On Display

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Twee jaar lang schilderde Thomas Huyghe (°1971) niet. Niet zozeer omdat het niet lukte, maar wel vanuit een onvrede met wat je vandaag de dag als schilder nog kan zeggen op een plat vlak. Dat was twee jaar geleden; nu maakt Thomas Huyghe opnieuw schilderijen. Niet dat hij plots zijn 'geloof' in het schilderij heeft teruggevonden. Integendeel zelfs, hij is een stap verder gegaan met het medium schilderkunst. Hij heeft een manier gevonden om het medium te verruimen, het naar zijn hand te zetten en er dingen mee te tonen die nieuwe uitzichten bieden. Thomas Huyghe heeft het platte vlak achter zich gelaten en beschildert ruimtelijke objecten. Hij gebruikt geen schildersdoek, maar plexiglazen koepels en intrigerende veelvlakken. Het resultaat: een ruimtelijke schilderkunst. Niet omwille van het vormelijke experiment, maar omdat de inhoud die hij wil brengen daar om vraagt.

VORM GEVEN AAN INHOUD EN VICE VERSA

Het is niet de eerste keer dat schilders experimenteren met verschillende dragers. Vaak bleef dat echter beperkt tot een vormelijk, conceptueel experiment. In het slechtste geval was het zelfs niets anders dan puur formele spielerei van weinig of geen betekenis. Niet zo bij Thomas Huyghe. Hij gaat niet alleen op zoek naar nieuwe vormelijke en ruimtelijke mogelijkheden voor schilderkunst, maar verbindt dat onderzoek tegelijkertijd met een zoektocht naar degelijke beeldende inhoud. Huyghe beschildert niet zomaar objecten. De keuze van het materiaal, de keuze van de vorm, de verftoets en de manier van tentoonstellen zijn voor hem allemaal noodzakelijke elementen in de constructie van een beeldtaal, die vooral verwijst naar reclamebeelden en de typische voorgekauwde emoties die daarin regelmatig opduiken.

Huyghe verwerkt die beelden, die op hun beurt de vorm van het eindresultaat bepalen. Dat wordt onmiddellijk duidelijk in een werk als Dog (2005). Op een ronde koepelvorm in plexiglas schilderde Huyghe een suggestieve close-up van een omhelzing tussen twee lichamen. De bolle vorm van het werk rekt de lichamen net iets verder uit dan normaal. Het is alsof je door een glazen kijkgat in een deur gluurt en je daardoor in de positie van voyeur wordt gedwongen. Het sensuele beeld ent zich op die voyeuristische blik van de toeschouwer, die zo onderdeel wordt van wat er gebeurt. Dog is een eerste stap om los te komen van een strak, rechthoekig, plat vlak. Voor zulk suggestief beeld van een innige omhelzing volstaat volgens Thomas Huyghe een plat vlak niet langer. Al schilderend biedt hij het de mogelijkheid ervan los te komen.

Foto: Anja Hellebouts

LACHENDE GEZICHTEN EN LEGE EMOTIES

De beelden die Thomas Huyghe schildert, worden gerecupereerd uit reclamefolders en -affiches. In het werk Big Blue Smile zijn de typisch 'over the top' lachende gezichten nog duidelijk herkenbaar. De context van de reclamefolder en het glossy magazine is achterwege gelaten, maar de emotie blijft behouden. Door de figuren te isoleren van de originele context wordt duidelijk hoe gemaakt die emoties eigenlijk zijn. Op reclamebillboards straalt een lach immers altijd net iets intenser, en verbazing is altijd van een ander niveau als er een product moet worden verkocht. Huyghe maakt schilderijen van mensen die acteren, maar die niets van zichzelf prijsgeven. In wezen zijn het gewoonweg lege beelden die hun juiste context ergens onderweg zijn verloren.

Big Blue Smile toont drie omhoogkijkende gezichten tegen een diepblauwe achtergrond. Die blauwe achtergrond doet denken aan een blue screen, alsof het juiste decor nog bij de gespeelde emotie moet worden geplakt. Als je het geheel van dichterbij bekijkt, zie je een potloodtekening in het blauwe vlak. De schilder lijkt een aantal mogelijkheden voor een verdere invulling aan te bieden, maar de concrete uitwerking blijft achterwege. Het geheel is geschilderd op een hoekig, complex volume waardoor het beeld wordt opgeblazen. Het is interessant om na te denken over wat de inhoud van dat volume zou kunnen zijn. Bevat het de echte emoties van de geportretteerde mensen, of is het een vacuüm, een leegte die alles dreigt op te slorpen? Het resultaat is bovenal een beeld dat dreigt te verdwijnen, alsof het te leeg is en zal worden opgeslokt door het ingesloten volume. Behalve oppervlakkige emoties wordt er niets prijsgegeven. Afgezien van een achtergrond dan, die nog moet worden ingevuld …

