Populaire cultuur is zo meta

Door Johannes De Breuker, op Sat Feb 13 2016 08:28:30 GMT+0000

De tijd dat popcultuur werd afgeserveerd als hersenloos vermaak, is voorbij. Vandaag citeren cultuurkenners naast Shakespeare ook de gevatte Hollywood-scenarist Aaron Sorkin en bekijken ze naast arthousefilms ook sitcoms als Community. Waarom? Waarom lijk je intussen zelfs voor je tv een ingewijde te moeten zijn? De meerwaarde die we vroeger zochten in de schone kunsten, schuilt in ons gelinkte universum steeds vaker in een voorvoegsel: meta.

Schrijvers zijn roofzuchtige gluurders, zo stelde auteur David Foster Wallace. Zelf hoefde hij voor inspiratie niet meer naar buiten, hij nestelde zich gewoon voor zijn tv-toestel. Het kleine flikkerende scherm schotelde hem naar hartenlust uit het leven gegrepen situaties en personages voor, wat de beeldbuis tot een ideale researchtool maakte. Ook voor zoveel andere kijkers was televisie een spiegel die toonde wat ze wilden zien en hen een beeld van normaliteit schetste. Nu die spiegel in duizend en één stukken uit elkaar is gevallen, flikkert tv-content overal op – in je social feed en op je smartphone – en gluren we meer dan ooit.

Goede televisie denkt ondertussen verder dan de traditionele beeldbuis.Het wil ook on- en offline de juiste snaren raken. Grappige memes, vines, film snippets en gifs worden de wereld ingestuurd, waardoor televisie op sociale media een eigen leven gaat leiden. Zelfs applicaties die grappige quotes uit series afspelen via je smartphone, zijn populair. Stel je even voor: je staat te praten en er komt een knappe vrouw of man voorbij en plots hoor je: ‘t is moar e prente, wor! De kans is groot dat iedereen lacht en de link met Bevergem begrijpt.

Goede televisie denkt ondertussen verder dan de traditionele beeldbuis

Maar wat als je nog een stapje verder gaat? Wat als je naar de werkelijkheid begint te kijken door de bril van popcultuur en de grens tussen feit en fictie zo steeds vager wordt? Daar gaat het geweldige Community over. In deze sitcom volgt de kijker de charismatische Jeff Winger en zijn studiegroep, die op Greendale Community College een tweede kans zoeken en die vinden in vriendschap voor elkaar. Volgens The New York Times-criticus Mike Hale is elke aflevering van de sitcom immers een mini-essay over vriendschap, waarvoor popcultuur fungeert als fundament én cement.

Ook voor de kijkers. Waar Friends onze sympathie opwekt door zijn herkenbare – lees: cliché – personages, baseert Community die bonding met zijn personages op een gedeeld en rijkelijk geciteerd popcultureel verleden. Maar terwijl voor de ene citaten van superhelden en Nicolas Cage bindend werken, zijn ze vervreemdend voor anderen. Deel je niet dezelfde popachtergrond als Abed en Troy – de twee popcultuur-geeks uit de serie – dan wordt het moeilijk om de humor en de snedigheid van Community te appreciëren.

Bingewatchen met de metabril

Botst popcultuurzo niet tegen haar eigen premisse? Normaal biedt populaire cultuur een gemeenschappelijk referentiekader dat mensen bindt, in plaats van een doolhof aan verwijzingen waarin het makkelijk verdwalen is, zoals het nu steeds vaker lijkt. De zelfverwijzende gelaagdheid van series als Family Guy, Parks and Recreation en Community maakt dat er zonder voorkennis bijna geen beginnen aan is. Wil je die series helemaal kunnen vatten, dan moet je door popcultuur geschoold zijn en met genreconventies en -tropes kunnen spelen. Kortom: je hebt een metabril nodig.

