Valentijn

Door Paul Mennes, op Sat Mar 17 2012 08:02:28 GMT+0000

Hij zat alleen aan een tafel en verbaasde zich over de foeilelijke versieringen aan de muren. Overal hingen harten in roze en rood. Hij rookte niet omdat roken al lang niet meer mocht in restaurants. Hij staarde naar de rozen op de tafel. ‘Wat een absurde dingen zijn dat eigenlijk’, dacht hij.

Zij wandelde naar de tafel. Zonder hem te groeten zei ze: ‘Mijn moeder leerde me dat vrouwen die op tijd komen een wanhopige of goedkope indruk maken. Ze drukte me op het hart altijd overal minstens een kwartier later dan afgesproken aan te komen. Maar dat was in háártijd. Ik denk dat vrouwen ondertussen maar beter een half uur te laat kunnen aankomen. Denk jij dat ik wanhopig of goedkoop ben?’

‘Nee’, zei hij. ‘Ik denk dat je grote borsten hebt.’

Er verscheen een geroutineerde glimlach om haar mond. De ober kwam langs met de kaart. Zij zei onmiddellijk dat ze het duurste gerecht wou, het duurste voorgerecht en de duurste wijn. Geen cava. Beslist geen cava.

‘Je moet weten,’ zei ze, ‘dat ik op zoek ben naar iemand die geschikt genetisch materiaal kan leveren. Ik wil een kind en ik ben niet van plan het in armoede op te voeden. Hoeveel een man wil spenderen tijdens een romantisch etentje, is meestal een goede indicatie van zijn financiële toestand. Rijke man is gelijk aan comfortabel leven is gelijk aan beter voor mijn kind en mezelf.’

Hij knikte en hoopte dat ze niet de hele avond zou praten. Of dat ze soms iets interessants zou zeggen, iets over auto’s bijvoorbeeld. Eigenlijk had hij een hekel aan romantisch tafelen, vooral op Sint-Valentijn. Maar het hoorde er nu eenmaal bij. Als je met grote borsten aan de slag wou, moest je de rest erbij nemen. Vrouwen stonden op dat soort flauwe kul. Hij had het al lang geaccepteerd. Net zoals zij al lang geaccepteerd had dat mannen niet luisterden.

Ze nipte van haar champagne. ‘Waar denk je aan?’, vroeg ze.

‘Ik denk aan hoe het zou zijn om mijn lul tussen je borsten te leggen en dan op en neer te rijden tot ik klaarkom. Denk je dat er vanavond nog iets van neuken in huis komt?’

‘Ik zeg niet ja of nee’, zei ze toonloos. Er klonk stroperige muziek met veel gekreun en gezucht. ‘Het hangt af van mijn stemming, het eten, of je schoenen bij je broeksriem passen, met welke auto je me straks naar huis brengt.’ Ze hoopte dat het woord ‘auto’ zijn aandacht zou kunnen vasthouden, maar hij zat te staren naar de borsten van een vrouw aan een andere tafel. ‘Je ziet er gezond en geestelijk evenwichtig uit’, ging ze verder. ‘Je hebt goede tanden en een zuivere huid. Ik ben niet kapot van je haar en de kleur van je ogen, maar daar kunnen we wel iets aan veranderen bij het kind als het er eenmaal is. Wil je trouwen?’

‘Nee, ik wil neuken.’ Er viel een stilte. Aan het tafeltje naast hen was een ander koppel tot een overeenkomst gekomen. Een ring veranderde van eigenaar.

‘Ik weet dat je wilt neuken’, zei ze. ‘Maar daar komt niets van in huis zonder een degelijk contract. Kop op. Het duurt maar drie jaar.’ De ober kwam met een bord van iets op een bedje van iets anders.

‘Drie jaar?’ Er klonk paniek in zijn stem. Ze was blij dat er toch iets was doorgedrongen.

‘Het is wetenschappelijk bewezen. Bij zowat alle diersoorten blijven de ouders van een jong samen tot het oud genoeg is om te overleven zonder noemenswaardige hulp. Bij mensen duurt het jammer genoeg veel langer. En je bent eigenlijk nooit zeker of de jongen zullen overleven. Maar je moet ergens een grens trekken, nietwaar. We moeten praktisch zijn in die dingen. Na drie jaar willen mannen weg. Altijd. En een scheiding na drie jaar huwelijk is correct. Kijk er de statistieken maar op na: trouwen, huis kopen, kind nemen, scheiden, klaar. En daarna beginnen we allebei opnieuw met andere partners. Zo blijft de menselijke soort bestaan. Leve de alimentatie, zoals mijn moeder altijd zei.’

Hij staarde naar de rozen tussen hen in. ‘Dat is waar,’  zei hij, ‘drie jaar met dezelfde borsten is lang.’

‘En het is beter zo, geloof me. Wanneer het eerste kind er is, zal ik zelfs niet meer de moeite kunnen opbrengen om te doen alsof ik van je hou. Dan komt het kind op de eerste plaats, dan ikzelf en dan mijn schoenen. Jij wordt iets dat het kind en ik tolereren zolang je maar elke dag weg bent.’

‘Dat spreekt. Denk je dat je borsten zullen uitzakken met de leeftijd?’

‘Onvermijdelijk. Mijn moeder struikelt zowat over haar borsten. Het is de zwaartekracht. Je kan veel doen met geld, maar uiteindelijk wint de zwaartekracht het altijd. Maar dat zal niet tussen dit en drie jaar gebeuren, maak je geen zorgen. What you see is what you get.

Dan kwam de ober langs met een fles rode wijn. Hij liet de man proeven en glimlachte naar de vrouw. Ze staarde hem ijskoud aan. De ober was blij dat hij zich al lang niet meer met liefde, romantiek, Sint-Valentijn en dat soort onzin bezighield.

Paul Mennes was jarenlang filosofiedocent voor hij romanschrijver werd. Zijn laatste roman verscheen in 2010: Het konijn op de maan (Nijgh & Van Ditmar)