiting om echt voor te gaan zitten, veeleer om een omgeving waarin geleefd wordt, een klanklandschap om te ervaren. Zo wordt muzak een karikatuur van 'echte' muziek, maar dan veel reëler: ze verstoort onze bezigheden niet, ze is er. Zoals dierentuinen getemde, vormgegeven werelden zijn — bedoeld om de bezoekers op een kunstmatige manier een wildervaring te schenken — zo wil achtergrondmuziek een soort muziek zijn zonder alle problemen, uitdagingen en eisen die inherent zijn aan het medium.

Zo luidt althans de algemene mening over muzak. Opper de woorden 'achtergrondmuziek', 'easy listening' of 'eigentijds instrumentaal' en muziekliefhebbers zullen deze genres kokhalzend veroordelen als kil, ranzig, onmenselijk, goedkoop of 'akoestische terreur'. Op zich is dat vreemd, omdat dit soort geluidstapijten toch een zeer prominente rol in ons dagelijkse leven innemen. En vooral, omdat ze er net op gecomponeerd zijn om ons leven aangenamer te maken. Muzak is namelijk gewoon het resultaat van neuro-musicologische onderzoeken waaruit blijkt dat het leven beter, rijker en boeiender kan worden met de juiste ontspannende melodie. Het is wiskunde voor de ziel, bedoeld om onze gedachten en ervaringen te ordenen en in al zijn ruimtelijke transparantie suggesties op te roepen van een aantrekkelijker heden. Zo vervolgt de Muzak Corporation immers zijn beschrijving van achtergrondmuziek: 'De ritmes, die de werker onbewust bereiken, creëren een gevoel van welbehagen en elimineren spanningen.'Muzak is glijmiddel.

Is het dat wat ons zo allergisch doet reageren: dat deze 'muziek' geen eigen autonomie heeft, maar zowat samenvalt met haar functie? Ze doet de klant consumeren, maakt een hamburger smakelijker, ontspant de patiënt in de wachtkamer en helpt de arbeider efficiënter zijn taken uit te voeren. Achtergrondmuziek maakt van een individu een meegaand sociaal subject: minder 'wakker', dus minder kritisch. Ze lijkt in niets meer op muziek, maar is een gebruiksvoorwerp geworden.

Nieuw is dat nochtans niet. Functionele achtergrondmuziek plaagt of behaagt de mens al van in de klassieke tijden. Orpheus beroerde zijn lier om de argonauten tijdens hun queeste de nodige motivatie te blijven geven en blokkeerde zo de giftige koren van de Sirenes. Hermes musiceerde Argus met een fluitpartij in slaap. Zo had je ook de windharp: door de Grieken ingezet voor luchtige, zachte, rustgevende geluiden. In de middeleeuwen waren het ellenlange gregoriaanse gezangen die als tranquillizer dienden voor de monniken. Via de heiligen daalde bovenwereldlijke muziek neer op de aarde. Zij speelden en zongen hun polyfone muziek ook buiten het klooster, om het leven van de boeren te veraangenamen. Of in de kerk, waar stemmingsmuziek van het oksaal gestrooid werd om verhitte aanbidders te kalmeren onder de dienst. En veel van wat we nu met ontzag klassieke muziek noemen, diende in vroegere tijden net zo goed als achtergrondmuziek, voor het aristocratische sociale leven. Edelen onderhielden strijkkwartetten alsof het een stal met paarden betrof. Muziek was voor hen hoogstens een edel tijdverdrijf en een bewonderenswaardige vaardigheid: meestal diende het louter tot vrolijk vermaak bij allerlei bezigheden. Het gegeven van gewijde stilte en onvoorwaardelijke aandacht voor muziekvertolkers is dus van relatief recente datum.

