De criticus als zelfverklaard kunstenaar. De geschiedvervalsing rond 'Les nouveaux réalistes'

Door Joris D'hooghe, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

Jubilea lenen zich uitstekend tot die o zo gesmaakte carrièreoverzichten. De gelukzalige roes die ze teweegbrengen heeft echter vaak een afstompend effect op de kritische geest en verblindt het publiek. Blijf daarom te midden van alle feestgedruis op uw hoede voor misleidend enthousiasme, en sta open voor de andere kant van het verhaal. Het is een raad die u dit jaar van pas zal komen bij een bezoek aan Parijs, waar het verzamelde kunstinstitutionele geweld met meer dan gewone aandacht de vijftigste verjaardag viert van de oprichting van les nouveaux réalistes. Hoera voor de bende van Pierre Restany! Of toch niet?

nouveauxrealistesDe beweging van les nouveaux réalistes geldt als een van de grote hoofdstukken in de twintigste-eeuwse, naoorlogse kunstgeschiedenis. Doorgaans wordt zij beschouwd als het Europese antwoord op de Angelsaksische popart. Met hun happeningachtige actions spectacles ontsnapten de openbare optredens van les nouveaux réalistes nooit aan de aandacht van het publiek. Hun formele verwerping van de traditionele schilderkunst als artistiek medium liet niemand onberoerd. De beweging is vandaag een belangrijk onderdeel van het Franse culturele erfgoed, waardoor de landelijke instanties angstvallig waken over haar perceptie. Zonder haar artistieke belang in vraag te stellen, is het echter hoog tijd om die perceptie in een kritisch daglicht te plaatsen. Zo valt het op hoezeer het debat gedomineerd wordt door één enkele stem. Door de jaren heen verwierf Pierre Restany als huiscriticus een monopoliepositie op het vlak van de retrospectieve verslaggeving. Wanneer dan blijkt dat diezelfde Restany algemeen geldt als de man die het nouveau réalisme bedacht heeft als theoretische constructie, en dat hij bovendien keer op keer wordt aangehaald als de creatieve inspiratiebron van de kunstenaars, mag menig wenkbrauw worden gefronst. Wie de moeite neemt om zich te verdiepen in de materie stuit al snel op het verhaal van een coup. Een stuk kunstgeschiedenis in een houdgreep.

In het Parijs van de jaren 1950, dat in navolging van New York en zijn abstract expressionisme in de ban was van de lyrische abstractie, komt Restany als beginnend criticus in contact met schilders als Bellegarde, Bertini en Hundertwasser. Het duurt niet lang voor hij zich profileert als hun voorvechter. Beschouwd vanuit een internationaal oogpunt, kan de abstracte schilderkunst op dat moment echter bezwaarlijk nog vernieuwend worden genoemd. De werkelijk vooruitstrevende artistieke klasse is uit op een tabula rasa. In Parijs wordt de nieuwe avant-garde op de kaart gezet met de Biënnale van 1959, waar het publiek kennismaakt met de houtconstructies van Brusse, de knarsetandende Méta-Matics van Tinguely en de met contactlijm verstilde maaltijdresten van Spoerri. Wanneer Restany ondergedompeld wordt in de visuele exuberantie van de Biënnale, verandert zijn artistieke denkrichting van koers. In het voorjaar van 1960 besluit hij zijn activiteiten als pleitbezorger van het abstract lyrisme radicaal stop te zetten, om zich te richten op de promotie en verdediging van een aantal vertegenwoordigers van de nieuwe generatie. Samen met de Italiaanse galeriehouder Guido Le Noci organiseert hij in Milaan een bescheiden tentoonstelling met werk van Arman, Dufrêne, Hains, Klein, Tinguely en Villeglé. Op 27 oktober van datzelfde jaar verzamelen de voornoemde kunstenaars, samen met Spoerri en Raysse, ten huize van Klein, om er plechtstatig hun ‘collectieve enkelvoudigheid’ te verklaren bij ondertekening van een déclaration constitutive. De geboorte van les nouveaux réalistes is een feit. Ook kunstenaars als Deschamps, Christo, de Saint-Phalle, César en Rotella sluiten zich aan bij de beweging. De deelname aan de tentoonstelling New Realists in de New Yorkse Sidney Janis Gallery in november 1962, het event dat de doorbraak van de Amerikaanse pop art zal betekenen, vormt haar onmiskenbare hoogtepunt. Enkele maanden later eindigt de actieve periode van les nouveaux réalistes.

