Thomas Pynchon en zijn Inherent Vice

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Inherent Vice verbaast. Niet alleen vanwege de snelheid waarmee Thomas Pynchons nieuwste roman is verschenen, maar vooral vanwege zijn atypische, zij het twijfelachtige toegankelijkheid.

Toen in 2008 bekend raakte dat Thomas Pynchon op het punt stond om zijn nieuwe roman Inherent Vice op het publiek los te laten, kon men gerust spreken van een grote verrassing. Amper twee jaar daarvoor had hij het meer dan duizend pagina's tellende Against the Day al afgeleverd en Pynchon stond niet bepaald bekend om zijn grote productiviteit. Pasen en Pinksteren leken helemaal samen te vallen toen er in juli 2009 een teaser-filmpje op Youtube opdook, waarin de stem van de meester zelf te horen zou zijn. Was Thomas 'Ruggles' Pynchon niet de mysterieuze auteur waarvan we enkel wisten dat hij was geboren in 1937, opgroeide op Long Island en jaren later, na gediend te hebben in de marine, zijn studies ingenieurswetenschappen inruilde voor de richting Engelse taal- en letterkunde? De man hield zich al decennia ver weg van alle media en werd zelfs in The Simpsons met een bruine zak over het hoofd opgevoerd. De komst van Inherent Vice werd alleszins gretig afgewacht.

ZONDE VAN EEN GROOTMEESTER

De avond is al gevallen over het Californische Gordita Beach, wanneer Larry 'Doc' Sportello, een negenentwintigjarige privédetective met een grote voorliefde voor marijuana, door zijn ex-vlam Shasta Hepworth wordt opgezocht met de vraag om een complot tegen haar huidige vriend, Mickey Wolfmann, te verijdelen. Wolfmann is een vastgoedmagnaat die, zo lijkt het, door een opspeling van zijn geweten een quasi-socialistische commune tracht op te zetten nabij Las Vegas, het bolwerk van kapitalistisch vertier. Sportello is nog maar amper aan de zaak begonnen, of hij wordt in sneltempo bewusteloos geslagen in een van Wolfmanns massagesalons, gearresteerd voor de moord op Wolfmanns bodyguard én door de illustere agent Christian 'Bigfoot' Björnsen voor de kar gespannen als tipgever van de Los Angeles Police Department. Om dan, na dat alles, tot de vaststelling te moeten komen dat zowel Shasta als Wolfmann spoorloos verdwenen zijn. Op dat moment zijn we nog maar dertig bladzijden ver in Inherent Vice. Toch zijn alle ingrediënten voor een groezelig detectiveverhaal in noir-stijl al ruimschoots aanwezig.

Wie ooit Robert Altmans verfilming van Raymond Chandlers The Long Goodbye heeft gezien, kan zich een perfect beeld vormen van de sfeer in Inherent Vice. Sportello is Philip Marlowe op sandalen. Hij rolt al rokend van de ene plotwending in de andere, zonder ooit echt vat te krijgen op de situaties. Bovendien is Doc ervan overtuigd dat het roken van marijuana en het innemen van acid hem een helderheid van geest verschaffen die hem een mentale voorsprong geeft op andere detectives. Zijn eenmansfirma heet dan ook niet voor niets 'L.S.D.-investigations' (wat staat voor Location, Surveillance en Detection), met als logo een bloeddoorlopen oogbol. De sympathieke Sportello valt echter niet uit de toon tussen alle excentriekelingen en freaks die hij doorheen zijn zoektocht tegen het lijf loopt. Pooier Jason Velveeta die voor de afwisseling door zijn vrouwen wordt mishandeld, de drugsdealende tandarts Rudy Blatnoyd, de verslaafde saxofoonspeler Coy Harlingen, ex-misdadiger Puck Beaverton met zijn swastika tatoeage én een Ethel Merman-obsessie, alsook Leonard Jermaine Loosemeat (alias 'El Drano', de naam van een bekend Amerikaans ontstoppingsmiddel): het zijn slechts enkele van een indrukwekkend arsenaal aan lachwekkende personages in Inherent Vice. Helaas missen ze zo goed als allemaal diepgang.

