Is het einde van de roadmovie in zicht?

Door Johannes De Breuker, op Wed Jul 03 2013 14:36:51 GMT+0000

Eind jaren 1960 duwde de roadmovie nog met veel branie de western opzij. De auto en de weg kwamen in de Amerikaanse mythologie het paard en de grens vervangen als symbolen van vrijheid en verzet. In virtuele tijden lijkt de aantrekkingskracht van het smeulende asfalt echter zowel op als naast het witte doek te tanen. Schakelt de hedendaagse roadmovie definitief in retromodus? Of vindt het genre zich opnieuw uit ergens ver weg van zijn Amerikaanse thuisbasis? De Zweeds-Fins-Iraakse film Bekas, binnenkort in de zalen, biedt een meerduidig antwoord.

Naar aanleiding van de restauratie van Scarecrow (1973), een roadmovie met Al Pacino als matroos en Gene Hackman als ex-con, stelde het British Film Institute onlangs een lijst op van tien bijzondere Amerikaanse roadmovies. Ook zonder genreklassiekers als Easy Rider en Bonnie and Clyde (1967) telt deze lijst nog steeds vier films die dateren uit de late jaren 1960 en begin jaren 1970.

57_DeBreuker_Bekas1.jpgTerwijl roadmovies de perfecte manier lijken om 'de wereld in beweging' te begrijpen en in beeld te brengen, lijkt het genre steeds meer samen te vallen met de counter culture van het Amerika van de jaren 1960. Vraag is of hedendaagse roadmovies zoals El muerto y ser feliz (2012) van de Spaanse cineast Javier Rebollo of Bekas (2012) van de Zweeds-Koerdische Karzan Kader het genre nieuw leven kunnen inblazen. Heeft een genre dat zo vergroeid is met de vorige eeuw, nog wel een toekomst?

Rebels genre

Als voorloper van de roadmovie noemt men traditioneel de western, met z'n eenzame mannen die in wilde en open ruimtes op zoek gaan naar westerse waarheden. Toch kondigden ook films over de Grote Depressie zoals The Grapes of Wrath (1940) of It Happened One Night (1934) het genre reeds aan. In al deze films staat mobiliteit in het teken van verzet tegen de heersende economische en sociale orde. In de roadmovie vertaalt deze rebellie zich volgens David Laderman (2002) in een energieke cameravoering, een opzwepende soundtrack en een bochtige verhaallijn met een open einde.

Op basis van de rebelse signatuur van het genre mag het niet verbazen dat het aantal roadmovies een hoge vlucht neemt in turbulente tijden. Zo zien we in de filmgeschiedenis grofweg drie productieve periodes. De eerste periode situeert zich in de jaren 1950 met films zoals The Hitch-hiker (1953) en La Strada (1954). Tijdens de rumoerige jaren 1960 neemt de populariteit van het genre opnieuw een hoge vlucht. Films zoals Dino Risi's Il Sorpasso (1962), Godards Weekend (1967) of Hoppers Easy Rider (1969) brachten toen het naoorlogse 'economische mirakel' en de opkomende jeugdcultuur in beeld. Daarna was het wachten tot begin jaren 1990 op de laatste heropleving van de roadmovie, die pas met Thelma & Louise (1991) echt genderbewust werd. Net zoals eerder de westerns en vooral ook de Grote Depressie-films, waren al deze films sterk verankerd in hun tijdsgeest en lieten zij zich kritisch uit over de maatschappij. Zo zijn een rebels karakter en een kritische inslag de belangrijkste kenmerken van de roadmovie geworden.

Fileproblemen en ecologische zorgen lijken de auto als symbool van vrijheid – en dus ook de roadmovie – parten te spelen

Anno 2013 lijken er voldoende aanleidingen om van een nieuwe bloeiperiode voor de roadmovie te mogen spreken. Zo horen we dagelijks berichten over mensen die oorlogsgebieden ontvluchten of hun land verlaten omdat er geen werk en geen toekomst is. Ondanks die door geopolitieke conflicten en ecologische rampen doorbloede voedingsbodem lijkt het genre de laatste jaren toch steeds braver, onschuldiger en minder kritisch te worden. Het zijn ofwel (semi-)historische films zoals Diarios de motocicleta (2004) en On The Road (2012) – met in de hoofdrol charismatische personages zoals Ché Guevara of Jack Kerouac – ofwel kaskrakers zoals The Hangover (2009), waarin verwende thirtysomethings met een midlifecrisis voor een dosis popcornvertier moeten zorgen. De motor van het genre lijkt te sputteren, samen met de traditie van 'rebelse cinema' tout court. Is de geschiedenis van de roadmovie tot stilstand gekomen?

