Een explosie van stemmen

Door Karel Vanhaesebrouck, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

In het editoriaal van het vierde nummer van rekto:verso hield collega-redacteur Wouter Hillaert een pleidooi voor een kunstvisie en -kritiek waarin het maatschappelijk engagement een meer centrale rol mag spelen. Kunst staat immers met beide voeten in de wereld en is dus per definitie politiek. Kunst kan niet alleen esthetiek of amusement zijn. En toch is volgens mij die politieke - of ideologische - invulling als kijker, als lezer, als luisteraar, niet noodzakelijk prioritair. Kunst gaat voor mij over vertellen, delen, over generositeit en verwondering, over raken en geraakt worden. Kunst schuurt en wringt, grijpt naar de strot, hier en nu.

Het gebeurt niet vaak dat iets bijna letterlijk adembenemend is. En toch. Nog niet zo lang geleden stelde theatermaker Jan Lauwers zijn nieuwe tekst voor in een Needlab, het theatrale laboratorium van Needcompany. Van regie of choreografie was er nog nauwelijks sprake, van emotionele dramaturgie des te meer. Gezeten aan een tafel lazen de auteurs, achter hen werd er al wel eens gedanst, zij het sporadisch. En af en toe werd er oorverblindend mooi gezongen. Meer moet dat niet zijn om een toeschouwer van zijn stoel te laten vallen. Geen enkele actrice zegt zo mooi een tekst als Viviane De Muynck, geen enkel stuk werd zo mooi afgesloten als deze Needlab. Toen het slotlied verstomde, zat er een vrouw op de eerste rij te huilen. Na het applaus stapte De Muynck even naar voren om haar te troosten. En dat allemaal tijdens een preliminaire stand van zaken waarin Lauwers zichzelf ter plekke heruitvond. En laat dat nu net het laatste zijn waarin zijn generatiegenoten goed zijn.

Enkele weken later laat het sociaal-artistieke project van Antigone de zaal tintelen. Regisseur Raven Ruëll gooit alle theatrale ambities overboord en kiest voor een warmbloedige guerrilla. Samen met de deelnemers knutselt hij een zangstonde ineen. Het wordt het hoogtepunt van de avond. Gezeten aan een tafel zingt elkeen zijn lied, elk lied doordesemd van het levensleed en de melancholie. Een vrouw zingt True Colours van Cindy Lauper en ademt een mensenleven uit. Zelden zag ik het echte leven zich op een podium zo uitgesproken kristalliseren. En aan de basis van dat adembenemende moment ligt de wil, het verlangen om iets moois te maken, iets prikkelends, dat veel vertelt maar dat woorden noch retoriek nodig heeft. Grote ogen, een open mond en de oprechte wil om te vertellen, wars van alle ironische spielereien of ingewikkelde, zelfreflexieve ambities. Net zoals de Amerikaanse groep Lambchop dat een aantal weken terug deed in de Ancienne Belgique. Twee uur warmbloedigheid, twintig nummers tinteling.

Hoe vreemd dit pleidooi voor een emotionele dramaturgie, een wil om te raken en geraakt te worden, op deze plaats — in een blad waarvan vaak gezegd wordt dat het kunst ideologiserend leest — mag lijken, de polyfonie is hier zonder twijfel op zijn plaats. Het laatste wat rekto:verso immers ambieert is een poëtica, een hecht sluitend systeem of discours. Als redactie vormen we immers een amalgaam van verschillende én complementaire stemmen, een explosie van stemmen, die elk hun mening hebben en toch samen voor iets staan. Dat twee redacteurs op deze plek en daarbuiten met elkaar in dialoog gaan, hoeft dan ook niet te verwonderen. Die dialoog, die spankracht is onze sterkte en onze enige bestaanreden. En daarom nodigen we Niko Hafkenscheid ook graag uit om ons de bal terug te spelen en zijn reeks met gemengde gevoelens en dus met verve af te sluiten. Vandaar ook dat wij Jeroen Versteele graag zien komen wanneer hij Steve + Sky een vervelende film vond. En daarom zijn we blij met elke goede lezersbrief die we in onze brievenbus vinden. Verder introduceert Mwanji Esana het werk van het Pascal Schumacher Quartet en schetst Maarten Demetter zijn eigen geschiedenis als (ontgoochelde) fan van het werk van Daan Stuyven. Steven Ceuppens houdt Goodbye Lenin! En Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain tegen het licht en ondergetekende zet zijn scalpeermes in het debuut van Jeroen Theunissen. Hélène Passtoors benadert het werk van Coetzee vanuit een indringend en persoonlijk standpunt. Wouter Hillaert schreef vanachter zijn nachtelijke schrijftafel dan weer een hoop brieven aan Michael De Cock en kreeg er ook een hoop terug. En ook Elke Van Campenhout liet zich op haast mystieke wijze begeesteren door het werk van het jonge collectief Buelens Paulina. In onze kontro:verso-rubriek gaan Klaas Tindemans en Maarten Van Dyck op zoek naar een zinvolle invulling van het doctoraat in de kunst — zij bevragen op die manier een aantal ingrijpende wijzigingen die ook voor het hoger kunstonderwijs van belang zullen zijn.

Lees, versplinter en word geraakt. Met een abonnement op rekto:verso in de achterzak.