De renaissance van de Belgische jazz

Door op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Toots Thielemans, Philip Catherine, Steve Houben, Charles Loos, Pierre Van Dormael, AKA Moon, David Linx, the Brussels Jazz Orchestra. In deze korte opsomming zitten zowat alle Belgische jazzmusici of jazzgroepen vervat van wie de naam ook buiten het selecte groepje van de (fanatieke) fans een belletje doet rinkelen. Net als op andere plaatsen en in andere tijden, leidt ook de jazz in het België van vandaag een perifeer bestaan. En toch wordt er onophoudelijk prachtige muziek gemaakt.

Om maar enkele recente voorbeelden te noemen : het album Plays the Music of Bert Joris van het Brussels Jazz Orchestra, met daarop het spel en de composities van een van de prachtigste lyrische trompettisten ter wereld ; of zowat elke CD van AKA Moon, die in hun tienjarige carrière de meest uiteenlopende genres hebben beoefend. Zij die nostalgisch zijn naar de songs uit hun jeugd, moeten misschien maar eens luisteren naar French Graces van Charles Loos, en wie op zoek is naar nieuwere, elektronische geluiden geniet vast van Heiwa van Greetings From Mercury. Voor de liefhebbers van iets moeilijker te definiëren geluiden is er Racines du Ciel van Rêve d'Eléphant Orchestra, Signé van Trio Grande of het delicate Eclipse van Jozef Dumoulin and Barbara Wiernik. Clubs zoals de Sounds en de Studio Athanor in Brussel en de Hopper in Antwerpen zijn nog steeds de uitgelezen plaatsen voor jonge muzikanten om zichzelf te bewijzen,  het zijn zowel laboratoria waar nieuwe bands ontstaan als intieme decors voor optredens van de meer gevestigde waarden. Belgische musici in het buitenland, zoals pianist Eric Legnini, behoren tot de beste jazzmuzikanten van Europa. Getalenteerde buitenlanders zoals de Finse pianist Alexi Tuomarila en de Duitse trompettist Peer Baierlein hebben zich dan weer in ons land gevestigd. Voortdurend steekt ook nieuw en veelbelovend muzikaal talent de kop op, zoals de pianisten Jozef Dumoulin en Anne Wolf of de saxofonisten Nicolas Kummert en Robin Verheyen. Op het web vindt u de beste informatie over Belgische jazz op : www.jazzinbelgium.com (voor uitgebreide informatie over duizenden muzikanten, optredens en  CD's alsook dagelijkse nieuwtjes), en  Philippe Baron's RTBF website www.rtbf.be/jazz (voor nieuwtjes en het meest volledige overzicht van jazzconcerten in België).

Een van de meest veelbelovende formaties binnen het veelkleurige spectrum van de Belgische jazz is zonder twijfel het Pascal Schumacher Quartet. Toen pianist Jef Neve in januari 2003 het kwartet van Pascal Schumacher vervoegde voor een eenmalige vervanging, vermoedde niemand dat dit een hemelse combinatie zou blijken te zijn — of tenminste het beste concert dat de band ooit gaf, en dus voor de muzikanten het dichtste dat ze ooit bij de hemel kunnen komen, althans op het podium. "Het trillingsniveau van Jef en mezelf bevindt zich vaak op dezelfde frequentie. Hoe moeilijker de muziek, hoe beter hij speelt, en dat betekent dat je met die muziek echt zeer ver kan gaan," zegt Schumacher. Het Pascal Schumacher Quartet, dat verder bestaat uit Christophe Devisscher op contrabas en Teun Verbruggen op drums, heeft sindsdien al menige club in België, Luxemburg en weldra Australië in vuur en vlam gezet met zijn aanstekelijke mix van uptempo virtuositeit, catchy melodieën, romantische ballades en uitbundig podiumgedrag. "Ik zie al te vaak bands waar de muzikanten geen plezier lijken te hebben. Hoewel niet altijd, hebben wij toch meestal heel wat lol." Inderdaad, als je ziet hoe de bandleden naar elkaar lachen en elkaar impulsen geven, is het duidelijk hoezeer zij van het samenspel genieten. Wie de band nog niet live aan het werk zag, kan nu proeven van hun uitzonderlijke muziek dankzij  hun eerste release op Igloo Records, Change of the Moon.

