Verzet? Bezet!

Door Melle Kromhout, op Mon Jun 15 2015 11:07:31 GMT+0000

Wie had dat nog voor mogelijk gehouden? Anderhalve maand, van 25 februari tot 11 april, bezetten studenten en docenten het Maagdenhuis, de zetel van het College van Bestuur van de Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam. Hoe dat ging? Een bezetting is geen plan dat je uitrolt. Het is een gebeurtenis. Het is verzet dat zichzelf aan de grond nagelt, maar daarom niet minder vergankelijk is. En toch is het resultaat niet min gebleken.

Een week of twee na het begin van de bezetting, in Het Maagdenhuis. In de hal speelt een jazztrio. Niet zo’n heel goed jazztrio, maar dat is niet zo erg. De sfeer is uitgelaten; her en der dansen mensen. De muren zijn volgehangen met spandoeken en er ligt een bonte verzameling manifesten, statements en flyers – afkomstig van zowel rechtlijnige anarchisten als genuanceerde onderwijsvernieuwers, zowel onvervalste utopisten als overtuigde compromiszoekers. Het is een beetje zoals ik me als kind van de jaren 1980 de sixties voorstel: enigszins naïef, maar ook vastberaden, zowel een beetje ergerlijk als heel inspirerend.

In de eerste plaats wordt deze sfeer bepaald door die kenmerkende esthetiek van protest: hanige blokletters voor grootse woorden als ‘direct democracy’, veel rood en zwart op witte spandoeken, veel zwart-wit op volle pamfletten, tussen strakke vormgeving en uitbundige graffiti. Wat je zelf in de hand houdt, hou je langer vast: dat is niet alleen de filosofie waarmee een plek wordt ingepalmd, maar ook het idee van ‘do-it-yourself’ waarmee die plek vervolgens wordt aangekleed. Het maakt van een bezetting meer dan het opeisen van een ruimte: ook de vrije expressie wordt weer toegeëigend, niet toevallig vaak met stilistische invloeden uit de sixties. De hele operatie heeft iets van overschilderen. Slogans, humor en kleur wijzen het starre efficiency-denken van het universiteitsbestuur van de hand. Een bezetting begint met woede en verontwaardiging die letterlijk de deur intrapt om van buiten naar binnen te dringen, maar al heel gauw moeten de boodschappen van binnen weer naar buiten. Zonder creatieve communicatie geen bezetting.

Een bezetting is meer dan het opeisen van een ruimte: ook de vrije expressie wordt weer toegeëigend. De hele operatie heeft iets van overschilderen

Het is een wonder dat deze prettige chaos al enkele weken aan de gang is in een land waar dit soort buitenparlementair verzet meestal door media en gezagsdragers snel de kop wordt ingedrukt. ‘Het zal mij verbazen als dit het eind van de week haalt’, heb ik mezelf ondertussen al zeker vijf keer horen zeggen.

De polderpositie gepasseerd

De onrust was enkele weken eerder begonnen met de bezetting van een ander Universiteitsgebouw, zo’n vijfhonderd meter verderop: het Bungehuis. Dit is de zetel van het faculteitsbestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, waar al enkele maanden onvrede heerste over aangekondigde grootschalige bezuinigingen. Een groep studenten en een enkele docent die zich De Nieuwe Universiteit noemde, had zich in het gebouw ingesloten en de deuren gebarricadeerd. Dat leek aanvankelijk weinig weerklank te vinden: niet binnen de faculteit, maar al helemaal niet bij andere faculteiten. Mijn eigen indruk was dat een groep linkse activisten spreekwoordelijk een deur was opgeschoven uit het naastgelegen beroemde kraakpand ‘Vrankrijk’. Niets op tegen, maar hoe zou zo’n groep op brede steun vanuit de universitaire gemeenschap kunnen rekenen? Om een vuist te kunnen maken, moeten toch ook de harten van de meer gematigden veroverd worden? Verzet is geen verzet zonder genoeg mensen die er zich in herkennen en het mee uitdragen. Maar ik had buiten de vastberadenheid van de bezetters gerekend. En buiten het gebrek aan tact van het College van Bestuur van de UvA.