En tegenwoordig? Hoe functioneert muziek vandaag? De belangrijkste artistieke functie van hedendaagse westerse muziek is het symboliseren van gevoelens, stemmingen en andere mentale processen door het structureren van geluid. Door tonen te ordenen en tussen deze elementen relaties tot stand te brengen, is het mogelijk om bij de luisteraar emoties op te roepen. Muziek geeft een authentiek gevoel, hoewel ze eigenlijk niet meer dan een representatie van dat gevoelis, een symbool. Een symbool geworden muziekstuk volgt dezelfde 'beweging' als het gevoel dat wordt verbeeld: via patronen van spanning en ontspanning, kalmte, opwinding, herhaling, dissonantie, harmonie, samenhang of plotse verandering. Zo is muziek bij uitstek geschikt om het tijdelijke, vluchtige karakter van een emotie weer te geven. Hóór je dat nagebootste gevoel, dan krijg je het ook — in zogezegd authentieke vorm. Zo is muziek in staat om de luisteraar blij of gedeprimeerd te maken.

Achtergrondmuziek bespeelt ons gevoel op net dezelfde manier, maar doet dat binnen een totaal verschillend kader: tijdens de kantooruren, in de avondspits, onder de boodschappen. In een context dus waar je niet bewust voor muziek gekozen hebt, zoals dat op een concert of thuis bij een cd'tje wél gebeurt. Er gelden andere wetten, onderhevig aan de specifiek westerse organisatie van publieke en professionele ruimtes. Dáár ligt het probleem: onze maatschappij slaat het gevoelsleven buiten de private of semi-private sfeer niet erg hoog aan. Terwijl het boven alle twijfel verheven is dat elk creatief denken — evenals elke andere scheppende activiteit — onverbrekelijk met het gevoel verbonden is, wordt het najagen van een al te actief gevoelsleven dringend afgeraden, als zijnde niet-praktisch. 'Emotioneel' is synoniem geworden met onevenwichtig of zelfs geestelijk ongezond. De belangrijkste collectieve richtingaanwijzers zijn nut en functionaliteit.

Muzak combineert de twee, daarom blijf je ze overal horen. Ze speelt in op onze emotionele onderlaag die — waar dan ook — niet te negeren valt, maar koppelt die los van het intellect. Net daarin is achtergrondmuziek tegelijk zo functioneel. Ze schenkt je een onbewuste feel good mood, terwijl je gewoon kan doorgaan met je mentale bezigheden. Boodschappen doen, bijvoorbeeld, en daarbij je jachtigheid kunnen vergeten. Dat is misschien wel de grootste kracht van muzak: ze trakteert op de rustgevende illusie van vertraagde tijd. Dat is niet onschuldig, want het moet vooral de verkoop bevorderen. Maar je kan het ook breder zien. Muzak vormt de ontbrekende schakel tussen ons innerlijk leven en de wereld die ons omringt, als een alchemistische fusie tussen de geest en de objecten daarbuiten.

Dat daar — wat de criticasters ook beweren — een verborgen potentie in schuilt, merk je aan de sterke tendens binnen reguliere muziek naar weer meer functionaliteit. Meer zelfs: voor nieuwe muziek lijkt functionaliteit opnieuw de belangrijkste definiërende factor te worden. Easy listening en stemmingsmuziek hadden we al, met hun wensdroom om het openbare leven te ontvluchten en een privé-paradijs te creëren. Maar ik heb het hier over meer moderne varianten. Zij wisselen de notie van een muziek die verdooft, hypnotiseert en tot consumentisme aanzet, voor meer subversieve doeleinden. Want zoals iedere vorm van macht en controle gehackt en tegen zichzelf gebruikt kan worden, zo gebeurt dat vandaag ook met muzak. Nieuwe functionele muziek creëert nog steeds geluidsomgevingen, maar zet daarmee aan tot hedonisme, dingt naar kosmische contemplatie of gebruikt humor om ons kritisch over de wereld te laten nadenken.

Een interessant voorbeeld is het geluidscollectief Vance Orchestra. Het maakt bewust gebruik van materiaal dat onder andere omstandigheden enkel als ruis en achtergrondgeluid ervaren zou worden: jengelende transistorradio's, bekraste kringloopwinkelplaten, afgedankte platenspelers en versterkende contactmicrofonen op tafels, ballonnen of vellen papier. Het wordt allemaal gerecycleerd in een geslaagde poging om de grenzen van muziek te herdefiniëren en te bouwen aan een gedemocratiseerde muzieksoort van muzikanten die niet langer noodzakelijk muzikaal geschoold zijn.

