De godfather van de generiek

Door Mario Debaene, Wouter Hillaert, op Fri Mar 16 2012 20:22:50 GMT+0000

Iedereen heeft ooit zijn werk gezien, niemand kent hem. Sommige grootmeesters stellen hun ambacht nu eenmaal ten dienste van anderen. Gelukkig is Saul Bass, de godfather van de generiek, wel het hoofdpersonage in Saul Bass, a Life in Film & Design. Het boek is de eerste alomvattende monografie voor een title designer in de geschiedenis van de film.

Title design, of de kunst van de begin- en de aftiteling, moet tegenwoordig het verwaarloosde broertje van de postproductie zijn. Bij drie op de vier films lijkt het alsof er geen budget meer restte voor de creatieve afwerking van kop en staart. Plof, credits erop, niks ritme of compositie, en och ja, ergens tussenin de titel zelf. Hedendaagse generieken zijn zo onnoemelijk brááf.

51_Debaene.JPGHerbekijk daarentegen de openingsminuten van Hitchcocks Psycho, Kubricks Spartacus of Scorsese’s Casino. Allemaal danken ze hun precisie, hun vernuftige eenvoud en hun ritmische dynamiek aan Saul Bass. Voor de Amerikaanse grafische ontwerper (1920-1996) was de generiek het presenteerblaadje van de hele cinematografische sfeer die erop volgde. Zo suggereren de bezwerende grafische spiralen achter Kim Novaks rode oog in Vertigo meteen de hele psychologische beklemming van Hitchcock. De bewust lelijke lettertypes op de intro van Casino typeren Las Vegas in één oogopslag.

‘Bass keek naar een film en begreep zijn ritme, structuur en gevoel – hij drong door tot het hart van de film en vond zijn geheim’, schrijft Scorsese in zijn woord vooraf bij Saul Bass, a Life in Film & Design. Even verder noemt Spielberg hem zelfs ‘een van de beste cineasten van deze en elke andere tijd’. Dat is wat je ziet in Bass’ generieken. Ze lichten niet alleen een tipje van de sluier op, ze vormen meteen een verhaaltje op zich. Ze zuigen je de film in. Niemand die dat beter besefte dan Otto Preminger, cineast van The man with the golden arm (1955). Terwijl bioscopen in de jaren 1950 nog de gewoonte hadden om de gordijnen pas te openen na de generiek, sommeerde Preminger hen om Bass’ titels meteen mee op het open doek te projecteren. Bass leerde zijn volk titels respecteren.

Saul Bass, a Life in Film & Design illustreert het allemaal rijkelijk. Dat dochter Jennifer vijftien jaar nodig had om na Bass’ overlijden het overzichtswerk af te maken dat hijzelf al was begonnen, zegt alles over de omvang van het boek. Het wordt sober ingeleid door een biografie, die fungeert als een van Bass’ eigen heldere generieken. Zonder veel franjes zet ze de toon voor de kern van zijn werk, door de sterke modernistische invloed te benadrukken die Bass eerst onderging als kind van Russische Joden in New York, en later als designer in het naoorlogse Los Angeles.

Bass leerde zijn volk titels respecteren

De volgende hoofdstukken clusteren zijn afficheontwerpen, zijn vroege generieken, zijn eigen kortfilms (Why Man Creates won in 1968 een Oscar voor beste korte documentaire), zijn latere generieken (onder meer Scorsese’s Goodfellas), zijn bedrijfslogo’s (Minolta, United Airlines, Exxon, ...) en zijn ‘persoonlijke handschrift’: vooral posters waarvoor hij carte blanche kreeg, zoals voor de Special Olympics in 1984 in L.A.

Bladerend door de meer dan 1400 illustraties, valt het op hoe fris en verrassend Bass’ werk vijftig jaar lang is gebleven. Het doet nog het meeste denken aan de stijl van Reid Miles, de al even befaamde vormgever van Blue Note Records. Eenvoud primeert, forms follows function. ‘Bass’ ontwerpen distilleerden de poëzie van de moderne geïndustrialiseerde wereld, met de toekomst vóór ons’, vat Scorsese zijn signatuur samen.

Dit boek heeft slechts één manco: het is maar een boek. Voor de scherpzinnigheid waarmee Bass’ generieken zich verhouden tot de muziek die erover weerklinkt, ware een bijgevoegde dvd een mooi extra geweest, naast de inspirerende kracht van zoveel prachtige screenshots.

Jennifer Bass & Pat Kirkham, Saul Bass, a Life in Film & Design, Londen: Laurence King Publishing, 2011, 423 blz., ISBN 978-1-85669-752-1

Mario Debaene is vormgever en Wouter Hillaert is podiumredacteur van rekto:verso.