Koude rillingen

Door Eva Peeters, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Wie zich afvraagt hoe de sobere en melancholieke pianocomposities van de talentvolle muzikant, producer en entertainer Chilly Gonzales live klinken, pakt best zijn caravan en rijdt naar het zuiden. Want in Frankrijk treedt Gonzales met veel succes regelmatig op. Naar aanleiding van zijn optreden in Amiens, dat kaderde binnen een reeks van concerten om zijn nieuwe dvd From Major to Minor te promoten, stelde ik hem enkele vragen over zijn muzikale drijfveren en over amusement and mastery.

Soms kan je dagen naar iets zoeken, terwijl wat je zoekt net onder je neus ligt — je ziet het alleen niet. Zo heb ik uren op het internet doorgebracht om te weten te komen wanneer Gonzales nog eens zou optreden in België. Omdat ik waarschijnlijk te lui was om de Franstalige hits te lezen, ontdekte ik veel te laat dat Gonzales de afgelopen twee jaren (vooral in Frankrijk) talloze concerten gegeven heeft. Another sad story, denkt u, maar niets is minder waar. Dit voorjaar bracht Gonzales From Major to Minor uit, een dvd met onder andere fragmenten van pianoconcerten, maar ook videoclips van bijvoorbeeld oudere nummers als 'Take me to Broadway' en '1000 faces'. Die dvd moest uiteraard gepromoot worden, dus trok ik naar La Maison de la Culture in Amiens, waar Gonzales op 23 mei 2006 een van de vijf promotieconcerten gaf.

GONZALES

In 1998 hield Gonzales het na drie bands en een — naar eigen zeggen — mislukte carrière in Canada voor bekeken en verkaste hij naar Berlijn. Op zes jaar tijd bracht hij er vier cd's uit op het Duitse label Kitty-Yo: Gonzales Uber Alles (2000), The Entertainist (2000), Presidential Suite (2002) en Z (2003). In 2004, vier jaar te laat, leerde ik Gonzales kennen via zijn voorlaatste cd Z. Het album was een schot in de roos: de perfecte combinatie van ritme en melodie. Een album dat ritmisch gezien vrolijk en up-tempo leek maar tegelijkertijd duister klonk dankzij donkere en niet voor de hand liggende toonaarden. Uit de teksten sprak een heerlijke absurditeit afgewisseld met kritische sneren waarin hij onder andere lifestyle magazines en het bijhorende kuddegedrag hekelde, en mensen aanspoorde om the joy of thinking te herontdekken. Ik ontdekte ook dat Gonzales op Z een aantal van zijn nummers uit oudere albums met veel kennis van zaken grondig herwerkte, als het ware 'coverde'. Sommige muzikanten verstaan onder 'coveren' vooral het aanpassen van een muzikale sfeer — een andere stem, een sneller of trager ritme en andere instrumenten — zonder echt aan de compositie of harmonieën te gaan sleutelen. Dat levert slechts in weinig gevallen pareltjes op. Wat mij bij Gonzales — van wie het mij niks verbaasde dat hij aan de Concordia University in Montreal jazzpiano gestudeerd had — echter zo aangenaam verraste, was de wijze waarop hij zijn eigen nummers 'coverde' door ze uit te kleden en er een volledig nieuwe structuur rond te bouwen, waardoor zijn herwerkingen ook een technische meerwaarde krijgen.

Hoewel de vier Berlijnse platen ruwweg geklasseerd kunnen worden onder de vage term 'electro-hiphop', verschillen ze onderling sterk en wordt er voortdurend van de ene stijl naar de andere gesprongen. Gonzales Uber Alles combineert electro met vleugjes hiphop en lounge. Het is het album waarmee Gonzales zich een plaats wilde opeisen in de Berlijnse muziekwereld, maar ook buiten Duitsland sloeg deze eerste plaat aan. The Entertainist is daarentegen een rapalbum; energieke hiphop, ondersteund met vette electronica en geschifte geluiden. Op Presidential Suite hecht Gonzales terug veel belang aan melodie, en vermengt hij hiphop met ballads, met een duidelijke voorkeur voor sombere mineurakkoorden. Z, een uitgebouwde best of met variaties op enkele nummers van de eerste drie cd's, is een echte dansplaat, een deftige afwerking van wat hij in Berlijn gerealiseerd heeft. Wat Gonzales tijdens zijn carrière in Canada nog zag als een mankement, wilde hij in Europa aanwenden als troef: zijn talent om moeiteloos van de ene stijl naar de andere te switchen. 'In tegenstelling tot anderen beperk ik mij niet tot een bepaalde stijl. Vandaag draag ik een groene trui, morgen kan dat een kostuumvest zijn, maar daaronder zit nog wel dezelfde persoon. Mijn muziek is dezelfde muziek, met andere kleren aan. Ik wil na elk album radicaal van stijl veranderen. Als ik zestig ben, en bijvoorbeeld veertig albums heb gemaakt, zal je als het ware een stap achteruit kunnen zetten en zien dat het meer is dan louter verschillende stijloefeningen. Dan wordt het een groter geheel, waarin je merkt dat mijn muziek je toch altijd hetzelfde gevoel geeft, of het nu hiphop of klassiek is.'

