Griekse liefde

Door Sam De Wilde, op Fri Nov 06 2015 21:44:52 GMT+0000

The Lobster (2015) is een Grieks-Britse romantische sciencefictionkomedie. Het zijn veel woorden voor een omschrijving die uiteindelijk niet veel zegt. Maar goed, de films van Yorgos Lanthimos moeten het meestal met slechts één woord stellen: raar. Na het gezin in Dogtooth (2009) en de rouw in Alps (2011) behandelt het Griekse weird wave-boegbeeld nu de liefde. ‘Dat is wat ons bezighoudt en waar we dus films over maken.’

Raar, surrealistisch en absurd zijn de meest gebruikte woorden met betrekking tot het werk van de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos. En wie weet dat zijn internationale doorbraakfilm Dogtooth over drie kinderen gaat die nog nooit het ouderlijke huis verlaten hebben, geloven dat zombies kleine gele bloemetjes zijn en dat incest heel normaal is, vindt die woorden allicht nog zo ongepast niet. Opvolger Alps zal met zijn groep mensen die als bijverdienste recent overleden personen vertolken, ook niemand van het tegendeel overtuigd hebben.

En toch wist Lanthimos op basis van die twee films acteurs als Colin Farrell, Rachel Weisz, John C. Reilly, Léa Seydoux en Ben Whishaw te strikken voor zijn eerste Engelstalige project, The Lobster. En zoals hij het zelf al lachend zegt: ‘Voor het geld hoefden ze het niet te doen.’ Wat hen wel aantrok in ’s mans werk moet iets te maken hebben met de manier waarop hij details uit onze realiteit zo ver drijft dat ze vanzelf ongemakkelijke vragen gaan oproepen over mens en maatschappij.

In The Lobster is het niet anders. In een nabije toekomst, of een parallel universum (wie zal het zeggen), is het niet toegestaan om alleenstaand door het leven te gaan. Wanneer de vrouw van David (gespeeld door een subliem ongemakkelijke Colin Farrell) hem verlaat, komt hij terecht in het Hotel, alwaar hij 45 dagen krijgt om een partner te vinden alvorens veranderd te worden in een dier naar keuze.

Meer hoeft iemand daar niet over te weten. Het volstaat hier te melden dat Lanthimos en zijn coscenarist Efthymis Filippou gewoon probeerden te bedenken wat liefde vandaag voor ons betekent. En dat ze hun bevindingen niet enkel wisten te vatten in een even intelligent als droogkomisch scenario maar ook in voortreffelijk geregisseerde scènes waarvan de visuele pointes soms pas minuten later binnenkomen. Of dacht iemand dat hazen en flamingo’s van nature in dezelfde bossen voorkwamen? Een gesprek met de meest inventieve regisseur uit Europa, want tot nader order hoort Griekenland daar nog steeds bij.

The Lobster schept een vrij donker beeld van hoe we vandaag de liefde beleven. Bent u geen romanticus?

‘Toch wel. Wanneer ik me vragen stel over liefde en relaties, komen die voort uit een romantische ziel en hoop ik een positief antwoord te vinden. Iedereen doorloopt verschillende situaties in zijn of haar leven. We zijn soms alleen en we zijn soms in gezelschap. We hebben al fantastische relaties gehad, we zijn al verliefd en hoopvol, maar ook ongelukkig geweest. We kennen dat allemaal. De verhalen die ik vertel, stellen elementaire vragen over de kern van al die zaken. Het gaat me niet om een of andere oppervlakkige stemming.

We wilden een wereld creëren met heel bizarre regels.

Ondanks die ernst doet de structuur van The Lobster ook denken aan een klassieke slapstickkomedie, waarin een man van de ene onmogelijke situatie in de andere terecht komt.

‘Ik weet niet of het een klassiek slapstickscenario is, maar de premisse is al vreemd genoeg en dus hebben we het scenario verder vrij eenvoudig gehouden. We wilden immers een wereld creëren met heel bizarre regels. Als kijker moet je veel dingen gewoon aanvaarden en dan helpt het als er een eenvoudige structuur is en een liefdesverhaal waar de kijker zich makkelijk kan toe verhouden.’

De komische ondertoon wordt ook deels teniet gedaan door de eerder kille beeldbehandeling? Waar haalt u uw visuele inspiratie vandaan?

‘Overal. Ik hou van fotografie, ik hou van schilderkunst en ik hou van film en theater. Nu ja, niet zoveel van theater, maar goed. Ik kijk wel naar alles rondom mij. Ik probeer geen specifieke dingen te reproduceren, maar er is een soort algemene inspiratie  die door de jaren heen mijn smaak, mijn aanpak en mijn filosofie gevormd heeft. Veel daarvan heeft te maken met de restricties die ik mezelf en de mensen met wie ik werk opleg. Ik gebruik bijvoorbeeld niet graag kunstlicht of filmmake-up. Ik leg vaak een paar regels vast waar ik me dan probeer aan te houden en die bepalen wat je wel en niet kunt doen. Zo heb ik de camera niet graag dicht bij het gezicht waardoor je sowieso van verder gaat filmen, met langere lenzen. Als je alle mogelijkheden in de wereld hebt, riskeer je iets te maken dat helemaal niet consistent is. En door die regels, en mijn natuurlijke voorkeuren en persoonlijke smaak wordt het wat het wordt.’

