The sacred made real

Door Karel Vanhaesebrouck, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

In de statige National Gallery in Londen liep afgelopen winter de indrukwekkende tentoonstelling The Sacred Made Real. Zeventiende-eeuwse religieuze schilderkunst uit Spanje werd er geconfronteerd met polychrome beelden uit dezelfde eeuw. Samen met de prachtige gelijknamige catalogus vormt de tentoonstelling niet alleen een belangrijke correctie op de bestaande kunsthistorische kennis. Ze toont ons de wortels van onze hedendaagse visuele cultuur.

Wie de tentoonstellingsruimte betreedt, botst op het prachtige Sint-Franciscus in extase (rond 1640) van Francisco de Zurbaran. In een zwarte, lege ruimte staat Sint-Franciscus in zijn lange bruine monnikspij als versteend, de ogen opgericht. Zo werd hij gevonden door paus Nicolas V in 1449, zijn dode lichaam rechtopstaand en in perfecte staat. Het mirakel groeide uit tot een van de centrale topoi in de Contrareformatie. Met zijn schilderij reconstrueert Zurbaran dat miraculeuze moment, alsof het zijn kijker zelf is die de graftombe opent en plots, in het licht van zijn kaars, oog in oog staat met dit fascinerende schouwspel. Eerder dan de nadruk te leggen op de religieuze devotie zelf, focust de schilder op de theatrale impact van dat moment. En impact, daar was het de Contrareformatie dan ook om te doen. Met spectaculaire schilderijen en hyperrealistische beelden wilde de katholieke overheid haar onderdanen opnieuw tot de essentie van het katholieke geloof brengen. En dat deed ze niet alleen met de afbeelding van dit soort momenten van extase en devotie, even vaak opteerde men voor de shock-and-awe-strategie, met hyperrealistische en vaak erg bloederige afbeeldingen en sculpturen van Christus of andere martelaren. The Sacred Made Real toont dat dubbele gezicht van de Katholieke Kerk in volle contrareformatie, een gezicht waarin afgrijzen, fascinatie en aanbidding hand in hand gaan.

BLOED

De Contrareformatie articuleerde zich het duidelijkst met het Concilie van Trente. Verspreid over drie zittingsperioden tussen 1545 en 1563 bakkeleiden vertegenwoordigers van de Katholieke Kerk, in een poging de beweging van de Reformatie te counteren, over onderwerpen als de canon van de Bijbel, de sacramenten, het statuut van de erfzonde maar ook over de rol van kunst. Het Concilie erkende het belang van iconografie als propaganda-instrument en verschafte de beeldhouw- en schilderkunst een officiële reli­gieuze legitimiteit, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het calvinisme dat elke afbeelding als een object van idolatrie en bijgeloof beschouwde. Daarenboven hechtte de Kerk een bijzonder belang aan een realistische en adequate weergave van Bijbelse taferelen. Die beslissing verleende kunstenaars een vrijgeleide om de bloederige details uit Katholieke leer in alle gretigheid en met heel veel zin voor detail uit te beelden. The Sacred Made Real laat mooi zien hoe de schilders en beeldhouwers in opdracht van de katholieke Kerk in eerste instantie een zintuiglijke impact nastreefden. De zeventiende-eeuwse religieuze kunst uit Spanje mikt niet op reflectie, maar gaat recht naar de buik. Voor zijn Dode Christus (1625-1630) sloofde Gregorio Fernandez zich met veel enthousiasme uit om alle stigmata zo nauwkeurig mogelijk na te maken. Wie het beeld van dichtbij ziet, voelt algauw de neiging om ook even te voelen, om zeker te zijn of het gestolde bloed wel degelijk uit hout en verf bestaat, gefascineerd door de gruwelijke echtheid van dit lijk. Ook bij het afgehakte hoofd van Johannes de Doper (1625) van Juan de Mesa werd veel liefde en aandacht besteed aan de gedetailleerde anatomische evocatie van de doorgehakte hals. Als geen ander was de Katholieke Kerk zich bewust van de spectaculaire aantrekkingskracht van dit soort anatomisch realisme. Nooit was de gruwel van Christus' lijden zo nabij.

