Het Darwinjaar herdacht

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Het Darwinjaar 2009 zat blijkbaar zo overvol met vieringen dat het maar meteen doorliep in het nieuwe jaar. Eind januari kwam de Britse film Creation uit met als ondertitel The True Story of Charles Darwin. Als film is het niet meer dan een ongeïnspireerd en erg saai kostuumdrama. Maar net in al zijn voorspelbaarheid biedt het als afsluiter van het feestjaar een interessante blik op de wijze waarop een wetenschapper als Darwin doorleeft in onze culturele verbeelding.

Darwin was het afgelopen jaar moeilijk te negeren. Er waren talrijke nieuwe boeken, televisieprogramma's met even onvermijdelijke gastheren, tentoonstellingen, uiteraard ook facebookgroepen, zelfs theatervoorstellingen, en als laat sluitstuk nog een film. Enkel en alleen omdat honderdvijftig jaar geleden On the Origin of Species werd gepubliceerd. Of dat is toch op het eerste gezicht de onmiddellijke aanleiding. Maar waarom voelen we eigenlijk de noodzaak om een dergelijk evenement in de publieke ruimte te herdenken? De verschijning van een wetenschappelijk traktaat is immers van een fundamenteel andere aard dan de slag bij Waterloo, het verdrag van Versailles of de onafhankelijkheid van Congo. De bijzondere waarde van deze laatste gebeurtenissen is intrinsiek en expliciet verbonden met hun particuliere historische moment, terwijl de waarde van een wetenschappelijk inzicht net verondersteld wordt dat particuliere moment te overstijgen.

We identificeren ons niet enkel met het individu, maar vooral ook met zijn strijd

Creation geeft al bij zijn openingsbeelden een antwoord op deze vraag door aan te kondigen dat Darwins evolutietheorie omschreven werd als 'the single best idea anyone ever had' (een uitspraak van de filosoof Daniel Dennett), en dat de film het verhaal zal vertellen over de wijze waarop Darwins boek geschreven werd. Een theorie zoals die van Darwin is op een dubbele manier verbonden met het verdrag van Versailles: beide hebben de wereld waarin we leven ingrijpend veranderd, maar pas nadat ze eerst in een context van intense strijd tot stand kwamen. De kracht van een wetenschappelijk idee om ons de werkelijkheid schijnbaar plotsanders te laten zien, bindt het terug aan het verloop van de geschiedenis en maakt herdenking zinvol. Tegelijk kan die herdenking haar volle betekenis enkel krijgen omdat die plotse verandering haar definitieve sporen heeft nagelaten en zich dus terug onttrokken heeft aan het grillige verloop van de tijd. Een beetje zoals de kaart van Europa nog steeds getekend wordt volgens grenzen die teruggaan op Versailles. We voelen de fascinatie voor de ingrijpende verschuiving in wereldbeeld die een idee kan teweegbrengen, maar hebben op hetzelfde moment ook de geruststellende (of melancholische) gedachte dat zoiets nu niet meer noodzakelijk (of mogelijk) is. Toch niet met betrekking tot het aspect van ons wereldbeeld dat in zijn huidige onwrikbare plaats geschoven werd.

Een verlangen naar waarheid

De meest opvallende narratieve keuze die in Creation wordt gemaakt, is de nadruk op Darwins worsteling met de mogelijke gevolgen van zijn ideeën, een worsteling die concreet gestalte krijgt in het conflict met zijn diep­religieuze vrouw die op een erg verschillende manier de dood van hun oudste dochter probeert te verwerken. Ook al zorgt de volslagen mediocriteit van de film dat de intensiteit van het conflict nooit erg plausibel wordt, laat staan aangrijpend, de duidelijkheid van deze keuze helpt om beter te zien wat er eigenlijk het afgelopen jaar gecelebreerd werd. Een eerste belangrijk aspect daarvan is dat we eigenlijk de auteur van het boek vieren en niet de publicatie van dat boek. Een film zoals Creation nodigt uit om ons te identificeren met Darwin in de strijd die hij moest voeren, zowel met zichzelf als met zijn omgeving, om de waarheid van zijn idee onder ogen te kunnen zien. We herdenken het onafhankelijke individu dat wars van alle overlevering en sociale context koppig de waarheid volgt, maar opvallend genoeg kunnen we dit niet anders dan door een collectieve identificatie. Dat brengt ons bij een tweede aspect, dat alle Darwinherdenkingen een bijzonder karakter geeft: we worden niet enkel uitgenodigd om ons te identificeren met dat individu, maar ook met zijn idee. We zijn ondertussen zo doordrongen van onze hang naar waarheid als het enige instrument aan de hand waarvan we onszelf nog kunnen begrijpen, dat we nu al wetenschappelijk evolutionair bewijs nodig hebben om bijvoorbeeld tot het inzicht te kunnen komen dat altruïsme en medeleven wel degelijk bestaan (nadat we eerst hadden geloofd dat diezelfde wetenschap ons die kenmerken had ontnomen)1. Maar dat verlangen naar waarheid over de wereld en onszelf, is ongetwijfeld authentiek en daar valt dan ook moeilijk aan te ontkomen. Het is net dat wat ons verbindt met de figuur van Darwin, zo wil Creation ons duidelijk maken. De strijd die hij moest voeren ontleent haar tragiek immers aan het onherroepelijke appèl dat de waarheid op ieder van ons doet, ook als anderen die waarheid nog niet kunnen of willen zien. We identificeren ons niet enkel met het individu, maar vooral ook met zijn strijd, een strijd die uiteindelijk onszelf in onze waarheid tot inzet heeft.

