Lege plekken om te bijven

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Voor zijn film Elephant kaapte filmmaker Gus Van Sant op het filmfestival van Cannes de Gouden Palm weg. Elephant evoceert de uren die voorafgingen aan de slachtpartij in de Columbine High School in 1999. Karen Burvenich bespreekt de film en traceerde vooral veel lege plekken.

Het is me wat, al dat gedoe over de nieuwste film van Gus Van Sant. Vorig jaar, in Cannes, gooide de eigenzinnige regisseur, die zijn eigen palmares met zowel flops (Finding Forrester) als juweeltjes (My own private Idaho en Drugstore Cowboy) aandikte, hoge ogen met Elephant. De film plukte, voor de neus van onder andere Dogville en Mystic River, de Gouden Palm weg en liet de verzamelde Europese persmeute verstomd achter. Waarom ging net deze film met de hoofdprijs aan de haal? Het jonge filmpubliek loopt alvast storm voor de film. Tijdens de persvisie op het Gentse filmfestival was de zaal tot de nok gevuld met een massa wakkere jobstudenten die de vrije stoeltjes kwamen bezetten. Hoe anders liep het vorig jaar toen Gerry, de vorige film van Van Sant, in de zalen gebracht werd. Er kwam geen kat kijken. En dat terwijl de film op zijn minst even hoge toppen scheert. Elephant draait nu volop in de zalen, en ook Gerry werd weer even uit kast gehaald. Een slimme zet van de distributeur? Of niet? En waarin schuilt nu juist Van Sants genie? Of is hij toch maar een middelmatige, maar gewiekste regisseur die pers en publiek weet te bespelen?

Een olifant in de huiskamer

Het verhaal van Elephant evoceert de uren die voorafgaan aan een slachtpartij, uitgevoerd door twee tienerjongens. Daarmee verwijst Van Sant rechtstreeks naar de moorden die in 1999 de Amerikaanse Columbine High School op stelten zetten. Sindsdien is zinloos geweld op middelbare scholen een heet hangijzer in Amerika. Veel scholen maakten werk van een anti-wapenpolitiek en quasi overal wordt nu een gespierd anti-pestbeleid gevoerd. Het zoveelste trauma van Amerika…Het internet bulkt van de studies over en de remedies voor het fenomeen. Aandoenlijk is het om de anders zo zelfzekere Amerikanen zo diep in eigen boezem te zien tasten. Michael Moore, een in Amerika fel gecontesteerde documentairemaker, zette zijn tanden in de kwestie en draaide Bowling for Columbine, een beklijvende, maar drammerige film over wapens en geweld in de Verenigde Staten. Daarin spit hij diep in de Amerikaanse samenleving en de normen, waarden en dubbele moraal die er gehanteerd worden. En hij kreeg er nog een Oscar voor ook!

Ook Elephant buigt zich over het probleem. Maar waar te beginnen met het bespreken van een film die een dergelijk complex thema aansnijdt? Een film die pertinent weigert om een antwoord te geven op die prangende vraag: wat drijft twee jonge mensen om een dozijn medeleerlingen neer te schieten en daarna zelfmoord te plegen? Ook Van Sant gaat niet licht over de kwestie. Toch kiest hij er bewust voor om in Elephant de waarom-vraag flagrant uit de weg te gaan. "Die waarom-vraag is een belangrijke vraag. Wij, Amerikanen, doen dat vaak, gebeurtenissen onderzoeken en ontleden om de oorzaak te vinden. Waarom is iemand een monster geworden? Hij werd misbruikt als kind. Of hij was homoseksueel. Of hij luisterde naar rap, speelde videospelletjes of zag teveel filmgeweld. We zijn altijd op zoek naar een zondebok. En van zodra we de oorzaak gevonden hebben, denken we van het probleem af te zijn. Deze film wil dat patroon net vermijden. Door gewoon naar de laatste dag te kijken, waarop je vanalles ziet gebeuren dat je verbeelding prikkelt, zodat je zelf op zoek gaat naar de betekenis van wat gebeurd is…"  Geen antwoorden dus, tenzij de antwoorden waar de kijker zelf op komt. Van Sant wil ons uitdagen om zelf aan betekenisgeving te doen. Laten we dat maar eens proberen.

