Tot op de digitale bodem

Door Thomas Goorden, op Mon Nov 28 2016 14:58:12 GMT+0000

Het internet zet de aloude tegenstelling tussen underground en mainstream op zijn kop, of beter: lijkt ze uit te smeren in de breedte. Bestaan ze eigenlijk nog wel in hun klassieke betekenis? Wat kwam er in de plaats? En waarom is 1997 zo’n belangrijk jaar? Wat we niet konden vinden via Google, zochten we in het Deep Web.

Om te begrijpen wat er aan de hand is met underground in dit digitale tijdperk, is een werkbare definitie nodig. Gelukkig bestaat er een elegante figuur-grond definitie waarin de underground wordt bepaald als cultuur die zich buiten de mainstream bevindt. Op zijn beurt wordt mainstream beschouwd als cultuur die door grote delen van de bevolking is gekend. Hoe groot die ‘grote delen’ moeten zijn, laat zich minder makkelijk benoemen. Wat of wie behoort vandaag nog tot de mainstream? Wellicht denk je aan grote merken of populaire televisie, beide gekenmerkt door een groot publieksbereik. Maar klopt dit beeld wel?

74_goorden_deep-web-sites-links.jpgWat televisie betreft, dateert het meest bekeken programma (na voetbal) ondertussen al uit 1997, met name een aflevering van de befaamde Schalkse Ruiters. Ook in de boekenwereld zijn de grootste kleppers al opmerkelijk gedateerd. Harry Potter zag bijvoorbeeld in 1997 het licht, met 107 miljoen exemplaren. Ook massale tv-evenementen zoals de begrafenis van prinses Diana (2 miljard kijkers) of de rechtszaak tegen O. J. Simpson (100 miljoen kijkers) vonden in respectievelijk 1997 en 1995 plaats. De cijfers lijken te suggereren dat het tijdperk van de extreme ‘mainstream’-kleppers al bijna twintig jaar achter ons ligt.

Lange tijd bestond klassieke mainstream bij de gratie van een bijna-monopolie op de distributiekanalen.Wanneer er slechts enkele kanalen zijn, door hoge instapkost of wettelijk monopolie, consumeert iedereen noodzakelijkerwijs hetzelfde. Tot 1986 had de toenmalige BRT een volledig monopolie op Vlaamse televisie. Tegen 2000 waren er reeds 8 kanalen, en vandaag zijn er 36 Nederlandstalige zenders die landelijk met elkaar om dezelfde kijkers concurreren. Sinds de jaren 1990 heeft het internet deze evolutie aan een verschroeiend tempo doorgezet. De distributiekost van tekst, video of audio werd ondertussen tot nul herleid door online platformen zoals YouTube, Soundcloud of Medium. Videoapparatuur is zo goedkoop geworden dat iedereen die wat talent heeft een klein media-imperium in elkaar kan boksen op de zolderkamer. Heb je al eens van ‘Kwebbelkop’ (Jordi Maxim van den Bussche) gehoord? Deze eenentwintigjarige Nederlander heeft een YouTube-kanaal met 5 miljoen subscribers. Zijn video’s, die meestal over videospelletjes gaan, werden wereldwijd al 1,4 miljard keer bekeken. Daar staan geen nulletjes te veel. Maar is dit underground of mainstream?

Op zoek naar de underground

Lange tijd bestond klassieke mainstream bij de gratie van een bijna-monopolie op de distributiekanalen

Wat ergens underground is, kan elders mainstream zijn. Hoeveel Bollywoodfans zijn er in België, of liefhebbers van Michael Jackson in Iran? Dit probleem kan omzeild worden door enkel te kijken naar cultuur die nergens mainstream is, de échte underground als het ware. Maar het internet zorgde daar de laatste twee decennia voor een omwenteling. Vroeger was het door een gebrek aan distributie immers bijzonder moeilijk om ontdekt te worden. Dinosaur Jr ontdekte je in de jaren 1990 enkel doordat een wat oudere neef die voor je op een mixtape had gegooid. In 1997 (weer dat jaar) registreerden twee Stanford studenten echter de website ‘google.com’. Vanaf dan werd het plots mogelijk om met slechts een flard informatie (een tekstfragment, een slecht opgeschreven naam) deel uit te maken van een niche-cultuur zonder ooit je huis te moeten verlaten. Om dit aan den lijve te ondervinden, kan je bijvoorbeeld ‘birds with arms’, ‘ascii star wars’ of ‘daybreaker parties’ eens googelen. Als Alice val je zo een culturele tunnel in, richting een of andere undergroundcultuur.

