Test uw creativiteit

Door Peter Van Goethem, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Wat vermag vandaag nog de documentaire? Zijn rol lijkt steeds meer in het gedrang te komen, nu een groeiend aantal spelers aanspraak maken op het onderwerp dat hij belicht: de realiteit. De opgang van nieuwe media, gecombineerd met de verspreiding van flexibele opnameapparatuur als de gsm, maakt vandaag elke consument een potentiële producent en distributeur van de realiteit. Die consument krijgt daarmee een steeds groter aandeel in het uitzicht van de samenleving zoals die zich aan ons voordoet in de pers, op internet of op televisie. Hoe overleeft documentaire dat realiteitsconsumentisme? Ons documentairedossier op de volgende bladzijden biedt meerdere antwoorden.

Even terug in de tijd. In de etnologische documentaire Grass: A Nation's Battle for Life (1925) wordt de Iraanse nomadenstam Bakhtiari op de voet gevolgd op hun jaarlijkse trektocht, een 48-daagse barre migratie over onherbergzaam terrein. Blootsvoets trok de stam, een 50.000 sterke karavaan met 500.000 runderen en geiten, over de besneeuwde Zardeh Kuh-pas, op zoek naar een vruchtbare vallei om te overleven. De film werd opgenomen met een zware, inflexibele 35mm camera en het moet de regisseurs van Grass tot het uiterste gedwongen hebben om hun logge apparatuur te vrijwaren van barre weersomstandigheden in de oversteek van rivieren en bergen.

Om dit alles te kunnen zien, hoef je vandaag geen archief of filmhuis meer te bezoeken. Dankzij digitale archivering en de opkomst van nieuwe media laat dit soort verdoken parels uit de documentairegeschiedenis zich nu eenvoudig, onmiddellijk en integraal opvissen op internet. De documentaire is technologisch meegeëvolueerd. Vandaag geen 35 of 16 mm meer, maar compacte en flexibele camera's of gsm's. Terwijl de realiteit voor de makers van Grass nog een obstakel was, biedt de technologie ons vandaag een open toegang. Iedereen heeft de mogelijkheid alles, altijd en overal te filmen. Het resultaat is een doorgedreven democratisering: steeds meer politieke, sociale gebeurtenissen maken dankzij amateurbeelden het nieuws van de dag uit. Naast klassieke media als tv en pers is immers een snelgroeiende nieuwe mediamarkt ontstaan. Nieuws en andere informatie over de realiteit worden er exponentieel geproduceerd, gedistribueerd en gearchiveerd. In Grass moesten de makers nog bedachtzaam omgaan met wat ze filmden, of er bleef aan het einde van de rit geen pellicule over. Geen filmrol en dus geen beeld. Hun beeld gaf een blik op de werkelijkheid, gold als een opening om iets nieuw te zien. Vandaag dekt de overvloed aan beelden de realiteit eerder toe. Uiteindelijk verdrinkt ook een etnografische documentaire als Grass in die beeld-, nieuws- en informatieverstrooiing op internet.

Het is dus maar de vraag of al die nieuwe evoluties in onze beeldproductie de documentaire enkel tot voordeel strekken. Nu de digitale revolutie toelaat om authentiek filmmateriaal moeiteloos te manipuleren, wordt de echtheid van documentaire beelden meer en meer in twijfel getrokken. Heeft wat we zien wel werkelijk plaats gevonden? Dat wantrouwen ten aanzien van het beeld wordt nog versterkt door de inzet van de realiteit zelf in de media. Reality is voor tv-makers een middel geworden om kijkers aan te trekken, maar geeft hen ook een stem. Lotte De Voeght heeft het daarover in haar artikel naar aanleiding van de Argos-tentoonstelling Actors & Extras, over figuranten in documentaire. Zijn we van die toegenomen drang van de media om de realiteit zichtbaar te maken, wel de hoofdpersonages? En niet eerder de figuranten? Hoe de mens schetsen als deel van de geschiedenis? In een maatschappij waarin niet langer alleen de klassieke media beeldproducenten zijn, maar ook het publiek als consument producent wordt van de realiteit, vervaagt de rol van documentaire.

Interpretatie is geen manipulatie

Een uitweg voor documentaire loopt langs zijn grootste troef: zijn vermogen de realiteit te interpreteren en, zoals de vader van de documentaire John Grierson suggereerde, met die realiteit creatief om te gaan. Maak van de camera jouw oog, van de montage jouw lezing. Die creatieve toe-eigening van de werkelijkheid lijkt op het eerste gezicht te botsen met de objectiviteitclaim die op geen andere discipline méér rust dan op documentaire. En natuurlijk zijn er grenzen aan die creativiteit: waar documentaire niet langer een openende blik op de realiteit werpt, maar intentioneel manipulatief wordt. Het is een praktijk die Thomas Fritschi in vraag stelt naar aanleiding van Capitalism: A Love Story, de nieuwe film van Michael Moore. Moores creativiteit ligt in het hanteren van een spitante en confronterende interviewstijl, maar ziet in zijn maatschappelijk engagement weinig graten om met manipulatieve filmtactieken het beeld naar zich toe te trekken, weg van de werkelijkheid. Moore prikkelt zijn kijker daarmee tot reflectie, en dat maakt hem een begenadigd documentairemaker, maar hij schiet voorbij aan het eigenlijke doel van documentaire. Hij opent niet de ogen van zijn publiek voor wat zich buiten het beeld bevindt: de realiteit.

Zo valt documentaire algauw ten prooi aan dezelfde betekenisarmoede als op spektakel gerichte human interest documentaires of reality tv: zij wenden realiteit niet zinvol aan, maar pogen louter de kijker te enthousiasmeren. Kan het anders? Wouter Hessels grijpt terug naar het verleden en vindt bij Henri Storck en Joris Ivens een krachtig alternatief voor deze oppervlakkige reportages. In zijn artikel doet hij een appel voor gedegen maatschappijkritisch documentairewerk.

Documentaire kan haar bestaan niet meer rechtvaardigen door nog meer beelden toe te voegen. Haar onderscheid met de huidige beeldverzadiging ligt niet in de loutere registratie van feiten als verlengstuk van actua- en duidingprogramma's. De rol van de documentairemaker ligt in de interpretatie van die feiten, in zijn mogelijkheid om ze creatief te vertalen. Dit kan wel degelijk hand in hand gaan met authenticiteit, in de zin van eigen auteurschap. Zo beschrijft Christophe Van Eecke hoe de Britse documentairemaker Terence Davies naar een creatieve manier zocht om zijn verleden en zijn emoties te verbeelden op doek. Davies experimenteerde met vorm en inhoud en ontwikkelde zijn eigen schriftuur. Ook Manu Riche vertelt in een interview hoe zijn stijl het resultaat is van diepgravende journalistiek, geduldige observatie en het maken van keuzes in onderwerp en montage. Zowel de documentaires van Terence Davies als Manu Riche ontlenen hun kracht aan de persoonlijkheid van hun maker en realiseren waar het vandaag in documentaire om moet gaan: een gepolijst beeld bieden waarin de werkelijkheid wordt weerspiegeld.