Paard op vier wielen

Die geschiedenis begon nochtans zeer krachtig. Ongeveer vijftig jaar geleden maakte de populariteit van koning auto een einde aan het rijk van de western en veroverde de roadmovie zijn plaats onder de zon. In die overgang van de western naar de roadmovie werd de grens vervangen door de weg, het paard door de auto, en ten slotte de held door de vrijheidsstrijder. De western verdween wel niet helemaal van het grote scherm, maar de latere revivals – zoals de spaghettiwesterns van midden jaren 1960 – waren vooral ingegeven door nostalgische sentimenten.57_DeBreukerel-muerto-y-ser-feliz_3.jpg

Vandaag lijken fileproblemen en ecologische zorgen de auto als symbool van vrijheid – en dus ook de roadmovie – parten te spelen. Een recent onderzoek door het Nederlands ministerie van infrastructuur en milieu ontwaart een nieuwe mobiliteitstrend. De populariteit van de auto zou drastisch dalen, vooral bij jongere mannen. Volgens het onderzoek deed deze tendens zich al jaren eerder in Duitsland en de Verenigde Staten voor. Als voornaamste oorzaken noemen de onderzoekers onder meer de opkomst van internet en de toenemende verstedelijking. Tel daarbij het groeiende ecologische bewustzijn, de sterke globalisering en de betaalbare luxe van het vliegtuig en de hogesnelheidstrein, en er zijn genoeg redenen om aan te nemen dat de wereld van de roadmovie zo langzaamaan tot het verleden gaat behoren.

Nostalgietrip

In El muerto y ser feliz krijgen we echter niets van dit gewijzigde wereldbeeld te zien: geen vliegtuigen of hogesnelheidstreinen, geen Toyota Prius, zelfs geen dertigers met een midlifecrisis. De Spaanse film vertelt het verhaal van een terminale huurmoordenaar die, gewapend met een koelbox vol morfine, op een laatste reis vertrekt met een liftster. Voordat zijn tocht tot een einde kan komen, dient de 75-jarige Santos (José Sacristán) zich de naam van zijn allereerste slachtoffer te herinneren. Zowel Santos als de jongere Érika (Roxana Blanco) zijn op de vlucht: Santos voor de dood en Érika voor haar familie. Het verhaal lijkt – net zoals de antieke rammelbak van Santos – uit een vorig tijdperk te stammen. Een tijdperk waarin Rebollo's leermeester Jean-Luc Godard laconiek stelde dat een goede film maar twee cruciale ingrediënten nodig heeft: een geweer en een vrouw.

57_DeBreukerel-muerto-y-ser-feliz-2.jpgRebollo probeert alvast het geweer van schouder te verleggen. Zo moet de oude Santos zich onderweg meer en meer overgeven aan de zorg van de vitale Érika_._ Al snel maakt zij zich zelfs meester van het stuur, na het zadel toch de meest mannelijke plek van Hollywood. Het lijkt erop dat ook Rebello daarmee het stuur overneemt van een uitstervende generatie, maar het tegendeel blijkt waar. Net zoals zijn hoofdpersonage Santos de blik op het verleden richt, toont de regisseur veeleer een hang naar de periode van zijn filmische voorvaderen. Daarmee lijkt hij de pointe van z'n eigen film te missen. In plaats van de nieuwe bestuurder wordt hij veeleer de passagier van zijn eigen film.

Angstvallig grijpt de cineast terug naar het analoge verleden, met opvallende stijlkeuzes zoals de korrelige 16mm-print, de jump cuts, een non-synchrone soundtrack en een onbetrouwbare voice-over. Het herinnert aan Jean-Luc Godard, maar gaat ook terug op de American New Wave-cinema van cineasten zoals Arthur Penn (Bonnie & Clyde), Monte Hellman (Two-Lane Blacktop, 1971) en Terrence Malick (Badlands, 1973). Met zulke stijlkeuzes zet Rebollo zich misschien wel af tegen de digitale revolutie die zich vandaag voltrekt, maar ergens in dit kluwen van filmische referenties is Rebollo zijn eigen smoel kwijt geraakt.

De roadmovie is het uitgelezen genre om over cinema na te denken

Op zich is Rebollo's keuze voor een roadmovie natuurlijk perfect verdedigbaar. De roadmovie is het uitgelezen genre om over cinema na te denken. Met z'n nadruk op beweging en het bekijken van de omgeving door het autoraam, het scherm waardoor wij zo vaak naar de wereld kijken, ligt het genre heel dicht bij het medium film – ‘motion pictures’ – zelf. Maar het is tekenend dat El muerto zich met dit grote zelfbewustzijn verliest in nostalgie. In al zijn stijlherinnering aan filmmakers uit de jaren 1960 – en dus de periode waarin de roadmovie is vastgeroest – illustreert El muerto vooral dat het genre aan relevantie heeft ingeboet. De film weet geen kritische en innovatieve taal te ontwikkelen die aansluit bij zijn verhalende intenties. Wanneer nostalgie begint te primeren op originaliteit, is het einde in zicht.