De veelal geïmproviseerde opvoeringen van dit soort performers werken ook om andere redenen politiek. Ze brengen de luisteraar in verwarring door de grenzen tussen voor- en achtergrond te doen vervagen, alsof je een toneelstuk opgevoerd ziet waarin de figuranten belangrijker zijn dan de hoofdrolspelers. Vloeiende, richtingloze, ongestructureerde muziek maakt je bewust van de speelse chaos die je omringt. Dat is het tegendeel van in slaap wiegen. Vance Orchestra gebruikt muziek en geluid om het ondoordringbare woud van dagelijkse indrukken te decoderen en te deconstrueren.

Daarnaast zijn er steeds meer jonge, experimentele muzikanten die muziekstukken creëren waarmee ze de transparantie van water proberen te vatten, door atmosferen op te roepen die chaos en geluidsvervuiling juist buitensluiten. Ze verkiezen vormgegeven rust: sonische microkosmossen en synthetische wildernissen van citaten en digitale sound snapshots. Impressies gaan boven structuren. Daarbij leggen deze nieuwe, functionele muzikanten zichzelf graag allerlei beperkingen op. In hun urbane laboratoria experimenteren ze met tijdsduur en herhaling, met fysiologische effecten op de luisteraar en met strikte keuzes in gebruikte technologie en geluidspalet. Al deze technieken en stijlmiddelen ter evocatie van imaginaire landschappen hebben één groot doel. Ze moeten de luisteraar ontkoppelen van de consensusrealiteit. Hem doen ontwaken in zijn eigen werkelijkheid.

De grenzen tussen achtergrondmuziek en meer artistieke stijlen zijn dus erg dunnetjes. Of op welke criteria zouden muzak-haters zich baseren om wél te houden van al haar moderne varianten: ambient, deep listening, ambient techno, elektronica, new age, sound design, postindustriële ambient, spacemuziek, ambient dub, chill-out, licht klassiek, music concrete, sonische sculpturen, minimale muziek, plunderphonics (om er maar een paar te noemen)? We moeten gewoon aanvaarden dat muzak, met haar complexe gelaagdheid, haar paradoxen en haar kunst en kitsch, alomtegenwoordig is. Zie het als een noodzakelijke sociale therapie. Of waag er eens een dansje op, op al die riedeltjes uit onzichtbare luidsprekers. Het zou het leven zoveel plezanter maken: op het perron, bij de dokter of tussen de rekken van de supermarkt. See you there!

bibliografie

Joseph Lanza, Elevator music: a surreal history of muzak, easy-listening, and other moodsong, New York: Picador, 1994

Richard Meltzer, The aesthetics of rock, New York: Something else, 1970

Vance Packard, The hidden persuaders, New York: Pocket books, 1957

R.J.Stewart, Music and the elemental psyche, Wellingborough: Aquarian press, 1987

David Toop, Ocean of sound: aether talk, ambient sound and imaginary worlds, Londen: Serpent's tail, 1995

geselecteerde discografie

The Mystic Moods Orchestra, One stormy night

Martin Denny, Quiet village

101 Strings, A romantic mood for dining & dreaming

Henri René, Music for the weaker sex

Frank Pourcel, Beautiful obsession

James Last, Hair

Enoch Light, Persuasive percussion

Jackie Gleason, Music to make you misty

Ferrante & Teicher, The keys to her apartment

Brian Eno, Apollo (atmospheres & soundtracks)

Vance Orchestra, Mellow moods, immortal moments

Scanner, Mass observation

Experimental Audio Research, Beyond the pale

Johann Johannsson, Virthulegu forsetar

Thomas Köner, Kaamos

Biosphere, Cirque

Throbbing Gristle, In the shadow of the sun

Fennesz, Venice

Hazard, Land

Spacemen 3, Dreamweapon

Bohren & der Club of Gore, Black earth

Maëror Tri, Hypnotikum II