De truc met de stokjes

Het Pascal Schumacher Quartet trok mijn aandacht omdat ik elk van de afzonderlijke muzikanten, behalve de bandleider, al eerder had gehoord én goed had gevonden. Ik zag ze voor het eerst in september 2003 in de Hopper en was onder de indruk van hun enorme energie en het plezier dat de muzikanten beleefden : de explosiviteit van dat concert was opwindend. Sindsdien heb ik ze heel wat keren aan het werk gezien, en elke keer lijken ze nieuwe, nog opwindender hoogtes te bereiken. Ze ontwikkelen een groepsinteractie  met een eigen geluid en blijven toch sterk zichzelf.

Vibrafonist Pascal Schumacher werd geboren in 1979 en komt uit het Groothertogdom Luxemburg. Zijn vader speelde tuba in de plaatselijke fanfare, en nam zijn jonge zoon vaak mee naar repetities en concerten. Pascal raakte al vlug gefascineerd door de drummer van het gezelschap : "Hij was zeker niet 's werelds beste drummer, maar voor mij in die tijd was hij God. Ik wilde net zo zijn als hij. Ik begon te slaan op alles wat ik zag, en mijn ouders stuurden me op cursus klassieke percussie in de plaatselijke muziekschool." Later ging Schumacher naar het conservatorium van Luxemburg om er het uitgebreide arsenaal aan klassieke percussie-instrumenten onder de knie te krijgen : van de simpele triangel tot de meer imposante snare drum, pauken en klavier-slaginstrumenten zoals het klokkenspel, de marimba en de xylofoon.

Die conservatoriumachtergrond leidde tot zijn eerste ervaringen met moeilijke hedendaagse muziek. Hij speelde vier jaar lang bij het Europese Jeugdorkest en volgde les bij de befaamde percussionist Emmanuel Séjourné in Straatsburg. Maar vandaag heeft Schumacher geen heimwee naar de muziek die hij toen speelde. "Ik vind die muziek interessant om te spelen maar niet om naar te luisteren, want het is allemaal zeer theoretisch : boem boem pccch ping ting dung. Er zitten natuurlijk wel een paar goede stukken bij, maar je moet ook heel wat onzin spelen."

De ontmoeting met de Belgische jazz-vibrafonist Guy Cabay bracht Schumacher op zijn huidige muzikale pad. Hoewel het aanvankelijk gewoon de bedoeling was zijn spel "wat losser te maken", werd hij meegezogen door de wervelwind die "Meneer" Cabay is: "Hij liet me al de rest vergeten. Hij is fascinerend en houdt echt van zijn muziek : als hij je meeneemt, is het zinloos je te verzetten."

Zoals de meeste hedendaagse vibrafonisten, werd Schumacher in de eerste plaats beïnvloed door Gary Burton, de grondlegger van de moderne jazz-vibrafoon, en uitvinder van de inmiddels standaard geworden techniek met de vier stokjes. "Elke jonge vibrafonist komt onder de indruk van Burtons sound en virtuositeit, maar hem imiteren leidt nergens heen, je moet je eigen weg vinden. Tegenwoordig is Bobby Hutcherson mijn favoriete speler, samen met enkele jonge spelers zoals Stefon Harris and David Friedman." Als Schumacher met vier stokjes speelt, hoor je nog invloeden van Burtons afstandelijke koelte, maar als hij teruggrijpt naar het spel met twee stokjes, klinkt hij anders, meer bluesy en met meer soul : "Ik kan al die Milt-Jacksondeuntjes gebruiken die ik geleerd heb," grapt hij. "Jackson vertegenwoordigt de pianoschool van het vibrafoonspel, terwijl Lionel Hampton het uithangbord is van de drumschool. Jackson heeft een warm geluid, zijn solo's zijn bluesy en harmonisch perfect: hij is de Bach van de vibrafoon. Niemand speelt nog als Hampton, maar het is een perfecte manier om het instrument te bespelen." Over het verschil tussen die twee scholen zegt Schumacher nog het volgende : "Zelfs vandaag nog zijn de meeste vibrafonisten ofwel ex-drummer ofwel ex-pianist. Hampton was een drummer en zijn ritmes zijn fantastisch, maar op gebied van harmonieën is hij niet interessant. Hij gebruikte kleine stokjes en had een luide, explosieve sound."

