To poc or not to poc, that’s the question

Door op Thu Sep 26 2013 07:50:12 GMT+0000

Als je de kans kreeg om van nul te herbeginnen, in een ruimte van 8 op 10 meter, hoe zou je dat dan doen? Vanuit die vraag bouwen Halory Goerger en Antoine Defoort in Germinal aan een nieuwe beschaving ter grootte van een toneelvloer. Eens te meer toont het werk van beide Fransmannen zich grappig én intelligent: een zeldzaamheid in het theater. Begin oktober te zien in Kortrijk en Gent!

Germinal is een lichtjes anarchistische voorstelling, die door haar frictie tussen lichtheid en filosofie, tussen nonchalance en ernst, al snel uitgroeide tot een internationale festivalhit. Een publiekslieveling van de betere soort, want deze performance houdt ons een spiegel voor: wij denken te weten hoe de wereld ineenzit, maar Germinal toont dat het ook anders kan. ‘Na onze vorige productie & wilden we iets helemaal anders doen. Ons project over begrafenisrituelen en de dood verliep zeer moeizaam, en plots zeiden we: “We gooien alles weg, we beginnen opnieuw. Helemaal van in het begin!” En zo groeide de idee om een beschaving op de toneelvloer te bouwen.’

58_Germinal_380.jpgDat lijkt misschien hoog gegrepen, maar de zelfrelativering en de humor van Goerger en Defoort counteren dat meteen. Zij vinden zichzelf absoluut geen kunstenaars, en zijn net zo goed thuis in de wereld van wetenschap, media en technologie als in de kunsten. Halory studeerde informatiekunde, Antoine heeft een artistiek diploma op zak. En, vooral, zowel voor als achter de schermen is hun bedrieglijk naïeve stijl onweerstaanbaar. ‘Halory en ik beelden ons vaak in dat we aliens zijn die op aarde belanden en alles met grote ogen aanzien. Het is interessant om dat spel te spelen, want zo ontdek je veel gedragsmechanismen.’ Defoort en Goerger ontwikkelden een heel eigen theatertaal, met invloeden van beeldende kunst, performance en lecture. Hun ludieke creaties houden onze omgang met technologie en taal kritisch tegen het licht. Dat thema wordt ten volle geëxploreerd in Germinal.

Big Bang

58_Germinal © Christian Ganet.jpgHet is donker in de zaal. Een theaterspot knippert. Langzaam ontwaar je de contouren van vier mensen, in een hoekje over een mengpaneel gebogen. Schijnbaar zijn zij het zelf die voor het gepruts met het licht zorgen, vanaf hun paneeltje. Dan ontdekt een van hen dat achter op de wand tekst wordt geprojecteerd. Het blijken hun gedachten te zijn, die tevoorschijn komen met een druk op de knop. Die vorm van communiceren – er is nog steeds geen woord gezegd – heeft zo zijn voor- en nadelen. Door elkaar ‘gedachten projecteren’ kan verwarrend zijn, maar dat lost zich algauw op door ieder z’n eigen scherm te geven. Waar dan weer misbruik van gemaakt wordt. Zo gaat het spel door, tot iemand met een houweel de vloer kapotslaat en daaronder een micro aantreft.

Wat volgt, is de ontdekking van stembanden, klank en ten slotte spraak: ziedaar de genese van taal in één minuut. Aanvankelijk houden de figuren vast aan de projecties en verwoordt één iemand de gedachten van de ander, maar dat verloopt niet altijd even eerlijk. Wanneer ze uiteindelijk elk hun eigen micro ontdekt hebben, komt daar alweer verrassend een gitaar uit de grond en wordt er broederlijk samen gezongen. Plots voelen zij de nood om alle voorwerpen te categoriseren. Er zijn dingen die ‘poc poc’ doen als je er met de micro tegen tikt, en er zijn dingen die geen ‘poc poc’ doen. Het zorgt voor een heerlijke, pseudo-filosofische discussie. Want waar breng je catharsis in onder? En zal een ‘parallelle pipedum’ – ons beter bekend als laptop – duidelijkheid brengen?