Op Sportello en 'Bigfoot' Björnsen na, vult Pynchon zijn roman met bordkartonnen figuren waar je maar weinig sympathie of antipathie voor kunt voelen. Dat euvel deed zich ook al voor in Against the Day, waar meer dan honderd personages te weinig binding met de lezer konden uitlokken. Daarnaast dwingt Inherent Vice je ook nog eens regelmatig terug te bladeren, om het hele gezelschap niet door elkaar te halen. Intussen raast de plot in hoog tempo langs moorden, heroïnesmokkel, witwaspraktijken, afkickcentra, ontvoeringen, krankzinnigengestichten en een mysterieus zeilschip genaamd Golden Fang, waarvan het onduidelijk blijft of het nu een Indo-Chinees smokkelschip is, of deel van een door tandartsen opgezet systeem om belastingen te ontduiken. De voortdurende aanvoer van nieuwe elementen en personages wordt echter redelijk onder controle gehouden doordat de lezer de zaken steeds vanuit het standpunt van één personage (Sportello) voorgeschoteld krijgt. Iets wat in Pynchons V., Gravity's Rainbow en Against the Day niet het geval was.

Maar ondanks die onverwachte en on-Pynchoniaanse helderheid stelt Inherent Vice toch teleur. In eerste instantie als detectiveroman, maar vooral als product van het genie Thomas Pynchon. De auteur lijkt zichzelf in de weg te staan wanneer de overvloed aan personages en plotwendingen — toch een inherent kenmerk van zijn schrijfstijl — op slechts een paar pagina's als afgerond wordt beschouwd. Mickey Wolfmann keert terug zonder al te veel uitleg, Shasta verschijnt weer uit het niets en de Golden Fang blijkt met de noorderzon verdwenen te zijn. Het lijkt wel alsof Pynchon, nadat hij geruime tijd een overvloed aan balletjes in de lucht heeft weten houden, ineens beslist dat hij (vooral aan zichzelf?) voldoende heeft bewezen en daarom maar alles koud laat vallen. Als lezer verlang je naar een subtielere afwerking van de vele verhaallijnen en iets meer inzicht in de excentrieke figuren en hun problemen. In tegenstelling tot Against the Day, waar ettelijke honderden bladzijden uit hadden gemogen, zou Inherent Vice er nog wel een paar kunnen gebruiken, zeker omdat het aanvankelijk zo treffend neergezette detectiveaspect uiteindelijk verzandt in pure pastische.

PYNCHON-LIGHT

In een laatste scene rijdt Doc op de Santa Monica snelweg. Een avondmist rolt over zijn wagen heen. Terwijl hij een sigaret opsteekt, ziet hij hoe de wereld in een grijze waas verdwijnt. Hij blijft achter in een tweedimensionale wereld. Er rest hem niets anders dan in te voegen en stapvoets de troebele mistlichten voor hem te volgen. In zijn achteruitkijkspiegel ziet hij twee koplampen hetzelfde manoeuvre maken. En zo rijdt hij, met al die onbekenden voor en achter hem, de jaren zeventig in.

Dit laatste beeld is tekenend voor Pynchons nieuwste roman. Inherent Vice begeeft zich in de grijze overgangszone van hippiecultuur naar yuppiecultuur. Het vormt samen met The Crying of Lot 49 en Vineland een Californië-trilogie die een periode omspant van de vroege jaren zestig tot de jaren tachtig onder Ronald Reagan, en de schrijnende teloorgang van de flower-power belicht. Inherent Vice is dus niet alleen een eerbetoon aan het duistere detectivegenre, maar ook een grafschrift voor het jaren-zestig-ideaal. Sharon Tate is net op gruwelijke wijze afgeslacht door de Manson-familie, Kissinger laat nog steeds napalm op Vietnam neerdalen en de solipsistische bedrijfscultuur wint meer en meer terrein. Tegen een achtergrond van verloren hoop, leeg idealisme en vergane dromen, vervagen de grenzen tussen hippies, criminelen en agenten. Het roken van marijuana leidt niet tot transcendentie, maar levert enkel een troebel hoofd op. En dat troebele verspreidt zich ook in de realiteit.