De olifant uit de titel staat in de huiskamer. Het is te zeggen: hij is zo groot geworden dat niemand hem nog opmerkt. Nergens in de film komt een olifant in beeld, maar de boodschap is duidelijk. Als een probleem zo lang genegeerd wordt dat het immense proporties kan aannemen zonder dat iemand het opmerkt, voorspelt dat niet veel goeds. Met de keuze van zijn titel, doet Van Sant alvast één statement: Amerika heeft een groot probleem waar het zich ternauwernood van bewust is. Maar over welk probleem heeft hij het precies? Gaat het om het systeem van de Amerikaanse high schools die jonge mensen in hun individualiteit beknot? Of alludeert hij op het probleem dat 'opvoeden' heet en dat zo sterk te lijden heeft onder een gebrek aan zingevende kaders dat op den duur alle stoppen doorslaan? Pittig detail in het Columbine-verhaal bijvoorbeeld is dat minstens één van de schutters zware anti-depressiva nam. Cijfers bevestigen dat jonge massamoordenaars in bijna alle gevallen depressief zijn en daar medicatie voor nemen. De wereld overvalt hen blijkbaar met zoveel geweld, dat het hen allemaal teveel wordt. Ook in Elephant zit een scène waarin één van de twee toekomstige schutters in de kantine staat en met een pijnlijke grimas naar zijn hoofd grijpt. Beelden suggereren hier meer dan cijfers.

Van Sant koos een school in Portland, Oregon, uit als setting. Een grote site is het, een doolhof aan lokaaltjes, gangen, muren en graspleinen. De leerlingen bewegen zich er vlot doorheen, bijna zoals de radertjes van een geoliede machine. Een machine die modeljongeren aflevert misschien? De school wordt steeds opnieuw opgevoerd als een ruimte waarin niemand enige vorm van privacy geniet. Denk maar aan Michelle, het meisje met de krullen, dat langs de muren heen sluipt nadat ze in de kleedkamers werd uitgelachen. Of aan John, die voor zijn dronken vader zorgt, maar, omdat hij te laat komt, op een kinderachtige manier door de directeur op het matje wordt geroepen. Op die manier werpt de school een schaduw over z'n bewoners. Van Sant maakt de schoolsfeer zo tastbaar aanwezig dat je de leerlingen welhaast moet bewonderen omdat ze elke dag opnieuw het systeem trotseren. Al verschilt de sfeer, naar mijn gevoel, niet erg veel van die in de modale technische Vlaamse school in pakweg Deinze. Ruimte, personeel en goede bedoelingen te over. Maar verder is het een jungle voor wie er overleven moet.

Toch houdt Van Sant zich op een onaardse manier ver van expliciete feiten en een duidelijk verhaal, hij kiest ervoor om andere troeven uit te spelen. Want de film is evenzeer een gedroomd vertrekpunt om aan de slag te gaan met zijn favoriete onderwerp. In Van Sants universum staan veelal jonge, verwarde mensen centraal, zoekers, adolescenten die in al hun prilheid en impulsiviteit ontroeren. Als mens, maar ook en vooral als beeld. Van Sants liefde voor visuele schoonheid blijkt uit elke camerabeweging. De jongeren in Elephant worden met onverholen liefde in beeld gebracht. Een voorzichtige, maar nieuwsgierige camera kijkt over hun schouder mee en volgt hen op de voet in hun dagelijkse tocht doorheen de schoolgebouwen. Camera én soundtrack zorgen ervoor dat de jongeren en hun schoolomgeving elkaar vinden in een bezwerende beeldendans. Ook het consequente gebruik van intrigerende klanktapijten, draagt daar toe bij. Meer dan eens hoor je in de film de finale schoten weerklinken, om daarna opnieuw in de tijd teruggeslingerd te worden en een ander personage naar de droeve ontknoping te volgen. Op die manier hoor je met je oren wat je met je ogen nog niet kan zien. Heel bijzonder is dat. Van Sant hanteert bovendien een origineel tijdsgebruik waarin overlapping en toeval een belangrijke rol spelen. Alsof de regisseur de betekenis van wat gebeurd is, probeert te achterhalen door een bepaalde invalshoek te kiezen, zich daarna bedenkt en, door twijfel overmand, opnieuw probeert.

