Tussen de mazen van het vangnet: cultuurwerkers getuigen

Door Wouter Hillaert, op Wed Apr 15 2020 10:00:00 GMT+0000

Tijdelijke werkloosheid, hinderpremie, overbruggingsrecht, compensatiepremie, uitstel van betaling: met allerlei steunmaatregelen doen de federale en Vlaamse overheid er alles aan om de sociale en financiële schade van de lockdown minimaal op te vangen. Toch vallen er in de cultuursector nog meerdere profielen tussen de mazen. Hier twintig getuigen, ergens tussen paniek en elementaire veerkracht.

Val je zelf ook tussen de mazen van de steunmaatregelen? Getuig onderaan het artikel via de knop ‘reageer’.

Van circusartiesten tot violisten, technici tot theatermakers, jazz tot televisie, commercieel tot gesubsidieerd: het minste wat je kan zeggen is dat de corona-crisis niet discrimineert. De vele afgekondigde steunmaatregelen voor individuen, organisaties en ondernemingen die financieel lijden onder de lockdown, blijken dat jammer genoeg wel nog te doen.

Vooral bij cultuurwerkers die werken met kortlopende contracten via SBK’s (Sociale Bureaus voor Kunstenaars zoals Amplo, Tentoo of Smart), hoor je nog veel onrustwekkende verhalen. Volgens een analyse op de 800 getuigenissen die binnenliepen bij het meldpunt van kunstenaarsplatform State of the Arts (SOTA), zou het deel van deze groep zonder ‘kunstenaarsstatuut’ 10 tot 15% van alle cultuurwerkers uitmaken.

Het minste wat je kan zeggen is dat de corona-crisis niet discrimineert, maar de vele afgekondigde steunmaatregelen blijkbaar wel

In totaal schat SOTA hun aantal op 3.000 à 4.000, op basis van berekeningen van Kunstenpunt voor alle cultuurwerkers met korte contracten (8750).

Het gros van deze precaire groep zag zowat al hun geplande opdrachten al tot in juni-juli geschrapt worden, maar kan daarvoor lang niet altijd terugvallen op de voorziene tijdelijke werkloosheid. Als die opdrachten op 13 maart nog niet gemeld waren bij een SBK, en de contracten dus nog niet getekend, dan bestaan ze momenteel immers niet voor de RVA.

Verschillende ministeriële kabinetten tonen zich bewust van die problematiek, maar een oplossing is er nog niet. Donderdag zei Vlaams minister-president Jan Jambon daarover nog in de Commissie Cultuur (zie hieronder): ‘Het wordt voor minister Muylle van Werk heel heel moeilijk om iets te bieden aan mensen die nog geen contract hadden ondertekend. Ik besef de consequenties daarvan, maar zie niet goed in hoe we dat moeten oplossen. We moeten daaruit vooral het leerpunt trekken dat we de sociale omkadering in onze sector na de crisis nader moeten bekijken.’

Moet de RVA zich soepeler opstellen? Moet er een deel van het Vlaamse noodfonds van 200 miljoen — nu enkel bedoeld voor gesubsidieerde organisaties in cultuur, jeugd, sport en media – toch vrijgemaakt worden voor de meest kwetsbare individuele cultuurwerkers?

Onderstaande getuigenissen nopen in elk geval tot urgentie. Zeker bij startende kunstenaars staat het water aan de lippen. Zij hebben vaak nog geen recht op een werkloosheidsuitkering, en weinig andere opties dan via SBK’s te werken: voor het zelfstandigenstatuut verdienen ze nog te weinig, het werknemerschap wordt hen nog zelden vergund en voor het vereiste minimumaantal werkdagen voor het ‘kunstenaarsstatuut’ hebben ze nog niet genoeg opdrachten.

Sommigen geven zelfs aan dat vergoedingen via de befaamde kleinevergoedingsregeling voor kunstenaars (KVR), waar ze nochtans niets van sociale zekerheid mee opbouwen, vaak de enige haalbare kaart zijn om te overleven op de lage gages in bijvoorbeeld de muzieksector.

Meerdere zelfstandige cultuurwerkers in bijberoep melden dat de gevraagde inkomensschalen voor een overbruggingsrecht voor maart en april te hoog liggen voor hun financiële situatie

Cultuurwerkers met korte contracten zijn trouwens niet de enige groep die de beperkingen van de huidige steunmaatregelen signaleren. Meerdere zelfstandige cultuurwerkers in bijberoep melden dat de gevraagde inkomensschalen voor een overbruggingsrecht voor maart en april te hoog liggen voor hun financiële situatie. En de hinderpremie geldt voor vzw’s met een fysieke locatie alleen indien ze ook minimaal 1 VTE werknemer in dienst hebben: een situatie die een deel culturele vzw’s zonder subsidies jammerlijk uitsluit.

Nee, het is geen tijd om over details te ziften. Alleen bewijzen onderstaande getuigenissen precies dat het geen details zijn: ze maken voor velen een verschil tussen wel of niet de huur kunnen betalen: een verschil tussen weinig en niets. Iedereen die getuigt, is het erover eens dat de overheid niet alle verliezen kan compenseren. Maar sommigen zijn intussen wel al moeten gaan aankloppen bij het OCMW… Grijpt de overheid nog in?