Rite de passage

Dan zet Bekas (Koerdisch voor 'wezen') Amerika en het genre van de roadmovie toch veel inventiever in. Cineast Karzan Kader putte voor de film uit zijn eigen jeugdervaringen: net zoals zijn hoofdfiguren Dana (Sarwar Fazil) en Zana (Zahmand Taha) vluchtte hij begin jaren 1990 weg uit Irak, op zoek naar een beter leven.Op het scherm levert dat een ontroerende roadmovie op, die de coming-of-age van twee dakloze broertjes in beeld brengt. Nadat zij door het dakraam van de dorpsbioscoop een deel van een Superman-film hebben gezien, beslissen ze om naar Amerika te trekken. Daar hopen zij de superheld te ontmoeten: naast hun ouders weer tot leven wekken, willen de jongens ook dat hij hen helpt in hun strijd tegen Hoessein. Als de waarheid dan toch uit een kindermond komt, dan vat deze glasheldere aanklacht op het Irak van Saddam perfect de vox populi van toen samen.

Omdat Richard Donners Superman (1978) zijn planeet had moeten ontvluchten 57_DeBreuker_Bekas2.jpgzonder zijn ouders, zagen de jongens in hem een bondgenoot. Hiermee vormt de Amerikaanse filmtraditie wel heel letterlijk het inciting incident van hun onthutsende ontdekkingstocht. Hun naïeve beslissing om op pad te gaan na het zien van deze film is maar een van de vele aanwijzingen dat Bekas niet enkel meekijkt met de enthousiaste, verwonderende blik van de twee kinderen, maar er ook echt door gestuurd wordt. Zo komt Amerika – op hun kaart maar 'enkele mijlen ver' – voor iets heel anders te staan dan voor wat wij eronder verstaan. Het is een verlangen, een herinnering aan of gevoel van vrijheid, onschuld en geluk. Amerika is in Bekas geen naïeve bestemming voor gelukszoekers, maar alles wat Irak niet is.

Hoe verder de zoektocht naar een betere wereld de jongens brengt, hoe meer zij ontdekken over de aard van hun reis. Meer nog dan een poging tot sociale promotie, is die reis een rite de passage, bezaaid met interessante ontmoetingen en gebeurtenissen,waarin de weg een heel belangrijke rol speelt. De weg biedt hen mogelijkheden. Net als in de roadmovies van weleer brengt hij hen nieuwe inzichten. De weg verandert hen. In Wim Wenders' Im Lauf der Zeit heet het nog 'alles moet veranderen', in Bekas 'helden dragen versleten schoenen’.

Doodlopende straat

Het begint er steeds meer op te lijken dat de roadmovie dezelfde afslag heeft genomen als de western: die van de nostalgie

Terwijl in een stijloefening als El muerto y ser feliz de hedendaagse roadmovie in een doodlopende straat lijkt beland, toont Bekas dat het genre vandaag nog steeds tot mooie films kan leiden. Toch grijpt ook Bekas terug naar vroeger, naar een premoderne periode – of toch voor de Ipad-generatie. Het begint er steeds meer op te lijken dat de roadmovie dezelfde afslag heeft genomen als de western: die van de nostalgie. Daardoor verliest het genre zijn sterke verankering in de tijdsgeest én zijn maatschappijkritische aspect. De roadmovie zal zich steeds meer in het verleden gaan afspelen, of zijn genreconventies zullen steeds meer gebruikt worden om dat verleden te introduceren. Zo verglijdt het eens zo rebelse hier-en-nu-karakter van de roadmovie tot een voorzichtige daar-en-toen-nostalgie.

Omdat de wereld zo snel verandert, is het moeilijk aan te duiden waarom de roadmovie zich precies in achteruit heeft gezet. Is het de tanende populariteit van de auto? Voelt de internetgeneratie de zogenaamde 'on the road'-romantiek niet meer? Vinden zij een beter leven makkelijker terug op het net dan op de baan? De opwinding die vroeger met de weg en de roadmovie gepaard ging, moeten we vandaag in elk geval elders gaan zoeken. In tussentijd is het gelukkig leuk vertoeven met roadmovies zoals Bekas.

Bekas komt op 11 juli uit in de Nederlandse bioscopen, en op 31 juli in de Belgische.

Johannes De Breuker studeerde filmstudies aan de UA en is freelance journalist. Hij schreef dit artikel in het kader van de workshop van rekto:verso op MOOOV.

Bronnen: