Theaterfotografie: een onmogelijke kunst

Door Inge Henneman, op Thu Aug 25 2011 15:58:00 GMT+0000

Theaterfotografie? Nooit bij stilgestaan. Jawel, er circuleren beelden van voorstellingen. Die krijgen we te zien in een festivalbrochure of in de krant, bij cultuuragenda’s of recensies, en op de website van gezelschappen. Een enkele keer wordt er een heus fotoboek mee samengesteld. En ja, sommige foto’s zijn onlosmakelijk verbonden met een repertoire, zoals de elegante Rosas-foto’s van Herman Sorgeloos. Maar we hebben er nooit écht naar gekeken.

Dus nemen we Dirk Lauwaert[i] erbij, een van de schaarse auteurs die zich aandachtig over deze misprezen praktijk gebogen heeft. Wat speelt er in de relatie tussen de fotocamera en de theaterscène allemaal mee? Als vorm van public relations is scènefotografie in Lauwaerts ogen best invloedrijk: de fotograaf schept van het gezelschap het imaginaire beeld, dat voor de acteurs werkt als een spiegel. Maar waar scènefotografie meer ambieert dan persfotografie – met name de essentie van de voorstelling en de theatrale beleving capteren, en de magie van theater laten nazinderen in één beeld – is Lauwaert sceptischer. Scènefotografie is een onmogelijk genre, meent hij, omdat de camera blind is voor de scenische ruimte, en hij de ondoorlaatbare wand tussen zaal en scène vernietigt. De camera is blind voor het 'alsof'. ‘Via de camera ziet het theater er niet meer als theater uit. ’De werkelijk grote scènefotografie is volgens Lauwaert dan ook een fotografie ‘zonder standpunt’: frontaal, vanuit de zaal en met ingehouden neutraliteit. Dansfotografie acht hij overigens wel mogelijk, omdat dans een plastische kunst is waarvan de fotograaf de essentie kan tonen: de ruimtelijke configuraties, de gestolde beweging, de lichaamserotiek. Theater daarentegen is een geregisseerde voorstelling die zich afspeelt in een andere tijd en ruimte, en binnen een narratieve fictie waarvoor de fotografie geen register heeft. De foto kan die regie niet laten zien.

theaterfoto_30A_0209

Wat Lauwaert onmogelijk acht, blijkt nochtans een dagelijkse praktijk. Deze publicatie stelt de theaterfotografie voor van vier eigenzinnige fotografen, die zich elk al minstens tien jaar nauw verbonden weten met het oeuvre van vier afzonderlijke podiumkunstenaars. Wat hen bindt, verschilt van duo tot duo. Maar bij elk van hen is hun artistieke dialoog net wel een wisselwerking tussen ‘standpunten’. Ook hun theaterfoto’s zijn allesbehalve ‘neutraal’. Zij prikkelen de verbeelding en getuigen van een autonome blik op de essentie van de producties die ze in beeld brengen, en de aspiraties van hun makers. Theaterfotografie, een onmogelijke kunst? Misschien past bij dit paradoxale genre wel een paradoxale inzet. Theaterfotografie wordt pas interessant als ze de klassieke verwachtingen ver achter zich laat. Maar hoe werkt dat precies in praktijk, volgens de fotografen en de podiumkunstenaars zelf? Wat beogen ze? Waaruit bestaat hun specifieke zoektocht? Wat is dat, een goede theaterfoto?

Een visie op een visie

Meer dan een genre is theaterfotografie een praktijk die excelleert als hij voortkomt uit de ontmoeting van een theatermaker en een beeldenmaker. Met de nuance dat een theatermaker ook een beeldenmaker is, en de fotograaf vaak ook scenograaf, of op zijn minst de regisseur van zijn eigen beelden. Het is deze intuïtieve verwevenheid van artistieke visies, van samen nadenken over visuele aspecten, die de blik op de voorstelling bepaalt. Hoe groter die wederzijdse betrokkenheid, en hoe langer die unieke samenwerking, hoe rijker de praktijk. Zo blijkt toch uit deze gebundelde dubbelgesprekken. Theaterfotografie verschijnt hier als een rijk geschakeerd veld van mogelijkheden, net zoveel als er in het medium fotografie registers en functies zijn: van reportage tot storytelling, van reclame tot kunst, van geheugenspoor tot wegwerpreproductie. In die zin is het met beeld niet anders dan met tekst: het gamma van beschikbare vormen gaat van journalistieke verslaggeving tot literaire fictie, van dagboek tot essayistische beschouwing. Elk gelaagd en interessant (theater)fotografisch beeld kan je lezen als een tekst: een statement, een reflectie, een selectieve weergave van ideeën en emoties.

