Jij ook

Door Tom Van Imschoot, op Wed Jul 27 2011 16:48:38 GMT+0000

We moeten onze gemeenschap herdenken.

Gemeenschap? De onze? Waren wij niet blij dat we dat opgeblazen woord in de twintigste eeuw hadden achtergelaten? Samen met de totalitaire massa-ideologieën die zich erop beroepen hebben: fascisme,  nationaalsocialisme, communisme vooral.

  • Ja, dat is waar. We zijn een tijdje euforisch geweest. Dachten dat de strijd gestreden was: bevrijd van al wat onze individuele vrijheid aan banden legde door de aanspraak op een (hogere) eenheid. Maar we zijn verblind geweest.

  • Spreek voor jezelf.

  • Ik kan niet anders. Verlost van ieder eenheidsdenken dat ons terugvoert op een lokale identiteit, zijn we zienderogen in de ban geraakt van een globale pensée unique: het geloof in de vrije markt, de uitverkoop van de publieke ruimte. Al wat ik zeg, is voor mijn rekening.

  • Dat wou ik net zeggen. Je vergeet de crisis.

  • Welke crisis? Die waarbij publieke middelen werden ingezet om de sputterende motor te redden van de eindeloze privatisering die wij globalisering noemen? Dat was geen crisis, maar een triomf. Alsof de politiek zelf zei dat de markt regeert. Aan die vernietiging dankt ze zelfs haar overleven.

  • Er was geen alternatief, dat weet jij ook.

  • De vraag is niet of er een alternatief was, de vraag is wanneer het zich aandient. Precies daarom moeten wij onze gemeenschap herdenken.

  • Wat hebben wij daarmee te maken? Zouden wij niet beter bij onze leest blijven: kunst en kritiek?  Mijn leven is al ingewikkeld genoeg. Zeg nu zelf.

  • Dat moeten we zeker doen. Misschien zijn kunst en kritiek zelfs de aangewezen toegangswegen om te verkennen wat gemeenschap vandaag kan betekenen.

  • Cultuur als vooruitgeschoven post van de beschaving, bedoel je dat? Je beseft toch dat nogal wat mensen vandaag net een afkeer koesteren van kunst en cultuur vanwege die superieure pretentie? Alsof kunst en cultuur de verlichting brengen die arm, achterlijk Vlaanderen dan moet verheffen.

  • Ik stel voor dat we bij dezen afscheid nemen van arm Vlaanderen als clichébeeld van een volk dat nog op de verlichting wacht. Dat leidt alleen maar tot misverstanden. Vlaanderen is vooral rijk. En de rijkdom van zijn cultuur maakt daar deel van uit.

  • Toch vrezen veel culturo’s, bijna als neveneffect van die rijkdom, een Vlaamse Gemeenschap die op haar eigen gelijk terugplooit, antisolidair met al wat afwijkt van de identiteit waarop ze gefundeerd is.

  • Dat gevaar is niet denkbeeldig. Maar het debat wordt slecht gevoerd. Met één stem protesteren (‘Niet in onze naam’) tegen een identiteitslogica waardoor je je bedreigd voelt, klinkt tegenstrijdig. Wie zijn wij, eigenlijk? En spreken we voor iemand anders dan onszelf?

  • De actie waarnaar je verwijst, lijkt me nochtans een mooi voorbeeld van culturele gemeenschap.

  • Zeker, maar gegrond op een idee van identiteit, net als het nationalistische discours dat ze aanviel. Terwijl identiteit, ondanks de schijn van het tegendeel, in feite geen twistpunt is. Ook voor Bart De Wever is dat een ‘sociaal geconstrueerde realiteit die in een veranderende context voortdurend wordt heruitgevonden via een impliciete dialoog tussen de leden van de verbeelde gemeenschap’.

  • Je bedoelt dat de echte strijd moet gaan over de manier waarop de gemeenschap verbeeld wordt?

  • Juist.

  • De visie van Bart De Wever over gemeenschap zit samengevat in de notie ‘het kostbare weefsel’, niet toevallig ook de titel van zijn boek. Ik lees: ‘De mens bereikt zijn maximaal potentieel precies door met anderen een (h)echte gemeenschap te vormen waarin vrijheid spontaan wordt beperkt door zin voor verantwoordelijkheid en verbondenheid. Een cruciale rol is hier nog altijd weggelegd voor [Edmund] Burkes tradities en instituties, vandaag beter uitgedrukt als de ‘civic society’, of het maatschappelijke middenveld. Het gezin, de school, de buurt, de vereniging en uiteindelijk de Vlaamse cultuurgemeenschap zijn de kringen waarin de overdracht van waarden optimaal georganiseerd wordt.’ Ik zie daar eerlijk gezegd weinig politieke vertogen mee in discussie treden.

