De Google-generatie

Door Bregt Van Wijnendaele, op Wed Jul 27 2011 17:16:00 GMT+0000

Weinig nieuwe verschijnselen bepalen ons denken over gemeenschap zo sterk als het internet. Nu online communities de klassieke eigendomsmodellen doen wankelen, zijn begrippen als privébezit en gemeengoed radicaal veranderd. Dat zorgt voor heel wat discussie, van milde wrevel tot bikkelharde rechtszaken. Alsof de ontwikkelingen van het interactieve web nog terug te draaien vallen.

De Google-generatie gaat ervan uit dat alles op het net gratis is. Als ze ervoor moet betalen, vindt ze wel een manier om dat te omzeilen. Zo bepaalde deze generatie onbewust de vaste prijs voor informatie op het internet: gratis. Wat voor de Google-generatie vanzelfsprekend is, vindt de oudere generatie schandalige broodroof.

Ligt dat enkel aan die jongeren? In de twintigste eeuw maakte de opkomst van massamedia het erg goedkoop om een groot publiek te bereiken. Maar de kost om inhoud aan te bieden bleef relatief hoog. Vergelijk het met een trein. Het kost veel om hem te laten rijden, maar het kost niets om er één passagier meer op te zetten. Daarom rijden er maar enkele treinen per uur en zitten die het best zo vol mogelijk. Om dezelfde reden concentreerden de platenmaatschappijen zich op een klein aantal muzikanten die veel luisteraars konden bereiken. Ze verkochten veel van weinig.

De snelle ontwikkelingen van het interactieve web zetten die verhouding op hun kop. Bandbreedte en opslagruimte werden in de noughties verwaarloosbaar goedkoop. Onze figuurlijke trein kan nu elke seconde voorbijrijden, want de kost ervan is onbeduidend. Zo kunnen ontelbare muzikanten hun muziek nu ook gratis verspreiden op het web. Vroeger werd 1% gratis weggegeven in de vorm van staaltjes en verdiende men geld met de overige 99%. Nu kun je 99% gratis weggeven en inkomsten genereren uit 1%. In de toekomst verkoopt men weinig van veel.

CONSUMENT + PRODUCENT = PROSUMENT

Onze samenleving wordt er een van copylefts in plaats van copyrights. Het intellectuele goed is geen private eigendom meer, maar ligt vrij voor het rapen. De nieuwe mediamagnaten zijn platforms waarop we content achterlaten (to leave, left): Google, YouTube, Wikipedia, Rapidshare en Piratebay.

De Google-generatie kopieert en reproduceert deze content voortdurend. Jongeren remixen filmpjes op YouTube, bloggers brengen aparte ideeën samen tot een nieuw idee… De oude, individuele consument wordt in dit model een onderdeel van een gemeenschap van prosumenten, die tegelijk produceren en consumeren. De vorige generatie keek naar televisie, de nieuwe generatie kijkt én maakt tegelijk.

Net zoals de wet van Newton niet opgaat bij hoge snelheden, kan het logge apparaat van auteursrechten de snelheid van het net onmogelijk bijhouden

Die prosument is ondertussen gewend aan zijn onafhankelijkheid. Hij wil zelf beslissen waar, wanneer en wat hij bekijkt, beluistert of leest. Die persoonlijke vrijheid kan de prosument opeisen omdat hij zich geruggensteund weet door een gemeenschap van gelijkgestemden. Betekent die zelfverzekerdheid dat de prosument alleen zijn eigen smaak volgt? Leidt zijn eigengereidheid op onlinefora enkel tot ongenuanceerde meningen? De praktijk bewijst het tegendeel. Jongeren zappen via sites als Myspace, vi.be en YouTube van de ene muzikale ontdekking naar de andere en delen hun vondsten via last.fm, Facebook en Twitter. Populistisch naast elkaar praten op fora als De Standaard Online lijkt vooral een bezigheid van oudere surfers. De Google-generatie leerde zichzelf omgaan met de verlokkelijke democratisering van de media.

GEDEELDE WINST IS DUBBELE WINST

Vroeger werd (commerciële) informatie angstvallig beschermd, om de opbrengst ervan te vrijwaren. Nieuwe onlinemodellen tonen aan dat informatie in de gemeenschap gooien ook winst kan opleveren. Kijk verder dan Wikipedia, Linux en andere openbronprogramma’s. Zelfs binnen de goudindustrie, waar informatie al eeuwenlang contractueel beschermd is, blijkt het model te werken. Nadat de goudmijn van Goldcorp Inc. uitgeput dreigde te raken, besloot CEO Rob McEwen om – na jarenlang vruchteloos onderzoek – alle vertrouwelijke informatie vrij aan te bieden op het net. Geologen, studenten, wiskundigen en militairen gingen mee op zoek naar het goud, in de hoop een deel van het beloofde prijzengeld binnen te halen. Het resultaat? De waarde van het bedrijf steeg van een ondermaatse 100 miljoen naar een weelderige 9 miljard dollar. De verlaten goudmijn werd een van de meest innovatieve en winstgevende ondernemingen in de sector.

Hoe dan ook dwingen de nieuwe mogelijkheden van het internet ons om het individuele copyright te herzien. Die ontwikkeling is niet tegen te houden. Je kunt ze enkel criminaliseren, zoals de Franse repressieve wet die ‘internetpiraten’ de toegang tot het internet ontzegt. Maar is dat de juiste aanpak? Net zoals de wet van Newton niet opgaat bij hoge snelheden, kan het logge apparaat van auteursrechten de snelheid van het net onmogelijk bijhouden. Zal zo’n conservatief beleid de toekomst van industrie en artiesten vrijwaren? In de poging een uitgeputte goudmijn te beschermen, beteugelt het beleid de nieuwe mogelijkheden voor onze gemeenschap.

Bregt Van Wijnendaele studeerde af als kunstwetenschapper aan de Ugent en is student Cultuurmanagement aan de UA. Hij werkt als dramaturg bij Action Zoo Humain en is theaterrecensent voor Cutting Edge.