Stars: ‘Trap Door’

Door Matthieu Van Steenkiste, op Fri Dec 12 2014 09:07:09 GMT+0000

Popmuziek is het moeilijkste genre op deze planeet. Iedereen kan postrock maken. Het is alleen een kwestie van ernstig genoeg kijken. Zelfde voor klassiek, maar trek ook maar een pitteleer aan. Pop kun je desnoods bloot maken, grijnzend, maar het moet juist zitten. Met ‘Trap Door’ heeft Stars, dat charmante indievijftal uit Toronto, het nu een zeldzame keer belachelijk juist.

Ben ik een Stars-fan? Nou, neen. Hun gehypete doorbraakplaat Set Yourself On Fire ging het ene oor in en het andere oor weer uit. Hun kamer-indie gleed langs me heen als ware het Michael Phelps tijdens mijn wekelijkse zwemstonde. Het melodrama van hun opvolger In Our Bedroom After The War had me echter wel beet. Plots klikte het. De melodieën waren sterker, de songs droegen voor een keer ook een emotionele lading. Bij die prachtige, poëtische albumtitel kon ik me ook wel iets voorstellen, en een nummer als ‘Take Me to the Riot’, met zijn hang naar opwinding en opstand, deed mij naar hetzelfde smachten. Jaren dacht ik dat frontman Torquil Campbell het over het antiglobalistische protest van 2001 in Seattle had, maar nu ik dat ook echt eens ben gaan opzoeken, blijkt daar niet veel van aan. Of ben ik de enige die hem doorheeft? Dat kan ook.

64_VanSteenkiste_Stars_700.jpg

En toen was de kortstondige liefde alweer over. Ik heb de volgende platen nog geprobeerd, maar elke nieuwe worp werd na één beluistering alweer vergeten. Nooit greep het vijftal me nog een beetje bij het nekvel. Ook bij hun jongste album, No One Is Lost, bleek het weer van ‘mwah’ naar ‘meh’ naar ‘bweuh’. Maar daartussen bloeide wel die ene song ‘Trap Door’ open. Een lichtpuntje dat mijn popliefde nog eens ouderwets deed pieken! Het is een masterclass in popmuziek, een samenvatting van al die kleine momentjes die me al die jaren gelukkig hebben gemaakt.

Popmuziek is immers de batterij waarop ik draai. Met de tristesse van een complexe avant-gardeband raak ik misschien de futloze winter nog wel door, maar wanneer de moestuin zijn eerste spadesteek eist … Geef me dan alstublieft p-o-p: een melodie die al in mijn hoofd zit nog voor ik ze één keer heb gehoord, en een refrein dat zich laat meefluiten na slechts een halve luisterbeurt. Het mag Marina & The Diamonds zijn, Smith Westerns of Metric: als het maar catchy en meezingbaar is, en nog beter werkt als het autoraampje naar beneden gedraaid is.

Trap door

Ik weet dat het te laat is. De verwarming is ook hier al lang weer aangezet, de laatste appels zijn ingemaakt, de moestuinboeken opgeborgen tot volgende lente én toch doet Campbell nog even alsof het zomer is. Met ‘Trap Door’ schijnt de zon immers in de huiskamer. Want als er één nummer is dat bewijst dat popmuziek de grootste onzin verkoopbaar maakt, zo besmettelijk als de pest is én je en passant nog een stuk gelukkiger maakt, dan wel dit. Een schoolvoorbeeld van een muzikaal ebolavirus in 4 minuten 39 seconden:

0’00”: Een baslijn. Baslijnen zijn goed. Baslijnen zijn een begin. Baslijnen zeggen: hier gebeurt iets. Baslijnen bedoelen: business. We zijn vertrokken.

0’10”: ‘I’m back with the fear/feels good to be here.’ Blij voor Campbell, maar er gebeurt nog niet gek veel.

0’18”: ‘Neurotic alcoholic/make mine a gin and tonic.’ Wacht, heeft hij dat echt gezongen? Het tekstvel zegt van wel. Een drum heeft de bas ondertussen al even vervoegd en samen stommelen ze gezapig voort; dit heeft in elk geval vaart.