‘Wat als?’ voor gevorderden

In deze nieuwe beschaving is de speelvloer het territorium en zijn de acteurs de bewoners diegaandeweg ontdekken wat het is om op een podium te staan. Telkens komen de vier met nog iets straffers en absurders op de proppen. Ze spelen met de ruimte, met alle beschikbare elementen, met de theatrale codes. Zo kan je Germinal zien als een geschiedenis van het theater: van pantomime tot haar hedendaagse multimediale vorm. Maar het gaat ook over veel meer: over de vorming van een gemeenschap. Germinal staat stil bij hoe een groep, een volk, een beschaving, een planeet wordt opgebouwd en functioneert.

Germinal staat stil bij hoe een groep, een volk, een beschaving, een planeet wordt opgebouwd en functioneert

De theatrale opbouw verloopt parallel met de vorming van een nieuw systeem, of zeg maar: de wereld. De black box van het theater is een metafoor voor het uur nul, het moment dat alles nog moet worden ontdekt. We zien hoe de vier werkelijk alles moeten uitvinden: eerst taal, dan communicatie, het leven in een gemeenschap, en tot slot het structurele denken.Daarbij wordt alles in vraag gesteld: van de wetten van de fysica tot de pijlers van onze sociale interacties. Zelfs existentiële vragen en discussies over het principe van contradicties komen aan bod, maar altijd met een zweem vanironie. Nooit wordt er met het vingertje gewezen of verwezen naar historische feiten. Allesblijft binnen de context van het theater.

Die beperking blijkt net de sterkte te zijn, want je kan als kijker zoveel laagjes ontdekken als je wil. Op een bepaald moment zien we bijvoorbeeld een muurvullende foto van een bos. Voor mensen die nog nooit buiten het theater geweest zijn, is een verzameling bomen een bos. Toch beseft één van hen dat het slechts een projectie is. Het doet denken aan Plato’s allegorie van de grot, maar het fijne aan Germinal is dat zulke interpretaties nooit worden opgedrongen.

Grijze muizen

Dat het stuk zich afspeelt in een ruimte van 8 op 10 meter en een tijdsspanne van één uur, klopt ook volledig met het verhaal: ‘Aanvankelijk werkten we niet op eenschaal van 1:1. We wilden ook kunnen switchen naar hele steden en naar agricultuur, en dachten ook verschillende dagen of zelfs jaren te overspannen. Maar na een tijdje leek het meer coherent om in dezelfde ruimte en tijd te zijn als de representatie, binnen het frame van het theater. Het voornaamste doel van deze kleine gemeenschap werd de creatie van een theaterstuk. Dat laat ons nu ook toe om meer te spelen met de grenzen tussen realiteit en fictie.’

We houden niet van zwart-wit, a_ctually, we love grey_

Zelf omschrijven Defoort en Goerger hun manier van werken als ‘veel creëren om tonnen weg te smijten’. Ze stellen hun voorstellingen samen zoals ze het uitvoeren: met een gulle onvoorspelbaarheid en een ontwapenend je-m’en-foutisme. Neem hun pompeuze eerdere werktitels voor Germinal: **‘**There are rules’, ‘civilization’, ‘socialism’ en ‘civil code’. Aanvankelijk wilden ze het namelijk ook over politieke systemen hebben. ‘Wij werden geïnspireerd door ‘God games’, waarin je een beschaving opbouwt en beslist hoe het universum er zal uitzien. Zo krijg je in de game Civilisation eerst de monarchie, dan het communisme, dan de democratie, enzovoort. Wij dachten die evolutie in politieke systemen ook te illustreren, maar het bleek allemaal te veel om in één uur te vertellen. Speeches zouden in Germinal niet misstaan, maar eigenlijk houden we niet van een uitgesproken politieke benadering. We proberen altijd om van een probleem of een thema verschillende kanten te belichten. We houden niet van zwart-wit, a_ctually, we love grey_.’

Nerdy humor

_Germinal _is vooral lachen: niet enkel om de naïviteit waarmee de personages zich over alle nieuwigheden buigen, maar ook om hun vindingrijke woordspelingen. Want ook daar gaat de voorstelling over: de ontdekking van taal en haar relatie met de werkelijkheid. ‘Ik hou van to do-lijstjes en logische systemen, en mijn grote passie is computerprogrammatie’, zegt Defoort. ‘Halory en ik zijn allebei gefascineerd door taal als conceptualisatiesysteem en de spelletjes die we met taal kunnen spelen. Tijdens het creatieproces kwamen we dan ook spontaan uit bij de geschiedenis van communicatie en taal.’ Eens de taal op punt staat, verkennen de spelers de ruimte en de aanwezige elementen, waardoor een nieuwe, rijkere woordenschat ontstaat. Zo onderzoeken ze het verband tussen het immateriële en het materiële. De voorwerpen die ze gaandeweg ‘opgraven – de micro, de gitaar, de versterker – lijken wel archeologische resten van een verloren beschaving, zonder dat iemand een clue heeft waarvoor ze kunnen dienen.