Na zijn muzikaal vruchtbare ballingschap in Berlijn, trok hij op vraag van de Franse producer Renaud Letang in 2003 naar Parijs. Letang nodigde hem uit om mee te werken aan het nieuwe album van Jane Birkin — het begin van een nauwe samenwerking die Gonzales meteen ook lanceerde in de Franse muziekwereld. Onder invloed van de producties met Letang, waaronder het album Let it die van de eveneens Canadese Feist, keerde Gonzales terug naar zijn oude liefde, de piano. In 2004 bracht hij, tot verrassing van velen, Solo Piano uit, een cd met prachtige en ogenschijnlijk eenvoudige composities voor piano. Vooral in Frankrijk zette hij de nieuwe cd kracht bij met talloze concerten. Hij trad eindeloos op met Piano Vision, waarbij je zijn handen op het klavier kon volgen op een projectie boven hem. Tijdens die concerten haalde hij geregeld mensen uit het publiek op het podium om samen met hem te spelen. Hij daagde klassieke pianisten uit in piano battles, gaf op drie avonden in Parijs een piano masterclass aan enkele bekende muzikanten, en er waren muzikale onderonsjes met zijn vrienden Jamie Lidell, Feist, Mocky of Peaches. Van 'President van de Berlijnse Underground Scene' — zoals hij in Berlijn wel eens werd genoemd — werd hij de lieveling van Frankrijk.

AMUSEMENT

De verhuis van Berlijn naar Frankrijk bracht een tamelijk ingrijpende muzikale transformatie met zich mee. In plaats van electro-hiphop, vette beats en foute synthesizers uit de jaren 1980, kregen we op Solo Piano sobere pianomuziek, ontdaan van alle mogelijke franjes, te horen. Afgaande op de sereniteit van de cd, begon ik te vrezen dat de entertainer in Gonzales — zijn tweede cd heet niet voor niks The Entertainist — plaats had gemaakt voor een kalme en serieuze jazzpianist die zijn talent eindelijk kon bewijzen aan zijn vroegere jazzleraars. Niets is minder waar, zo bewijzen de concertfragmenten op From Major to Minor, en enkele videofragmenten op het internet. Gonzales treedt nog steeds op met evenveel vuur, met hetzelfde roze kostuum of dezelfde trainingsoutfit — inclusief zweetbandjes en borsthaar — en een grenzeloze drang om het publiek te onderhouden. 'Tijdens mijn optredens wil ik een serieuze muzikant zijn die zich tegelijkertijd kostelijk aan het amuseren is. Amusement and mastery, die combinatie wil ik naar voren brengen. En ik zoek ook steeds naar muzikanten die die twee aspecten in hun muziek combineren, zoals bijvoorbeeld Daft Punk en andere muzikanten aan wie ik lesgaf in een van de drie masterclasses. Vanavond speel ik om dezelfde reden met Jamie Lidell en Feist, twee mensen die muzikaal enorm vaardig zijn, en tegelijkertijd een kinderlijke benadering van muziek hebben. Ik denk echt dat het mogelijk is om die twee aspecten te verenigen, dat die elkaar niet uitsluiten. En ik hoop dat ik zelf ook zo'n muzikant ben. Ik zou bijvoorbeeld gemakkelijk je grootmoeder kunnen imponeren door piano te spelen, maar ik wil mezelf niet zo serieus nemen dat ik voeling verlies met het jongere publiek, dat doorgaans zelden naar een pianoconcert gaat kijken.'

