Vlaanderen in fictie

Door op Sat May 11 2013 13:33:41 GMT+0000

Met een dossier rond ‘Vlaanderen’ waagt dit nummer zich in het hol van de leeuw. Want over Vlaanderen spreken, anders dan over pakweg Limburg of Nederland, blijkt niet onschuldig. ‘En waarom niet België?’, zo reageerde de baas van een kunstencentrum prompt in een mail. ‘Hoor de zwarte laarzen voorbijmarcheren.’ We denken niet dat hij het over strakke motorbabes op de zeedijk had.

Gek, hoe de eigen biotoop zo’n splinterbom kan zijn. Zoiets als een onverdacht oranjegevoel, dat iedereen deelt, dat kennen we hier beneden niet. Het verdriet van Vlaanderen is dat het altijd meteen begrepen wordt als deel van een tegenstelling. Met Wallonië. Met België. Met de eigen overtuiging. Vlaanderen, kortom, is politiek. En politiek, dat begrijpen we tegenwoordig als nationalisme: Vlaanderen in de klauwen van de leeuw. Kan het zich nog anders denken?

Het is die zelfverbeelding die ons noodzakelijk leek om eens nader te belichten. Welke ficties deelt Vlaanderen over zichzelf? Waar komen ze vandaan? En in hoeverre worden ze mee uitgedragen of gecounterd door artiesten, tv-makers, architecten? Ficties hoeven niet enkel negatief te zijn. Ze kunnen ook wervend werken voor een andere werkelijkheid. Een ander Vlaanderen.

Nu kan je vinden dat Vlaanderen zo actualiseren zelf al deel is van een blinde fictie: Noord-België als entiteit op zichzelf. Maar misschien is het wel minstens zo blind om Vlaanderen met die onafhankelijkheidszucht te vereenzelvigen. Willen of niet, dit is een regio met eigen media, een eigen cultuurbeleid, een eigen taaltje. Dit is de kant van het land waar onze kinderen een ander onderwijs genieten, en nieuwkomers moeten inburgeren zoals Vlaanderen dat zelf wil. Mogen we het er even over hebben, zonder meteen die fantasie van zwarte laarzen?

Het verdriet van Vlaanderen is zijn tragische dubbelrealiteit. Politiek is de idee ‘Vlaanderen’ ingepalmd door de rechterzijde. Cultureel blijkt het voor de kunstensector bijna een taboe om het over ‘een mooier Vlaanderen’ of ‘de Vlaamse identiteit’ te hebben, tenzij in intussen perfect voorspelbare clashes met N-VA. Veel droeviger kan een regio er toch niet voor staan? Die krachten die het expliciet over Vlaanderen hebben, doen dat vanuit een weinig solidaire economische agenda. En die krachten die over de verbeelding beschikken om andere agenda’s voor te stellen, reageren meestal als door een wesp gestoken op het woord ‘Vlaams’. Het resultaat is wat het is: een splinterbom. En met splinterbommen worden gemeenschappen doorgaans vernield, niet opgebouwd. Wat helpt, is eerst uit de bekende linies te proberen raken, om zo Vlaanderen hopelijk wat beter te vatten. Precies wat dit nummer beoogt.

Van 1302 naar 2013

Waar toont Vlaanderen zijn idee over zichzelf op zijn best? Niet zozeer in het officiële discours, maar vooral in zijn populaire verbeelding. Geert Buelens graaft een paar clichés over de Vlaamse kleinkunst onderuit. Marc Holthof kraakt Code 37 als een spiegel van onze diepste angsten, en roept een Waal uit tot heer en meester over Vlaanderen: Marc Dutroux. In debat met Jan Goossens, Joachim Pohlmann en Gita Deneckere laakt Kevin Absillis de fixatie van vele andere tv-series op het arme Vlaanderen waar niemand nog in leeft. Wat zegt dat over ons? In diezelfde lijn hadden we het ook oeverloos over de ‘typisch Vlaamse succesfilm’ kunnen hebben, maar Gertjan Willems belicht een meer kosmopolitische tendens in de Vlaamse cinema. Vlaanderen is meer dan het boerengat tussen onze oren. Het is ook een internationale staat van zijn.

Kunstenaars pronken daar graag mee, met dat kosmopolitisme. Maar wil dat per definitie zeggen dat ‘bepaalde artistieke en intellectuele kringen het Vlaamse identiteitsgevoelen minimaliseren, ja zelfs ontkennen’, zoals parlementsvoorzitter Jan Peumans op de Vlaamse feestdag van 2010 beweerde? Marnix Beyen gaat met die hele conflictgeschiedenis tussen artiesten en Vlaams-nationalisten in debat, om te besluiten dat er jegens Vlaanderen geen verraad bestaat zonder liefde. Vanuit de Vlaamse landschappen van Thierry De Cordier schetst Jeroen Laureyns die identiteit bijvoorbeeld als melancholiek. Vlaanderen kent meer dan één horizon, zoals die tegenwoordig scherp wordt afgelijnd door de verkiezingen van 2014.

Daarom bezoekt Michiel Leen twee musea die van de Vlaamse identiteit hun uithangbord hebben gemaakt, waaronder eentje in Frans-Vlaanderen. Sarah Van Hoof spit boven hoe we in Vlaanderen echt denken over onze taal. En bekeken door de bril van drie artiesten van over de grenzen, blijken we niet zozeer verdoken racisten en nazi’s, maar vooral gevoelsmensen of liefhebbers van literatuur. Het kan dus: deze regio volwassen leren denken, tegelijk zelfbewust en kritisch voor het onvolgroeide.

Vlaanderen haal je niet uit de klauwen van de leeuw door ertegen te brullen, wel door hem in de ogen te kijken. Wat zien we in die spiegel van onszelf? En wat niet? Vlaanderen is een verbeelde realiteit, niet enkel een politieke ideologie. Laten we het dan maar eens voorbij die ene Belgische tegenstelling denken. Van 1302 naar 2013: reclaim Flanders’ fantasy!

P.S. Voor wie deze Vlaamse inzoom enggeestig vindt, is er online nog altijd ons dossier ‘Wallonië’, van mei 2010. Of ons vorige nummer, dat ver buiten Europa reikt.