Het leven volgens de boekskes

Door Karel Vanhaesebrouck, op Thu Feb 05 2015 09:24:57 GMT+0000

‘Kobe Ilsen en Kim Engelbosch alweer uit elkaar’, ‘Evy Van Damme hangt vuile was van ex Nick Nuyens buiten’, ‘Jacques Vermeire praat voor het eerst over zijn verdriet’: het is maar een greep uit het kerstnummer van Story. Wekelijks scheppen de ‘boekskes’ een wereld van winners en losers en vormen ze – meer dan we denken – een spiegel van onze prestatiemaatschappij. Ze helpen ons te dromen, maar tegelijk laven we ons gretig aan de mislukking van onze ‘helden’. Het is de perfecte vorm van outsourcing.

In de ‘boekskes’ leest het bestaan als een soap opera, met de BV als de ster van zijn eigen leven: elke seconde is intens, steeds loeren ongekende euforie of diepe crisissen om de hoek. Van de banale routine die elk van onze levens structureert, is geen sprake. De ene banaliteit is daarom de andere niet, want wanneer acteur Bruno Vanden Broecke – ja, zelfs hij ontsnapt niet – ‘zijn gezin op de eerste plaats zet’, is dat interessant ‘nieuws’. Wanneer u of ik die beslissing nemen, is dat een mededeling waar geen haan – zelfs niet de meest alerte – naar kraait.

Populaire perstitels als Story, Dag Allemaal of Het Laatste Nieuws spiegelen ons niet alleen een droomwereld voor, maar ensceneren voor hun lezers ook moedwillig de mislukking van hun celebs: ze maken en kraken sterren en spreken daarvoor het voyeurisme aan dat in elk van ons schuilt. We kruipen bij celebrities op de schoot om ons te laven aan hun afgrondelijke verdriet: zij lijden in onze plaats. Of we dromen weg bij het geluk van een ander: ‘Ann Van Elsen toont ons haar nieuw samengestelde gezin’. Het werkwoord in de titel is geen toeval. Het object in kwestie (de BV) weet dat het bekeken wordt en laat zich ook bekijken. Precies die afspraak vormt het hart van de celebrity-industrie. De een kijkt, de ander wordt bekeken.

65_Vanhaesebrouck_©Vincent Lynen_700.jpg

Maken en kraken

Nieuw is die permanente aandacht voor publieke figuren uiteraard niet. Zo hield Henri de Catt (1725-1795) in zijn dagboeken, gepubliceerd in 1885, minutieus de levenswandel van de openlijk homoseksuele Frederik de Grote bij. De broers Jules en Edmond de Goncourt deden in de negentiende eeuw hetzelfde voor de Franse fine fleur. En de ultieme roddeltante was misschien wel Samuel Pepys, die in de zeventiende eeuw het Engelse society_-_leven onder Charles II documenteerde. Allen hadden ze een bijzonder oog voor de triviale, maar daarom niet minder pijnlijke uitschuivers.

Tragiek maakt integraal deel uit van de populariteit en dus van het succes van de celeb

Wie écht het ontstaan van de hedendaagse celebrity-industrie wil begrijpen, moet maar eens L.A. Confidential van de Amerikaanse _hard-boiled-_auteur James Ellroy lezen. Daarin laat hij het fictieve magazine Hush-hush (‘Off the record, on the QT and very hush-hush’) carrières van sterren (en vooral sterretjes) maken en kraken. Dat magazine mag hij dan wel zelf verzonnen hebben, hij baseerde zich ervoor op Confidential (ondertitel: ‘Tells the facts and names the names’), een roddelblad dat eerst celebrities in de schijnwerper werkte om ze vervolgens genadeloos ten val te brengen (door onthullingen over bijvoorbeeld vermeende homoseksuele neigingen of – God beware – communistische sympathieën).

Precies die strategie – het moedwillig ensceneren van mislukkingen via al dan niet verzonnen ‘ontsporingen’ – vormt de kern van de transactie tussen lezer, ster en pers. En die transactie verloopt steevast volgens hetzelfde stramien: de ‘boekskes’ maken hun sterren, ze creëren efemere personages, half realiteit half fictie, om die vervolgens met dezelfde middelen genadeloos neer te halen: de mislukking maakt met andere woorden integraal deel uit van de populariteit en dus van het succes van de celeb in kwestie. What comes up, must go down.

