The Germans: ‘Mother Sings’

Door Floris Cavyn, op Sat Mar 09 2013 21:53:37 GMT+0000

Het was nog voor de eerste ep van de Belgische band The Germans (The Next Superstar, 2005) toen ik met een abstrahering van de Duitse bevolkingsgroep in contact kwam. Dit was in een grote donkere zaal, ergens in het jaar 2000. Rijen en rijen zeteltjes voor een groot scherm. Die zeteltjes bezet met mensen vol popcorn, frisdrank of bier. Gegiechel, gestamel, gefluister.

De film die verscheen was Snatch, een soort van gangstervehikel waarmee ook gelachen kon worden. Guy Ritchie was er verantwoordelijk voor. De man stond toen vooral bekend als de bedpartner van Madonna en had het schitterende Lock Stock and Two Smoking Barrels (1998) gemaakt. In welke mate Madonna enige invloed heeft uitgeoefend op die films is mij niet duidelijk. Geen, raad ik, al kwam de soundtrack van Lock, Stock ... wel uit op het door haar opgerichte label, Maverick Records.

56_Cavyn_TheGermans2_c_NanaVaneessen.jpgSnatch dus ... De dubbele betekenis van de titel typeert ook de vele dialogen in de film. De volgende is in deze relevant: de bokspromotor Turkish regelt zijn zaakjes vanuit een caravan/bureau, maar die is dringend aan vervanging toe. Turkish geeft zijn partner Tommy de opdracht de nieuwe caravan op te halen.

‘It’s all arranged, you just have to pick it up. Here’s the address.’

‘It’s a camp site!’

‘You’ve got ten grand and it would be nice to see some change.’

‘Well they ain’t pikeys, are they? I fucking hate pikeys.’

‘You’re a sensitive boy, ain’t ya Tommy ... Fuck me all Tom, what’s that?’

‘It’s me belt, Turkish.’

‘No, Tom, there’s a gun in ya trousers. What’s a gun doing in your trousers?’

‘For protection.’

‘Protection from what, Ze Germans?’

Duitsers associëren met gevaar, met geweld, is uiteraard achterhaald – tenzij je het misschien vanuit economisch standpunt bekijkt – maar The Germans associëren met datzelfde geweld, is al beter te verantwoorden, zolang we het hier over gitaargeweld hebben. Al is er meer aan de hand op‘Mother Sings In Front Of The House’, de laatste aanslag op gehoor en geweten van The Germans. Hun vierde release is zowat het meest gedurfde wat de laatste tijd aan de Belgische muziekmoestuin is ontsproten. Het ding vastpinnen met termen of genres zou het enkel oneer aan doen, dus zal ik er me ook niet aan wagen. Al moet ik wel de diversiteit en originaliteit van de plaat bejubelen. De compromisloze aanpak van componeren – jawel – en het eigenzinnige parcours van het viertal kon niet anders dan leiden tot iets als‘Mother Sings In Front Of The House’.

De plaat lijkt het resultaat te zijn van proberen, falen, leren, opnieuw proberen en uiteindelijk scoren.Zo’n traject laat sporen na, creëert een geschiedenis, en bijgevolg een verleden. De titeltrack van de plaat,‘Mother Sings’, handelt over dat verleden. Of toch een verleden. ‘Mother Sings’ is een nummer dat herinneringen oproept aan, maar blijft steken in flarden. Het is hard en troostend tegelijk, ruw en wattenzacht. Maar dat verleden is onbetrouwbaar. Het is een constructie van je eigen geheugen, een reconstructie van je eigen ervaringen.

-0’01”: Net voor het nummer van start gaat, bekruipt je dat uncanny gevoel. Je voelt dat ‘Mother Sings’ iets familiairs in zich draagt (cfr. mother), en toch word je er ongemakkelijk van (cfr. sings).