Muzikale alchimie

Iedereen kan een paar goede muzikanten samenbrengen, maar ze laten klinken als een echte band, dàt is de grote uitdaging : enkel door ijverig te repeteren en geregeld op te treden kunnen vier verschillende individuen een groepsgeluid creëren. Een allesbehalve makkelijke opdracht als je in clubs speelt voor wat zakgeld. En dat verklaart wellicht ten dele waarom Schumacher er alles wil aan doen om zijn kwartet ook buiten de grenzen van de Belgische jazz-scene te laten optreden. Neve zegt daarover : "Het helpt wanneer je kan spelen op verschillende plaatsen voor verschillende mensen in verschillende landen." Om meer samenhang te creëren laat Schumacher ook zijn medemuzikanten een deel van de composities schrijven. "Het is belangrijk dat we elkaars composities spelen. Het helpt ons een groepsgeluid te vinden dat van ons allemaal is. Het is ook beter voor de sfeer, want het zorgt ervoor dat je niet in een situatie belandt waar een groepje huurlingen het werk van hun leider speelt. Tenslotte verrijkt het ook het geluidsspectrum, want elk van ons heeft zijn eigen stijl van componeren." Wanneer de composities bovendien van het niveau zijn van Neves "Pink Coffee of Blues for Mr. P.S." en Devisschers "Chucho's Groove" of "Goodbye Little Godfather", is het niet moeilijk een goede keuze te maken. Schumachers medemuzikanten hebben van deze band een prioriteit gemaakt, en dat hoor je, zowel live als op opnames.

De drie andere leden van Schumachers kwartet hebben elk op hun manier een stempel gedrukt op de Belgische jazz scene van de voorbije jaren. Pianist Jef Neve heeft zichzelf tijdens live optredens bewezen als een van de meest opwindende jonge muzikanten en wordt nog elke dag beter. Zijn debuutalbum Blue Saga, uitgebracht in 2003, getuigde van zijn compositorisch vernuft, zijn klassieke achtergrond en zijn bewondering voor Brad Mehldau. "Al van toen ik nog een kind was, hield ik van de melodieën van Mozart. Ook  nu nog vind ik sterke melodieën in mijn composities zeer belangrijk," zegt Neve. Met zowel dynamische stukken zoals de originele versie van "Pink Coffee"en de popachtige harmonieën van "When Spring Begins"— voortgedreven door een krachtige groove van twee drums — alsook introspectieve ballads zoals "Hidden", was Blue Saga een onverwacht sterk debuut. Wat uit Blue Saga echter niet blijkt, is het explosieve podiumgedrag van Neve : niemand in het publiek kan er aan weerstaan wanneer hij op en neer springt achter de piano om vooral de dynamische passages die steevast richting climax stomen, te beklemtonen.

Christophe Devisscher en Teun Verbruggen kennen elkaar uit de begeleidingsband van de Finse pianist Alexi Tuomarila. Zij speelden ook al een jaar samen met Schumacher voordat Neve de nieuwe groep vervoegde. Over hen zegt Schumacher : "Teun is de beste drummer die ik ken, hij heeft een geweldige sound. Christophe is onwrikbaar. Zij kennen elkaar al lang, ze lijken wel broers." Verbruggen komt als drummer heel dicht in de buurt  van iemand als Jim Black, die in zijn improvisatie vaak een vuil, lo-fi rockgeluid laat doorklinken (hij bedankt trouwens Black in de hoesnota's). Verbruggens bereidheid om zijn sound te bevuilen en zich over te geven aan een freewheelende energie zijn van onschatbare waarde voor het succes van de band. Devisscher begon eigenlijk als bassist in een heavy metal band (nadat hij eerder al piano en saxofoon had leren spelen). Hij herinnert zich hoe hij nauwelijks zes maanden later deelnam aan audities voor het conservatorium, zichzelf pijnigend op een armzalige standard. Zijn latere leraar besliste hem tot het conservatorium toe te laten "als een experiment". De"Pretty Woman"-ondertoon van dat verhaal valt moeilijk te ontkennen.