Tragiek per strekkende meter

Wie een boekje koopt, kiest voor de perfecte vorm van outsourcing_._ Vreugde en verdriet, opwinding en pijn worden uitbesteed aan derden, professionele gevoelsmensen die in onze plaats de rollercoaster van het leven rijden. De boekjes, hun lezers en de celebrities hebben elkaar nodig. Neem een van de partijen uit deze heilige drievuldigheid weg en een volledige industrie ligt op apegapen. De boekjes maken onze helden, ze ensceneren hun bekendheid om vervolgens op de eerste lijn te gaan staan wanneer diezelfde held aan zijn eigen bekendheid gaat lijden, uit ijdelheid of uit schaamte.

De mislukking van de held – diens scheiding, een ongeval, een alcoholprobleem, een overspelige relatie – wordt zijn bestaansreden. En dus ook zijn gevangenis. Wie te dicht bij de zon komt, verbrandt zijn vleugels. En zal van dan af ook steeds het voorwerp worden van een moreel oordeel. Het leven van de celebrity wordt de toetssteen waarop een maatschappij haar eigen morele kompas ijkt. Britney noemen we een slechte moeder, omdat zij meteen als graadmeter voor onze eigen opvattingen over moederschap kan fungeren. En tegelijk blijven we zelf buiten schot: haar falen bevestigt ons succes, zo hopen we.

De mislukking van de held wordt zijn bestaansreden. En dus ook zijn gevangenis

Ware sterren ensceneren zichzelf: ze creëren een persona, een rol die oprechtheid simuleert, maar tegelijk het eigen leven afschermt. Maar voor elke ster breekt het moment aan dat dit publieke personage niet meer te verzoenen valt met het ‘ik’. Misschien is dat wel de ware last: het gevaar van zelfvervreemding. Denk aan de Hollywood-acteur Rock Hudson die zijn hele carrière iconische, heteroseksuele rollen speelde, terwijl hij angstvallig zijn eigen homoseksualiteit verborgen hield. Juist dan slaat de roddelpers genadeloos toe, op het moment van de mislukking, op het moment dat het ophouden van de illusie alleen maar pijn doet.

Dag Allemaal heeft dood Yasmine deels op geweten’, zo stelde Marcel Vanthilt dan ook naar aanleiding van de zelfmoord van de zangeres. En prompt riep hij alle collega’s op om net als hij alle contact met de Vlaamse roddelpers te mijden. Waarop Yasmine opnieuw onderwerp werd van gretige speculatie. Want wie ultiem mislukt, kan op ons mededogen rekenen en verdient dus extra aandacht. En zo hoeven we het niet te hebben over de prestatiedruk die we elkaar voortdurend opleggen, wordt ons eigen voyeurisme een ouderwetse ‘aflaat’: we lijden mee om zelf niet te moeten lijden. De mislukking van de ene is het geluk van de ander.

Genieten vanop afstand

Een celebrity is daarom ook altijd een beetje een tragisch personage, eenzaam want vervreemd van zichzelf en zijn naasten. Hoe harder hij zijn lot probeert te ontlopen, hoe sneller datzelfde lot dichterbij dokkert. Wie het voor de paparazzi op een lopen zet, trekt de aandacht. In plaats van de anonimiteit te herwinnen, beland je op een knullige foto waarop je woest uithaalt naar de fotograaf, uitglijdt over een stoeprand of ‘per ongeluk’ onthult geen slip onder die minirok te dragen. De boekjes spreken in elk van ons de voyeur aan: we kijken gefascineerd toe, maar zijn blij dat anderen voor ons de intensiteit van het leven dragen.

Misschien is de celebrity daarom geen tragische held, maar een antiheld, een beetje zoals Pentheus in Bacchanten van Euripides. In die tragedie beslist Pentheus, nochtans de verzinnebeelding van de politieke ratio, op aangeven van een vermomde Dionysus, de natuur in te trekken om vanuit een boom de braspartijen van de losgeslagen Bacchae te bespieden. Hoezeer hij zich ook tegen die natuurlijke driftmatigheid verzet, hij heeft zijn eigen nieuwsgierigheid niet in de hand. Hij wil vanop een afstand genieten, het verbodene zien, terwijl hij zelf veilig verborgen blijft, als een echte voyeur. Pentheus is met andere woorden bang van zijn eigen verlangens, maar is tegelijk té gefascineerd door het verbodene om het af te stoten. Hij belichaamt daarmee de perfecte moderne voyeur. Hij houdt ervan de vunzigheden van anderen te observeren, zonder zelf deel te nemen. Hij zwelgt in zijn eigen passieve houding, zonder die zelf te durven benoemen.