Botst popcultuur niet tegen haar eigen premisse? Normaal biedt populaire cultuur een gemeenschappelijk referentiekader dat mensen bindt, in plaats van een doolhof

Volgens sommigen was Community dan ook ten dode opgeschreven, net omdat niet iedereen uit zo’n rijke popcatalogus kan putten als de personages uit Community zelf_._ Maar zijn we stiekem niet allemaal kinderen van televisie? Twintig jaar geleden schreef D.F. Wallace in E Unibus Pluram al bevlogen over ons gulzig kijkgedrag. De gemiddelde Amerikaan keek toen zo’n zes uur tv per dag. Tv-programma’s en hun genreconventies raakten er bij de kijker diep ingesleten.Met televisie zapten de mensen zo door een gemeenschappelijk referentiekader, merkte D.F. Wallace op. Hij stelde dat Amerikanen minder verenigd waren door hun gelijkgestemde gevoelens dan door hun gemeenschappelijke beelden: ‘what binds us became what we stood witness to’. Dit had zo de baseline van Community kunnen zijn: een community van mensen die zich tot elkaar aangetrokken voelen, omdat ze dezelfde dingen op televisie en in de bioscoop hebben gezien.

Alleen gaat die uitspraak nu minder op, omdat het tv-aanbod de laatste jaren exponentieel is toegenomen, terwijl onze kijktijd is verminderd. Dankzij nieuwe zenders en distributiekanalen als dvd en blu-ray, plus diensten als Netflix en Mubi, is het referentiekader van popcultuur enorm gegroeid. Maar zelfs al is films en series bekijken een fluitje van een cent geworden, het is onmogelijk om van alles op de hoogte te blijven. Laat staan ernaar te kunnen verwijzen.

70_DeBreuker_Community © Yahoo_700.jpg

Steeds meer mensen verdwalen dan ook in het grote aanbod, zoals mooi getoond wordt in Seth MacFarlane’s film Ted 2 (2015). Wanneer hoofdpersonages Ted en John op bezoek gaan bij de jonge advocate Samantha Leslie Jackson, moet het duo hard lachen omdat haar naam hen aan Samuel L. Jackson doet denken. Als zij verrast reageert dat zij die man niet kent, vraagt Ted gevat: ‘Heb jij ooit al eens een film gezien? Hij is de zwarte.’ Iedereen die Samuel L. Jackson kent, zit meteen op dezelfde lijn als de hoofdpersonages. Zij die hem niet kennen, weten dat er werk aan de winkel is. Ze snappen helemaal niet wat er zo grappig is.

Pop culture 101

Nu het referentiekader zo sterk is uitgebreid, werken popculturele referenties steeds minder inclusief, maar zorgen ze wel meer en meer voor added value. Mensen kunnen zich bij hun vrienden sneller dan vroeger laten gelden door ze te doorgronden. Of ze ervaren het plezier van enige samenhang te zien in hun lezing van onze fragmentarische tijd. Popcultuur krijgt steeds meer aanzien, net omdat er aan het behapbare nog een extra kluif zit voor de liefhebber. En die liefhebbers – noem ze desnoods zelfs ‘kenners’ of ‘ingewijden’ – lijken steeds talrijker te worden, of vinden elkaar steeds makkelijker online. Voor de culturele klasse staat populair immers allang niet meer gelijk aan ‘plat’. De honger naar intelligente, zelfkritische popcultuur neemt zelfs hand over hand toe. Dat merk je op sociale media, maar ook op televisie: er worden steeds meer series aangeboden die zich net op die popcultuurfijnproevers richten.

Programma’s inspireren zich niet meer op het echte leven, maar op popcultuur

Community is voor hen een heuse speeltuin, terwijl beginners er een ideale bingecursus pop culture 101 aan hebben. Vermomd als een spoof op het _high school comedy-_genre– de pilootaflevering flirt met The Breakfast Club – groeit de sitcom met z’n vele referenties en re-enactments over de zes seizoenen uit tot een herkenbare parodie op de hele popcultuur en onze relatie ermee. Jeff Winger, de zelfverklaarde leider van de studiegroep, verwoordt de schizofrene _Community-_ervaring nog het beste als: ‘we begonnen eraan als echte mensen, maar kwamen eruit als verwarde stripfiguren’. (seizoen 5, aflevering 1)