68_dewilde_The_Lobster_2.jpgHouden die regels ook in dat je vooraf uitvoerig plant hoe een shot of scène eruit zal zien?

‘Voor sommige scènes heb ik een duidelijk beeld voor ogen en voor andere niet. Dat komt ook omdat ik tijdens het schrijven van het scenario nog niet weet hoe de film gemaakt zal worden. Dat was zeker het geval in Griekenland waar ik zelfs de locaties en de kostuums niet echt kon kiezen omdat alles van vrienden moest komen en zo goedkoop mogelijk moest zijn. Maar zelfs voor The Lobster, die naar industriestandaarden nog steeds met een vrij klein budget gemaakt werd, waren er dat soort restricties. Maar dat geeft niet. Ik hou er wel van om eerst te focussen op het scenario zonder echt na te denken over hoe het er uit zal zien. Allerlei praktische zaken spelen ook mee. Misschien heb je eerst een voortdurend bewegende camera in gedachten, maar kom je terecht in een kamer die zo klein is dat die camera enkel in een hoekje past. Dan moet je beslissen of de camerabeweging of de locatie het belangrijkste is. Ik probeer de dingen in een vroeg stadium nog niet te hard te controleren, maar probeer gaandeweg beslissingen te nemen die de film een bepaalde richting geven. Ook mijn personages beschrijf ik niet echt in detail.’

U doet niet aan background stories voor uw personages en u praat niet graag met uw acteurs over wat een bepaalde scène wel of niet betekent. Konden acteurs als Colin Farrell of John C. Reilly, die uit een heel andere traditie komen, daar goed mee overweg?

‘Dat ging prima. Ik heb ook het geluk dat ik intussen al genoeg werk heb om op voorhand te laten zien. Ze begrepen het materiaal, deden mee omdat ze zo’n soort film wilden maken en ze waren toegewijd en genereus. Ik kan geen vragen beantwoorden over achtergrondverhalen en dat soort zaken omdat het niks bijdraagt aan mijn manier van werken.’

Mijn films willen spreken tot dat deel van ons dat donker en gewelddadig is, maar ook tot dat deel van ons dat hoop zoekt.

Hoe wist u in een andere taal de droogkomische en tegelijk wrange ondertoon uit uw vorige films te bewaren?

‘Ik heb een half Britse, half Griekse vriend die voor mijn vorige films al ondertitelwerk had gedaan en hij heeft ons geholpen wanneer we twijfelden aan woorden en hun specifieke connotaties.’

Zouden uw films er anders uitzien als u ze nog steeds  in Griekenland zou maken?

‘Uiteraard. Ik weet niet of deze film überhaupt gemaakt had kunnen worden in Griekenland, omwille van de schaal van het project. Maar mocht het toch op de één of andere manier gelukt zijn om de film daar te maken, dan zouden nog steeds de architectuur, de atmosfeer en het licht helemaal anders geweest zijn. Anderzijds zou de essentie wel dezelfde blijven. Mijn andere films, mijn verhalen, zouden zich eender waar kunnen afspelen. De toon zou niet veranderen.’

68_dewilde_The_Lobster_4.jpgBent u bewust de grote thema’s – familie, dood, liefde – aan het aflopen?

‘Niet heel bewust, maar de essentiële kwesties in ons leven zijn min of meer gekend. Zoals de liefde. Dat is wat ons bezighoudt en waar we dus films over maken. We worden aangetrokken tot bepaalde werken, of het nu om film, muziek of nog wat anders gaat, omdat ze tot ons spreken. Mijn films willen spreken tot dat deel van ons dat donker en gewelddadig is, onzeker is, onderdrukt is, maar ook tot dat deel van ons dat hoop en antwoorden zoekt.’

Bent u in die zin een politiek filmmaker?

‘Als een politiek filmmaker iemand is die films maakt over specifieke politieke situaties, dan ben ik het niet. Maar ik denk wel dat mijn films politiek zijn omdat de werelden die erin geconstrueerd worden, werelden zijn met regels die erg lijken op de regels waarmee we de echte wereld vormgeven. Er is oppressie in die werelden en er is oppositie tegen die onderdrukking. Alle elementaire structuren waar samenlevingen mee georganiseerd worden, zitten ook in mijn films en er worden vragen bij gesteld. In die zin zijn ze zeker politiek.’

Alsof een filmmaker alleen maar een politiek filmmaker kan zijn?

‘Ja, dat is het. Als je het over die structuren wil hebben, dan is het onmogelijk om aan politieke vragen voorbij te gaan. Maar hopelijk maak je de film dan wel op een open manier die kijkers uitnodigt om zich vragen te stellen en zelf een mening te vormen. Een film die een heel specifieke blik op een bepaald probleem – zoals op de situatie in Griekenland en de rol van Europa – naar voor schuift, neigt meer naar propaganda.’

Is The Lobster door de referentie aan overdreven regularisering en onmogelijke dwangmaatregelen toch niet explicieter maatschappijkritisch  dan uw vorige films?

‘Dat was in ieder geval niet de bedoeling. Misschien ontstaat dat gevoel omdat we beter vertrouwd zijn met de materie? Omdat liefde en relaties belangrijker zijn in ons onmiddellijke dagdagelijkse leven dan andere meer onderliggende thema’s?’ Dat zou kunnen.

In België speelt 'The Lobster' nog in Cartoon's Antwerpen, UGC Toison d'Or en De Brouckère in Brussel, Studio Skoop Gent en Cinema Lumière Brussel.