Zaza Dupont, scenograaf, 25 jaar

‘Ik beëindig volgend jaar een deeltijdse opleiding scenografie aan de Academie van Antwerpen, maar werk daarnaast al om die studies te kunnen betalen. Met alleen maar mijn jobke in de horeca lukte dat immers niet.

Zaza Dupont © Erik Eggermont

Tot in het najaar heb ik drie langere opdrachten lopen voor decorontwerp en assistentie van de scenograaf, maar de kortlopende contracten die ik daarvoor heb via Tentoo, geven geen recht op tijdelijke werkloosheid. Voor een operaproductie met Benjamin Abel Meirhaeghe, die op 1 april in première zou gaan, ben ik nog een stuk gecompenseerd door detheatermaker, maar in totaal dreig ik toch factuurbedragen voor bijna 10.000 euro te verliezen, meerdere maanden werk.

Ook op een gewone werkloosheidsuitkering kan ik niet terugvallen. Daarvoor zou ik pas met die komende contracten aan geraken, maar die vallen dus weg. Noodgedwongen leef ik nu dus op mijn spaargeld, maar dat slinkt zienderogen, daar gaat elke maand gewoon 400 euro huur af, er komt niets meer binnen.

Een van m’n contracten heeft een ‘corona-clausule’ gekregen: als de voorstelling niet kan doorgaan door de lockdown, word ik niet betaald.

Voor die twee andere opdrachten in Amsterdam werk ik intussen wel gewoon verder van thuis uit: concepten ontwikkelen, tekeningen maken, overleg daarover, maquettes vormgeven, daarvoor materiaal aankopen. Alleen weet ik helemaal niet of ik er ooit voor betaald zal worden. Een van die contracten heeft immers een ‘corona-clausule’ gekregen: ze worden officieel opgesteld, maar als de uiteindelijke voorstelling niet kan doorgaan door de lockdown, word ik niet betaald.

Mijn vakbond was daar woedend over, maar blijkbaar kan dat: je investeert meerdere maanden werk én onkosten, maar je weet niet of je er ooit voor vergoed zal worden. Je belt van hot naar her voor een oplossing, maar niemand kan iets zeggen.

Intussen is mijn vriend als fietsenmaker ook op tijdelijke werkloosheid gezet, met 1.150 euro per maand. Met twee kan je daar niet van overleven. En ik wil ook niet van hem afhankelijk zijn. Ik ben gaan solliciteren bij een biowinkel in de buurt, maar kreeg nog geen antwoord. Waarschijnlijk omdat ik aangaf dat het maar tijdelijk zou zijn?

Daarom ben ik bij het OCMW gaan informeren voor een leefloon, maar dat zou amper 100 euro extra bedragen, omdat er blijkbaar zoiets bestaat als ‘onderhoudsplicht’, terwijl mijn vriend en ik nochtans helemaal geen juridische band hebben, we wonen gewoon samen. Er is dus nul sociaal vangnet, ik heb echt geen flauw benul van op wie of wat ik beroep kan doen.’

Alice Van Leuven, violiste, 25 jaar

‘Eind januari ben ik afgestudeerd aan de Universität der Künste in Berlijn, begin maart verhuisde ik van Berlijn naar Brussel, om met trio Aries en nog andere ensembles veel concerten te spelen en me te lanceren als freelance musicus. Ik had genoeg projecten om mijn brood te verdienen.

Alice Van Leuven

Op donderdagmorgen 12 maart, in een repetitie met Le Concert Olympique, kregen we te horen dat alles dicht ging, iedereen naar huis! Eén na één belden concertorganisatoren de uren daarna al hun concerten af, zodat ik tegen de middag mijn huur al niet meer kon betalen. Met trio Aries konden we ook niet meer repeteren, ook al was dit voor ons een ideale periode om nieuw repertoire op te bouwen.

Omdat ik pas afgestudeerd ben en dus nog nauwelijks gewerkt heb, heb ik ook geen rechten op een werkloosheidsuitkering of overbruggingsgeld. En ik ben niet de enige in die overgangsperiode tussen student en beroepsmusicus. Veel jonge freelance muzikanten verliezen niet alleen geld, maar ook vooral kansen om zich een naam te maken op de Belgische muziekscène.”

Judith Okon, muzikante, 29 jaar

‘De lockdown heeft er stevig ingehakt. Als zangeres had ik een drukke festivalzomer in het vooruitzicht, maar zowat alles is geschrapt of blijft voorlopig onzeker. Getekende contracten, zo werkt dat niet. Mensen bellen je gewoon op: ‘ben je die dag(en) vrij, zin om mee te doen?’ De aangifte doe je pas op de dag zelf.

Judith Okon

Welk statuut ik heb? Ik ben van alles. Ik snap dat de overheid voor steunmaatregelen graag heldere vakjes wil, maar muzikanten als ik zijn vier-vijf vakjes bij elkaar.

Ik werk met dagcontracten voor optredens, studio -en radiowerk, ben gastprof met een loon als werknemer en doe interims in het DKO (onderwijs), daarbij heb ik een kunstenaarsstatuut. Doordat ik les geef, val ik in een ander “vakje” waardoor ik nu niet kan terugvallen op het kunstenaarsstatuut of welke verloning dan ook.

