Geweld

Door Gie Goris, op Tue Sep 13 2011 07:49:49 GMT+0000

De echte plunderaars zijn de banken en de multinationale bedrijven. Die oneliner werd de wereld rond getwitterd tijdens de dagen dat Londen en andere Britse steden het toneel waren van het ergste straatgeweld sinds jaren. De boodschap is wellicht niet overgekomen bij mevrouw Patel, die verbijsterd achterbleef in haar verwoeste en geplunderde buurtwinkel, bij de jongen uit Maleisië wiens rugzakje leeggehaald werd terwijl hij dacht geholpen en getroost te worden, of bij de duizenden buurtbewoners die hun auto, huis of schaarse bezittingen in vlammen zagen opgaan. Maar dat maakt de vaststelling in de oneliner niet per se minder waar.

Het extremisme van de rijken uit zich zelden in fysiek geweld, al vliegt er in Knokke wel eens een champagnefles door de feesttent. Het verschijnt veeleer in de vorm van kredietratings of beleidspapers van economische denktanks, en is daardoor veel efficiënter dan het orgastische geweld van kwade, uitgesloten burgers. En het is onzichtbaar. De meeste economische experts die in onze media aan bod komen, zegt de Gentse onderzoeker Ferdi De Ville in een opinie op MO.be, stellen het voor alsof de financiële problemen te wijten zijn aan de onkunde en het wangedrag van democratisch verkozen politici, terwijl de schuldencrisis van 2011 veroorzaakt wordt door de toxische fall-out van de bankencrisis van 2008. Die was dan weer het resultaat van roekeloos lenen, blinde winstmaximalisering en gebrekkige regelgeving en overzicht. Maar dat alles wordt weggestopt onder de berichten over landen die te veel schulden opgebouwd hebben en gewone burgers die boven hun stand leven. Tegen die achtergrond klinken de aanvallen op de sociale verzorgingsstaat als de laatste rationele stemmen in een zinkend Avondland, terwijl ze wellicht meer mensen van hun huis, auto en schaarse toekomstperspectieven beroven dan de onlusten op straat.

De woorden die we gebruiken om rellen of reddingsplannen te omschrijven, zijn vaak bepalend voor de houding die burgers tegenover die realiteiten aannemen. ‘Taal dicht en denkt niet alleen voor mij, ze stuurt ook mijn gevoel’, schreef Victor Klemperer in zijn encyclopedie van woorden en begrippen die het Derde Rijk onderbouwd en genormaliseerd hadden. ‘Hij signaleerde hoe in die jaren term na term, als arsenicum, het bewustzijn binnendruppelde, hoe keurige burgers gaandeweg gewend raakten aan xenofoob getrommel, hoe woorden, en later ook daden, normaal begonnen te worden die nooit normaal hadden mogen zijn’, is het commentaar van Geert Mak op die stelling van de Duits-joodse taalkundige die de Shoah overleefde. De toespraak van Mak uit 2008 leek wel geschreven voor de dagen na de dubbele aanslag in Noorwegen, maar is eigenlijk ook van toepassing op de andere –uitvergrote of verborgen– gewelddadigheden van deze zomer.

De manier waarop geweld genormaliseerd of gecriminaliseerd wordt, werkt anno 2011 wel anders dan in de jaren dertig. Websites en sociale netwerken functioneren vandaag als kampvuren waarrond alleen leden van de eigen stam geduld worden en waar elke nieuwe mening dan ook moet voldoen aan de geldende norm. Bovendien dreigt nuance finaal te verdwijnen, zeker als de dierbare overtuigingen erdoor in vraag gesteld worden. Meteen na de eerste berichten over de aanslagen in Oslo werd over en weer met verbaal vitriool gegooid en zowat iedereen vond de opmerkingen, verklaringen en beschuldigingen van zijn “vrienden” terecht en leuk, hoe gretig of ongepast ze ook waren. Rechts deed een poging om zich van het geweld te distantiëren, maar bleef tegelijk herhalen wat de Noorse terrorist in zijn manifest gekopieerd had. En ter linkerzijde werd veralgemeend dat het niet meer netjes was.

‘Dit wordt een eeuw waarin het zal gaan om onze overleving. Dat is, vrees ik, de échte realiteit. En in de beslissende keuzes die deze jaren gemaakt moeten worden, spelen onze woorden, onze taal, en ook ons gedrag in de virtuele wereld een beslissende rol’, besloot Geert Mak. Wil iedereen daar rekening mee houden?

Dit redactioneel commentaar verscheen in het septembernummer van MO*. Lees ook de rest van de inhoud van MO*.