Samson en Gert 20 jaar samen op de moto

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Wat hebben de bedenkers van Merlina toch een kans gemist. Een nachtlampje in de vorm van Napoleons parafix, Polycarpus Tack als sprekende knuffel ('Waterman roept Merlina'), een Stratego-versie met An - de schrandere - als maarschalk. En, natuurlijk, een Evarist de spelcomputer om spelenderwijs de eerste woordjes Frans te leren. Dat en veel meer behoorde tot de mogelijkheden. Merlina verdween in 1988 van het scherm, de eerste _Samson & Gert-_televisieshows dateren van 1989. Tussen het einde van Merlina en het begin van Samson & Gert ligt dus niet meer dan een jaar. Dat ene jaar zorgde wel voor een breuklijn, een aardverschuiving die nog altijd in de leefwereld van bijna elk kind in Vlaanderen voelbaar is. Plots was alles daar wel: Samson als donsovertrek, Samson als knuffel, Samson als worst. Samson, die rockt.

En toch was dat niet nieuw. Gert Verhulst, Hans Bourlon en Danny Verbiest hadden een inspirerend voorbeeld. In 1930 lanceerde Walt Disney in de Verenigde Staten al de eerste Mickey Mouse-poppen. Kort daarna zorgde hij voor de massale verspreiding van Mickey Mouse-catalogi bij lokale winkeliers, in de hele VS en iets later ook in Europa. Mickey was op dat ogenblik al lang niet meer alleen, maar genoot het gezelschap van onder meer De drie kleine biggetjes (1933) en Donald Duck (1934). Wat Disney op grote schaal realiseerde, deden Verhulst, Bourlon en Verbiest — vanaf 1996 onder de noemer Studio 100 — hem na voor Vlaanderen en Nederland. Samson & Gert zette een toon. Full-cd's, zomershows, kerstshows, boekentassen, schoenen, ijsjes, koekjes en limonade: ze kleurden niet alleen de vrije tijd van kinderen, ze kleurden hun dag. Waar massa's opvoeders en onderwijzers al decennia streefden naar de vervulling van de ultieme pedagogische droom — 'het kind centraal stellen' — leek die stoemelings verwezenlijkt door een sprekende hond en zijn 'Gertje'.

'We willen niet origineel zijn. We streven naar herkenbaarheid', was van bij de start de rode draad doorheen de interviews met Verhulst, Bourlon en Verbiest. Die herkenbaarheid vinden we op verschillende niveaus terug. Personages als Alberto en Meneer de Burgemeester waren er van in het begin bij en maken nog altijd deel uit van de kern van de cast. Het zijn zij die moeten kloppen 'want de bel doet het niet', een klassieker die in nagenoeg elke van de 700 afleveringen opduikt. De afleveringen kennen steevast dezelfde structuur, met op het eind een duidelijke moraal. Samson & Gert is in al die jaren dus nog geen haar veranderd. In wezen lijkt het daarmee op elk ander populair kinderprogramma. Kritiek als zou het programma van Verhulst en co verkleutering in de hand werken, manifesteerde zich op het ogenblik dat de merchandising op volle toeren begon te draaien. Pas dan werd Samsons 'plobreem' een echt probleem. Banaal, commercieel, massaal, en dus alles wat cultuur voor kinderen niet hoort te zijn, luidde het. De opeenstapeling van kabouter Plop, K3 en Mega Mindy heeft de voorbije jaren evenwel tot berusting geleid. Wie nu nog vindt dat commerciële bedrijven onze kindercultuur niet mee vorm mogen geven, is een verzuurde mens.