Je hoort soms dat dat kunstenaarsstatuut het heilige walhalla is tegen financieel verlies, maar laten we wel wezen: het is en blijft een uitkering.

Je hoort soms dat dat kunstenaarsstatuut het heilige walhalla is tegen financieel verlies, maar laten we wel wezen: het is en blijft een uitkering. Je moet er hard voor knokken om die speciale uitzonderingsregels te krijgen, en als je pech hebt met de timing van je opdrachten, dan beland je in een hele lage schijf, hoewel je in realiteit veel meer verdient, waardoor je beter gaat bijwerken, wat dan weer het hele idee achter dat statuut weerlegd.

Er is sowieso een probleem met de verloning en de statuten van artiesten, kunstenaars, freelancers in de creatieve sector... die wonde komt nu wel erg bloot te liggen.

Mijn lief is ook muzikant, maar dan als zelfstandige. Voor hem zijn er wel regelingen. Ik heb ooit ook zelf getwijfeld om zelfstandige te worden, maar was bang voor de hoge sociale bijdragen.

Het enige waar ik op kan hopen, is dat de overheid toch nog een overbruggingsregeling uitvaardigt voor artiesten met niet getekende korte contracten.’

Dunya Narli, danser / choreograaf, 24 jaar

‘Als professioneel danser had ik meerdere opdrachten die gecanceld zijn: optredens in De Grote Post en in Spanje, een week les bij Ultima Vez, zelfs een optreden in november op een Brussels festival dat nu al is uitgesteld... Ook mijn bij-job in de horeca ligt volledig plat, en ik kan evenmin aankloppen bij Standaard Boekhandel, waar ik anders in rustiger tijden wat kan bijverdienen. Ik heb niets van inkomsten of mogelijkheden.

Dunya Narli

Ik werk nu eenmaal, zonder kunstenaarsstatuut, met korte contracten via Tentoo, maar die komende contracten waren allemaal nog niet getekend. Voor tijdelijke werkloosheid kom ik dus niet in aanmerking. Ik heb ook al veel andere instanties gebeld, van Cultuurloket tot de hulpkas, maar ze moesten mij altijd doorsturen. Ik sta met mijn rug tegen de muur. De angst en de stress zijn bijna niet te harden.

Als de hulpkas niets wordt, rest er alleen nog het OCMW.

Bij de hulpkas heb ik nu volledige werkloosheid aangevraagd. Dat heb ik nooit eerder gedaan omdat ik niet geloofde dat ik ervoor in aanmerking kwam. Ik heb best veel gewerkt, word als danser veel gevraagd, maar vaak ook in het buitenland. Onlangs had ik nog voor drie maand een contract in Spanje, alleen telt dat hier wellicht niet mee. Alles wat ik verdiend heb, heb ik altijd ook weer geïnvesteerd in mijn eigen praktijk, bijvoorbeeld om een paar maand zelf een stuk te maken. Spaargeld is er dus niet, de rekeningen lopen op. Hoe betaal ik mijn huur, mijn eten, mijn basisbenodigdheden? Ik heb nu geld geleend en zoek intussen werk in de seizoensarbeid. Als de hulpkas niets wordt, rest er alleen nog het OCMW. Zelfs met het absolute minimum zou ik al blij zijn.

Ik koos voor de danssector op heel jonge leeftijd, een keuze van het hart. Ik heb van die uitdaging ook nog geen seconde spijt gehad. Ik vocht me er keer op keer door, want de kunst- en cultuursector is een harde wereld. Geld verdienen met je passie blijkt helaas heel moeilijk. In 2018 ben ik een jaar zelfstandige geweest, maar dat bleek uiteindelijk weinig voordelig in mijn situatie. En zo ben ik nu dus in deze pijnlijke situatie beland. Ik heb hulp nodig!’

Randall Van Duytekom, theaterproducent en -auteur, 32 jaar

‘Met ons theatergezelschap De Proefkonijnen bouwden we deze zomer op eigen kracht een pop-up theater in Antwerpen. Om het financiële plaatje te doen kloppen, moest deze plek een jaar lang barsten van de activiteiten.

Randall Van Duytekom

Niet alleen dat plan zien we nu door onze neus geboord worden, ook blijken we niet in aanmerking te komen voor de hinderpremie. Net als winkels blijven onze vaste kosten wel doorlopen – en die zijn wellicht een stuk hoger dan een klein cafeetje elders in Vlaanderen – maar we hebben niet iemand ‘op de payroll’ staan. Die voorwaarde gaat voorbij aan de realiteit in onze sector. Onze vzw betaalt immers wel de facturen van de gezelschappen die hier komen spelen en die op hun beurt mensen tewerkstellen. Restaurants en winkels kunnen nog inzetten op take away of een webshop om iets te recupereren. Wij vallen terug op nul euro. Nul.

Ook de regels voor tijdelijke werkloosheid houden te weinig rekening met hoe culturele freelancers werken. Veel artiesten, maar ook technisch personeel, werken met korte contracten voor verschillende opdrachtgevers. Zelfs als je getekende contracten kan voorleggen en wel kan aansturen op technische werkloosheid, wordt vergeten dat wij voor bijvoorbeeld een workshop op zaterdag in ons dagloon ook alle voorbereidingen inrekenen. We verdienen ons geld voor een inspanning van vele dagen dus pas op het einde van de rit. De overheid daarentegen redeneert: één dag een contract = een uitkering voor één dag.