Kortom, de fotografische blik op een voorstelling schept een perspectief. Het is een visie op een visie. Het is de blik van de eerste toeschouwer: tijdens het repetitieproces of pas bij de generale, vanuit de zaal of tussen de acteurs op scène, mee in de coulissen of zelfs op hotel, van op grote afstand of dicht op de huid. De intensiteit van een voorstelling kan opvlammen in de close-up van een gelaat, de afstand tussen twee mensen, het lichaam in een lege ruimte. Steeds beweegt de blik van de theaterfotograaf heen en weer tussen het verre panorama dat overzicht en analyse biedt, en de ingezoomde detaillering van het chaotische, mateloze en onbegrijpelijke karakter van theater zoals het is.

Het maakt van theaterfotografie per definitie een tussengebied, tussen documentair en interpretatief, tussen objectiverend en subjectief, tussen dienstbaar en becommentariërend, tussen recht doen aan wat je ziet en suggereren wat onzichtbaar blijft. Schemergebieden zijn vaak fascinerend. Overlappingen tussen al die verschillende functies van foto’s – informatie of promotie, gebruiksobject of autonome visuele kunst – maken een eenduidige definitie en interpretatie onmogelijk. Het is immers de context waarin een foto bekeken wordt, die vaak de betekenis bepaalt die de toeschouwer eraan geeft. Theaterfoto’s kunnen voor zich spreken. Ingelijst op een witte muur in een tentoonstelling, of perfect afgedrukt op de pagina’s van een boek, roepen ze een persoonlijke wereld op. Als affiche moeten ze veeleer de aandacht trekken, in de krant worden ze afhankelijk gemaakt van journalistieke kwaliteiten.

Het loont dan ook de moeite om de theaterfoto’s in deze tentoonstelling nader te bekijken. Te kijken tot alle clichés rond het genre zijn opgelost en verdampt. Te kijken tot je begrijpt hoe dit beeld enkel het resultaat kan zijn van een onvoorwaardelijk engagement tegenover het theater en zijn verhouding tot de wereld. Wat treft, is niet de vluchtige oogopslag van de vliegende reporter. Wel de visie vanuit een langdurige betrokkenheid op het medium, vanuit een begrip van wat theater is, vanuit een appreciatie voor de eigenheid van het gezelschap.

Vier signaturen, één verhaal

Deze bundeling van gesprekken met theater- en beeldenmakers geeft zicht op een paradoxale praktijk, op de drijfveren en onderlinge energieën van makers en fotografen, op hun begrip van elkaars werk. Vier heel verschillende handtekeningen tekenen zich af. De objectiverende bescheidenheid van Herman Sorgeloos, die tot uitgepuurde composities leidt. De camera van Stef Stessel, een onzichtbare medespeler die ingrijpt op het spel op scène. De poëtische onderhuidse spanning bij Koen Broos, gevat in abstraherende en suggestieve, vaak onscherpe beelden. En de emotionele betrokkenheid van Maarten Vanden Abeele, van wie het extra zintuig zich vertaalt in intuïtieve grensbeelden. Toch brengen deze vier theaterfotografen één verhaal. Wat hen en hun beelden verbindt, is authenticiteit en integriteit.

Laat ons het woord ‘theaterfotografie’ dus afschaffen, de indeling in autonoom en toegepast vergeten. Het gaat om wat een beeld de moeite waard maakt om ademloos lang naar te kijken en er de schoonheid en de relevantie van te ontdekken. Het gaat om wat Anna Teresa De Keersmaeker verlangt van de ideale theaterfoto van haar werk: dat hij zonder manipulatie de dingen ontvouwt en tegelijk geheim houdt, en zo ruimte laat voor onvertelde verhalen.

Als besluit een kort pleidooi voor archivering. Het valt op dat theaterfoto’s kampen met een geringe zichtbaarheid. Vaak blijft het bij wat persfoto’s en een handvol beelden op de site, uitzonderlijk een boek. De archieven van vele theaterfotografen blijken niet ontsloten, noch gedigitaliseerd. Zo verdwijnen niet alleen de sporen van een boeiende praktijk, maar ook het geheugen van een hele reeks voorstellingen. Wie neemt het initiatief voor een project om theatergezelschappen te ondersteunen in het beheer van al deze unieke fotografische oeuvres?