Wolkenluchten

Ook in Gerry, de film waarmee Van Sant terug aanknoopt bij de alternatieve filmstijl waarmee hij als jonge filmer furore maakte, bewegen de personages zich in een ruimte die hen bepaalt. Twee jonge kerels, vertolkt door Matt Damon en Casey Affleck, verdwalen in een niet nader bepaalde woestijnvlakte. Waar ze gaan heen? Waarom? Het zijn ook hier weer onbeantwoorde vragen die een film lang in de lucht blijven hangen. Dat ze vastzitten in een eindeloze wandeling naar niks, lijkt de personages niet te deren. En het gaat Van Sant hier duidelijk ook niet om een verhaal. Of toch niet om een klassiek verhaal, i.e. een constructie die een begin en einde kent en uit woorden is opgetrokken. Neen, de regisseur kiest in Gerry radicaal voor visualiteit. Heel typisch zijn de wolkenluchten die in fast forward op het scherm passeren. De tijd die voorbijglijdt, mensen die daaraan ten prooi vallen en er tenslotte het hoofd bij neerleggen. John Perreault, een Newyorkse kunstcriticus, schrijft: "Van Sant is experimenting with very long takes and seemingly endless pans. He goes in and out of real st1:personnametim</st1:personname>e. This actually is what is potentially most important about Gerry. It is anti-montage, anti-MTV." Gelijk heeft hij. Het tempo dat Van Sant aan zijn film meegeeft, is zo traag dat hij de toeschouwer, willens nillens, mentaal aan het werk zet. Het scenario lijkt een lege huls te zijn, maar schijn bedriegt. Dit is een verhaal dat zich voltrekt op het moment dat je ernaar zit te kijken. Het is jouw persoonlijke invulling die het verschil maakt. Al maakt die invulling, net als in E_lephant_, niet de gehele film, integendeel. Het zijn de beelden en de grillige tijdsstructuur die spreken. Ook Perreault wijst daarop: "However, no matter what you imagine, you are led back by the nose to the opaqueness that is the strongest quality of the film. It is as if you are watching two people through long-range binoculars." De werkelijkheid als een zeepbel. De atmosferische muziek van Arvo Pärt ondersteunt dat effect nog. Gerry is een vreemde combinatie geworden van 'Wachten op Godot' en de zoektocht naar de Heilige Graal. Al vraagt de film van het publiek een grote portie willingness to see. Nou ja, voor wie écht van kijken houdt is deze film een must.

Lege plekken om te blijven

En waar raken Gerry en Elephant nu aan elkaar? Van Sants filmstijl moet het hebben van een unieke, uitgepuurde cameravoering, die de kijker betrekt in de zoektocht van de personages op het doek. De regisseur creëert een bevreemdend universum waarin de impact van de omgeving waarin we leven centraal staat. Wolkenluchten, muren, gangen, vloeren en straten glijden over en langs ons heen. Alsof hij in zijn films de maat van de realiteit wil nemen. Of is het de leegte die hij aftast, om te zien welke de precieze afmetingen zijn van datgene waar we in ons leven noodgedwongen omheen blijven cirkelen? Van Sant twijfelt en laat een wandelende camera stoppen. Een van de personages houdt zijn pas in en kijkt omhoog. De geluidsband sterft weg. Voor heel even is er niets dan beeld om naar te kijken. Elephant én Gerry hebben dat gemeen: het zijn films om stil en leeg bij te worden. Zo verworden ze zelf tot plaatsen, waar het goed is om te zijn. Zo wordt film poëzie en, net zoals in het gedicht van Rutger Kopland, "een lege plek om te blijven".

Filmografie Gus Van Sant

Mala Noche - 1985
Drugstore Cowboy — 1989
My own Private Idaho — 1991
Even cowgirls get the blues — 1993
To die for - 1995
Good Will Hunting - 1997
Psycho - 1998
Finding Forrester - 2000
Gerry - 2002
Elephant - 2003