The Sacred Made Real toont dat dubbele gezicht van de Katholieke Kerk in volle contrareformatie

Niet alleen in een consequent realisme de horrorfilm waardig maar ook in een uitgekiend gevoel voor theatraliteit vinden alle werken in The Sacred Made Real een gemeenschappelijke bedding. Elk werk mikt op een concrete theatrale impact, aan subtiele metaforiek had men geen boodschap. Toen Mateo Vazquez de Leca bij Juan Martinez en Fransco Pacheco een kruisbeeld bestelde, gaf hij hen in het contract deze aanwijzingen mee: 'Christus leeft nog, vlak voor Hij zal sterven, met het hoofd lichtjes naar de rechterzijde gebogen, zodat Hij elkeen die aan de voet van het kruisbeeld aan het bidden is, rechtstreeks aankijkt, alsof Jezus zelf tot Hem aan het spreken is'. Elk schilderij of beeld diende rechtstreeks effect te ressorteren; het heilige lijden diende zo realistisch en zo nabij mogelijk gebracht te worden. Die ambitie resulteerde in uitzonderlijke kunstwerken waarin gruwel bloedmooi en schoonheid gruwelijk kon en mocht zijn.

MULTIMEDIAAL

T_he Sacred Made Real_ biedt ons niet alleen een inkijk op de bijzonder gewelddadige culturele verbeelding van de Spaanse zeventiende eeuw, de tentoonstelling toont ook hoe beeldhouwkunst en schilderkunst niet los van elkaar gezien kunnen worden. En dat is een nieuw inzicht. Terwijl de schilderijen van bijvoorbeeld Velazquez of Zurbaran al snel een plaatsje kregen in het kunsthistorische pantheon, werd in de meeste gevallen de toegang tot diezelfde heilige graal ontzegd aan de vele polychrome beelden uit die periode. Die doken zelden of nooit op in musea en bleven tot op heden verborgen in kerken, kapellen en donkere nissen. De schilderijen gingen al snel behoren tot de westerse canon van de kunstgeschiedenis, de beelden behielden hun functie als object van devotie of werden geklasseerd als katholieke kitsch. Toch zijn ze onlosmakelijk verbonden. Heel wat schilders gingen immers in de leer in een beeldhouwatelier, en leerden hun ambacht door beelden te beschilderen. Dat gold bijvoorbeeld ook voor Zurbaran, zo leert ons een recent opgeduikeld contract. Schilders baseren zich voor hun schilderijen vaak op sculpturen en proberen een gelijkaardig driedimensionaal effect te bereiken. Omgekeerd maken de schilders van de polychrome beelden gebruik van schilderkunstige technieken allerhande die hun toelaten om bijvoorbeeld de illusie van schaduw te creëren. The Sacred Made Real toont hoe in de loop van de zeventiende eeuw twee verschillende media steeds intenser op elkaar ingrijpen, door beelden en schilderijen naast elkaar te plaatsen en zo de multimediale wisselwerking concreet zichtbaar te maken. Die wisselwerking wordt mooi duidelijk in het wonderlijke schilderij Christus aan het kruis (1627) van Zurbaran.

Nooit was de gruwel van Christus' lijden zo nabij

Die wilde dat zijn schilderij, dat hij maakte voor een donkere nis in een kerk in Sevilla, eruit zou zien als een sculptuur. Toen de Spaanse kunsthistoricus en schilder Antonio Palermo aan het begin van de achttiende eeuw de kerk bezocht, schreef die: 'er bevindt zich een kruisbeeld gemaakt door Zurbaran dat getoond wordt achter het hek van de kapel (waar er weinig licht is), en iedereen die het ziet en niet kent, denkt dat het om een beeldhouwwerk gaat'. Niet de suggestie van een menselijk lichaam wil Zurbaran wekken, maar dat van een polychroom beeld. Precies daarom ziet de lendendoek van Christus er stijf en hard uit, niet omdat hij niet beter kon, maar omdat hij een sculpturaal effect nastreefde. Zurbaran tast met andere woorden de grens tussen beeld en afbeelding af, en zaait op die manier moedwillig visuele verwarring. Precies die verwarring, die grenservaring vormde de kern van de zeventiende-eeuwse visuele cultuur. The Sacred Made Real is daarom niet alleen een erg fascinerende en kunsthistorisch relevante tentoonstelling, ze toont ons ook de wortels van de moderne spectaculaire cultuur waarin hyperrealisme en fascinatie voor het afgrondelijke hand in hand gaan. Ook wij kennen die fascinatie voor striking effects, spectaculaire beeldtaal die ons in de war brengt, die ons laat twijfelen over het statuut van het afgebeelde, maar die ons tegelijk ook verwonderd laat zijn over de technische virtuositeit van zijn uitvoering. Die spreidstand, tussen het verlangen naar immersie, naar onderdompeling enerzijds en technisch-analytische distantie anderzijds, bevindt zich nog steeds in het hart van onze visuele cultuur.

The Sacred Made Real. Spanish painting and sculpture 1600-1700  was van 21 oktober 2009 tot en met 24 januari 2010 te zien in The National Gallery in Londen. Van 28 februari 2010 tot en met 31 mei 2010 is de tentoonstelling te zien in de National Gallery of Art in Washington. De gelijknamige catalogus is verschenen bij Yale University Press.