Ook op het concert in Amiens komt dit speelse karakter van Gonzales naar boven. Net zoals tijdens de concertreeks 'White Gloves' in 2005, speelt hij vanavond met pantoffels en witte, stoffen handschoenen aan virtuoze stukjes muziek, die evenwel door de handschoenen ietsje slordiger klinken — een middenvinger naar de precisie van klassieke pianoconcerten. Als hij een luchtige en bij tijden heftige variatie brengt op het nummer 'Take me to Broadway' (uit Presidential Suite) kan ik het niet laten om te denken aan Rowlf the Dog uit The Muppet Show, die met zijn grote, pluchen vingers op de noten klopte maar telkens vlotjes klassieke componisten door zijn piano joeg. Gonzales charmeert het publiek in het Frans, en vraagt de volle zaal enkele noten te neuriën terwijl hij erop improviseert aan de piano. Als hij variaties brengt op een aantal van zijn oudere nummers daagt hij 'de kenners' uit om mee te fluiten. En ook al stoppen sommige mensen niet meer met fluiten, ook al beginnen enkele schlagerfans in hun handen te klappen — uit de maat uiteraard — Gonzales is niet uit zijn lood te slaan. Dit is duidelijk wat hij wil: het publiek actief laten meegenieten van de muziek en niet als een afstandelijke concertpianist op een verhoogd podium kruipen om luisteraars te intimideren met zijn pianovaardigheden. Hij wil juist de mythe doorprikken, de mechaniek van de piano blootleggen — dat doet hij ook letterlijk door aan een buffetpiano op te treden en een stuk van het kader weg te nemen, zodat je de hamers goed kan zien — en tegelijkertijd toch zo'n indrukwekkend mogelijke set spelen. Het is niet eenvoudig om dat evenwicht te bewaren, maar Gonzales slaagt er volgens mij redelijk goed in. Door de afstandelijkheid te laten vallen en geen hermetische set te brengen, lukt het hem om het publiek met een open blik te laten kijken en luisteren naar zijn ingenieuze spel. Door enkele basislessen in muziektheorie (mineur versus majeur, tonica versus dominant etc.) al spelend te demonstreren, laat hij tegelijkertijd de eenvoud achter composities zien, maar besef je als luisteraar ook meer en meer de complexiteit ervan.

Entertainment gaat voor Gonzales vaak samen met onderwijzen. Hij wil zijn publiek graag iets bijbrengen. In From Major to Minor wordt een fragment van een optreden getoond waar hij in een vlammend spel de Franse en Duitse school in de klassieke muziek laat samenkomen. Hij gooit een boek over Wagner neer op de onderste noten, legt een boek over Ravel op de bovenste en laat afwisselend een sensuele Ravel en een rammende Wagner los op 'Over the Rainbow'. 'Als je klassieke muziek studeert, word je altijd voorgehouden dat er eigenlijk maar twee manieren zijn om muziek te maken: de Duitse en de Franse. Het optreden dat op de dvd staat, is een manier om te tonen wat een belachelijke bewering dit is. Het komt er eigenlijk gewoon op neer dat de Duitsers harder slaan en de Fransen zachter. Maar omdat daar altijd zo'n heisa rond gemaakt wordt, vond ik het een leuk idee om een onnozel liedje te nemen dat zeker niet Frans of Duits was, zijnde "Over the Rainbow", en aan de hand daarvan te demonstreren dat het verschil niet meer dan een verschil in touch is.'

Er zijn altijd twee kanten aan de muziek van Gonzales. Enerzijds amuseert hij zich kostelijk met persiflages, kostuums, het groteske, maar anderzijds komt zijn duistere kant vaak naar boven in teksten of in toonaarden. Ergens middenin het concert legt Gonzales uit dat hij als kind niet geloofde in de illusie van vreugde in de typische kinderliedjes en pianostukjes die vaak in majeur geschreven waren. Uit protest besloot hij op een gegeven leeftijd om die liedjes voortaan in mineur te spelen — en hij laat zich gaan op 'Broeder Jacob' in do klein.

MASTERY

Naast entertainment en plezier, is beheersing (mastery) voor Gonzales duidelijk een belangrijk onderdeel van het muzikale ambacht, een onderdeel dat volgens hem door al te veel muzikanten bewust genegeerd wordt. De dvd From Major to Minor opent met Gonzales' dramatische stem in een kritisch statement over de muziekwereld van vandaag. De muziek ligt volgens hem op sterven, en de schuld ligt bij de muzikanten die ongeduldig, verbitterd en lui geworden zijn. Ze willen meteen topmuzikanten zijn, zonder er jaren voor te moeten oefenen. Die inleidende speech is duidelijk een act die niet helemaal serieus bedoeld is, maar er klinkt toch een frustratie door die Gonzales er om bepaalde redenen in wilde steken.