De wetenschapper is geen profeet die een bijzondere toegang tot de waarheid heeft

Het is in de combinatie van deze beide aspecten dat we de bijzondere plaats van de grote wetenschapper in onze culturele verbeelding zien opduiken. Anders dan bij de kunstenaar die ons ook een nieuwe blik op de wereld tracht te bieden, kunnen we eenmaal hij ons getoond heeft hoe te kijken onmogelijk nog terugkeren. Maar tegelijk kon hij eender wie zijn, hij staat voor ons allemaal. Ook al is hij misschien oneindig veel intelligenter, hij nodigt ons uit om met hem mee te denken en schrijft een boek als bewijs van die uitnodiging. Het symbolische einde van Creation bestaat er dan ook in dat Darwins vrouw uiteindelijk deze uitnodiging aanneemt door na lezing van het volledige manuscript te beslissen dat het gedrukt en niet vernietigd zal worden. Precies om die reden slaat men de bal helemaal mis wanneer men in de context van de debatten over creationisme de vergelijking met religie maakt. In zijn rol als waarheidszoeker is de wetenschapper immers geen profeet die een bijzondere toegang tot de waarheid heeft. Hij heeft hoogstens een grotere gevoeligheid voor die waarheid, maar al wat hem daar uiteindelijk toe brengt, is in principe deelbaar met ieder van ons. Voor zoverre het boek van een profeet daarentegen een uitnodiging genoemd kan worden, is het een uitnodiging tot interpretatie, maar nooit tot meedenken.

Blinde vlek

Als dit de structuur is die ons herdenkingswerk aanneemt, wat toont dit dubbele aspect dan echter over onszelf? De enige reden waarom we herdenken is immers om in een cirkelbeweging ons zelfbeeld tegelijkertijd te construeren en te bevestigen. De film Creation kan ons misschien opnieuw een antwoord aan de hand doen, wanneer we oog hebben voor de gewilde ambiguïteit van zijn titel die zowel verwijst naar de creatie van The origin of species als naar haar onderwerp, de creatie van alle leven op aarde. Wat we van onszelf willen zien, is hoe we volledig onafhankelijk en autonoom naar de wereld kijken, en hoe we net daarom volledig onderworpen kunnen zijn aan wat die wereld ons toont, hoe we altijd tegelijk creëren en gecreëerd zijn. In de beweging die zich afspeelt tussen een identificatie met zowel de kenner als met zijn kennis, vinden we onszelf terug als gekarakteriseerd door een essentie die bestaat uit een combinatie van trotse hoogmoed en de grootste nederigheid.

Het is de trots die ons tot strijd voert, maar het is de nederigheid die haar inzet bepaalt. Wat de figuur van Darwin daarbij zo dankbaar maakt, is de wijze waarop hij deze dialectiek op de meest sympathieke manier belichaamt en zo de identificatie aanzienlijk vergemakkelijkt. Maar in dat gemak toont zich ook de grote blinde vlek waar dit soort herdenkingswerk altijd omheen cirkelt. Omdat het uiteindelijk steeds om identificatie gaat, laat dit ons paradoxaal genoeg toe om de vraag steeds weer uit te stellen naar wie wij zijn. Door de wetenschapper als de elckerlijc van ons zuivere verlangen naar waarheid te installeren, wordt het ons mogelijk gemaakt om dat verlangen uit alle context en historische bepaaldheid los te wrikken. In diezelfde beweging wordt het mogelijk onszelf een essentie te geven die onproblematisch gegeven zou zijn en dus buiten beeld kan blijven. De geschiedenis waar het ons in deze herdenking om gaat en een film als Creation aanbiedt, vertrekt steeds vanuit de wijze waarop we onszelf reeds begrijpen en maakt het historische tot niet meer dan couleur locale die zich ent op iets dat in zijn essentie buiten de geschiedenis staat.

Het antwoord op de vraag naar wie wij dan wel zijn, zou wel eens verborgen kunnen liggen in een inzicht in de wijze waarop die identificatie precies verloopt en hoe dit ons stuurt om onszelf volgens bepaalde patronen te begrijpen. Een eerste stap naar dat inzicht ligt er net in om de strijd van Darwin niet langer automatisch als onze strijd te zien, maar haar terug in de rijke historische dichtheid te plaatsen waaraan ze haar betekenis ontleende. Pas als we onder ogen zien wat er voor ons misschien vreemd moet blijven aan hoe hij zijn eigen argument en de gevolgen ervan begreep, kunnen we dit ex negativo gebruiken om dichter tot onszelf te komen en te zien hoe we er uiteindelijk toe gekomen zijn om ons toch schijnbaar onontkoombaar met Darwin te identificeren. Al betekent dit ook dat het ons verplicht om onze onderstelde seculariteit van haar mythische oorsprong te ontdoen. Maar dat zal misschien nog niet voor 2010 zijn. n

1 Dacher Keltner, 'The compassionate instinct',

http://greatergood.berkeley.edu/greatergood/2010/january/Keltner.php

(Uiteraard doet dit niet noodzakelijk iets af aan de intrinsieke waarde van dit soort onderzoek, maar het is belangrijk om op te merken dat de onderzoekers schijnbaar wel begrijpen wat ze onderzoeken, dat ze dus wel reeds weten wat medeleven is.)