En die voyeur, die zit in elk van ons. Daarom vinden we die verhalen niet alleen in Story, maar even goed in De Standaard, steeds netjes in dezelfde rubriek. Ons voyeurisme helpt ons om te gaan met de prestatiedruk die we onszelf opleggen: anderen lijden of leven intenser, overschrijden consequenter de grens, scheren hoge toppen, om vervolgens in onze plaats de mislukking te dragen. Ten minste: dat hopen we. Want nog pijnlijker is het moment waarop ook die illusie doorprikt wordt.

Eigen BV eerst

In Vlaanderen houden we daarenboven van een specifiek soort celebrity, namelijk de BV of Bekende Vlaming. Betty is echter niet Kim Kardashian en Jean-Marie Pfaff al evenmin Donald Trump. In tegenstelling tot de Hollywood-ster is de BV herkenbaar en nabij. Hij spreekt hetzelfde Verkavelingsvlaams en woont meestal ook in een fermette, maar dan groter. Een BV is in de meeste gevallen enkel bekend in Vlaanderen omdat hij of zij, euh, bekend is. De reputatie van een BV verwijst met andere woorden enkel naar zichzelf: een BV heeft meestal enkel zijn eigen bekendheid als verdienste. En die bekendheid beperkt zich enkel tot het Vlaamse medialandschap. Een BV kan in de Vlaamse media niet weg te slaan zijn, maar een nobele onbekende blijven in het buitenland, zelfs in Nederland. Die beperkte radius vormt tegelijk de kracht en het pijnlijk kleinschalige hart van het BV-schap.

Een BV is in de meeste gevallen enkel bekend in Vlaanderen omdat hij of zij, euh, bekend is

De BV kreeg pas echt voet aan de grond in de Vlaamse media in het begin van de jaren 1990, na de lancering van de eerste commerciële zender in Vlaanderen, toen politieke partijen lokale bekendheden in hun lijsten opnamen. Al snel veralgemeende het fenomeen zich tot zowat alle domeinen van de maatschappij, tot en met bijvoorbeeld de geneeskunde (Marleen Temmerman, Luc Beaucourt) of de academische wereld (Rik Torfs). Dat laatste is overigens geen typisch Vlaams fenomeen: over Slavoj Žižek (ook wel ‘the Elvis of cultural theory’) is zelfs een biopic gemaakt (Žižek The Movie!).

De verhouding van een BV tot de lokale media is steeds dubbel: hij stoort zich aan hun invasief karakter, maar heeft hen tegelijk nodig om simpelweg te kunnen bestaan. De een bijt zijn tanden stuk op die tweespalt (met de zelfmoord van Yasmine als tragisch voorbeeld), de ander weet die perfect te hanteren zonder zichzelf te verloochenen (zie het meesterschap van Torfs). Maar vooral: een BV is ALDI-koopwaar, minder exclusief, maar daarom des te toegankelijker. En als status voor iedereen bereikbaar. ‘Iedereen beroemd’, zo heet niet voor niks één van Vlaanderens populairste televisieprogramma’s.

Daarom zijn BV’s net geen échte celebrities: ze lijken te veel op ons. De afstand tussen onze levens en hun charismatische bestaan is te klein. Precies daardoor verliest de BV in Story of Dag Allemaal zijn charisma: de jurk of het pak op de rode loper van alweer een Vlaamse film zitten nét niet gegoten genoeg, de tanden blinken nét te opzichtig. De BV moet het doen met de illusie van charisma en is daarom onze gelijke. Immers: ook Gert Verhulst begaat bouwovertredingen: ‘hij moet zich net als alle burgers aan de regels houden’ (Story, 23.12.2014).

De mislukking van de BV mag dan minder heroïsch zijn dan de uitschuivers van Hollywood-starlets, zij zijn daarom wel een pak menselijker en dus soms ook belachelijker. Plots komt die mislukking vervaarlijk dicht bij onze eigen levens, gewoon omdat de BV zoveel op ons lijkt. Maar juist die gelijkenis versterkt nog het ware businessmodel achter de ‘boekskes’: het principe dat elke competitie winnaars en verliezers nodig heeft, en dat de winnaars de verliezers nodig hebben, precies om zich winnaar te voelen. Het is dat gevoel dat we kopen, wanneer we Story kopen. Het geruststellende gevoel dat het zelfs de besten kan overkomen, die onze gelijken zijn.

Karel Vanhaesebrouck doceert over theater en cultuur aan Université Libre de Bruxelles en RITS | School of Arts.