Foto: Anja Hellebouts

RUIMTELIJKE SCHILDERKUNST

Het meest in het oog springende werk op de tentoonstelling in Galerie In Situ in Aalst is ongetwijfeld Sun Chariots. Het bestaat uit vijf metalen, mobiele driepikkels van verschillende hoogten. Vier ervan ondersteunen koepelvormige, dubbelzijdige schilderijen die close-ups tonen van grijnzende gezichten. De vijfde driepikkel ondersteunt eenzelfde bolvormig volume, dat volledig spiegelend is. Het werk heeft iets van een combinatie van uitvergrote ballonnen en karretjes waarmee in een hospitaal mensen aan een infuus door de gangen sjokken. Waar in Dog een eerste voorzichtige stap werd gezet naar een ruimtelijke schilderkunst, gaat dit werk veel verder. Hier wordt de toeschouwer letterlijk deel van het werk. Je kan niet anders dan je eigen reflectie in de spiegel zien. Je eigen gezicht staat plots oog in oog met schilderijachtige dingen. De zwierige verftoets waarmee Huyghe schildert, is enerzijds tastbaar aanwezig, omdat je er zowat met je neus op zit, en anderzijds bijna immaterieel. Hij lost immers op als je via de spiegel naar de beschilderde objecten kijkt. Huyghe toont hier wat elke schilder wel eens in zijn atelier doet om te kijken hoe het zit met de compositie van een werk. Bekijk een schilderij in een spiegel en plots verdwijnt de materialiteit van de verf en blijft enkel de compositie over. Dat spel tussen aanwezig zijn en verdwijnen was ook al te zien aan de potloodlijntjes op de achtergrond van Big Blue Smile, maar komt in Sun Chariots veel duidelijker naar voren. De lachende gezichten zijn dwingend aanwezig, maar dreigen tegelijkertijd te verdwijnen in het niets. Schilderkunst heeft natuurlijk altijd al iets van tonen en verbergen in zich gedragen, om de simpele reden dat het eindresultaat altijd een amalgaam is van 'opeengestapelde' lagen verf, waarbij sommige doorschemeren, worden overschilderd of zichtbaar worden gelaten. Bij Sun Chariots echter wordt die verhouding tussen zichtbaar maken en verbergen net door het gebruik van het spiegelende volume een stuk complexer. Een spiegel zou onze blik op de wereld moeten verhelderen en ons dingen tonen die we anders moeilijk kunnen waarnemen, maar in dit werk is de spiegel voornamelijk een vertroebelende factor in een spel van vervlakken en verdiepen, van zichtbaar maken en verbergen.

Sun Chariots is geen kunstwerk dat je van op een veilige afstand kan bekijken, om er dan rustig over na te denken. Het is geen schilderkunst die de drager en het doek als vanzelfsprekend vooropstelt. Die manier van schilderen is in België nochtans alomtegenwoordig. Dat heeft ongetwijfeld te maken met een 'Luc Tuymans-effect', waardoor een heleboel jonge schilders in het kielzog van deze kunstenaar zich proberen in te passen in een vorm van schilderkunst die het vooral moet hebben van de inhoud van de voorstelling. Het al dan niet kiezen voor olieverf en doek in functie van die inhoud staat in dat soort werk gewoonweg niet ter discussie. Thomas Huyghe is echter gestopt met op die manier te schilderen. Sun Chariots is een ruimtelijk werk dat letterlijk vorm geeft aan een beeld. Het vertrekpunt is niet het lege doek. Het vertrekpunt is de wisselwerking tussen lachende gezichten uit reclamefolders en de zoektocht naar de juiste vorm of drager die daarvoor nodig is. Sun Chariots is een schilderij dat zijn eigen constructie tentoonstelt. Het is in staat de toeschouwer binnen te trekken in een wereld van lege, holle beelden die tegelijk alledaags en vervreemdend zijn. Ooit was het schilderij een venster op de wereld. Van die illusie is hier geen sprake meer. Hier toont een deel van de wereld zich in het schilderij.

Foto: Anja Hellebouts

WAAROM SCHILDEREN?

Thomas Huyghe is een schilder die niet alleen nadenkt over wat hij wil schilderen en hoe hij het wil schilderen, maar in dat proces ook aangeeft waarom hij wil schilderen.
Door de rijke kunsthistorische traditie van de schilderkunst waarin elke schilder zich willens nillens inbedt, hoeft ze zich immers niet meer zo nodig an sich te verantwoorden. Dat biedt het voordeel dat een schilder in alle rust, op een misschien reactionaire manier, kan nadenken over de constructie — het waarom dus — van een beeldtaal. Met welke elementen kan ik vandaag de dag iets vertellen? Welke drager is daarvoor geschikt? Welke beelden wil ik als schilder creëren? Voor een schilder zijn beelden niet zomaar afbeeldingen die je overbrengt op een doek. Het zijn elementen uit de beeldtaal van een kunstenaar waar een bezoeker even van kan proeven als van een vreemde taal die tegelijk herkenbaar en toch niet echt verstaanbaar is. Een taal die zichtbaar aanwezig is, maar toch niet alles prijsgeeft. In zulk een beeldtaal gaat het niet over snapshots en reclamefotografie. Schilderen gaat niet over het consumeren van beelden, maar over een manier van kijken. Kijken naar een wereld als die van Big Blue Smile, om tot de trieste vaststelling te komen dat beelden vandaag de dag nog altijd door onze strot worden geramd alsof het goede, ouderwetse communistische propaganda betreft.
Lachende gezichten met de blik opwaarts gericht tegen een staalblauwe hemel.
Blauw: in te vullen naar wens. Dat is waar ik wil zijn.