We zijn dus tegen commercialisering. Maar als het over kinderen gaat, knijpen we onze ogen graag iets meer dicht. Op die paradox stoten we wanneer we ons buigen over wat Samson & Gert en het volledige gamma Studio 100-afgeleiden in onze samenleving teweeggebracht hebben. Illustratief is het enthousiasme waarmee leerkrachten net die producten uit de populaire kindercultuur onthalen die naadloos aansluiten bij hun kijk op kinderen. Sneeuwwitje, de 101 Dalmatiërs, Samson en K3 komen de klas wel in. Maar Pokémon moet aan de deur blijven staan. Een mogelijke verklaring ligt in de sentimentalisering en 'sacralisering' van kinderen die zich in de loop van de twintigste eeuw hebben voltrokken. Onze samenleving koestert het beeld van de kinderlijke onschuld. Kijken naar kinderen betekent dat we in het kind opnieuw de volkomen natuurlijke en onschuldige mens uit het paradijs ontmoeten — een edele wilde of een naïef genie dat met zijn poëtische wereldopvatting de goddelijke oorsprong van de dingen dicht benadert. Zo zijn we geleidelijk aan naar een samenleving gegroeid waarin de sentimentele waarde van kinderen en van het kind-zijn centraal is komen te staan. Van een kind verwachten we liefde, een lach en emotionele voldoening, geen geld of arbeid. Het maakt kinderen onschatbaar en onbetaalbaar, en dus kwetsbaar. De idee van het onschuldige kind is tot op vandaag de dominante achtergrond waartegen de kindercultuur verschijnt, ook voor Hans Bourlon: 'Wij gebruiken geen boosdoeners, om de simpele reden dat er geen boosdoenerkinderen bestaan.' Precies die strategie verklaart de grote aantrekkingskracht van Samson en K3, het wantrouwen tegenover Pokémon, de opluchting bij het happy end, maar ook de voortdurend terugkerende smeekbede dat kinderen toch ook nog kinderen moeten kunnen zijn.

'De kinderen zijn mijn belangrijkste maatstaf', aldus Gert Verhulst in Humo. 'Als zij het leuk vinden, is het oké.' Alles goed en wel, maar ook producten voor kinderen verdienen meer dan de afweging of iets leuk dan wel niet leuk is. Een Samson & Gert-show is leuk en gezellig, maar een recente theatervoorstelling zoals Expeditie Wolk met Ad Van Iersel, naar een tekst van Roel Verniers, is anders dan 'leuk'. Die laatste voorstelling schept werelden die anders zijn dan de wereld die we gewoon zijn. En net dat gegeven zorgt ervoor dat we op een andere manier naar het gewone, het vertrouwde en het alledaagse gaan kijken. Dat is niet zomaar een romantische verzuchting: jeugdtheater hoeft onze samenleving helemaal niet te redden. Het gaat veeleer om de vaststelling dat als we over theater, literatuur, of muziek voor kinderen spreken, we dat niet hoofdzakelijk moeten doen vanuit de idee dat we een veilige omgeving voor kinderen willen creëren. Toch denken we voortdurend dat te moeten doen, bij websites voor kinderen, bij de uitbouw van een televisiezender voor kinderen, of bij een kerstshow. Dat zijn allemaal 'veilige omgevingen' die allesbehalve de kinderen uit hun lood willen slaan. Er zijn echter plaatsen voor kinderen die zich onderscheiden van die veilige omgevingen. Omdat ze geen vertrouwde verhaalstructuur aanbieden, laat staan een happy end. Omdat ze grillig en onvoorspelbaar zijn, of lastig, omdat ze haaks staan op de vraag naar transparantie die we vandaag zo hoog in het vaandel dragen. In Expeditie Wolk zal Victor er niet in slagen de wolk te kussen, hoe graag hij dat ook had gewild. Maar hij vindt dat niet erg, want hij heeft op zijn tocht zo veel andere zaken beluisterd en gevoeld. Er zijn plekken die kinderen uitdagen om zichzelf op het spel te zetten. En er is nog meer. Het zijn ook plekken die niet gestut zijn op een volwassene-kind-relatie waarin kindergeluk en -welzijn vorm krijgen op basis van het project van de volwassene die kinderen koste wat het kost wil plezieren. Het zijn plekken waar het kind-zijn maar ook het volwassen-zijn telkens herdacht kunnen en mogen worden. Echt waar, Gertje, er zit meer in een kindje dan je denkt.