Kuifje op de sofa

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Hergé is lang dood, maar over Kuifje droogt de inkt maar niet op. De laatste tijd kwam hij vooral in de aandacht vanwege de politieke of zelfs raciale voorkeuren van Hergé in albums als Kuifje in Afrika of De geheimzinnige ster. Er is en blijft echter meer te vertellen dan dat. Dans la peau de Tintin van Jean-Marie Apostolidès biedt een welgekomen alternatief.

De auteur is geen onbekende: met Les métamorphoses de Tintin zette Jean-Marie Apostolidès zich al in 1984 nadrukkelijk op de kaart van de Tintinologie. De verwachtingen bij deze nieuwe publicatie waren dus hooggespannen. Ook Apostolidès gaat uit van de onlosmakelijke band tussen auteur en geesteskind. De inzet van zijn werk is psychoanalytisch, zodat die band zelfs de grondslag vormt van zijn reflectie. Hij stelt dat ‘toute oeuvre véritable se nourrit de la vie secrète (vécue ou rêvée) de son auteur’.  Even later maakt hij dat concreet : ‘La grande force d’Hergé, en tant qu’artiste, fut de construire son univers de fiction sur des fantasmes liés à l’enfance.

Toch is de aanpak van Apostolidès origineel: in plaats van te zoeken naar sporen van de auteur in zijn werk, beschouwt hij eerst Hergé, vervolgens Kuifje en later andere personages zoals Haddock en Zonnebloem als veruitwendigde en verzelfstandigde creaties. Veel meer dan een personage met trekjes vanzijn maker is Kuifje volgens Apostolidès een deels bewust, deels onbewust geconcipieerd ding dat Georges Remi alias Hergé kon inzetten voor zichzelf. Kuifje is ‘une peau, une armure, une carapace’. Gaandeweg zet die verzelfstandiging zich sterker door, in die mate zelfs dat de aanvankelijk helende functie van Kuifje later soms een geseling werd voor Hergé.

Het resultaat is indrukwekkende lectuur. De opbouw is grotendeels chronologisch, maar wordt gestroomlijnd door twee perspectieven: enerzijds een aantal personages (Hergés eerste vrouw G. Kieckens of zijn intellectuele mentor N. Wallez), anderzijds psychoanalytische thema’s, zoals de spanning tussen een vrouwelijke en mannelijke dimensie in Kuifje, of het belang van de vaderfiguur voor Hergé. Dans la peau de Tintin brengt niet zozeer nieuwe feitenaan het licht – wie zat daar überhaupt op te wachten? – maar maakt handig gebruik van een aantal recente publicaties uit de Tintinologie om een doorgedreven interpretatie te ontwikkelen. Apostolidès gaat daarbij nauwgezet te werk. Geen enkel detail van de Kuifje-saga ontsnapt aan zijn psychoanalytische oog: de verschuivingen tussen kleur-, zwart-wit- en tijdschriftpublicaties worden vergeleken en rijkelijk aangevuld met archiefdocumenten.

De twijfels, emotionele kwetsuren, dromen, obsessies en onbewuste verlangens van Hergé lopen als een rode draad door de albums

Het boek leest ook bijzonder vlot, en dat betekent meer dan vrijblijvend leesplezier. Apostolidès wil de lezer in 25 hoofdstukken verleiden door een zo coherent mogelijk verhaal op te bouwen. Hij schuift geen staalharde argumenten naar voren, maar reikt de lezer stukjes aan die samen één grote puzzel vormen. Zelf spreekt hij van een ‘fantasme fondamental’. De twijfels, emotionele kwetsuren, dromen, obsessies en onbewuste verlangens van Hergé lopen als een rode draad door de albums. Apostolidès’ grote verhaal is afgerond, in die zin dat het een gesloten universum vormt waarin de hoekjes van zijn eigen schrijfproces uitgewist zijn. Het is ronduit verbluffend dat hij uit de overvloed aan feitenmateriaal zo’n alomvattend verhaal heeft weten te distilleren. Alsof hij eindelijk een samenhang zag die niemand ooit tevoren had kunnen ontwaren.

Net daarom roept zijn interpretatie soms ook argwaan op. Werkelijk allesis betekenisvol. Toegegeven, de psychoanalytische invalshoek is een krachtig instrument – zeker in het geval van Hergé – maar die methode is niet falsifieerbaar. Dat is een klassiek verwijt, maar het is hier wel op zijn plaats. Het zou interessant zijn om de puzzel van Apostolidès te confronteren met elementen die een aantal van zijn hypotheses tegenspreken. Vooral wanneer afzonderlijke stukjes uit het verhaal gelicht worden, blijkt immers hoe precair ze zijn. Wat te denken van het idee dat het karakteristieke kuifje van het hoofdpersonage niets anders zou uitdrukken dan Hergés verlangen naar de vrouwelijke haarkrullen uit zijn kindertijd? Of van de suggestie dat La toile mystérieuse een betere titel is dan L’étoile mystérieuse,vanwege het belang van een spin in een aantal passages? Enerzijds gaat het om een stilistische overdrive om het verhaal nog meer kracht bij te zetten, anderzijds lijken sommige hypotheses simpelweg te ver gezocht. Maar goed, die bedenking komt pas achteraf. Ondertussen is het wel bijzonder aangenaam om je te laten (ver)leiden – al dan niet tegen beter weten in – door deze ervaren gids.

Jean-Marie Apostolidès, Dans la peau de Tintin, Les impressions nouvelles, 2010, 334 blz., 22€, ISBN 978-2-87449-098-9

Francis Mus is verbonden aan de Université Lille 3 en de KU Leuven. Hij schreef een proefschrift over internationalisering in de Belgische avant-garde en interesseert zich (vooral) voor Belgische en hedendaagse Franstalige literatuur.