0’00”: Twee gitaaraanslagen voorzien van een stevige echo dompelen je onder in een herinneringsroes waarvan je hoopt dat die zal leiden tot een wedergeboorte. Het geheel herhaalt zich, waarop je alle hoop laat varen.

0’12”: De eerste herinnering doet zijn intrede: ‘Once it was a pretty coat, now it’s torn to pieces by a cat.’ De zin bevat zowel een positieve als een negatieve ervaring. Een strijd die zich door het nummer continu zal blijven manifesteren.

0’26”: Een concrete gebeurtenis kan zanger Jakob Ampe moeilijk voor de geest halen, een dubbel gevoel des te meer: ‘Drop the coins, kiss the snake’. De ontregelde echo’s van de gitaar blijven ondersteunen, maar de basis is fragiel.

0’29”: ‘Embrace the simple pleasures of the past.’ De eerste scheuren tonen zich wanneer een verwrongen gitaar het woord ‘past’ extra kracht bij zet. Niets is zeker. Het verleden wordt aan flarden geschoten, de kleine pleziertjes zijn onbestaande.

0’34”: De spanning stijgt. Een hogere noot is de inleiding op het aankomende refrein, maar die noot is dissonant. We verwachten een moeder die al wat zeem en zoet is kweelt, maar krijgen...

0’39”: Een mellotron, een mechanische voorloper van de sampler. ‘A mellotron plays the sound of songs your mother sang along with.’ Een samenraapsel van stukken om tot een geheel te komen, terwijl die het origineel niet evenaren. Het tempo verdubbelt met de introductie van een tamboerijn.

1’06”: De bridge. Alles valt stil. Het is berusten in aankomend onheil. Je binnenste binnenste rommelt, kleine ontregelde geluiden zijn als bliksemflitsen in de verte. De storm nadert.

1’18”: Je hersenpan ontploft! De drum beukt op je in, slaat je murw, raapt je op en sleurt je mee. Ampe gooit een tijdelijke reddingsboei uit: ‘Close your eyes for trouble boy, it’s better not to ever take a chance.’ Enkele welgemikte noten dringen je lichaam binnen op de meest tere plekken.

1’45”: Een laatste poging om de gemoederen enigszins te bedaren. ‘Take your pills, share your tea, embrace the simple pleasures of the past.’ Deze keer wordt past niet benadrukt. Verdoofd door pillen en zoete thee profileert het verleden zich enigszins neutraal.

1’57”: Het refrein wordt met iets meer overtuiging ingezet, ondersteund door enkele rake meppen op de snare.

2’11”: De tweede zin van het refrein krijgt het gezelschap van een verschrikkelijk groovende bas. Je komt terecht in een stroomversnelling die zijn gelijke niet kent. Geen tak om je aan vast te grijpen, geen boomstronk om je drijvende te houden. Elke reddingspoging gedoemd te mislukken.

2’50”: Tollend en kolkend raak je verstrikt in een net van klanken dat je richting afgrond stuwt, de woeste stroom enkel bezoedeld door het eerste herinneringspuin dat zich langzaamaan mengt met de baslijn.

3’16”: Zwaar overstuurde gitaren gaan als klauwende katten met elkaar in gevecht, aangemoedigd door een geblutste cymbaal. Dit is wat je wilde vermijden. Dit is de chaos in je hoofd die je niet kan sturen noch controleren. Dit is louter ondergaan en hopen dat je er heelhuids uit herrijst. Dit is de denderende waterval.

4’02”: De kracht neemt af. De basdrum deint uit, net als de basgitaar. De laatste ringen op het wateroppervlak. Badend in het herinneringszweet onderga je nog het schelle geluid van de gitaar, maar ook deze wordt getemperd door een lang aangehouden oooooh en aaaaah, al is de rust van korte duur. Een onderhuids gegrom kondigt alweer het volgende aan. Nergens ben je veilig voor je eigen hoofd.

Floris Cavyn is redacteur van rekto:verso.