Na publicatie van een eerste, nogal incoherente lijst bracht De Nieuwe Universiteit haar eisen terug tot een stuk of zes kernachtige punten: democratisering en decentralisering, een wijziging in de interne verdeling van gelden, het stopzetten van diverse reorganisaties, betere carrièreperspectieven voor personeel en een stop op vastgoedspeculatie. Er volgde anderhalve week van getouwtrek, discussie, overleg en onderhandeling. Sommige studenten en medewerkers waren verheugd dat er eindelijk stevige acties waren gekomen, anderen boos omdat onderzoekers belemmerd werden in hun werk. Zelf behield ik in eerste instantie nogal krampachtig de ultieme polderpositie: enerzijds, anderzijds, ja maar, mits… Het omslagpunt volgde toen het Universiteitsbestuur de bezetters via een kortgeding sommeerde om het pand te verlaten, op straffe van een dwangsom van 100.000 euro per bezetter per dag. Daarmee was het hek van de dam: een solidariteitspetitie werd getekend door enkele honderden medewerkers en de onvermijdelijke ontruiming volgde enkele dagen later. Na een demonstratie van zo’n 2000 man werd de dag na die ontruiming, min of meer toevallig, de deur van Het Maagdenhuis geforceerd: de tweede bezetting op rij was een feit.

Nu zaten de bezetters in het hart van de universiteit. Het protest was de marge ontstegen, een aanvankelijk lokaal incident groeide uit tot landelijke discussie. Naast De Nieuwe Universiteit vormde zich bovendien een parallelle protestbeweging van docenten en medewerkers, die zich, naar aanleiding van een gelukkig gekozen hashtag, ReThink UvA noemde. Via Facebook en een interne mailinglijst was de beweging al snel enkele honderden leden sterk. Er werden werkgroepen gevormd en regelmatige vergaderingen gehouden in de hal van het Maagdenhuis.

67_Kromhout_Het Maagdenhuis bezet © NRC.jpg

De kop van de hydra

Dit is de grote kracht van bezetting: de combinatie van duur en fysieke aanwezigheid. Er is voortdurend contact en plek voor uitgebreid debat. Waar betogingen het voornamelijk moeten hebben van de kracht van het getal, de grootse symboliek van de eenmalige ontmoeting, spelen bezettingen op het interne gesprek, op de voortdurende vorming van de geest. Maar in die wervende kracht door de tijd is ze natuurlijk ook minder controleerbaar. Men wordt moe, de aandacht van de buitenwereld verslapt en hoe groter een protest wordt, hoe ingewikkelder ook de coördinatie. Er waren nu verschillende groepen, met elk gematigder en meer fanatieke subdivisies. Er waren veel gemeenschappelijke belangen, maar ook tegenstrijdige ideeën. Er was veel enthousiasme, maar ook veel onduidelijkheid. Er werd her en der dubbel werk gedaan en andere dingen gebeurden juist niet. Het was al met al erg opwindend, maar niet altijd even overzichtelijk.

Dit is de grote kracht van bezetting: de combinatie van duur en fysieke aanwezigheid

Niettemin werd er onderhandeld en voorzichtige progressie geboekt. Met een enigszins besmuikt en niet altijd even transparant verwoord ‘elfpuntenplan’ kwam het College van Bestuur aan een deel van de gestelde eisen tegemoet. Bovendien werd er beloofd dat twee onafhankelijke commissies het financieel beleid van de universiteit en de mogelijkheden tot grotere democratisering en decentralisering zouden gaan onderzoeken. Wat er van dit alles terecht gaat komen, zullen we de komende maanden merken, maar dat ook deze tweede bezetting toch moest eindigen met een ontruiming door de politie, was in het licht van deze voorzichtige vooruitgang des te tragischer. De details zijn eigenlijk te stompzinnig om uitgebreid te beschrijven (het valt bovendien allemaal online te lezen), maar het komt erop neer dat het College van Bestuur na enkele laatste, nogal chaotische en verwarrende dagen van onderhandeling en groeiend wederzijds wantrouwen toch tot ontruiming besloot, ook al hadden de bezetters reeds aangekondigd nog geen achtenveertig uur later vrijwillig te zullen vertrekken. Het kostte niet alleen de bezetting, maar ook de toch al hevig onder vuur liggende bestuursvoorzitter Louis Gunning definitief de kop.

Was dit vertrek van Gunning een zoenoffer van het universiteitsbestuur om straks stilletjes terug te kunnen keren naar business as usual? Waarna deze onrustige episode de boeken in gaat als een laatste stuiptrekking van de oude universiteit? Of is met de ontruiming en het vertrek van Gunning slechts de kop van de hydra afgeslagen en groeien er straks gewoon twee koppen terug? ‘Screw us and we multiply’, zo luidde de tekst op een van de meest tot de verbeelding sprekende spandoeken in het bezette Maagdenhuis. Eén ding is vooralsnog duidelijk: De Nieuwe Universiteit en ReThink UvA zijn niet verdwenen, maar vastbesloten de bestuurders aan de gedane toezeggingen te houden. Ze willen de druk voor verandering blijven opvoeren. Inmiddels roeren zusterorganisaties zich ook op verschillende andere Nederlandse universiteiten en zijn er plannen om gezamenlijk een landelijke tak van de ReThink-beweging op te richten. Het broeit dus nog steeds.