  • Karel De Gucht sprak onlangs van een Vlaams-nationale ‘kringredenering’, maar het liberalisme dat hij tegenover het conservatieve communautarisme van de N-VA plaatst, heeft niets te zeggen over hoe het voorgestane vrijheidsprincipe zich met een zin voor gemeenschappelijkheid verstaat.  Links zweert dan weer bij solidariteit, en dat veronderstelt wel degelijk een open gemeenschapszin, maar in de praktijk vernauwt dat de idee tot een financiële transactie, een zaak van administraties. Dat telt, maar het verbergt dat gemeenschap ook in het linkse verhaal (van correctie op de markt) niet of weinig verbeeld wordt.

  • Misschien kan dat ook niet meer, is het daarom geen onderwerp.

  • We moeten het juist tot onderwerp maken, hoe moeizaam ook. Het heersende politieke discours onderwerpt ons namelijk al constant aan een vorm die ons impliciet aanspreekt als gemeenschap, zij het een volstrekt gedepolitiseerde: de mensen, het volk (> ‘populus’), onderwerp van populisme. We moeten nagaan of we tegenover de notie ‘populus’ de idee van ‘communitas’ kunnen herstellen.

  • Dat lijkt me onbegonnen werk.

  • Integendeel, het werk is al begonnen. Zie The Idea__of Communism (2010), een boek dat voortvloeit uit een gelijknamig congres, naar een idee van Alain Badiou en met bijdragen van Jean-Luc Nancy, Jacques Rancière, Slavoj Žižek, Terry Eagleton, Antonio Negri, Michael Hardt, Bruno Bosteels en anderen.

  • The usual suspects, quoi?

  • Cynisme is altijd mogelijk, maar de vraag hoe een idee van gemeenschap nieuw leven kan blazen in de samenleving die wij delen, is daarom niet minder aan de orde. Kijk naar het dossier verderop.

  • Ik zie nog altijd niet welke rol de kunst kan spelen bij de verbeelding van die ‘communitas’-idee. Je riskeert haar te instrumentaliseren.

  • Geenszins. De kunst moet haar eigen taal en anders denken juist inzetten om de verbeelding van de gemeenschap terug te eisen van de staat die haar hier heeft gekaapt: de Vlaamse Gemeenschap, in aanvang nota bene op grond van de bevoegdheid cultuur.

  • Ja goed, maar de ‘Vlaamse Gemeenschap’, dat is – staatkundig bekeken – toch een soort eufemisme?

  • Ja, geworden. Historisch gezien is het de democratische uitkomst van een emancipatorische beweging. En ik stel voor dat de kunst weer bij die emancipatorische energie aanknoopt, om de verbeelding van wat wij vandaag de Vlaamse gemeenschap noemen, op een andere einder te richten dan die van het eindeloze zuiverheidsideaal waarmee sommigen er een stolp over lijken te willen zetten.

  • Dat blijft zeer abstract.

  • Het is niet abstracter dan een droom.

  • Maar jouw droom is nog niet de onze.

  • Dat is juist. Wij zijn zeer verschillend. Maar precies in dat verschil zijn we fundamenteel gelijk.

  • Van die woordspelletjes ga ik draaien.

  • Fair enough. Maar alleen als we van die fundamentele (zij het onzuivere) gelijkheid vertrekken, is het mogelijk om een gemeenschappelijkheid te verbeelden die zich kan onttrekken aan het dwangmatige ideaal van gelijkheid door identiteit op een hoger niveau.

  • Ik dacht dat verbeelden juist neerkwam op het creëren van zo'n hogere eenheid tussen delen.

  • Niet noodzakelijk. Er is ook een verbeelding die de onenigheid respecteert. Dat is juist de kunst van de democratie. Wat mij voor ogen staat, is niet een kunst die ons verenigt in een hogere orde – ‘gemeenschap’ volgens religieus patroon – maar een die gebaseerd is op het concrete dat we delen, het laagste inbegrepen.

  • Zoals?

  • De planeet, onze eenzaamheid.

  • Daar zit veel tussen.

  • Die ruimte laat ik aan de verbeelding.

  • Het spijt mij, maar terwijl jij alle ruimte aan de verbeelding laat, vinden in Tunesië, Egypte en Libië reële revoluties plaats in naam van vrijheid en gelijkheid, de fundamentele democratische waarden. Daar is effectief sprake van een gemeenschap, maar die vindt haar voorwaarde vooral in sociale media.

  • Je wil zeggen: daar is geen kunst aan, daar komt geen verbeelding aan te pas, daar is het realiteit?

  • Ja.

  • Die ruimte wou ik juist laten. Ik zag de beelden, en dacht aan Rilke, toen hij voor die klassieke torso van Apollo stond: ‘Du musst dein Leben ändern.’

  • Hoezo?

  • Ik weet het niet. Het is alsof die gebeurtenissen op een realiteit wijzen die wij vergeten zijn, maar die we delen. Alsof er een appel van ze uitgaat dat ze gemeen hebben met de beste kunst van deze tijd: we moeten onze gemeenschap herdenken.

  • Waar dat appel van uitgaat, maakt niet zoveel uit. Het gaat om de verbeelding die het in gang zet.

Tom Van Imschoot is redacteur van rekto:verso.