Als we de stekker eruit trekken, zijn we onze investering van tienduizenden euro’s kwijt. En als we verder blijven doen, stapelen de verliezen zich op, met precies hetzelfde resultaat

Jarenlang hebben wij, zonder één cent van de overheid, met onze projecten andere mensen werk gegeven. We zijn klein gestart, maar konden beetje bij beetje groeien, waardoor we meer reserves kregen, opslagruimte konden huren, meer producties konden maken, meer mensen konden engageren en uiteindelijk een eigen theater bouwen. Het is dus erg cynisch dat je jarenlang alleen maar in het systeem investeert en dat systeem je nu in de kou laat staan.

We staan met onze rug tegen de muur. Als we de stekker eruit trekken, zijn we onze investering van tienduizenden euro’s kwijt. En als we verder blijven doen, stapelen de verliezen zich op, met precies hetzelfde resultaat.’

Amber Van Acker, film en montage, 24 jaar

‘Ik ben tweeënhalf jaar actief, maar val nu zonder inkomsten. Voor een vervangsinkomen kom ik niet in aanmerking. Ik leef nu op spaargeld, maar hoelang? Zowel bij Amplo als Cultuurloket verwezen ze me door naar het OCMW. Dat is best een heftige stap, ik wil dat helemaal niet, maar ik ben me toch maar gaan informeren.

Amber Van Acker

Normaal doe ik montage en korte filmopdrachten. Maar de montagestudio is gesloten, dus dat ligt stil. Ik zou videoportretten maken voor enkele kunstenaars voor bij hun expositie, maar die opdrachten zijn nu weggevallen. Hetzelfde verhaal voor enkele foto-opdrachten. Contracten waren er nog niet, ik werk ook steeds voor nieuwe opdrachtgevers, dus heb ik via Amplo ook geen recht op de regeling tijdelijke werkloosheid.

Bij jeugdtheater BRONKS kon ik altijd wat bijverdienen voor een wat vaster inkomen: bar, catering, productie, zowat van alles. Maar dat gaat via een vrijwilligerscontract, dus dat is gewoon stopgezet. En met de KVR’s die ik voor kleinere opdrachten soms aanvaardde, kom je ook al niet in aanmerking voor een uitkering. Overal val ik dus tussen de mazen. Zelfs mijn zomerwerk van zes maanden, een surfkamp waar ik ook film, wordt intussen onzeker. Ik maak me echt ongerust.’

Eline De Clercq, beeldend kunstenaar, 40 jaar

‘Ook bij mij komen er geen opdrachten meer binnen, en rest er alleen nog mijn job van acht uur tekenles in het deeltijds kunstonderwijs, die gelukkig wel doorbetaald wordt. Zo val ik terug op 900 euro per maand. Als ik daar mijn kosten van aftrek, blijft er 400 euro over, en daar moet ook nog eens 200 euro af voor de huur van mijn kunstenaarsatelier. Andere inkomsten zijn opgedroogd, ik heb ook geen recht op steunmaatregelen.

Eline De Clercq

Dat komt omdat ik nu eenmaal geen typisch kunstenaar ben met een zelfstandigen- of een kunstenaarsstatuut. Mijn artistieke praktijk is veeleer participatief: buiten de musea en andere instellingen sociale verbindingen leggen via schilderkunst. Daarmee hoor ik meer tot de underground van kunstenaars die niet echt een naam hebben en af en toe wel eens een werk verkopen, maar daar veel te weinig mee verdienen voor een officieel statuut. Ik noem mijn profiel wel eens ‘armoede-kunstenaar’: ik leef onder de armoedegrens, en overleef op losse beetjes via opdrachten uit mijn bevriende netwerk.

Mensen die al uit de boot vielen, worden nu dubbel geraakt.

Zelfs via een SBK werken is eigenlijk te duur: als je via die weg een schilderij verkoopt voor 2.000 euro, hou je daar effectief 300 euro van over. De rest gaat naar je galerie, de btw, het SBK en werkgevers- en werknemersbijdragen omdat ik mezelf in dienst neem... En je kan bij zulke losse contracten ook geen kosten inbrengen voor bijvoorbeeld de aankoop van verf of ander materiaal dat je er al allemaal in geÏnvesteerd hebt. Eigenlijk is elk verkocht werk dus een nuloperatie.

Mijn noodzakelijke inkomsten haal ik dus daarnaast uit lesgeven, een occasionele workshop, bijklussen bij andere kunstenaars... Zeker dat laatste gebeurt vaak met KVR’s, de kleinevergoedingsregeling voor kunstenaars. Alleen bouw je daar geen sociale rechten mee op, en kan je nu dus niet terugvallen op de steunmaatregelen. Dat bewijst eens te meer dat mensen die al uit de boot vallen, nu dubbel geraakt worden.’