Praat voor de waak

Dat is een effect dat reguliere media en andere machten vaak onderschatten. Ze zijn zo afhankelijk van de sensatie en de politieke dimensie van een bezetting, dat ze weinig tot geen oog hebben voor de impact van de interne gesprekken, voor wat er gebeurt buiten het zicht van de camera of voorbij de lengte van de politieknuppel. Het verzet verdwijnt niet wanneer de bezetting is beëindigd. Onder de radar van de media, op bijeenkomsten in universiteitszaaltjes en cafés, tijdens lunchpauzes en stafvergaderingen, sluimert het verzet onverminderd door. En intussen verhuist de zo belangrijke esthetische kracht naar internet, de grootste en meest continue bezetting van deze tijd. Daar blijven foto’s, filmpjes en andere getuigenissen de geesten potentieel ten allen tijde bezetten. En ook daar gaan de debatten, via email en sociale media, alsmaar door. Sinds het bestaan van internet valt het symbool van een bezetting, hoe efemeer ook, onmogelijk te ontruimen.

Het verzet verdwijnt niet wanneer de bezetting is beëindigd

Maar de meest concrete, zij het kwetsbare winst ligt mijns inziens vooralsnog ergens anders. De negen weken van protest aan de UvA kusten een gevoel wakker dat in Nederland al jaren onder een verstikkende deken van neoliberaal beleid begraven leek: het gevoel dat verzet mogelijk is en dat protest gehoord kan worden. Voor het eerst in lange tijd had een significante groep studenten en academisch medewerkers – van promovendi tot professoren – weer het idee gehoord te kunnen worden. Het was een broodnodige uitlaatklep voor jarenlange frustraties over efficiëntie stimulerende, kosten besparende, processen regulerende, rendement bevorderende maatregelen, die tot weinig meer leiden dan een alsmaar groeiende papierwinkel. Dit waren ontwikkelingen waarvan velen inmiddels stilzwijgend hadden geaccepteerd dat ze niet meer aan de kaak gesteld konden worden, omdat ze zo waren verbonden met het wezen van onze maatschappij dat ze boven elke substantiële kritiek verheven leken.

67_Kromhout_Het Maagdenhuis bezet2 © NRC.jpg

De bezettingen aan de UvA boden echter wekenlang een platform en een kritische massa die groot en zichtbaar genoeg waren om herhaaldelijk en met luide stem te verkondigen dat het anders moet, dat verandering onontbeerlijk is. Zonder de bittere noodzaak van daadwerkelijke concrete resultaten te bagatelliseren, wil ik vooral deze intrinsieke waarde van het protest onderstrepen: het belang van het feit dat er op zijn minst_werd_ gepraat en werd gediscussieerd. Binnen en buiten de universiteit, in kranten en bij koffieautomaten, voerden burgers, politici en studenten wekenlang debatten over hoe het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek in Nederland ingericht zouden moeten worden.

Er waren uiteraard stevige tegengeluiden: sommigen waren het fundamenteel oneens met de protestanten, anderen prezen de doelen, maar keurden de middelen af. Die tegengeluiden zijn, zeker in de academische wereld, noodzakelijk om de discussie scherp en open te houden en niet alleen de gestelde oplossingen van één groep betrokkenen te omarmen. Het is dus legitiem om het middel van bezetting of de toon van de bezetters af te keuren, maar er valt moeilijk te ontkennen dat zij in dit geval de enige middelen zijn gebleken die de zaak op scherp konden zetten. Weken, maanden, jaren van intern overleg, medezeggenschap en Nederlands polderen leverden in de ogen van zeer velen bar weinig op.

Zonder de protesten was de machine onverstoord doorgedenderd. Het valt nog te bezien of dat op de lange termijn niet hoe dan ook het geval zal blijken te zijn, maar het is op zijn minst duidelijk geworden dat de tegenkrachten nog altijd gemobiliseerd kunnen worden. Hoe bescheiden ook, dat alleen is al winst.

Melle Kromhout is musicoloog en promovendus aan de Universiteit van Amsterdam.