Van uw vrienden moet ik het hebben

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Ook ik word graag serieus genomen. Net als Patricia de Martelaere. Zij is lelijk in haar gat gebeten door professor Hugo Brems. En terecht. Laatst deed ze zijn boekje open, Altijd weer vogelen die zich in__nesten werken, een nieuwe geschiedenis van onze naoorlogse Nederlandse literatuur tot op heden. Sindsdien is de term 'naoorlogs' (eindelijk!) niet meer van toepassing.

Zodra de Martelaere merkte dat zij uit de geschiedenis was geweerd, bond zij haar kat immers de bel aan. In Knack verklaarde ze dat Brems haar - in tegenstelling tot wat iedereen dacht - niet om literaire maar om amoureuze redenen uit zijn geschiedenis had geschrapt. Brems zou kwaad zijn, als ik het goed heb begrepen, omdat De Martelaere hem in haar allerlaatste boek, Het onverwachte antwoord, wel gedetailleerd maar niet met naam en toenaam als haar eertijdse minnaar heeft beschreven. Dan doet een mens al eens een inspanning, moet Brems hebben geredeneerd. Dat feit dateert weliswaar van een tijd geleden, toen hij en De Martelaere nog in de redactie van het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort zetelden, maar hij is er nog altijd niet van bekomen, zo blijkt nu. Ongelijk kan ik hem niet geven. Als criticus van de kunst als fenomeen weet ik immers maar al te goed hoe moeilijk het is om in ruil voor een positieve bespreking een mooi portret of een plaatsje in het werk van een kunstenaar te bekomen.

Binnen de redactie van rekto:verso lijkt alleen Wouter Hillaert in dat verband goed bezig, zoals blijkt uit het beeld dat van hem wordt opgehangen in de re:spons van het theatergenootschap Abbatoir Fermé — waarom toch altijd in het Frans, zijn wij daarvoor indertijd Leuven Vlaams gaan roepen? Wat dat betreft moet hier trouwens worden opgemerkt dat de redactie er om persoonlijke redenen van afziet om het Recht van Antwoord van Gust De Meyer en de groep rond het tijdschrift Heibel te publiceren. Hun teksten zijn wel vlot geschreven, zoals iedereen kan denken, maar inhoudelijk vindt de redactie hun teksten te weinig flatterend. 'Eerder flatulerend' wordt in de wandelgang wel eens gezegd, maar dat dan terzijde.

Het blijft immers vreemd dat Brems wel twee romans van Saskia De Coster in zijn geschiedenis heeft opgenomen, hoewel die alleen al in haar titelkeuze Vrije val, Jeuk en (nu ook) Eeuwige roem op de affaire-de Martelaere zinnespeelt. Daarmee suggereer ik niet dat De Coster als huidig redactielid van DW&B plezier in het lot van haar voorgangster schaapt, laat staan dat in Brems' geschiedenis ook nog een andere geschiedenis meespeelt, maar 'het ijskonijn in fuckme-botjes' (zoals ze sinds De slimste mens en op de website van Lux XL heet) is ook niet te onderschatten. Waarom wordt ze anders om de haverklap op werkverblijf naar het buitenland gestuurd (New York en Amsterdam), terwijl ze in de praktijk toch over haar eigen, zonder meer fantastische binnenland blijft schrijven? Zou het kunnen, vraagt de recht- en voor alles open staande criticus in mij, dat in dat binnenland iemand rondloopt die haar romans en haar aanwezigheid in de media stilaan als bedreigend ervaart? In ieder geval — en dat is mijn punt — zou DW&B er goed aan doen om zijn interne netwerk eens helemaal bloot te leggen voor de gewone man, kwestie van al die vuile prietpraat tegen te houden.
Bij Knack zullen ze dan misschien wel om cultureel nieuws verlegen zitten, maar de hele jaargang van 2007 zou dan toch maar mooi met een wip zijn gevuld, met thema's die iedereen aanspreken.

Wat dat betreft, het optimaal blootleggen én aanspreken van het eigen netwerk, mag de hele sector trouwens eens een voorbeeld nemen aan 'het grote bühnebeest' uit Gent, Guido Lauwaert. Onder het motto 'van uw vrienden moet ik het hebben' blijft die eeuwige jongeling mij inspireren, ook al is hij intussen al enige jaren aanbeland in de winter van zijn discontent. Ook nu weer was het mooi om zien hoe hij erin slaagde om hét evenement van het literaire voorjaar, Zogezegd in Gent, middels één enkel interview met Marijke Libert in De Morgen ('Zoals u worden artiesten niet meer gemaakt. Dat brandende vuur, die identiteit en contestatie') even helemaal rond hem te doen draaien. Terwijl iedereen de mond vol had over de zogezegde comeback van Shakespeare-vertaler Willy Courteaux, bleek het plots over de terugkeer van Guido Lauwaert te gaan ('Er is appreciatie, na het gewroet'). Heeft Guido het daarvoor nodig om op de zogezegde affiche te staan? Hoegenaamd niet. En dat, beste lezer, is grote kunst. Van het kleine iets groots maken — zoals alle artikels hier weer bewijzen, want puur qua kunst was het echt niet veel soeps. Patricia de Martelaere heeft dat nooit begrepen.

Ervé De Patser, Netwerkman

Contact mag echt altijd via: netwerkman@hotmail.com