Masters op maat

Door Tom Van Imschoot, op Wed May 09 2012 10:41:23 GMT+0000

In het hoger kunstonderwijs valt de term ‘neoliberalisering’ tegenwoordig vaker dan het woord ‘kunst’. Meetbaarheid, kwantificeerbaarheid en een marktgebaseerde hang naar direct succes bedreigen de tijd en de vrijplaats die onontbeerlijk zijn voor kunstenaars en kunst in wording. Teaching Art in the Neoliberal Realm. Realism versus Cynicism neemt het probleem scherp in het vizier, door een bundeling van stemmen die steunen op diverse vormen van ‘ervaring’ met kunst en onderwijs. Maar er is meer nodig dan dat.

In hun introductie zeggen samenstellers Pascal Gielen en Paul De Bruyne dat onderwijs in neoliberale tijden als een catering business gerund wordt. Naar analogie met de industrie van voedselproductie op maat, tijdig geleverd overeenkomstig de ingeschatte vraag van de klant, wordt ook het onderwijs in de kunst steeds meer gebaseerd op continue berekening en een audit-cultuur van afstemming op de vraag van de markt. Het gevolg is een steeds meer voorspelbare middelmatigheid, in plaats van de beoogde ‘kwaliteit’.

Dat klinkt wellicht wat overdreven, maar de overdrijving brengt het probleem scherp in beeld. Het manageriële fundamentalisme dat zweert bij cijfers als basis van goed beleid, en dat zich uit in stijgende bureaucratie, is wezenlijk in conflict met het onberekenbare vermogen tot vrijheid dat door onderwijs kan ontluiken. Zeker met de vrijheid waardoor de moderne mens tot het ongrijpbare ding komt dat hij ‘kunst’ noemt. Voorwaarden voor goed kunstonderwijs zoals informaliteit of mateloosheid (‘dismeasure’) worden weggerationaliseerd, stelt Gielen.

Vraag is echter of die zwart-witvoorstelling het verzet altijd ten goede komt. Velen in het boek wijzen beschuldigend naar de Bologna-hervorming als startpunt voor de neoliberalisering van het Europese hoger onderwijs, omdat het op een technocratische gelijkschakeling is gestoeld. Maar, merkt Dieter Lesage in zijn stuk op, Bologna introduceerde ook ruimte voor onderzoek in het kunstonderwijs. En dat betekent ‘vrije tijd’ voor autonome artistieke productie, terwijl de dictatuur van het entertainment de maatschappelijke ruimte daarvoor net doet slinken.

De meest fundamentele bijdrage aan Teaching Art is daarom ‘School - A Matter of Form’ van Maarten Simons en Jan Masschelein. Vanuit de oorspronkelijke Griekse betekenis van ‘scholè’ als een ruimte van ‘vrije tijd’, d.i. bevrijd van economische en politieke besognes, betogen zij dat ‘school’ over het vermogen gaat om ‘inter-esse’ voor ‘iets’ te wekken bij de jonge generatie, onder anderedoor de gebruikelijke context op te heffen en ‘aandacht’ te creëren.Het verdwijnen van die ‘school’, onder druk van politisering, consumentisme, psychologisering en productiviteit, stelt ons daarom voor een uitdaging. We moeten, met z’n allen, opnieuw ‘school’ vormen,wars van het marktdenken dat het Vlaamse decreet over de ‘School of Arts’ nu aanzwengelt. Samen.

De ‘vrije tijd’ van onderzoek biedt daartoe de kans. Daar dienen zich nieuwe vormen van gemeenschappelijkheid aan. En die zoeken vele andere stemmen ook, zoals Richard Sennett (in ‘A Plea for Communalist Teaching’). Voorwaarde is wel dat de zin voor ‘criticality’ (Irit Rogoff) versterkt wordt die Rudi Laermans behalve met artistiek onderzoek ook aan de praktijk van theorie in het kunstonderwijs linkt: ‘affirming the moment of not-knowing in the process of knowing’. Daarin schuilt de kracht van de artistieke sensibiliteit,de ruimte voor alternatieven die kunstonderwijs kan openen.

Terecht verdedigen veel bijdragen daarom het belang van het onzekere, het onvoorspelbare. Maar het maakt hen soms ook weerloos, gericht op het behoud van een waarde die zich, zeker ten aanzien van de neoliberale drang naar positieve cijfers, enkel negatief laat omschrijven. Misschien is het daarom zaak om het kunstonderwijs al voorbij het neoliberalisme te denken. Deze bijdetijdse bundel biedt analyses en aanzetten voorbij het cynisme, maar blijft ook vrij voorspelbaar. Hij smeekt om een vervolg dat de toekomst van het kunstonderwijs aansterke oorspronkelijkheid koppelt. Hoe vertalen we de bestaande traditie naar de kunst in wording?

Pascal Gielen & Paul De Bruyne (eds.), Teaching Art in the Neoliberal Realm. Realism versus Cynicism. Amsterdam: Valiz, 2012.

Tom Van Imschoot is redacteur bij rekto:verso.