Jeff Aendenboom, acteur en theatermaker, 24 jaar

‘Twee jaar geleden studeerde ik af als acteur aan het RITCS. Ik speel als freelancer rollen hier en daar, maar nu zit ik vooral in een voorbereidingsfase voor volgend seizoen. Er stonden heel veel audities gepland, maar die zijn geschrapt – waardoor er dus ook een hoop mogelijke werkgelegenheid wegvalt. Voor de paar filmopdrachten waarvoor ik in de running ben, ligt alles stil. En ik werk aan het plan voor een nieuwe voorstelling, maar alles is te onzeker om daar echt stappen in te zetten. Kunnen mogelijke residenties doorgaan?

Jeff Aendenboom

Inkomsten zijn er niet, compensaties voor mijn situatie evenmin. Ik heb als schoolverlater wel een inschakelingsuitkering van ongeveer 200 euro, maar daar red ik het natuurlijk niet mee. Ondanks de besmettingsrisico’s vul ik nu noodgedwongen bakken bij in een biowinkel.

Maar waar ik het meeste schrik voor heb, is dat je er als kunstenaar aan het begin van je carrière straks niet meer tussenraakt, omdat alles verschoven wordt, residentieplekken volgepropt geraken met uitgestelde afspraken, subsidieoproepen verdaagd worden… In juli heb ik gelukkig nog enkele opvoeringen van mijn theatersolo: God zal ons (niet) redden. Die titel klinkt intussen heel symbolisch. Ga ik die überhaupt kunnen spelen?’

Nicole De Paepe, pianiste-componiste, 61 jaar

‘Normaal had ik op mijn zestigste met pensioen kunnen gaan. Daar stak de nieuwe wetgeving een stokje voor. Door allerlei omstandigheden en om medische redenen heb ik een deeltijds vervangingsinkomen, daarnaast begeleid ik als zelfstandige pianiste in bijberoep koren en zangers en geef ik ook pianoles en pianorecitals. Als ik als pianist-organist misvieringen doe, wordt dat geregeld met de kleinevergoedingsregeling (KVR) voor kunstenaars. Al die inkomsten, hoe klein ook, heb ik eigenlijk heel erg nodig om rond te komen, maar vallen nu allemaal weg.

Nicole De Paepe

Voor de compensatieregeling voor zelfstandigen in bijberoep (1.500 euro) kom ik echter niet in aanmerking: door de combinatie van verschillende statuten en door allerlei beperkingen haal ik het gevraagde minimuminkomen op jaarbasis niet. Ook op uitstel van de hypotheek-aflossing voor mijn huis heb ik geen recht, omdat ik samen met mijn zus, die daar woont, eigenaar ben van een tweede woonst in onverdeeldheid.

De weinige inkomsten die ik heb van mijn vervangingsinkomen en de woning in onverdeeldheid, gaan integraal naar mijn auto- en woninglening. En dan zijn er nog de vaste kosten voor elektriciteit en internet, en enkele verzekeringen die eraan komen. Waarvan moet ik leven? Ik zie momenteel geen uitweg meer en weet niet hoe ik dit moet oplossen.’

Arno Weijdema, camera en montage, 25 jaar

‘Als cameraman werk ik met korte contracten van één dag, maximaal twee dagen via een Sociaal Bureau voor Kunstenaars. Bij Trix zou ik enkele live-sessies van bands filmen, en via die weg zat er ook nog een mooie opdracht voor Absynthe Minded aan te komen, die me weer had kunnen helpen om andere opdrachten binnen te halen. Ook voor Blind Getrouwd hadden ze me gebeld en geëngageerd voor een korte opdracht.

Arno Weijdema

Maar omdat dat allemaal nog niet contractueel was vastgelegd, heb ik daarvoor geen recht op tijdelijke werkloosheid. Bij Amplo hebben ze slecht één opdracht voor Proximus kunnen recupereren, omdat ik die wel net gemeld had.

De rest verlies ik, samen wellicht zo’n 1.000 euro. Andere inkomsten zijn er niet en voor een uitkering kom ik niet in aanmerking. Gelukkig had ik tot de lockdown een goeie maand, dus daar kan ik een paar weken op teren. Maar dan is alles op, dus de stress begint wel te komen.

Ik ben 25 geworden op de eerste dag van de lockdown, ben twee jaar afgestudeerd van de filmschool Narafi in Brussel. Ik sta dus nog aan het begin van mijn carrière, dat blijft knokken. Ik had wel net een goede testweek bij SBS Belgium achter de rug, en zou daar kunnen beginnen als monteur in een parttime vast contract, maar daar heb ik intussen niets meer van gehoord.’

Anoniem, jazzmuzikant, 29 jaar

‘Ik leef al acht jaar in België, en ben hier al die tijd professioneel actief op fluit, saxofoon en klarinet. Sinds eind 2018 betaal ik hier ook mijn belastingen, maar dat is nog niet lang genoeg om te kunnen terugvallen op de sociale zekerheid.

Nu zijn al mijn concerten afgelast. Net in de drukste periode van het jaar. Ik had net 700 euro geïnvesteerd om mijn instrumenten te laten herstellen, om er helemaal klaar voor te zijn. Ik gok dat er zo’n 30-40% concerten nog verplaatst zullen kunnen worden, maar die komen dan weer in het gedrang met andere concerten.