De teloorgang van de countercultuur wordt mooi geillustreerd door het zeilschip Golden Fang, dat oorspronkelijk The Preserved heette en symbool stond voor veiligheid en geborgenheid. Maar met de nieuwe naam maakt deze utopische droom plaats voor louter crimineel winstbejag. Ook Mickey Wolfmanns socialistische bolwerk The Zome (mogelijk verwijzend naar het filosofisch concept 'rhizoom' van Deleuze en Guattari, dat de ultieme gedecentraliseerde structuur voorstelt) wordt door een kapitalistisch machtsapparaat onmogelijk gemaakt. Californië als de ultieme frontier en verwerkelijking van de American Dream vervaagt samen met de hippiecultuur. Dit alles verklaart ook meteen de titel Inherent Vice:een maritieme term voor objecten die niet verzekerd kunnen worden omdat zelfvernietiging in hun wezen vervat ligt.

Inherent Vice mist de haarscherpe inzichten en de vernieuwende stuwing van V., Gravity's Rainbow of Mason & Dixon, stuk voor stuk pareltjes die binnen een bepaald historisch tijdskader zeer zinnige analyses van de huidige maatschappij aanleveren. Vooral Gravity's Rainbow blijft Pynchons literaire hoogtepunt. Hierin beschrijft hij een onvoorstelbaar hallucinante tuimeling doorheen een door oorlog verscheurd Europa, terwijl hij intussen scherp uithaalt naar onder meer de kapitalistische consumptiecultuur, de disproportionele macht van de media en het dogmatische denken van het Puritanisme. In zijn eerste roman V. introduceerde Pynchon al paranoïa en entropie als belangrijke thema's in de alternerende verhaallijnen van de afgezwaaide marinier, Benny Profane, zijn ontmoetingen met pseudo-bohemiens in New York City en de spion Herbert Stencil die de mysterieuze V. tracht te vinden. Het zijn thema's die tot op de dag van vandaag nog steeds zijn denken beheersen. Mason & Dixon bevat dan weer een wonderschone, historische waarachtigheid. Alsof de lezer echt meeloert met de twee cartografen die de scheidingslijn tussen Pennsylvanië en Maryland moeten bepalen.

Dat baanbrekende niveau van zijn vorige romans vinden we, jammer genoeg, niet terug in Inherent Vice. Maar daar staat tegenover dat deze nieuwste roman is geschreven met een nostalgisch respect voor de tijdsgeest en een liefdevol oog voor detail, door een schrijver die vernieuwing lijkt te hebben ingeruild voor leesbaarheid. Voor academici en andere hardcore fans die reikhalzend uitkeken naar een evenaring van Gravity's Rainbow, zal Inherent Vice dan ook een immense teleurstelling blijken. Voor het grote lezerspubliek, echter, zou deze Pynchon-light wel eens een doorbraak kunnen betekenen. Het boek bevat genoeg Pynchoniaanse elementen om als een milde introductie op de rest van zijn oeuvre te dienen. Maar men weze gewaarschuwd: eenmaal gevangen in het labyrint van zijn verdere werk, waarin hij op duizelingwekkende manier een grote diversiteit van wetenschappelijke en historische topics combineert met originele, inzichtelijke analyses van de Amerikaanse zelfkant, en dat in de meest uiteenlopende stijlen, zal duidelijk worden dat Inherent Vice die dimensies in grote mate mist.

Thomas Pynchon, Inherent Vice, st1:statest1:placeNew York</st1:place></st1:state>: Penguin Press, 384 blz, 2009