0’26”: ‘The kids in VIP are really making me angry/we’re lined up round the block and inside the place it’s empty’: er is een probleem, maar wat precies ontgaat me een beetje. Een paar gitaren leiden de boel af en smokkelen een kick-ass melodie de song binnen. Dit begint al lichtjes aanstekelijk te worden.

0’41”: ‘One more, one more, and then close that door.’ Torquil is bijna binnen. Ik weet nog altijd niet wat hem nu zo boos maakt, maar ik voel een refrein naderen. De gitaren en een synth leveren ondertussen een gevecht om de mooiste notenlijn. Dit is het soort melodie waarop je het telefoonboek kan zingen, en een wei zal zitten meebrullen voor het er erg in heeft.

00’56”: ‘All you get is the stick while you’re waiting for your pay’. Wacht eens. Dit gaat over de nieuwe regering, right?

00’59”: ‘Trap door, trap door, in the ceiling and the floor.’ Ik heb geen idee van wat er aan de hand is met dat valluik, maar met zo’n refrein is mijn weerstand weg. Ik ben mee: go tell’em, Torquil! Ik ben nu al aan het meefluiten.

01’06”: ‘You always did the things they told you to/you always bought that shit they sold you.’ Zo gaat het altijd. I hear you, bro. Ik laat me ook altijd van alles wijsmaken. Dit bijvoorbeeld. Maar doe anders nog eens een strofe?

1’24”: ‘I’m back with the hate/so sorry I was late.’ ‘t Is oké, Torquil. Vertel ons vooral wat er aan de hand was.

1’31”: ‘Yeah my name was on the list/but they said I had to wait.’ O, die hadden we niet verwacht.

1’40”: ‘The kids in VIP are all looking for a family.’ Daar zijn die VIP-kids weer, maar het vergaat hen al zo goed niet meer. Hun verdiende loon, ha!

1’52”: ‘Yeah, we’re standing in the dark but we’re looking for the light.’ Aha! Hier draait het om! We zoeken het licht aan het einde van de crisistunnel. Denk ik. Ik wou dat ik het begreep. Maar hey ho, daar is het refrein alweer, met zijn dubbele gitaar die zo mooi zingt en die huppelende toetsen.

1’56”: ‘One more, one more.’ Tweede refrein en ik wil het al met de vuist in de lucht meebrullen op een leuk festivalletje. De gitaren gaan ondertussen in overdrive, de synth loeit, en is dat daar een sax in de achtergrond?

2’30”: Saxsolo. Wat zijn dit? De jaren 1980? Ja, natuurlijk, of heeft u het Nieuws Voor Hipsters gemist?

2’39”: Ik snap het. Dit is ‘Red Eyes’ van The War On Drugs in de versie van Stars. Zonder de whoohoos! De sax toetert wat in het ijle, de song ligt schijnbaar op zijn gat, maar je vóélt dat er iets gebeurt. Iets dat beelden met een gele woestijnschijn, oude cabrio’s en grote bruine zonnebrillen oproept.

2’44”: ‘Tráp door, tráp door!’ Torquil means it, man, en ik voel hem. Die verdomde VIP-kids toch ook altijd. We schudden onze vuist even machteloos naar de lucht.

3’01”: ‘One more, one more!’ Dit is de homerun. Campbell weet dat hij ons mee heeft en gaat nu all the way. De emotie spat van zijn stem, de instrumenten spannen de spieren op. Er is geen houden meer aan, en wij: wij voelen het.

3’12”: Tweede saxsolo: vrolijker, vluchtiger dan de vorige. Tikkie Big Man Clarence Clemons. Campbell smijt er af en toe een ‘Trap door!’ tussen.

3’33”: ‘Toodootootootoo.’ Ha, toch nog bijna een whoohoo. Perfect.

4’00”: Outro. De bas die zich nog even laat gelden, gitaren rinkelen. Fade-out. Repeat ad infinitum. De verslaving is compleet. Wanneer is het concert? Leve popmuziek.

In elk nummer dissecteren we een recente song. Muziekkritiek op de vierkante millimeter.

Matthieu Van Steenkiste is freelancejournalist en in zijn vrije tijd hoofdredacteur van cultuurmagazine enola.be.