'Met die pessimistische tekst wil ik iedereen die in muziek geïnteresseerd is afschrikken door duidelijk te maken dat ik niet alle muziek goed vind. Ik vind niet dat de wereld nog meer muzikanten nodig heeft. Ik ben niet zo'n peace and love muzikant, maar een rechtse, dictatoriale muzikant. In mijn ogen zijn er echt té veel muzikanten die om de verkeerde redenen in het vak zitten. En met deze tekst wil ik die mensen wegjagen. Ze denken dat het één grote peace and love club is, terwijl het eigenlijk bloed, zweet en tranen kost, en berekening en hard werk is.' Al klinkt het wat pretentieus, mij schrikt hij alleszins niet af met deze uitspraak. Ik apprecieer dan ook de manier waarop Gonzales zijn publiek au sérieux neemt door zijn talent niet als vanzelfsprekend te beschouwen en door te blijven studeren om beter te worden en telkens het beste van zichzelf te geven tijdens zijn optredens.

De luiheid waar Gonzales in zijn statement naar verwijst, heeft ook te maken met angst. Ambachtelijkheid wordt vaak als de sluipmoordenaar van inspiratie gezien, alsof je niet zowel je vak kan beheersen als creatief kan zijn. Gonzales kant zich daar radicaal tegen. 'Ik raad muzikanten regelmatig aan om eens een boek over muziektheorie open te slaan als ik merk dat ze een bepaalde richting uitgaan die ze aan de hand van die theorie misschien nog verder kunnen uitdiepen. Maar sommigen willen zogezegd niet teveel weten, omdat hun "instinctieve benadering" anders in het gedrang komt. Dat is volgens mij een vergissing. Je geraakt niks kwijt. Als je iets verliest, ben je gewoon niet sterk genoeg. Je moet sterk zijn om muzikale regels te breken, uit te zoeken welke je wel en niet goed vindt, welke je wil volgen en welke niet.' Tijdens zijn optreden laat Gonzales zien dat hij maar al te graag muzikale formules breekt en van de geijkte paden af wil wijken. Hij gebruikt tegendraadse akkoorden waar je net harmonie verwacht, gaat soms als een drilboor tekeer op de piano en is niet te trots om zijn eigen nummers door de mangel te halen. Elke regel wil hij met plezier omvergooien, als het hem maar tot iets nieuws en interessants brengt. 'Ik vergelijk mezelf wel eens met een tandarts. Een tandarts heeft een heleboel regels en formules geleerd, en afhankelijk van welke mond hij voor zich heeft, kiest hij een bepaalde regel of werkwijze. Ik werk op dezelfde manier. Ik probeer het publiek aan te voelen en te ontdekken wat het wilt. En om dat te bepalen, baseer ik mij op een rijkdom aan ervaring, van honderden concerten, honderden experimenten waarin ik uitgezocht heb hoe je een publiek meekrijgt.' Dat experimenteren tijdens optredens zorgt er onder meer voor dat zijn concerten niet star en levenloos zijn. Op elk podium laat hij zich namelijk net zo goed leiden door ingevingen van het moment, door de akoestiek (in Amiens vroeg hij of het publiek het goed vond als hij zonder microfoon sprak, aangezien de akoestiek van de zaal goed genoeg was om zijn stem te dragen, en hij dat zelf veel persoonlijker vond) als door de respons van het publiek en zijn setlist.

Gonzales slaagt erin om ondanks zijn streven naar technische perfectie en zijn zin voor vakmanschap het contact met zijn publiek nooit te verliezen. Hij wekt een eerlijke bewondering op die je niet intimideert, maar juist goesting doet krijgen om zelf terug muziek te spelen. Bovendien speelt hij met een nonchalance die ervoor zorgt dat je niet de hele tijd op het puntje van je stoel bang afwacht tot je een foutje hoort. Een man, een spot en een piano kunnen voldoende zijn om een zaal van duizend mensen geconcentreerd en toch geamuseerd te doen luisteren. Het concert in Amiens was een van de beste dat ik ooit zag. Een mening die de 999 andere toeschouwers met mij deelden — Gonzales werd tot tweemaal toe teruggeroepen om extra nummers te spelen. Als het aan mij lag, speelde hij dit najaar Vlaanderen plat. Maar in afwachting daarvan: inladen die caravan, en hop naar Frankrijk!

Op 7 juli treedt Gonzales op in Théâtre Maisonneuve in Montréal en op 15 juli speelt hij in Théâtre de la Mer in Sete.

DISCOGRAFIE

_Gonzales Uber Alle_s (Kitty-Yo, 2000)
The Entertainist (Kitty-Yo, 2000)
Presidential Suite (Kitty-Yo, 2002)
Z (Kitty-Yo, 2003)
Solo Piano (No Format/Universal, 2005)
From Major to Minor (dvd, No Format, 2006)
Solo Piano Notebook (partituren, Editions Bourgès R., 2006)

www.noformat.net