74_Goorden_NYC_Knickerbocker-Ave-Sewer-Brooklyn-NY.jpg

De missie van Google is letterlijk ‘to organize the world’s information and make it universally accessible and useful’. Het klinkt als een ouderwetse bibliotheek, behalve dat Google niet aan (menselijke) curatele doet. Het gaat hier eenvoudigweg over alle informatie die de servers van Google hebben kunnen opslorpen, een schier oneindige bibliotheek waar op 0,89 seconden meer dan 3 miljoen resultaten gevonden worden voor ‘birds with arms’. In die tijdspanne worden eventuele foutieve spellingen opgelost, bepaalt een ander algoritme dat het waarschijnlijk over foto’s gaat, rangschikt het volgens relevantie, enzovoort. Hierbij slaat Google je zoekgedrag ook snel-snel op, een niet onbelangrijk detail. Waar je vroeger goed moest weten waar de afritten lagen van de mainstreamsnelweg, om je op de underground-provinciebaantjes te begeven, legde Google een afrittencomplex waarmee je te allen tijde naar eender welke bestemming kan rijden.

Google heeft hierbij vooral succes in het ontsluiten van tekst, afbeeldingen, maar ook de locatie der dingen kan je vinden in Google Maps. Ben je op reis in een stad en op zoek naar de wildste SM club in je buurt? Op minder dan een seconde weet je niet enkel waar je moet zijn, maar krijg je wat reviews mee en de openingsuren. Handig, toch?

Alles blootgelegd

Als het over sociale informatie gaat, is Facebook de koning op de heuvel. Missie: ‘to give people the power to share and make the world more open and connected.’ Facebook legt schijnbaar moeiteloos onze sociale netwerken bloot, waar we ons het liefst verzamelen, of we daar nu om gevraagd hebben of niet. Zo is er het verhaal van de patiënten van een psychiater, die aan elkaar voorgesteld werden als ‘potentiële vriend’ door de steeds dieper gravende Facebook-algoritmes. Dit is overigens de reden bij uitstek waarom je geen Facebook-app op je telefoon wil hebben staan.

Maximale ontsluiting à la Google of Facebook kan van iets obscuurs in een mum van tijd een hype maken

Hierdoor is Facebook ook het perfecte werktuig om te ontdekken wat nu écht mainstreamcultuur is. En dat is niet, zoals je misschien zou verwachten, een fanclub van K3 of een popfenomeen. De grootste Facebookgroepen in Vlaanderen draaien allemaal rond tweedehands spullen. ‘Tweedehands spulletjes te koop !!!’ heeft er 87.000, ‘Alles weg te koop of gratis’ heeft meer dan 82.000 leden en ‘Uitverkoop’ heeft er 66.000. Eigenlijk zijn rommelmarkten dus het summum van mainstreamcultuur in Vlaanderen.

Dit soort maximale ontsluiting à la Google of Facebook lijkt zowel een zegen als een vloek voor undergroundcultuur. Het kan van iets obscuurs in een mum van tijd een hype maken. Die geweldige falafelplek achter je hoek die na een half jaar compleet overspoeld wordt door toeristen, daarheen gedreven door TripAdvisor en dergelijke. Het technofestival met ‘een breder aanbod aan underground muziek’ [sic] dat op zes jaar tijd van 9.000 naar 180.000 bezoekers gaat.

Millennials en het Deep Web

Waar het internet zorgde voor de verbrokkeling van de mainstream, pompte het golf na golf telkens weer andere undergroundculturen naar de oppervlakte. Iedereen kan als het ware een nieuwe underground opstarten, maar ze bewust ook zo houden is een ander paar mouwen. Een geheime praatgroep over een heel specifieke problematiek op Facebook waar, voor je met je ogen kan knipperen, meer dan vijfhonderd deelnemers in zitten, wat moet je daarmee?

74_Goorden_SofieDeCleene.jpg

Millennials hebben dit probleem reeds veel beter begrepen en blijken consequent op zoek te gaan naar kanalen waar informatie vluchtiger wordt (Snapchat) of waar je zonder expliciete uitnodiging niet bij de groep kan komen (Whatsapp). Het zijn communicatiekanalen die als specifieke eigenschap hebben dat noch de inhoud, noch de deelnemers kunnen gevonden worden. De hackergemeenschap kwam al veel vroeger tot dezelfde conclusie en gebruikt nog steeds bepaalde, ietwat verouderde technologie zoals IRC-chat en mailinglijsten om haar privacy enigszins onder eigen controle te houden. Dit deel van het internet heet het ‘Deep Web’.