58_germinal 3_380.jpgDie gespeelde verwondering leunt sterk aan bij wie ze zijn en hoe ze werken: Defoort en Goerger ontwikkelen concepten en bedenken zo overtuigend mogelijke werelden, die ze na vele discussies uiteindelijk ook bouwen. Met hun collectief L’Amicale de production gaan ze telkens uit van de esthetische en technische noden van een project, en afhankelijk van de context en de middelen kiezen ze dan de vorm die daar het beste bij past. ‘Het kan een theatervoorstelling, een video of een lecture worden. Bij een laatste try-out kwam iemand na de voorstelling zeggen: “interessant, maar het is geen kunst”. Well, we don’t care!

Elk project vraagt ook een specifieke omkadering en een ander team. Zo vervoegden Arnaud Boulogne en Ondine Cloezhen voor Germinal pas na twee maanden creatie, aangezien het thema ‘gemeenschap’ zich pas gaandeweg had opgedrongen, en je natuurlijk niet van een gemeenschap kan spreken met slechts twee mensen.

Middle tech

Maar wat deze twee Fransmannen echt apart maakt, is hun DIY-attitude. Ze bricoleren met wat ze maar vinden en geven het een nieuwe plaats in hun creaties. Van hun lofi-label geraken ze wellicht niet meer af. ‘Eigenlijk gaat dat label enkel op voor onze vorige, nogal sci-fi-achtige projecten. Die maakten gebruik van mixed media: computers, lasers en karton. Het was zeker geen high tech, maar ook geen low tech, het was middle tech. We proberen altijd in the middle of things te zijn: tussen realiteit en fictie, tussen high en low tech, tussen fun en conceptueel werk. We vinden echt alles interessant.’

Gevoed door menswetenschappen en sociologie, beslaan de voorstellingen van Defoort en Goerger dan ook een breed spectrum: van taal tot videoprojectie, van theater tot beeldende kunst. Precies die openheid en ongekunsteldheid maken hun werk zo apart. Terwijl de meeste artiesten één duidelijke richting kiezen, wagen Defoort en Goerger zich voor elke nieuwe creatie aan een veelheid aan materiaal, letterlijk en figuurlijk, zonder hoogdravend of saai te worden. Ze hebben de tools in huis om die veelheid in goede banen te leiden.

Wat deze twee Fransmannen echt apart maakt, is hun DIY-attitude. Ze bricoleren met wat ze maar vinden

Zo lijkt Germinal aanvankelijk alle richtingen uit te schieten, maar finaal is de cirkel rond. Met dank aan een uitgekiende dramaturgie: soms verloopt de evolutie van deze nieuwe beschaving razendsnel, soms is anticipatie het middel om de toeschouwer te betrekken. ‘Ik denk dat we nieuwe manieren moeten vinden om de relatie tussen toeschouwer en kunst te definiëren, zonder labels’, meent Defoort. ‘We spelen met het idee om niet langer te werken volgens de geijkte structuur van creatie-première-tournee, maar het is niet gemakkelijk om dat duidelijk te communiceren naar programmatoren en publiek, en zeker in Frankrijk niet.’

Ook in onze kunstencentra zie je Defoort en Goerger steeds vaker. ‘Ik hou enorm van de Belgische sfeer’, verklaart Defoort. ‘Lange tijd dachten mensen ook echt dat we Belgen waren, maar sinds een jaar krijgen we geld van de Franse staat en mogen we niet langer pretenderen Belg te zijn. Jammer, want in de Franse theatermarkt krijgen Belgische artiesten meteen een speciaal aura.’ Het aura van ‘vernieuwende makers’ zal dit opmerkelijke duo daarentegen niet snel kwijtraken.

‘Germinal’ speelt op 3 oktober in Buda (Kortrijk) en op 10-11 oktober in Vooruit (Gent).

Lene Van Langenhove is kunstwetenschapper en werkt bij het dansgezelschap Rosas.