In mijn ervaring is er dus weinig verschil tussen annulaties en verplaatste concerten: het is inkomen dat je verliest. Muziek spelen is ook mijn enige inkomen: concerten en recordings. Daar blijft nu niets van over. Ik heb geen getekende contracten via Smart, omdat die in de praktijk vaak pas op de dag zelf getekend worden. Zo werkt het systeem nu eenmaal.

De hele paradox is dat het jazzcircuit gewoon te lage vergoedingen biedt om genoeg geld over te houden om belastingen van te betalen én van te leven.

Maar de eigenlijke olifant in de kamer is dat je, zelfs als je betaald wordt als jazzmuzikent, eigenlijk heel weinig verdient. Zelfs op gerenommeerde gesubsidieerde podia krijg je maar zo’n 250-300 euro. Als je daarop belastingen betaalt, hou je nauwelijks iets over. Zelfs met een redelijk aantal concerten verdien ik op jaarbasis dus iets tussen 6.000 en 8.000 euro, zowat het leefloon. Ik denk echt dat ik aan doppen méér zou overhouden.

De hele paradox is dat het jazzcircuit gewoon te lage vergoedingen biedt om genoeg geld over te houden om belastingen van te betalen én van te leven. Dus doe je het dan maar met KVR’s, maar daar bouw je niets mee op, je kan ook nergens op terugvallen.
Zelfstandige worden is helemaal uitgesloten: die sociale bijdragen liggen veel te hoog. Deze hele corona-crisis gooit dat nu als een boomerang in je gezicht, ik ben er echt dagenlang depressief van geweest.’

Steven Van Belle, dj / programmator / festivalorganisator, 31 jaar

‘Ik ben een jonge ondernemer die al acht jaar keihard werkt aan een carrière in de muziekbusiness. Ik hustle mezelf door drie jobs. Voor 30u per week heb ik een vast loon als programmator van Fuse in Brussel, en in bijberoep ben ik dj onder de naam Parallel Circuit en organiseer ik het Voltage Festival in Zwevegem. Dit jaar zou voor mij een keerpunt worden: eindelijk goed mijn brood verdienen en mijn jarenlange investering van tijd en geld terugverdienen. Eindelijk sparen! Na acht magere jaren waren eindelijk de vette jaren aangebroken. Met drie jobs zat ik gebeiteld, dacht ik.

Steven Van Bellen

Deze lockdown is een zware reality-check geworden. Nu zit ik ineens thuis met een tijdelijke werkloosheidsvergoeding van 70%, slechts 1.100 euro per maand. En mijn twee andere inkomsten uit bijberoep zijn volledig weggevallen, dat maakt een enorm verschil. Zeker als je bovenop je 500 euro vaste kosten ook nog eens maandelijk 300 euro moet afdragen voor een persoonlijke lening die ik deed voor Voltage. De uitgaven liggen momenteel een stuk hoger dan de inkomsten.

Voor de overheid kom ik echter nergens voor in aanmerking. Voor die eenmalige compensatiepremie van 1.500 euro voor zelfstandigen in bijberoep kijken ze naar je inkomen van drie jaar geleden, maar toen verdiende ik te weinig, omdat ik alles meteen weer investeerde in mijn projecten. En voor het overbruggingsrecht verdien ik dan blijkbaar weer te veel, omdat ze enkel naar mijn hoge omzet kijken, maar niet naar mijn hoge kosten. Telkens val ik er net buiten. Zelfs mijn lening mag ik niet uitstellen, want dat kan enkel voor zakelijke leningen, niet voor persoonlijke. Frustrerend!

Mijn vriendin heeft evenmin ergens recht op. Zij werkt in de horeca en doet in bijberoep catering in de evenementensector, maar dat statuut heeft ze nog maar twee maand. Samen is het dus echt struggelen om rond te komen.’

Annabel Reid, danser-performer, 24 jaar

‘Sinds ik in 2018 afstudeerde aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam, heb ik tot april 2019 gewerkt voor Jan Fabre, en dans ik nu bij verschillende gezelschappen in België, Nederland en Frankrijk, vooral via Tentoo-contracten. Ik geef ook les en werk als model voor de tekenlessen in de academie van Etterbeek.

Annabel Reid

Mijn hele inkomen voor de komende tijd is geschrapt. In april en mei zou ik repeteren en spelen in Lyon en Amsterdam, maar die opdrachten waren enkel afgesproken per mail, nog zonder ondertekend contract. Intussen is Lyon gisteren zelfs helemaal afgevoerd, ook de geplande optredens in juli. Het gezelschap krijgt ook nul euro steun van de Franse overheid om zijn medewekers te vergoeden. En half augustus zou ik beginnen aan een contract van zes maand bij Thor, het gezelschap van Thierry Smits. Die repetities zijn nu uitgesteld naar september, de première van november naar januari.

Al die opdrachten waren in het wit, gepland en belast in België. Maar ik eindig nu zonder geld van maart tot september, en misschien nop wel langer. Audities voor andere mogelijke opdrachten zijn allemaal gecanceld.

Ik snap niet hoe er na een maand lockdown nog altijd geen sociale regeling is voor kunstenaars, technici en andere mensen in mijn situatie.

