De mobilisatie van Arcadia

Door Mia Vaerman, op Fri Mar 16 2012 20:32:57 GMT+0000

Met De mobilisatie van Arcadia bundelt Stefan Hertmans zijn essays uit de periode 2003-2011. Gevoelige maatschappelijke en artistieke thema’s worden verweven met auteurs, kunstenaars en filosofen van alle tijden en slag.

Hertmans is geen filosoof van huis uit, maar van Germaans filoloog – hij doctoreerde op Hölderlin en de tragedie – schuift hij meer en meer op naar de wijsbegeerte. Vaak starten zijn essays vanuit een occasioneel onderwerp: (Vlaams) nationalisme, samenleving versus gemeenschap, de diepe zin van frivole schilderijen, het fake engagement van de kunstenaar, schrijven en sterven enzovoort. Zo begin je elke beschouwing ook te lezen: ‘ah, nu iets over W.G. Sebald en het geheugen’, waarna de schrijver systematisch afdaalt naar diepere existentiële lagen, en zijn wezenlijk vitalistische inborst toont.

51_Vaerman_Arcadia.jpgEruditie is niet alles. Lijnen trekken is al even fundamenteel. Rode draad in De mobilisatie van Arcadia is de ambivalentie tussen onze bovennatuurlijke aspiraties en de platte werkelijkheid waarin we ploeteren. Op alle mogelijke manieren wil de mens zijn Arcadia bereiken. Het helderst formuleert Hertmans die spagaat tussen dat Grote Verlangen en de onhaalbaarheid ervan in zijn teksten rond lichamelijke lust. In drie zeer sterke essays ontmaskert hij de complete verschraling van onze gevoelswereld, ten voordele van het ophemelen van lijf en lusten. Broze liefde wordt taboe, makkelijke sentimentaliteit en weeïge emoties nemen het over. Maar bevrediging is nog geen vervulling, lijkt de kern van Hertmans’ betoog.

De oorsprong van al dat mateloze begeren schetst de essayist in het meest filosofische van zijn veertien traktaten: Ook maar een gewone satelliet. Religie en politiek idealisme haalden de mens uit zijn geborgen plek op aarde. Grote, abstracte structuren en vertogen namen het van hem over, en de wetenschap drong hem een objectieve blik op. Industriële revolutie en psychoanalyse zetten de ‘mens als maat van alle dingen’ verder onder druk. Technologische prothesen rekken nu zelfs ons ruimtegevoel uit tot een onbeperkt virtueel lichaam. Zo schiep de mens zelf ‘een wereldbeeld waarin hij zich eenzaam voelt omdat zijn “maat” alleen nog in banale confectiekledij te vinden is, maar nergens meer in iets wat op een ziel gelijkt’.

Wil Hertmans dan opnieuw matigheid invoeren? Wel integendeel: we moeten ons onmogelijke verlangen naar het onbereikbare einddoel juist leren verduren. Die spreidstand scherpt het denken. Niet bevrediging en geluk zijn het einddoel van alle streven, wel het koesteren van begeerten en idealen. Hertmans aanvaardt dat onze neiging om groter dan onszelf te denken onuitroeibaar is. Maar wat doe je als die drift al te hevig uit zijn voegen barst? Herbronnen, stelt de essayist. Het bevende lijf opwarmen aan de ‘aandoenlijke, gezellige kosmos op mensenmaat’ van Protagoras, bijvoorbeeld. En dan weer verder klauteren naar de top, want: ‘De mens is de acrobaat van het menselijke; dansend op een touw boven de afgrond van zijn mogelijkheden.’

Die grondgedachte – durven verlangen – tilt Hertmans’ essayistische schrijven op tot een heus filosofisch vertoog. Soms moet je door dichte wolken van gedrongen zinnen en opeengepakt denken, maar steeds trekt de mist op. Meteen tekent zich een tweede lijn af: bloednuchtere analyse mondt niet noodzakelijk uit in bittere of cynische kritiek. Hertmans is geen cultuurpessimist. Zijn denken blijft indrukwekkend positief en vitalistisch. Liever naïef dan sentimenteel, schrijft hij zelf. Bijzonder sympathieke wijsheid geeft dat. De mobilisatie van Arcadia is als een gebedje voor het slapengaan (ermee opstaan mag ook): de tijden voelen dreigend, maar passie houdt ons warm en wakker. In feite doet Hertmans niets anders dan ruimte scheppen voor imperfectie, onmacht en begeestering. In navolging van Nietzsches Vrolijke Wetenschap: Hertmans’ vrolijke essays.

Stefan Hertmans, De mobilisatie van Arcadia, Antwerpen: De Bezige Bij, 2001, 228 blz. ISBN 978 90 234 6724 3

Mia Vaerman schrijft over theater en dans, en vertaalt filosofisch werk.