Naar schatting 400 tot 550 keer meer informatie is op die manier aan het publieke oog onttrokken dan er zoekbaar is op het internet.

Deep Web gaat eigenlijk over alle informatie op het internet waar zoekgiganten niet bij kunnen. Dat gaat dan over privécommunicatie (o.a. email, messaging), intranetten en dergelijke. Naar schatting 400 tot 550 keer meer informatie is op die manier aan het publieke oog onttrokken dan er zoekbaar is op het internet. Facebook is daarbij een buitenbeentje omdat het vrijwel volledig verborgen zit achter logins, maar zich achter de grote poort wel als een soort private-publieke ruimte gedraagt. Mensen zonder Facebook-account weten dit beter dan wie ook: de prijs voor het niet willen vrijgeven van persoonlijke informatie is afgesneden te zijn van een enorme hoeveelheid sociale interactie en organisatie. Links naar events of groepen stuiten onverbiddelijk op een ‘Sorry, this page isn’t available’-boodschap.

In vrijwel alle gevallen waar undergroundcultuur gekozen heeft voor het Deep Web, voor het zichzelf onvindbaar maken, is dit een zeer bewuste keuze geweest. Zo heeft de ‘uncivilization’-mailinglijst (met als beschrijving ‘a gathering of people interested in ethics and technology, hacking and the future, sustainability and anarchy, community and utopia’) een geruststellend laag aantal leden (115) en kan je noch de leden noch de inhoud zomaar vinden.

Wat ook de redenen zijn voor het opzoeken van dit Deep Web, het heeft als mogelijk neveneffect dat vele culturele artefacten verloren gaan in de tijd. Waar je vroeger misschien nog de liefdesbrieven van je ouders in een schoendoos kon vinden, is het maar de vraag of je je eigen WhatsApp gesprekken met je liefje over tien jaar nog zal kunnen terugvinden. Of is dit soort digitale vergeten net iets wat we nodig hebben?

Het Dark Web

74_goorden_What-is-the-Deep-Web1.jpgEn het kan nog dieper. Onvindbaar voor zoekmachines betekent immers nog niet dat je onvindbaar bent voor state actors van het type NSA, de Amerikaanse spionagedienst. Waar al sinds 2013 officieel bekend is dat de NSA doorlopend zijn weg binnen hackt bij vrijwel alle grote emailproviders van Google tot Yahoo, bleek onlangs dat deze laatste bizar genoeg zelfs een speciale geheime zoekmachine heeft gebouwd waarmee de NSA kan rondsnorren in alle Yahoo emailverkeer. NSA bouwde zo stukje per stukje een zoekmachine voor het Deep Web, het ultieme alziend oog.

De meeste (bewuste) vormen van hedendaagse undergroundcultuur trekken zich hier (helaas?) niet al te veel van aan, maar voor sommige is het toch problematisch genoeg om het te proberen aan te pakken. Dat gaat dan over bijvoorbeeld politieke verzetsgroepen, maar ook over illegale activiteiten zoals drugs- en wapenhandel of muziek en films delen zonder licentie. Handelingen waar in meer of mindere mate online jacht op wordt gemaakt en waar opsluiting of erger een reële bedreiging is voor de deelnemers. Underground uit noodzaak. Voor deze doelgroep bestaat er nog het ‘Dark Web’, een onderdeel van het Deep Web dat een stuk beter beveiligd is.

Voor het Dark Web worden twee technologieën gebruikt: encryptie en ‘onion routing’. Encryptie is het wiskundig versleutelen van communicatie. De algoritmes die daar tegenwoordig voor gebruikt worden zijn – bij correct gebruik – functioneel onbreekbaar. En eigenlijk wordt dit veel vaker gedaan dan je zou verwachten. De Mozilla Foundation maakte onlangs bekend dat ondertussen reeds 50% van alle websites die met hun Firefox-browser worden bezocht, geëncrypteerd zijn, een rechtstreeks gevolg van Edward Snowdens onthullingen. Voor bijvoorbeeld email bestaat er ook encryptie (via PGP), maar dat wordt nog steeds erg weinig gebruikt. Interessant om weten is dat Whatsapp als een van de weinigen volledige end-to-end encryptie gebruikt. Dit betekent dat in de praktijk zelfs Whatsapp je boodschappen niet kan lezen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Yahoo of Facebook, die dit soort toegang wel hebben.

