Minutenlang

Door Jeroen Theunissen, op Thu Sep 26 2013 12:21:51 GMT+0000

Van Niels Bohr is de uitspraak dat voorspellen bijzonder moeilijk is, vooral waar het de toekomst betreft. Lord Kelvin, een van de belangrijkste Victoriaanse fysici, meende dat het onmogelijk zou zijn ooit een vliegtuig te ontwerpen. Nobelprijswinnaar Albert A. Michelson beweerde, enkele jaren voor Albert Einstein de relativiteitstheorie ontwikkelde, dat de belangrijkste fundamentele wetten en gegevenheden van de natuurkunde allemaal waren ontdekt. Thomas Watson, CEO van IBM, zou gezegd hebben dat er op de wereldmarkt maar plaats is voor vijf computers. De eerste van drie bekende ‘wetten’ die de sciencefictionschrijver Arthur C. Clark opstelde, is dat als een befaamde wetenschapper beweert dat iets mogelijk is, hij vrijwel zeker gelijk heeft, maar dat als die wetenschapper beweert dat iets onmogelijk is, hij zich daarin naar alle waarschijnlijkheid vergist.

De toekomst interesseert mij tegenwoordig maar matig

Vandaag is een leger van experts in alle domeinen bezig met het voorspellen van de toekomst. Er bestaat zelfs een term voor: futurist. Volgens James Lovelock zal de klimaatverandering de mensheid decimeren, volgens Ray Kurzweil zullen we dankzij de exponentieel groeiende computerkracht binnen enkele decennia in staat zijn om ondenkbare intelligentie te creëren. Aubrey de Grey meent dat de eerste mens die vijfduizend jaar oud wordt al geboren is. Het wordt de eeuw van China. De roman is volgens Philip Roth ten dode opgeschreven. In een 3D-printer print je binnenkort na een leven vol uitspattingen een nieuwe lever. Kwantumfysici zoeken met religieuze overgave naar een theorie van alles. Martin Rees schat de kansen hoog in dat tegen 2020 een miljoen doden vallen door bioterreur. Misschien ontwikkelen intelligente computers zelfbewustzijn. Misschien komt er een groot schild van spiegeltjes tussen de zon en de aarde. Misschien sterven de bijen uit.

Eerlijk gezegd interesseert de toekomst, vooral de verre toekomst, mij tegenwoordig maar matig. Een mens leeft met enig geluk vijfenzeventig tot tachtig jaar, een onooglijk moment in kosmisch perspectief. Of de mens er over duizend jaar in zal slagen onzichtbaarheid te creëren of aan teleportatie te doen, laat mij koud. Voor de nabije toekomst ben ik zoals de meeste mensen ongerust en nieuwsgierig. De komende decennia zullen ondenkbare wetenschappelijke en technologische vooruitgang brengen, en bevatten tegelijkertijd voldoende mogelijke rampscenario’s voor vreselijke ongerustheid. En uiteraard blijft het intussen een zekerheid dat het einde van de wereld, zoals Slavoj Žižek ooit zei, beter denkbaar is dan het einde van het kapitalisme. Misschien is de morele bagage van de mens, grotendeels gevormd tijdens ons bestaan als jager-verzamelaar en slechts beperkt kneedbaar, niet geschikt voor de onzekere toekomst van de eenentwintigste eeuw.

Tegenover grote, globale veranderingen sta ik machteloos

Ik weet het niet zo goed, geef ik toe. De reikwijdte van mijn handelingen blijft zoals die van het merendeel van mijn medemensen grotendeels beperkt tot vrienden en familie. Tegenover grote, globale veranderingen sta ik machteloos. Die machteloosheid past niet in ons huidige hyperindividualisme, waar wie het juiste product koopt de aarde redt of de honger oplost. Ik heb geen controle. Is niet het enige wat ik kan doen, vandaag en morgen, af en toe een minutenlange utopie creëren?

Jeroen Theunissen is schrijver. In 2013 publiceerde hij De omwegen.