Op zoek naar het perfecte evenwicht

De opnames voor Change of the Moon kwamen er nadat enkele vertegenwoordigers van België's grootste jazz label, Igloo Records, de band hadden gehoord. Zij waren het die hen voorstelden een album te maken. Net voor ze de studio indoken, gaf de groep een concert om uit te maken hoe ze het beste de stap van het podium naar de opnamekamer konden maken. De uiterst voorzichtige en zelfbewuste muziek die ze die avond speelden, voorspelde weinig goeds, maar met drie dagen studio in het verschiet en een repertoire dat vele optredens had overleefd, wist de band wat hen te doen stond. "De meeste opnames werden gemaakt tijdens de tweede dag. Op die manier hadden we wat tijd om te experimenteren, zoals met de gongs waar Teun op speelt in het titelnummer." Het was niet eenvoudig om de dynamiek van de groep vast te leggen op CD en Schumacher noemt een onwaarschijnlijk voorbeeld: "Een perfecte balans tussen piano en vibrafoon is al niet gemakkelijk, omdat zij in bijna dezelfde registers spelen. Een drummer zoals Teun, die veel op de snare drum speelt, maakt de zaken alleen maar moeilijker. Weet je wie er echt een perfecte balans bereikte ? Het Modern Jazz Quartet. Hun geheim was dat ze zeer zuinig speelden : de drummer speelde zo goed als niets, en de muziek was sterk gearrangeerd. Dat geldt natuurlijk niet voor mijn kwartet : bij ons speelt iedereen te veel !" lacht hij.

De opener van Change Of The Moon is Schumachers "Colours" (gespeld in het Brits Engels !), een stuk dat je op een toegankelijke manier kennis laat maken met de liefde van de groep voor ongewone vormen, klassieke studies zoals de piano die tot uiting brengt in vlagen van Romantiek, en tempowissels die worden samengehouden door een meegaande lyriek. De piano- en vibrafoonsolo's zijn parallel opgebouwd en leiden tot een korte maar krachtige herhaling van het thema. Het titelnummer, dat het album afsluit, kent een gelijkaardig verloopt. Toch drijft het meer, badend in een etherische sfeer door Verbruggens ongestemde gongs. Het koestert zich in de voldoening van een karwei dat tot een goed einde is gebracht, een tevredenheid die ook de luisteraar op een warme manier afscheid laat nemen. De climax komt van de statige en subtiel dramatische vallende pianoakkoorden. Tussen het eerste en het laatste nummer in, vindt men verlangen, abstractie, dromen en vreugde.

Eenmaal opgewarmd, brengt het kwartet zijn meest abstracte stuk, Devisschers "Chucho's Groove". Ik herinner me dat ik het stuk voor het eerst live hoorde als een explosie van gewaagde ritmes. Door de tijd lijkt het wat meer gestroomlijnd in een 9-kwartsmaat groove, maar het blijft glad en glibberig door de voortdurend veranderende accenten van de drum, de tempowissels, de melodie en de dubbele improvisaties die weigeren te versmelten tot een solide geheel. Het enige stevige — en catchy - element is de baslijn. En zelfs die dreigt uit het gezicht te verdwijnen.

De andere bijdrage van Devisscher, "Goodbye Little Godfather", is een heel ander stuk, en beroert de diepste gevoelens. Vibrafoon en piano volgen in elkaars sporen, als eenzame echo's of vertwijfelde schaduwen, en maken de melodie extra melancholisch. Zelfs wanneer die twee stemmen tijdens de herhaling ritmisch samenvallen, blijft de piano haar onafhankelijke, aanvullende melodielijn behouden, en versterkt zo het gevoel van verlies en vervreemding. Schumachers eigen ballad, Ancil, is een eenvoudige, romantische melodie die wordt benadrukt door arpeggio's (waarbij de tonen van een akkoord niet simultaan maar na elkaar klinken, red.) van de vibrafoon. Hoe meer het stuk groeit, hoe meer het van alle grote gebaren wordt ontdaan, tot enkel de eenvoud overblijft.