Na veel bellen en mailen heeft de vakbond me een inschakelingsuitkering toegestaan voor min-dertigers, maar die bedraagt maar 18 euro per dag. Daar betaal je natuurlijk je huur niet mee. Net daarom heb ik sinds mijn studies altijd gewerkt, heb ik nooit gerekend op zulke uitkeringen. Medio 2021 hoopte ik zo genoeg dagen gewerkt te hebben om het kunstenaarsstatuut te verkrijgen, maar daarvoor had ik al mijn geplande werkdagen van april tot juli hard nodig. Worden die nu geschrapt?

Ik snap niet hoe er na een maand lockdown nog altijd geen sociale regeling is voor kunstenaars, technici en andere mensen in mijn situatie. Ik voel me hopeloos, helemaal aan mijn lot overgelaten. Noch van de overheid, noch bij de vakbond krijg je een helder antwoord. Zeker wie geen kunstenaarsstatuut heeft, valt zonder de minste sociale bescherming. En zo ken ik veel gevallen.’

Sietse Remmers, theatermaker en actrice, 30 jaar

‘Ik ben Nederlandse, maar ben nu al zes jaar gedomicilieerd in België. Ik heb hogere kunstopleidingen in muziek en drama altijd afgewisseld met werken, omdat ik studeer zonder studiefinanciering, toelage of lening. Dit jaar hoop ik aan LUCA Leuven mijn master Drama te halen.

Sietse Remmers

Parallel ben ik voor mijn extra activiteiten als theatermaker, actrice en docent twee-drie jaar geleden in Nederland een onderneming gestart als zzp’er: zelfstandig zonder personeel. Het Belgische zelfstandigenstatuut zit er voor mij immers niet in: daarvoor zet ik veel te weinig om en vallen de sociale bijdragen te hoog uit. Die artistieke activiteiten volstaan ook niet om rond te komen. Om mijn huur en andere kosten te betalen doe ik in Leuven ook nog een studentenjob in de schoolbib.

Maar plots val ik nu volledig zonder inkomen. Mijn studentenjob werd gecanceld, maar als jobstudent heb ik geen recht op uitkering. In Amsterdam zou ik 18 keer mijn monoloog hernemen voor 800-900 euro netto, maar dat theater is nu gesloten en geeft bij de heropstart de voorkeur aan nieuwe projecten. Steun krijg ik niet. Omdat ik in Leuven woon, val ik buiten de boot van de Nederlandse compensaties voor zelfstandigen, en in België heb ik geen statuut.

Dat maakt het allemaal oprecht eng. Ik deel een huis met een muzikante die ook alles gecanceld zag worden en evenmin ergens op kan terugvallen. De sociale dienst van de Universtiteit Leuven heeft uit goodwill één maand mijn studentenjob gecompenseerd en mijn oma stuurt me af en toe wat geld voor boodschappen. Deze maand kom ik dus wel nog door. Maar daarna weet ik nog niet hoe. En zo zullen er nog wel meer kunst- en andere studenten zijn. Zeker voor werkstudenten wordt het heel spannend.’

Bart Mommerency, theatertechnicus, 44 jaar

‘Twaalf jaar geleden moest ik om gezondheidsredenen stoppen in de bouw, sindsdien werk ik als theatertechnicus. Enerzijds heb ik een vast deeltijds contract bij de gemeente Kortemark. Dat loon heb ik gelukkig volledig kunnen behouden, ik hoef niet op tijdelijke werkloosheid zoals vele anderen. Zo ben ik nu de theaterzaal van ons cultuurhuis De Beuk een stevige opknapbeurt aan het geven.

Bart Mommerency

Daarnaast doe ik als zelfstandige in bijberoep de techniek van theatercollectief Hof Van Eede en verschillende andere producties, goed voor zo’n 70 voorstellingen per jaar. Dat valt nu allemaal weg, een verlies van 12.000 euro bruto. Niet alleen tot juni, maar zelfs voor het hele najaar. Ik had in september een première met daarna een hele speelreeks, maar alles is verdaagd omdat de repetities nu ook stilgevallen zijn.

Paniek! Je kan dan beginnen rondbellen om andere opdrachten, maar dat doen nu alle technici, dus de prijzen zullen serieus zakken. Ik zal iets anders moeten vinden. Misschien terug naar de bouw deze zomer?

Waar ik ‘s nachts vooral van lig te zweten, is de financiële impact. We zijn een gezin met vier kinderen, mijn vrouw is nog in moederschapsrust, ons jongste kind heeft een fysieke beperking waarmee we vaak naar Leuven moeten... Omdat ik een goed jaar in het vooruitzicht had, investeerde ik in januari nog eens stevig in onder meer een nieuwe camionette, een nieuwe geluidstafel en een serie micro’s. Het kon er wel af, dacht ik.

Maar nu kom ik net niet in aanmerking voor de steunmaatregelen voor zelfstandigen in bijberoep, gewoon omdat ik in 2017 amper 1.000 euro te weinig verdiend heb om in de benodigde schaal te vallen. Dat was toen gewoon een minder jaar, maar daardoor misloop ik vandaag de 807 euro per maand voor maart en april van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen met een gezin ten laste, én ook de eenmalige compensatiepremie van 1.500 euro.

Waarom zijn die compensatiepremies forfaits, en niet gewoon een aandeel van je omzet?