Al die tijd heeft Restany’s rol in de beweging zich beperkt tot die van auteur van voorwoorden bij tentoonstellingspublicaties en organisator van een aantal tentoonstellingen in de Galerie J van zijn echtgenote Jeanine de Goldschmidt. Zijn status als criticus van de beweging staat zelfs even ter discussie in oktober 1961, wanneer Klein, Hains en Raysse de groep eenzijdig willen ontbinden uit onvrede met zijn intenties om les nouveaux réalistes schatplichtig te maken aan dada en Marcel Duchamp. Vanaf 1963 omschrijft Restany zijn voorwoorden als de ‘manifesten van de beweging’, hoewel ze door de kunstenaars zelf nooit als zodanig erkend zouden worden. In 1968 zet Restany een tweede, weloverwogen stap richting geschiedvervalsing met de publicatie van het naslagwerk Les nouveaux réalistes: hij schetst een coherente stijlbeweging en miskent onder meer het wezenlijke belang van de deelname aan New Realists (hijzelf had immers niet het minste aandeel in die mijlpaaltentoonstelling).

Als krachtzet in zijn streven om zich te vereenzelvigen met de beweging, organiseert Restany ter ere van haar tiende verjaardag in 1970 een ultieme collectieve actie. In de aanloop ervan publiceert hij een opmerkelijk artikel in het oktobernummer van het Franse tijdschrift Chroniques de l’Art Vivant. Hij brengt op subtiele wijze een wijziging aan in de beschrijving van de ondertekening van de déclaration constitutive. In tegenstelling tot wat in zijn eerdere getuigenissen was verschenen, presenteert Restany zich ditmaal als initiatiefnemer: ‘Le jeudi 27 octobre donc, je fonde le groupe des Nouveaux Réalistes.’ Het publiek krijgt een nieuwe interpretatie van de feiten opgedrongen. De criticus gaat nog een stap verder wanneer hij de algemene essentie van de beweging buiten beschouwing laat – een nouveau réalisme als stroming binnen de naoorlogse kunstgeschiedenis. Haar verdienste is volgens hem de liquidatie van de abstracte schilderkunst. Het kunsttheoretische kader dicht Restany helemaal toe aan zichzelf. De criticus roept zichzelf uit tot de eerste en in zekere zin enige kunstenaar van de beweging. Opmerkelijk, zeker omdat de artistieke ontwikkelingen van kunstenaars als Spoerri, Tinguely en Hains hun oorsprong hebben in de jaren voor de oprichting ervan. In die periode stond Restany bovendien bekend als een militante voorvechter van dezelfde abstracte schilderkunst die het nouveau réalisme doelbewust geliquideerd zou hebben. Zijn bewering als zou hij met voorbedachten rade een dergelijke vernieuwing geïnitieerd hebben in het Europese artistieke milieu strookt dan ook niet met de historische werkelijkheid. Het nouveau réalisme bestond al voor en zonder Restany.

nouveauxrealistes2Pierre Restany’s verhaal kan geen alleenstaand geval worden genoemd. Een vergelijkbare krachttoer werd jaren voordien uitgehaald door critici als de surrealist André Breton en de modernist Clement Greenberg, en Germano Celant pleegde een soortgelijke coup op de arte povera-beweging. Wat het specifieke geval Restany betreft: zijn zorgvuldig bijgestelde beeld uit de jaren 1960 gaat vandaag nog steeds door voor de officiële versie. De populariteit ervan  valt wellicht te verklaren doordat het verhaal zich laat lezen als text book art history: een groep kunstenaars komt tot collectieve actie vanuit een constitutioneel manifest, geleid door één criticus met een duidelijke, vooraf ontwikkelde visie. Bovendien wordt de autoriteit van Restany’s zogenaamde getuigenissen uit de eerste hand nooit in twijfel getrokken. Keer op keer wordt hij opgevoerd als de spilfiguur van de nouveau réalisme-beweging. Zo stond hij vermeld tussen de dertien kunstenaars op de affiche van de grote overzichtstentoonstelling van 1986 in het Musée d’Art moderne de la Ville de Paris. De criticus als kunstenaar onder de kunstenaars. Ook in de nabeschouwingen bij zijn overlijden in 2003 werd Restany  voorgesteld als de man achter de beweging: zo bejubelde The London Independent hem als de ‘champion of Nouveau Réalisme’. In 2007, tot slot, verscheen een luxe-editie van zijn Manifeste des nouveaux réalistes, in het kader van de grote retrospectieve Nouveau Réalisme in het Parijse Grand Palais. Niets wijst erop dat de feestelijkheden rond de vijftigste verjaardag van de beweging het vertroebelde beeld zullen bijstellen. Een doelbewuste strategie van de Franse institutionele garde, die het vlaggenschip van haar recente artistieke verleden koste wat het kost in bescherming neemt. Plant u dit jaar nog een bezoek aan Parijs? Scheur dit blad dan netjes uit en schuif het tussen de pagina’s van uw favoriete reisgids. Uw garantie op een verhelderende citytrip.