Neves "Blues For Mr. P.S."is een interessant en verbazend aangrijpend stukje muziek. Hier verschijnt het in zijn kortste vorm : het hoofdthema, een refrein met piano en vibrafoon, en een herhaling van het thema, goed voor één minuut en drieënveertig seconden. Op live concerten durft het evenwel uit te groeien tot een epos van tien minuten. Het geheim ligt hier in het ingenieuze syncoperen en de ongewone akkoorden, zoals steeds verpakt in een aanstekelijke dosis energie. Het herinnert aan "Big Eater"van The Bad Plus, een groep die de ruwe wanorde van de rock nooit heeft geschuwd binnen de context van een akoestisch jazz piano trio. Verderop blinkt Neve ook uit op zijn eigen "Pink Coffee", een scherp up-temponummer dat als geen ander een beeld geeft van  zijn enthousiasme en bravoure op het podium.

Schumachers "Satieology" is wellicht het meest duidelijke stuk : een dynamische melodie contrasteert met een citaat van Erik Satie, terwijl het geheel wordt gedragen door een curieus, klikkend walsritme en een kortgeknipte oem-pah bas : een doeltreffende evocatie van een verloren, bijna mythisch vieux Paris. Bovendien sijpelt de geest van Satie ook door in de dwalende improvisaties.

Hoezeer dit album ook te genieten is, het kan nooit de plaats innemen van een live optreden van dit kwartet. Doordat de muzikanten elkaar live voortdurend uitdagen op zoek te gaan naar nieuwe bronnen en ideeën, zijn hun optredens niet alleen intenser en opwindender, ook de muziek zelf blijft zich ontwikkelen naarmate de vier muzikanten simultaan de teugels kort houden en vieren - die wonderlijke paradox die een goede jazzband zo mooi maakt. Als je bedenkt dat het zelfs bij onze wereldbefaamde band AKA Moon een dikke tien jaar duurde eer hun unieke taal en communicatie écht goed zat, wordt het meteen duidelijk hoe belangrijk het is om voor een lange periode met dezelfde mensen samen te spelen. Er zijn inderdaad maar weinig Belgische groepen die al zolang samenblijven (de meesten komen slechts sporadisch samen voor een korte reeks optredens of werken eenmalig samen in de studio) en het zou dan ook jammer zijn als deze band niet minstens nog een paar jaar zou doorgaan. Tijdens het concert ter gelegenheid van de release van hun CD, stelde het kwartet ook een nieuwe compositie van Schumacher voor, "Leap Year", dat de grenzen van hun steeds veranderende melodieën en ritmes alweer een stukje verlegde. Als dit popmuziek was, dan hadden de recensenten ongetwijfeld de mond vol over het schier onmogelijke aantal valstrikken in dit lied.

De voortdurende opeenstapeling van zinspelingen op rock, pop en jeugdig enthousiasme is geen toeval. Toegankelijkheid is dan ook een belangrijke factor in het werk van het Pascal Schumacher Quartet. Ja, hier is wel degelijk sprake van virtuositeit, doordachte composities en verwijzingen naar het omvangrijke erfgoed  van jazz en klassiek, maar op geen enkel ogenblik wordt dit op een stompzinnige of onaantrekkelijke manier naar voren gebracht : dit is muziek om te dansen, om in vervoering te geraken, om als achtergrond te gebruiken of om volledig  ondersteboven van te zijn. Dit is muziek waarin de kwaliteiten van de nieuwkomers — het pakkende, de jeugdige energie — hand in hand gaan met die van de oude rotten — precisie en inventiviteit.

Meer info op www.pascalschumacher.com

Pascal Schumacher Quartet Change of the Moon (Igloo Records IGL 173)

Jef Neve Trio Blue Saga (Contour Records 002)

Vertaling : Lode Demetter