Waarom zijn dat forfaits, en niet gewoon een aandeel van je omzet? Ik ken kleine winkeltjes die met die steun van 4.000 euro meer verdienen dan als ze open zijn. Dan betaal je je hele leven sociale bijdragen als bijberoeper, maar kan je er zelf niet op terugvallen op het moment dat het echt nodig is... Dat voelt zuur.’

Nathalie Vandenabeele en Alseny Sacko, circusmakers, 30 en 33 jaar

‘Wij zijn een koppel acrobaten met onze eigen circuscompagnie Amoukanama en een dochtertje van twee. We geven les en workshops, spelen mee in andere spektakels en plannen een eigen creatie met Guinese acrobaten voor de zomer van 2021. Maar nu alles wegvalt tot al zeker eind juni, van circusworkshops in de paasvakantie tot onze goedverdienende optredens met Amoukanama Travels, verliezen we allebei ons hele inkomen voor vier maanden. Dat gaat in totaal over een paar duizend euro.

Nathalie & Alseny

We kunnen momenteel ook niet terugvallen op een vervangingsinkomen. Wij werken altijd met kortlopende contracten via een SBK, maar die contracten waren op 13 maart nog niet aangegeven. Dat doen we altijd pas de week voordien. Zo hebben we nu dus geen uitzicht op tijdelijke werkloosheid, tenzij Amplo toch nog iets kan regelen voor de weggevallen data. Bij de hulpkas botsten we op een antwoordapparaat.

Alseny is nu als seizoensmedewerker aan de slag gegaan bij een lokale boer, maar op die inkomsten kunnen we maar ten dele overleven. Thuis kunnen we gelukkig wel nog trainen en repeteren.

Wat ons vooral bezorgt, is dat onze geplande internationale creatie met Amoukanama in het gedrang dreigt te komen. Normaal zouden we in juli en augustus tijdens residenties in Frankrijk en België twee maand gaan repeteren met onze regisseur en circusartiesten uit Guinee, maar door de corona-crisis liggen alle ambassades en bevoegde instanties daar stil. En het is tegenwoordig sowieso al een huzarenstukje om voor artiesten uit Afrika visa te verkrijgen.

We houden ons vast aan onze naam: Amoukanama is Sussu voor ‘het breekt niet, het blijft altijd bestaan’. In Guinee hebben we wel ergere dingen meegemaakt. Wij hebben nog altijd een dak boven het hoofd, en we zijn en blijven circusartiesten: je hebt altijd al leren omgaan met onzekere tijden. We leren te leven in het nu, met geduld, focus, vertrouwen, doorzettingsvermogen en de gemeenschap rondom ons. Je hoopt alleen dat deze crisis ook echt iets zal veranderen.’

Toon Janssens, booker muziek

‘Met mijn eenmans-bookingskantoor Kazz_ema, soms met hulp van een extra freelance kracht, hebben we alle geplande concerten in binnen- en buitenland op enkele dagen zien wegvallen. Dat is vooral voor die muzikanten erg, maar ook als booker verlies ik in totaal duizenden euro aan commissies.

Toon Janssens

Het verplaatsen van concerten lost maar een deel op. Momenteel gaat dat om 30%-35% van alle geannuleerde concerten, maar de laatste berichten over de lockdown insinueren dat we verplaatste concerten naar augustus en september binnenkort nog eens gaan mogen verplaatsen. Programmatoren nemen voorlopig ook alleen maar opties, iedereen houdt een slag om de arm. En buitenlandse tournees zijn sowieso een verloren zaak: je moet wel gek zijn om nu vliegtuigtickets te kopen, zeker naar andere continenten.

Buitenlandse tournees zijn sowieso een verloren zaak: je moet wel gek zijn om nu vliegtuigtickets te kopen, zeker naar andere continenten.

Als zelfstandige heb ik voor mijzelf wel een overbruggingsrecht toegekend gekregen voor maart en april, maar ik maak me vooral zorgen om de financiële toestand van onze onderneming. Aangezien we strikt genomen niet onder de gedwongen sluiting vallen, komen we niet in aanmerking voor de hinderpremie van 4.000 euro en het dagbedrag van 160 euro sinds 6 april. Maar aangezien ons hele netwerk wel is moeten sluiten, liggen we natuurlijk ook stil. Terwijl onze vaste kosten wel gewoon doorlopen.

Anders dan veel winkels kunnen we ook niet overschakelen op online verkoop. Voor ons geval is er wel de eenmalige compensatiepremie van 3.000 euro, en daar ben ik heel dankbaar om, maar aangezien wij pas als laatste sector weer zullen opstarten, is dat eigenlijk maar een druppel.

Dan kijk je dus naar het Noodfonds van 200 miljoen voor onder meer cultuur. Alleen is dat enkel voorzien voor gesubsidieerde organisaties: de grote festivals, de muziekclubs… De hele ketting van ondernemingen die erachter hangt, van catering en tourmanagers tot techniek en audio-verhuur, valt uit de boot. Wij zijn misschien maar een kleine schakel, maar zonder ons kan de ketting niet bestaan. Als dat Noodfonds niet breder opengetrokken wordt, vrees ik voor heel wat failissementen.’