De bedenker van de serie is de Amerikaan Dan Harmon, een jonge veertiger die opgroeide met televisie, The Simpsons en popcultuur. Hij vormt de belichaming van hoe onze verhouding met popcultuur is veranderd. Hij kwam tot wasdom in een tijdperk waarin televisie werd gemaakt door mensen die géén wereld zonder televisie kenden (in tegenstelling tot de generatie voor hen). Televisie verwees toen even vaak naar zichzelf als naar de buitenwereld. Nu hij zelf televisie maakt, en als geniepige voyeur op zijn beurt weer situaties en personages uit z’n jarenlange research destilleert, maakt hij programma’s die zich niet meer inspireren op het echte leven, maar op popcultuur.

We are Abed

Deze shift toont zich het duidelijkst in Abed Nadir, een autistiforme jongeman die als een soort verwarde stripfiguur in onze realiteit is verdwaald. Hij probeert de bizarre werkelijkheid te begrijpen door bekende popcultuurformats compulsief aan te wenden als sleutel tot het echte leven. Vriendschappen bouwt hij op aan de hand van wat hij op televisie zag. Een kleine onderneming zoals chickenfingers bemachtigen groeit in zijn ogen uit tot een ingewikkelde gangsterplot (aflevering Contemporary American Poultry). En een ridicule gebeurtenis zoals een flauwe grappenmaker die centjes in bilspleten gooit, blaast hij op tot fincheriaanse proporties (aflevering Ass Crack Bandit).

Naast bijzonder grappig en gevat heeft Abeds ziekelijke relatie met popcultuur ook iets tragisch herkenbaars. Zijn we niet allemaal in meer of mindere mate Abed? In hem herkent de kijker immers zijn eigen zelf die in een hypergemediatiseerde samenleving verdwaalt. Als Abed verloren loopt in feit en fictie, vaak terwijl hij erachter komt dat ook in popcultuur niet altijd alles zwart-wit is, wordt ook de kijker geconfronteerd met zijn onvermogen om dat onderscheid scherp te krijgen. Wat is nu echt, wat niet? Die ervaring is van alledag. Zo maken velen van ons nog altijd de fout om iemands onlineleven te begrijpen als een afspiegeling van zijn of haar echte leven.

Series als Community maken het steeds leuker om je in popcultuur te verdiepen

In tijden waarin sociale media de grens tussen feit en fictie verder doen vervagen, schetst Community een mooi en grappig beeld van hoe we dat hypergemediatiseerde leven kunnen overleven. Daarin schuilt net de mooiste en meest traditionele trope die door alle culturen schemert: liefde overwint alles. De hele serie draait immers om dat gemeenschapsgevoel, die levendige community van totaal verschillende types die om de een of andere reden toch goed met elkaar kunnen opschieten. Omdat ze toevallig op dezelfde school zitten, dezelfde films kijken of dezelfde droom hebben: aanvaard worden.

Uiteindelijk is_Community_ dan ookeen heel traditionele sitcom, die dankzij zijn intelligent gebruik van metareferentialiteit de kijker een spiegel voorhoudt, en popcultuur naar een hoger niveau tilt. Al is het schier onmogelijk om het hele referentiekader van popcultuur te doorgronden en helemaal mee te zijn, series als Community maken het steeds leuker om je in popcultuur te verdiepen. Ze vertellen tegelijk iets over de verschuivende rol van televisie binnen de popcultuur (met sociale media als partner in crime): die ligt meer en meer in een kritische beschouwing van populaire cultuur, door ook zichzelf als medium liefdevol te kijk te zetten. Als Dan Harmons sitcom ons iets leert, dan wel dat metaseries als Community het perfecte snijvlak vormen tussen maatschappij-, media- en cultuurkritiek. Cool, cool, cool.

Johannes De Breuker schrijft freelance over film en muziek, en is muziekredacteur van rekto:verso.