Onion Routing voegt daar nog een bijzonder doeltreffende anonimisering aan toe, door alle verkeer via verschillende relay-servers te sturen, waarbij er telkens een extra laag encryptie wordt toegevoegd. In de praktijk wordt het daardoor onmogelijk om de origine van het webverkeer – bij correct gebruik alweer – te achterhalen of het verkeer te onderscheppen of censureren.

Met bijvoorbeeld de Tor Browser krijg je toegang tot dit ‘diepe en donkere’ deel van het web en kan je onder andere de door de Belgische overheid geblokkeerde kopieerwebsite ‘The Pirate Bay’ nog steeds zonder veel moeite bereiken. Voor vele politieke activisten is het Tor Project zonder twijfel hun belangrijkste technische bondgenoot. In landen zoals China heb je het zelfs nodig om bepaalde pagina’s op Wikipedia te kunnen lezen. Ook cultureel is het een zeer relevant stukje underground. Als je bijvoorbeeld bootlegconcerten van Prince wil horen, dan ben je snel op dit Dark Web aangewezen. Alles staat nog steeds op het internet, maar soms is het erg moeilijk geworden om het te vinden.

Hoewel het allemaal erg extreem lijkt en ‘enkel iets voor hackers’, blijkt dat deze technologieën langzaam maar zeker ingang vinden in de bredere digitale maatschappij. Dat valt toe te juichen. Het beschermt immers onze privacy tegen de steeds agressievere reclame- en spionage-industrie, maar het is ook de enige plek waar nog enige weerstand van betekenis kan gevonden worden tegen culturele en politieke censuur.

Filter Bubbles

Als laatste verschuiving in wat underground vandaag betekent, is er nog een ander digitaal mechanisme dat mee bepaalt wat je als mainstream of underground beschouwt: de beruchte ‘Filter Bubbles’. Op druk bezochte webpagina’s (onder andere Google searches en de Facebook timeline) wordt de aangeboden informatie immers vaak algoritmisch aangepast aan het voorafgaande gedrag van de gebruiker. Als je graag naar theater gaat kijken en nu en dan iets theater-gerelateerd liket, dan zal Facebook na verloop van tijd posts die met theater te maken hebben veel vaker laten zien.

Voor underground geldt niet langer ‘onbekend is onbemind’, maar eerder ‘onbekend, met reden’

Dat betekent echter ook dat er een soort schijnwereld wordt gecreëerd waarin het lijkt alsof iedereen bezig is met onderwerpen die ook jou interesseren. Een soort hyperpersoonlijke mainstreamcultuur dus. Omgekeerd word je in reële mate afgeschermd van informatie waarvan de algoritmes denken dat ze je niet interesseert. Je hyperpersoonlijke underground dus. Op bijvoorbeeld de online muziekdienst Spotify is dit mechanisme heel duidelijk: de geautomatiseerde suggesties blijven bij het soort muziek dat je reeds goed vindt. Hierdoor verlaagt de kans gevoelig dat je per ongeluk een andere muzieksoort ontdekt. In zekere zin zorgen dit soort Filter Bubbles voor een terugkeer naar het soort beschermende monocultuur dat je ook onder de kerktoren vond. Het is dan ook de vraag of hier al dan niet een belangrijke psychologische behoefte onder schuilt. Voortdurend overstelpt worden met nieuwe culturele impulsen zou wel eens heel vermoeiend kunnen zijn. (Voor wie hier totaal geen last van heeft, is het online radiostation FIP een warme aanrader!)

Het internet zorgde ervoor dat mainstream- en undergroundcultuur steeds meer op elkaar zijn beginnen te lijken en dat het vooral een kwestie is geworden van individuele perceptie. Voor underground geldt niet langer ‘onbekend is onbemind’, maar eerder ‘onbekend, met reden’. Culturele monopolies werden op dramatische wijze doorbroken en tegelijk werd het moeilijk vindbare plots zeer vindbaar. Het kantelpunt daarvoor bevindt zich wellicht in 1997, het geboortejaar van Google en het begin van een radicale ontsluiting van onze cultuur. Waar het voordien moeilijk was om cultuur buiten de mainstream te vinden, is het nu vooral moeilijk om onvindbaar te blijven.

Thomas Goorden zat als creatief producent achter talloze initiatieven waarmee hij de wereld beter tracht te maken. Hij leert kinderen programmeren in een heuse CoderDojo. Hij is fysicus van opleiding en dichter van hart.